|
Manenwolf
|
Manenwolven zijn helemaal geen wolven maar hoogpotige Zuid-Amerikaanse vossen. Met hun grote oren speuren ze naar ritselende prooien zoals kleine knaagdieren, gordeldieren en insecten. Maar liefst de helft van het voedsel bestaat echter uit planten en vruchten, vooral die van de Lobeiraplant. Deze struik komt op de pampa veel voor en is verwant aan de aardappel en de tomaat. De struik kan 4 tot 5 meter hoog worden. De blauwe bloemen worden door bijen bestoven. De vruchten zijn groot, met een gewicht van rond een pond. Lobeirazaden ontkiemen pas goed als ze eerst het darmkanaal van de manenwolf gepasseerd zijn. De manenwolf komt alleen voor in die gebieden waar ook deze plant groeit. Ook zijn sociaal gedrag is anders dan dat van andere hondachtigen. Het zijn solisten en alleen in de paartijd komen de partners samen. De jongen worden alleen door de moeder verzorgd. Ook aan het gedrag van de manenwolven in de dierentuin, waar het mannetje en vrouwtje zich bijzonder weinig van elkaar aantrekken, kun je afleiden dat deze zwervers van de pampa zeer op zichzelf leven.