HAANTJE DE VOORSTE
Haantje de Voorste is een fantasie over hoe de naam de Haanmeer ontstond. De Haanmeer(polder) ligt tussen Hindeloopen en Koudum.
Deel 1 HAANTJE DE VOORSTE OP DE BOERDERIJ
Er was eens een kleine jonge haan. Hij woonde met zijn zeven kippenzusjes en zijn moeder op een mooie boerderij. Ze mochten daar, op het grote erf en omliggende landerijen, altijd vrij rondlopen. Met mooi zonnig weer speelden ze meestal in het rulle zand van de zandweg achter de boomgaard. En als ze honger kregen was er meestal wel wat eetbaars te vinden onder de bomen of tussen het gras in de landerijen. Voor de nachten en de dagen dat het slecht weer was had de boer, die samen met zijn vrouw op de boerderij woonde, een prachtig groot kippenhok voor deze kippenfamilie achter de boerderij gebouwd. De kippen zelf noemden dit kippenhok ons paleis. Zij hadden het daar allen dan ook prima naar hun zin. De zeven meisjeskippen en de kleine haan groeiden daar voorspoedig op tot echte grote volwassen kippen.Ook onze kleine haan werd al snel een echte grote haan met sierlijke veren en een grote rode hanenkam op zijn kleurrijke kop. Ja, na enige tijd voelde onze jonge haan zich zelfs de baas over de kippenfamilie en liep dan luid kakelend over het erf. Ook stond hij, als er ergens eens iets bijzonders was, altijd vooraan. Zijn zusjes gaven hem dan ook al snel de naam Haantje de Voorste.
Maar tot ontsteltenis van onze Haantje de Voorste werd op zekere dag plotseling zijn vorstelijk bestaan wreed verstoord. Hij was op een mooie zomeravond, in de schemering, alleen op stap gegaan. Zijn moeder en zijn zeven zusje waren al in het hok gegaan en zaten reeds te dutten op de stok. Maar hij, Haantje de Voorste, wilde nog proberen wat lekkers te vinden voor hij slapen ging. Hiervoor ging hij naar de hooizolder want daar waren, zo wist hij uit ervaring, altijd wel wat lekkere zaadjes uit het hooi of stro te vinden. Via de openstaande deur van de schuur liep hij naar de ladder die naar de hooizolder ging. Met weinig moeite fladderde hij bij de ladder op naar de hooizolder en begon daar in het hooi naar zaadjes te zoeken. Hij was druk aan het klauwen en krabben in het hooi toen hij plotseling mensen hoorde praten in de stal onder hem. En nieuwsgierig dat hij was wilde hij natuurlijk weten wie daar aan het praten waren. Om het te kunnen horen en te zien wie daar aan het praten waren liep hij heel voorzichtig dichter naar de rand van de zolder. Daar bemerkte hij al snel dat het de boer en zijn knecht waren. Tot zijn spijt kon hij echter niet goed verstaan wat ze zeiden. Heel voorzichtig, stap voor stap, kroop hij nog dichter naar de rand van de zolder en spitste daar zijn klein oortjes. Al kon hij niet alles verstaan, hij begreep al snel dat ze het hadden over hem en zijn zusters. Hij ving het volgende verhaal op:
Knecht; Boer, de kippen zijn al goed gegroeid. Ze leggen af en toe ook al ei. Ik denk dat ze spoedig allemaal elke dag wel een ei zullen leggen.
Boer; Ja, Ja, ze doen het goed. Je moet maar goed op ze passen en hen veel en goed voer geven.
Knecht; En e boer wat moet er met de haan gebeuren. Hij is inmiddels dik en vet maar legt natuurlijk niet, zoals de kippen, straks elke dag een ei. Hij eet alleen maar en kraait als twee anderen.
Boer; Ja inderdaad het is een dikke haan en hij doet anders niks dan eten en maakt smorgens een hoop lawaai. Hij is voor ons van geen enkel nut. Ik geloof dat ik hem maar moet slachten, dan hebben we in ieder geval nog een klein stukje hanenvlees en zijn we smorgens van dat lawaai af.
Of deze haan wordt geslacht of dat hij nog vele avonturen beleeft kunt u lezen als u op onderstaand bijlage klikt.
|