Inhoud blog
  • De woordvoerders van God? mijn kloefen Louise
  • NEDERIGHEID EN LOYALITEIT, VOOR WIE?
  • NEDERIGHEID EN LOYALITEIT, VOOR WIE?
  • GIJ DIE ZEGT LIEG NIET, LIEG JIJ?
  • WAT IS WAARHEID?
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    seniorennet.be/eleutheros
    HERKENNEN - ERKENNEN
    24-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 16 JUNI tot en met 20 JUNI

    DINSDAG  16  JUNI

    Dat niet, alstublieft, Jehovah! - Gen. 19:18.

    §10 Wanneer ouders huisregels opstellen, willen ze in sommige gevallen misschien wel met hun kinderen overleggen. Als jongeren mee mogen doen aan besprekingen over die regels, zullen ze wellicht eerder bereid zijn die op te volgen. Wanneer de ouders bijvoorbeeld een tijd willen vaststellen waarop de kinderen thuis moeten zijn, zouden ze een specifiek tijdstip kunnen kiezen. Als de kinderen een ander tijdstip voorstellen, kunnen de ouders besluiten aan de wensen van hun kinderen toe te geven als er geen Bijbelse beginselen in het gedrang komen. Wil dat zeggen dat de ouders afstand doen van hun gezag?

    §11 Laten we eens stilstaan bij de liefdevolle manier waarop Jehovah zijn gezag uitoefende in het geval van Lot en zijn gezin (Gen. 19:17-22). Jehovah nam Lots verzoek om naar een nabijgelegen stad te vluchten in overweging en besloot hem in dit geval ter wille te zijn. Kun jij als ouder af en toe rekening houden met de wensen van je kinderen bij het opstellen van gezinsregels?
    De Wachttoren van 2007 1 september 1e studieartikel blz. 21 §10, 11.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      huisregels zijn meestal tijdelijke voorschriften die omwille van de vrede, communicatie, ordelijkheid, het voorkomen van misverstanden en dergelijke kunnen opgelegd worden. Die kunnen individueel zijn, maar ook algemeen zodat de oplegger er eveneens rekening dient mee te houden. In bepaalde gevallen kan het opleggen van huisregels een sanctie zijn volgens de omstandigheden en kunnen verschillen van persoon tot persoon, zelfs in het eigen gezin. Hoe minder regels er nodig zijn hoe gemakkelijker en vrijer iedereen zich zal voelen. Hoe meer regels er zijn, en zeker zonder noodzaak, hoe dwangmatiger het zal aanvoelen, met alle gevolgen van dien.

    Een niet alledaags voorbeeld is te vinden in het Judaïsme die buiten de van God ontvangen 10 geboden en de plus minus nog zo'n 600 andere wetten, er zelf een boek, de Talmoed moesten bijmaken. Volgens het boek "De mens op zoek naar God", uitgegeven door het Wachttorengenootschap.

    Volgens de Joden is de Tenach, of Joodse bijbel, niet het belangrijkste boek. Zou de 'Tenach' de hoeksteen zijn, dan is de 'Talmoed' de middenzuil, die vanaf het fundament oprijst en het gehele geestelijke en intellectuele bouwwerk ondersteunt.

    De Talmoed wordt gewoonlijk verdeeld in twee hoofddelen: de misjna en de gemara.

    De misjna is een verzameling aanvullende commentaren op de Tenach gebaseerd op de uitleg van de rabbijnen.

    De gemara is dan weer een verzameling commentaren op de misjna eveneens door rabbijnen, maar uit een latere periode afkomstig. Zelfs op de gemara zijn er dan weer commentaren.

    Al met al kun je daarmee hele bibliotheken vullen. Zie o.a. het boek "De waterval van Kaaterskill"  door Allegra Goodman.

    Wanneer je hier dan weer een parallel wilt trekken met de organisatie en het besturende lichaam dan kun je dat gerust doen.

    Want ook de organisatie en het besturende lichaam hebben enorme commentaren op de Bijbel gepubliceerd en later commentaren op die commentaren. Daarom schroom ik niet om zelf ook commentaren te geven.

    Ik ben nu een beetje afgeweken, maar het is een feit dat de organisatie en het besturende lichaam zelf redelijk veel regels hebben ingevoerd. Daarmee gaan zij niet alleen buiten hun boekje, maar oefenen ook subtiele druk uit op het gezins- en privé-leven van hun schapen.

    §11 is het rechtstreeks voorbeeld van Job, maar zoals de organisatie en het besturende lichaam zeggen, hebben wij de gehele Bijbel ter beschikking, en daarom zal God nu niet meer rechtstreeks ingrijpen.

    Doen zij het daarom?

    WOENSDAG  17  JUNI

    Uw eigen oren zullen een woord achter u horen, dat luidt: "Dit is de weg. Wandelt daarop" Jes. 30:21.

    §4 Jehovah is onze Grootse Onderwijzer (Jes. 30:20). Via het zichtbare deel van zijn organisatie verschaft hij zijn dienstknechten op aarde leiding ten aanzien van de manier waarop ze zich van hun predikingsopdracht moeten kwijten. Met het oog daarop heeft elke gemeente wekelijks de theocratische bedieningsschool, die bedoeld is om alle ingeschrevenen te helpen doeltreffende verkondigers van Gods koninkrijk te worden. Het belangrijkste leerboek op die school is de Bijbel. J ehovah's geïnspireerde Woord vertelt ons wat we moeten onderwijzen. Bovendien geeft het aan welke onderwijsmethoden doeltreffend en gepast zijn. De theocratische bedieningsschool herinnert ons er geregeld aan dat we betere onderwijzers zullen worden als we ons onderwijs baseren op Gods Woord, een doeltreffend gebruik maken van vragen, ons onderwijs eenvoudig houden en oprechte belangstelling voor anderen tonen.
    De Wachttoren van 2008 15 september 2e studieartikel blz. 8 §4.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      volgens Jesaja 30: 21 is Jehovah onze grootse onderwijzer, maar dan via het zichtbare deel van zijn organisatie.

    Nu staat het eerste gedeelte wel in Jesaja, maar dat het via het zichtbare deel van zijn organisatie zou gebeuren, dat staat er beslist niet.

    Wanneer wij onderwezen zijn en tot rijpheid of nauwkeurige kennis zijn gegroeid is dat niet uitsluitend door de organisatie en het besturende lichaam. Wereldwijd zijn er Bijbelscholen en Zondagsscholen die een fundament kunnen leggen voor een Christelijke levenswijze.

    Zoals in alle religies is het grotendeels afhankelijk van de leraar die uw religie vertegenwoordigt welke vruchten je persoonlijk zult opleveren.

    Ik zei 'grotendeels', maar uiteindelijk is het jouw persoonlijke inzet en verantwoordelijkheid om je houding te bepalen en te vervolmaken.

    Daarom ga ik Jesaja 30: 21 uit een ander bijbelvertaling weergeven: "HET LEVEN praktische lessen uit Het Boek", dus Jesaja 30: 21 "En als u Gods paden verlaat en afdwaalt, zult u een stem achter u horen zeggen: "Nee, dit is de weg, hier moet u lopen."

    Het commentaar op dit vers staat onder aan diezelfde blz. en zegt: "Als de inwoners van Jeruzalem Gods weg zouden verlaten, zou Hij hen corrigeren. Hij zal voor ons hetzelfde doen. Maar als we Zijn corrigerende stem horen, moeten we bereid zijn Hem te volgen".

    Noch in die tijd noch in deze tijd komt God persoonlijk tussen beide. Maar door ons geoefend geweten en de nauwkeurige kennis die wij ons eigen hebben gemaakt, zullen we terechtgewezen worden, als wij gehoor willen geven aan die terechtwijzing.

    Juist daarom is nauwkeurige kennis een vereiste alhoewel niet in eerste instantie.
    Wat als eerste moet liggen is het fundament  Jezus Christus: 
    Efeziërs 3:19 "en de liefde van de Christus te kennen, welke de kennis te boven gaat, opdat GIJ vervuld moogt worden met alle volheid die God geeft".

    Het is niet de liefde voor de Christus, alhoewel dat samen kan gaan, maar de liefde VAN de Christus. Daar is een wezenlijk verschil tussen.

    Liefde voor de Christus en klaarblijkelijk voor zijn offer kunnen uit dankbaarheid en zelfs met een tikkeltje zelfzucht opgebracht worden.

    Daarentegen is de liefde van de Christus in feite de zelfverloochenende kracht die ook Hij bezat om je evennaaste lief te hebben.

    Wanneer men die liefde van de Christus bezit zal je uiteraard alles wat menselijk mogelijk is doen naar vermogen en draagkracht.

    In deze context wil ik graag enele bijpassende beginselen introduceren: 2 Korinthiërs 8:10-12 "En ik opper hierover een mening: want deze aangelegenheid is nuttig voor U, daar GIJ reeds een jaar geleden niet alleen begonnen zijt met het doen, maar ook met het willen [doen]; 11 voleindigt nu dan ook het doen ervan, opdat, evenals de bereidheid om te willen er was, het ook voleindigd mag worden naar wat GIJ hebt. 12 Want indien de bereidheid er eerst is, dan is ze vooral aanvaardbaar naar hetgeen men heeft, niet naar hetgeen men niet heeft".

    Weet je wat het enorme voordeel hier van is? Je hoeft geen rekenschap af te leggen aan mensen, maar rechtstreeks aan God via Zijn Zoon.

    Als slot herhaal ik Johannes 8:32 "en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken”.

    Voel jij je vrij?  Ben je vrij?

    DONDERDAG  18  JUNI

    Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen. - Gen. 3:15.

    §9 (...) Door het bovenstaande te zeggen, onthulde Jehovah dat het zijn voornemen was een "zaad" te machtigen om Satan en zijn legers te verpletteren en de rechtmatigheid van Zijn soevereiniteit te bewijzen (Ps. 2:7-9; 110:1, 2).

    §10 Dat "zaad" bleek Jezus Christus te zijn, samen met een selecte groep mederegeerders. Met elkaar vormen ze Gods Messiaanse koninkrijk (Dan. 7: 13, 14, 27; Matth. 19:28; Luk. 12:32; 22:28-30). Dat alles werd echter niet onmiddellijk onthuld. De verwezenlijking van de eerste profetie bleef in feite 'een tijdenlang verzwegen heilig geheim' (Rom. 16:25). Eeuwenlang zagen gelovige mannen uit naar de tijd dat "het heilige geheim" onthuld zou worden en de eerste profetie in vervulling zou gaan ter rechtvaardiging van Jehovah's soevereiniteit. - Rom. 8:19-21. De Wachttoren van 2007 1 december 1e studieartikel blz. 21 §9, 10.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      de bijbel zegt het, dus moet het waar zijn.

    De bijbelse profetieën die op de Messias of de beloofde bevrijder van toepassing werden gebracht zijn voor Christenen vervuld.

    En alhoewel er meer dan 300 profetieën in Jezus Christus werden vervuld konden de joden in het algemeen hem niet als de Messias aanvaarden en verwachten hem nu nog steeds.

    Daar de organisatie en het besturende lichaam Jezus Christus reeds in 1874 verwachtten en de grote verdrukking in 1914 haar werk zou doen, werden hun verwachtingen niet vervuld.

    Een van de goede kanten was, volgens de organisatie en het besturende lichaam dan toch, dat de datum wel juist was, maar het resultaat niet. Toch is 1874 geen vaste datum gebleven, maar 1914 wordt nog steeds als datum gehandhaafd als het begin van de tijd van het einde. Zo heeft de organisatie en het besturende lichaam het geslacht dat met 1914 verbonden was moeten loskoppelen van die datum en de daarmee gelijklopende profetieën en parallellen moeten aanpassen.

    1914 blijft tot nu toe het vaste gegeven. De tijd zal het uitwijzen, zoals de tijd reeds zoveel heeft uitgewezen.

    Er is over data reeds zoveel gezegd en veranderd, op 1914 na, dat het weinig of niets uitmaakt wat je gelooft. Één ding is zeker, niet wat je wenst te zijn, zal de doorslaggevende factor zijn, maar wat je als mens bent en doet.

    Nog veel erger is het dat je iemand bent geworden die een ander wilde dat je werd.

    De kans wanneer men met een organisatie verbonden is, is natuurlijk veel groter om gelijkvormig te denken en te handelen. Maar dat mag niet gelijk opgaan met vervreemding van jezelf en anderen buiten de groep.

    Vanaf dit moment zal dit werken als een gestadig groeiende wurggreep die zelfs je emoties   ingrijpend zullen veranderen. Nu zul je natuurlijk opmerken dat emoties juist de grondslag van het leven uitmaken, maar het gaat over negatieve emoties die alles buiten de groep als niet wenselijk zullen afwijzen zonder onderscheid, dus het is wit of zwart, goed of slecht.

    Hoe kan men het onderkennen? De belangrijkste opmerking volgens mij zijn de regels van dit moet, en dit mag niet. Het zonder meer gehoorzamen aan de autoritaire leiding, die soms maar door één persoon of één lichaam van personen doorgedrukt wordt zonder ook maar een weerwoord te kunnen of te mogen geven.

    De drogredenen zoals, het is voor 'uw best wil', de 'bijbel zegt het', 'God wilt het', 'alle mensen doen het of juist niet', 'verstandige mensen zullen....' enz., enz..

    Wanneer iemand beweert een christen te zijn dan moet hij of zij op zijn minst menslievend zijn. Niet oppervlakkig of beredeneerd, niet opgedeeld in vakjes of als klasse, maar met de wil om redelijk te zijn ten aanzien van allen. Dit kan uiteraard maar zo verreikend zijn als het van jou afhangt.

    Persoonlijk associeer ik 'Christelijk' met 'menselijkheid'. En menselijkheid staat nauw in verband met redelijkheid, en dat is een beginsel of fundamentele waarheid. Filippenzen 4:5 "Laat UW redelijkheid aan alle mensen bekend worden"

    Zo is bijvoorbeeld de uitsluitingsprocedure die Jezus Christus instelde in Mattheüs 18:15-17 heel menselijk: "Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner".

    In het vers 17 staat duidelijk dat de zaak voor de 'gemeente' diende gebracht te worden ingeval aan de voorgaande stappen geen gevolg was gegeven. Er staat niet aan 'ouderlingen' of ook niet aan 'het rechterlijk comité'. Er staat wel de gevolgen die een onberouwvolle zondaar zou ervaren.

    Voor een uitgebreide voorlichting aangaande de "uitsluitingsprocedure" zie hiervoor blog.seniorennet.be/eleuthera/zoeken.php

    Over die selecte groep mederegeerders wil ik nu alleen maar zeggen dat die hun werk vanuit de hemel zullen moeten doen, niet nu.

    Diegene die daarop vooruitlopen zijn klaarblijkelijk uit de boze.

    VRIJDAG  19  JUNI

    Wie op geld uit is, krijgt er nooit genoeg van. - Pred. 5:9 [10], "Groot Nieuws Bijbel".

    §6 (...) Is het mogelijk materialistische doelen na te streven en toch God met onze hele ziel te dienen? Nee, dat gaat niet. Jezus verklaarde:

    "Niemand kan twee meesters als slaaf dienen, want hij zal óf de een haten en de ander liefhebben, óf zich aan de een hechten en de ander verachten. Gij kunt niet God en de Rijkdom als slaaf dienen." Jezus drong er bij zijn volgelingen op aan om in plaats van materiële goederen op aarde "schatten in de hemel" te vergaren, dat wil zeggen, een goede naam op te bouwen bij God, die "weet welke dingen gij nodig hebt voordat gij hem er ook maar om vraagt" (Matth. 6:8, 19-25).

    §7 (...) Paulus schreef aan Timotheüs: "Beveel hun die rijk zijn ... hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten; ... vrijgevig te zijn, mededeelzaam, voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggend, opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen." - 1 Tim. 6:17-19.
    De Wachttoren van 2007 1 oktober 1e studieartikel blz. 16 §6, 7.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      de titel van het artikel is "Streef een zinvol doel na in je leven". En de leitekst "Al wat adem heeft, love Jah". – Psalm 150: 6.

    Maar de dagtekst heeft een andere "leitekst" ik herhaal hem uit de Nieuwe Wereldvertaling: Prediker 5:10 "Iemand die enkel het zilver liefheeft, zal van zilver niet verzadigd worden, noch wie maar ook die rijkdom liefheeft, van inkomsten".

    Dat is weer een van die subtiele inplantingen van de organisatie en het besturende lichaam. Jij mag zeggen of ik het te ver zoek ja of neen.

    De titel suggereerde "een zinvol" doel, ja toch?

    De dagtekst suggereert (...) Is het mogelijk materialistische doelen na te streven ...

    Enkelvoud en meervoud, dat is een verschil. Toch kan men ook verschillende "zinvolle doeleinden" stellen in zijn leven, zelfs tezelfdertijd.

    De teksttoepassing dat "niemand twee meesters kan dienen" is een veralgemening die alleen opgaat als je materiële zaken de boventoon gaat geven. Daarmee bedoel ik dat je uitgaven gaat doen boven je budget en dus in een schuldenlast komt die je niet kunt betalen.

    Daarom zijn er kredietverleners die tegen een redelijke interest geld kunnen voorschieten. Uiteraard moet je het evenwicht kunnen bepalen wat je met je verdiensten kunt aflossen. Het is een steeds wederkerend probleem dat mensen, zoals men zegt, boven hun stand leven met alle problemen van dien.

    De doorsnee met verstand begaafde mens weet heel goed dat 'geld lenen of op krediet kopen' duurder is dan sparen tot men de volledige som heeft.

    Voor de werkende mens is bijvoorbeeld een huis kopen niet mogelijk, tenzij met een lening neemt van 20 of 30 jaar. Die weten meestal op voorhand dat zij zo ongeveer het dubbele zullen moeten opbrengen van de aankoopprijs. Waarom doen zij het dan? Omdat zij nooit zullen kunnen sparen tot zij de volledige som bij elkaar hebben. De huishuren zijn doorgaans zo hoog dat men niet kan sparen. Er zijn natuurlijk nog andere factoren.

    Diegenen die 5, 10,15 of 20 jaar geleden de stap om een huis te kopen hebben gedaan plukken nu reeds de resultaten.

    Dat heeft echter niets met twee meesters te maken, maar met gezond verstand.

    Laat ik maar één van de belangrijkste zaken belichten die met een 'gezin' te maken hebben:   1 Timotheüs 5:8 "Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige".

    De organisatie en het besturende lichaam geven regelmatig voorbeelden van pioniersgezinnen en anderen die omwille van het koninkrijk zowat alle materiële beslommeringen van zich hebben afgezet.

    Dat kan dan in overeenstemming zijn met Jezus Christus woorden in Mattheüs 19:12 "Wie er plaats voor kan maken, make er plaats voor".

    Maar ik zou niet graag diegenen te eten moeten geven die onder emotionele druk één of meer jaren met financiële problemen hebben moeten afrekenen, scheidingen hebben veroorzaakt, depressief en in behandeling zijn moeten gaan en dan nog diegenen die naast hun schoenen zijn gaan lopen doordat zij enkele etages hoger dachten te wonen.

    De organisatie en het besturende lichaam moedigen wel aan om God dienen, maar vertel mij eens wat God ook maar van een mens nodig heeft?

    Hoe subtiel en suggestief zijn de in de context gebruikte schriftplaatsen?

    Mattheüs 6:20 "Vergaart U veeleer schatten in de hemel".

    1 Timotheüs 6:17-19 "Beveel hun die rijk zijn in het tegenwoordige samenstel van dingen, niet hooghartig te zijn en hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten; 18 goed te doen, rijk te zijn in voortreffelijke werken, vrijgevig te zijn, mededeelzaam, 19 voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggend, opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen".

    Vergeet niet dat God niets anders wilt dan wat Micha 6:8 vertelt: "En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God"?

    Als ge op de kap en de zak van een ander leeft komen er uiteraard weer andere vragen.

    ZATERDAG  20  JUNI
    De god van dit samenstel van dingen I heeft] de geest van de ongelovigen verblind.

    2 Kor. 4:4.

    §7 We moeten niet denken dat "diepe dingen"  per definitie moeilijke

    dingen zijn. Kennis van "de diepe dingen Gods" is voor de meeste mensen verborgen, niet omdat het te moeilijk is de wijsheid van God te verwerven maar omdat Satan mensen misleidt, zodat ze de hulp die Jehovah via zijn organisatie geeft, afwijzen (1 Kor. 2:10; 2 Kor. 4:3).

    §8 Het derde hoofdstuk van Paulus' brief aan de Efeziërs laat zien dat "de diepe dingen Gods" veel waarheden omvatten die de meesten van Jehovah's volk heel goed begrijpen, zoals de identiteit van het beloofde Zaad, de uitverkiezing van personen met een hemelse hoop, en het Messiaanse koninkrijk. Paulus zei dat hij was aangesteld om "mensen I te I doen zien hoe het heilige geheim volvoerd wordt, dat sinds het onbepaalde verleden verborgen is geweest in God". - EL 3:5-9.
    De Wachttoren van 2007 1 november 2e studieartikel blz. 27 §7,.8.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      laat ik nogmaals beginnen met de leitekst van deze dagtekst. "De god van dit samenstel van dingen I heeft] de geest van de ongelovigen verblind".

    Wij hebben het reeds gezegd, maar met andere woorden dat de organisatie en het besturende lichaam volgens dat het hun uitkomt "wit of zwart" denkt en zelfs schrijft.

    Ook in deze tekst, al staat het er niet, is het woord 'gelovige' van toepassing op iedereen die met de organisatie en het besturende lichaam verbonden is. Het woord 'ongelovigen' is voor al de andere mensen, ongeacht hun geloof.

    Daar bedoel ik niet mee dat alle andere mensen aanvaardbaar zijn voor en door God.

    Met het gebruik van een Christelijke persoonlijkheid bedoelde ik ook niet dat alle christenen die persoonlijkheid bezitten. Ook niet dat niet-christen die Christelijke persoonlijkheid niet kunnen bezitten.

    Even herhalen in vraagvorm, al is het een dubbel gebruik: zijn alle Getuigen van Jehovah christenen? En zijn alle Christenen Getuigen van Jehovah? Kunnen ook niet-christenen een Christelijke persoonlijkheid bezitten?

    Dit is geen filosofie, maar gewoon drie vragen, alhoewel je er zelf ook nog enkele kunt bij maken.

    Voor mij is het zo dat, om voor een keer in overeenstemming met het commentaar te blijven, de diepe dingen Gods door nauwkeurige kennis te verkrijgen en te verstaan zijn. Maar nauwkeurige kennis is dan weer geen kwestie van intellect alleen. Ook en zeker niet uitsluitend van bijbelkennis. Niet dat die absoluut geen rol zullen spelen, toch wel, maar meer zul je bereiken door open te staan voor wat goed is in Gods ogen. Gewetensvol handelen, rechtvaardigheid betrachten.

    Door kennis op zich heeft men de neiging om meer van zichzelf te denken dan nodig is en kan het zelfs een strik vormen: 1 Korinthiërs 8:1 "Kennis blaast op, maar liefde bouwt op".

    Het commentaar laat uitkomen dat veel van de "diepe dingen Gods" waarheden omvatten die de meesten van Jehovah's volk heel goed begrijpen.

    Dat is niet juist uitgedrukt. Dat de meesten van de Getuigen van Jehovah "de uitleg die de organisatie en het besturende lichaam aan die diepe dingen geeft" dat zullen zij begrijpen.

    Ik spreek uit ervaring.

    En voor de zoveelste keer richt ik de aandacht op één van de diepere dingen Gods, volgens mij dan toch.

    In de Wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na:  Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat God wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen.

     Waar ter wereld zij ook maar met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Psalm 37: 29 …De rechtvaardigen, die zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven. Eveneens een schriftplaats om in gedachten te houden is Hand 10: 35 …maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor HEM.

     

    24-06-2009 om 20:02 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 11 JUNI tot en met 15 JUNI

    DONDERDAG  11  JUNI
    De zegen van Jehovah - die maakt rijk, en hij voegt er geen smart bij. - Spr. 10:22.

    §14 Kun jij voor het doen van Gods wil leven door de volletijddienst tot je carrière te maken? Als dat zo is, zul je beslist veel zegeningen ontvangen. Als je huidige omstandigheden het niet toelaten, kun je misschien veranderingen aanbrengen. Bid als Nehemia toen hij graag een belangrijke taak op zich wilde nemen: 'Ach Jehovah, laat uw knecht toch alstublieft succes hebben' (Neh. 1:11). Ga dan vol vertrouwen in de "Hoorder van het gebed" tot actie over (Ps. 65:2). Als je wilt dat Jehovah je moeite om hem vollediger te dienen zegent, moet je die moeite eerst doen. Heb je eenmaal besloten om in de volletijddienst te gaan, blijf dan bij je beslissing. Na verloop van tijd krijg je meer ervaring en zal je vreugde toenemen. §17 Wat zullen we blij zijn dat we God en anderen hebben gediend en echt voor het doen van Gods wil hebben geleefd! - Matth. 24:21; Openb. 7:14, 15. w071/10 2:14,15,17

    De Wachttoren van 2007 oktober 2e studieartikel blz. 21 §14, 15, 17.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  kun jij je een gedacht vormen van de vele pioniers die begonnen zijn en het werkelijk tot een carrière hebben gemaakt? Hoeveel van hen die je gekend hebt zijn nog met de organisatie en het besturende lichaam verbonden? Hebben allen wel die zegeningen ontvangen die hier gesuggereerd worden?

    Besef je wat de organisatie en het besturende lichaam hier echt voorstellen? Het onderkopje van §14 geeft het antwoord: "Het doen van Gods wil tot onze carrière maken" (ik benadruk).

    Alhoewel het dienen van God voor de meest doorslaggevende aanzet kan zijn, mag je de beïnvloeding van de organisatie en het besturende lichaam en van anderen niet uit het oog verliezen. Het voorrecht deel te mogen uitmaken van een elite groep is daarbij een factor die beslist een grote invloed zal hebben op de beslissing die genomen wordt.

    Moet ik voorbeelden aanhalen van pioniers wier gezins- en financiële problemen tot echtscheidingen hebben geleid. Wat denk je van een kringopziener die zeven jaar lang een overspelige verhouding had? Dit is niet de regel, maar uitzonderingen zijn het zeker ook niet.

    Uiteraard zijn er zeker die er echt mee gelukkig kunnen zijn. Juist zoals de prediking van deur tot deur er enkelen gelukkig mee zijn, doen de meeste het gewoon omdat het een verplichting is in de plaats van een vrijwillig offer.

    Klaarblijkelijk heb ik het reeds geschreven, maar de dag dat de organisatie en het besturende lichaam de rapportjes niet meer verplichten valt de prediking van deur tot deur op zijn achterste. Vanaf het moment dat het aantal uren prediking van deur tot deur niet meer het criterium is voor voorrechten zal het uren aantal drastisch verminderen.

    Het is duidelijk dat de organisatie en het besturende lichaam de prediking van deur tot deur blijven stimuleren, omdat dit een serieuze vermindering van de publicatie zou inleiden en hun trotse toren, de drukkerijen, er onder lijden. Niet de drukkerijen op zich natuurlijk, maar hun persoonlijke tempel, hun trots. Ik heb enkel vraagjes: waarom wordt de Ontwaakt maandelijks uitgegeven i.p.v. om de veertien dagen? Waarom één Wachttoren voor het publiek en één voor de members?

    Bij deze nieuwe regelingen wordt in de Wachttoren voor het publiek de "oplage van elke uitgave vermeld" en uiteraard per maand. In de Wachttoren die niet voor het publiek beschikbaar is wordt geen melding gemaakt van de oplage. Ik neem aan dat die voor het publiek "beide oplagen" vermeldt. Het feit dat er nu niet kan uitgemaakt worden aan de hand van de cijfers hoeveel er voor de kudde beschikbaar zijn doet mij weer vragen waarom?

    Bij navraag wordt de Wachttoren die voor het publiek bestemt is minder gelezen omdat deze niet voorbereid moet worden.

    Waarom is de hoeveelheid geestelijk voedsel zo ongeveer gehalveerd?

    Je mag mij niet om het antwoord vragen, ik weet het niet, maar rantsoeneren is misschien een manier om gezonder te worden.

    VRIJDAG  12  JUNI

    Beveel hun die rijk zijn in het tegenwoordige samenstel van dingen, niet hooghartig te zijn en hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten. -1 Tim. 6:17.

    §17 Het is onverstandig onze hoop op rijkdom te vestigen, want die is 'onzeker'. De patriarch Job was heel rijk, maar toen hij plotseling door tegenslag werd getroffen, konden zijn bezittingen hem niet helpen; ze waren van de ene op de andere dag verdwenen. Zijn sterke band met God hielp hem door alle beproevingen en ellende heen (Job 1:1, 3, 20-22). Abraham liet zich er niet door zijn vele materiële bezittingen van weerhouden een moeilijke opdracht van Jehovah te aanvaarden, en hij werd gezegend doordat hij de "vader van een menigte natiën" werd (Gen. 12:1, 4; 17:4-6). Deze en andere voorbeelden zijn het navolgen waard. Of we nu jong zijn of oud, we moeten bij onszelf nagaan wat echt belangrijk is in ons leven en waar we onze hoop op vestigen. - Ef. 5: 10; Fil. 1:10.

    De Wachttoren van 2007 1 augustus 1e studieartikel blz. 21 §16, 17.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: 
    er is zelfs een gezegde dat geld een meester moet hebben, anders kan het geld meester zijn over jou en dan is het hek gemakkelijk van de dam. En zoals het commentaar zegt zou het onverstandig zijn onze hoop op rijkdom te vestigen.
    In de eerste plaats is de doorsnee Getuige van Jehovah niet rijk, de meesten zijn arbeiders of bedienden en uiteraard zijn er ook zelfstandigen en universitairen, maar die zijn veel minder dik gezaaid.
    Toch worden die door de organisatie en het besturende lichaam graag gewild omwille van hun bekwaamheid om vooral met mensen om te gaan. Natuurlijk ook omdat hun financiële draagkracht merkelijk ondersteunend kan zijn, tenminste als zij niet te steeg van afgaan zijn.

    Nu is het ook niet zo dat iedere rijkaard bij de getuigen met de "Jobstijding" geconfronteerd zal worden. En het is ook niet zo dat iedere rijkaard bij de getuigen zijn hoop op zijn rijkdom zou vestigen. De rijkdom die ze hebben is soms zelfs de aanleiding om het een beetje kalmer aan te doen en nog een beetje van het leven te genieten. Maar die rijkdom wordt gemakkelijk aangesproken en gebruikt om de belangen van de organisatie en het besturende lichaam te dien, want God heeft dat absoluut niet nodig, alles is van Hem.

    Dan is er nog de vraag: wat is rijkdom? Is dat een eigen huis hebben, zo nu en dan een nieuwe auto kopen of een ander vloer leggen? Regelmatig een restaurantje bezoeken? Een voetbal match bekijken of andere sport activiteiten, misschien zelf actief eraan deelnemen.

    Noem je iemand rijk wanneer hij of zij, of samen, reizen naar exotische toeristische vermaardheden, zoals de Machu Pichu beklimmen, naar India, de Dominicaanse Republiek, Kenia en noem maar op.


    Ik noem iemand rijk die in eigen land, zoals in de VS, een lezing gaat geven, niet met de auto, maar met een vliegtuig.
    Ik noem iemand rijk die op andere continenten lezingen geeft die iedere ouderling van het land, zonder tolk of vertaler, kan geven, dat is pas 'n rijke stinkerd.


    Wacht eventjes, want ik ben weer aan het doordraven. De laatste groep die ik vernoemd heb is beslist niet rijk, maar ze gedragen zich als zodanig.
    En dat kunnen zij ook om de eenvoudige reden dat niet zij het betalen, maar de organisatie of het besturende lichaam. D. w. z. de broeders en zusters wereldwijd en niemand anders.
    De globale onkostennota vindt je ieder jaar terug in het jaarboek en bedroeg in 2009 het petieterige bedrag van ruim $ 141 miljoen.

    En vermits die onkosten moeten gerecupereerd worden is het voor jou en mij en alle anderen getuigen van Jehovah een voorrecht om iedere week een luttele vrijwillige bijdrage te geven. 

    Het markante van de gehele zaak is dat Jezus Christus een heel andere instelling heeft geleerd: Mattheüs 6:3-4 "Maar gij, wanneer gij gaven van barmhartigheid schenkt, laat dan uw linkerhand niet weten wat uw rechter doet, 4 opdat uw gaven van barmhartigheid in het verborgene mogen zijn; dan zal uw Vader, die in het verborgene toeziet, het u vergelden".


    Zoals Mattheüs au fond duidelijk maakt zijn de uitgaven voor vrijwilligers een ondersteuning, en geen onkosten nota op het einde van het jaar.

    En tezelfdertijd, als de uitgaven dan toch vermeld worden, waarom dan ook niet de inkomsten? Of is het dan weer een andere subtiele vorm om geldelijke ondersteuning te verkrijgen?

    Als, ja als de organisatie en het besturende lichaam werkelijk de spreekbuis zouden zijn van de Vader en Jezus Christus en wanneer zoals zij beweren en schrijven "heel veel van ons te houden", waarom vertrouwen zij ons dan niet? Als wij hen moeten vertrouwen, waarom vertrouwen zij ons dan niet?

    Het contract dat ieder getuige van Jehovah met een JA en nog een JA aanvaardt is dat dan alleen bindend voor ons en zijn zij dan de partij die het contract éénzijdig interpreteren zoals het hen uitkomt? 't Zal wel zijn zeker?


    Johannes
    15:15 "Maar ik heb U vrienden genoemd, want alle dingen die ik van mijn Vader heb gehoord, heb ik U bekendgemaakt". Zoals uit deze tekst van Johannes blijkt was Jezus Christus niet zo achterbaks.


    Is het dan toch waar dat zij bij de rijkste organisaties behoren?

    Dan is het echt niet moeilijk om de Grote Jan uit te hangen en de meute tot euforische hoogten te brengen met mooie woorden en beloften.


    ZATERDAG  13  JUNI 

    Er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen. - 2 Petr. 3:13.

    §16 De "nieuwe hemelen", Gods hemelse regering onder Christus, zijn al geïnstalleerd. Degenen die de kern zullen vormen van de "nieuwe aarde", een nieuwe aardse samenleving van rechtgeaarde mensen, worden in deze laatste dagen bijeengebracht. Ze zijn al met bijna zeven miljoen mensen in op zijn minst 235 landen en in zo'n 100.000 gemeenten. Die miljoenen mensen hebben de rechtvaardige wegen van Jehovah leren kennen, en als gevolg daarvan verheugen ze zich wereldwijd in een eenheid die op christelijke liefde gebaseerd is. Hun overduidelijke en duurzame eenheid is ongekend in de geschiedenis van de wereld en overtreft alles wat Satans onderdanen ooit hebben ervaren. Die liefde en eenheid zijn een voorproefje van de schitterende tijd die zal aanbreken in Gods nieuwe wereld, waarin rechtvaardigheid en gerechtigheid zal heersen. - Jes. 2:2-4; Joh. 13:34,35; Kol. 3:14.

    De Wachttoren van 2007 15 augustus 1e studieartikel blz. 22 §15, 16.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      dat de "nieuwe hemelen" of Gods hemelse regering onder Christus reeds is geïnstalleerd, is niet zo vanzelfsprekend als de organisatie en het besturende lichaam doen voorkomen. Het feit dat Gods hemelse regering in 1874 reeds geïnstalleerd was en opgeschoven moest worden omdat de gepubliceerde voorzeggingen niet uitgekomen zijn, verplichten hen om die data op te schuiven. Niet dat het uiteraard zo 'n verschil zou uitmaken voor ware Christenen, maar dat de organisatie en het besturende lichaam doen alsof nieuw licht en toenemende licht het vervolmaken, dat is niet rechtvaardig. Dat is iets dat je van onvolmaakte mensen ook niet mag verwachten.

    Met kunst en vliegwerk kun je een tijdje zand in de mensen hun ogen wrijven, maar je kunt dat niet blijven doen al zijn de organisatie en het besturende lichaam daar wel van overtuigd.

    Abraham Lincoln heeft ooit gezegd: "men kan sommige mensen steeds weer bedriegen, en alle mensen soms, maar men kan niet alle mensen altijd bedriegen"

    Citaat uit het boek "Dertig jaar in de greep van? Geciteerd door Th. Delleman.

    Nu gaat het niet om het werk en de onderscheiden manier waarop dit verwezenlijkt wordt in vergelijking met andere religies. Het gaat evenmin over wat de organisatie en het besturende lichaam schrijft en ook niet diegenen die er loffelijk over berichten omwille van de moment opnamen bij congressen of bepaalde manifestaties. Zelfs hun welbespraaktheid in de van deur tot deur prediking of hun oratorische lezingen, hun goede manieren en redelijk hoge normen. Noch om hun niet aflatende ijver en volharding om de boodschap van Gods hemelse koninkrijk te brengen.

    Ondanks dat zij de naam van Jehovah gebruiken als schild en toevlucht, rijst de vraag of zij wel een CHRISTELIJKE PERSOONLIJKHEID aankweken?

    Waarom die vraag? Omdat de autoritaire manier van optreden van de organisatie en het besturende lichaam absoluut geen kenmerk kan zijn van een Christelijke levenswijze.

    Zoals ooit in vraag werd gesteld over de Paus van de katholieke kerk: is de Paus wel een christen?

    En dat kun je klaarblijkelijk op alle religieuze organisaties toepassen. T.t.z. op diegene die er de leiding over hebben, niet op al hun leden.

     

    ZONDAG  14  JUNI

    Deze mensen, die de bewoonde aarde ondersteboven hebben gekeerd, zijn nu ook hier. - Hand. 17:6.

    §2 Vroege zendelingen hebben velen geholpen om het christendom

    te aanvaarden. Filippus bijvoorbeeld ging naar Samaria, waar een grote menigte aandacht schonk aan zijn woorden (Hand. 8:5-8). Paulus maakte met verscheidene metgezellen verre reizen en predikte de christelijke boodschap op Cyprus en in delen van Klein-Azië, Macedonië, Griekenland en Italië. In de steden waar hij predikte, werden grote aantallen Joden maar ook Grieken gelovigen (Hand. 14:1; 16:5; 17:4). Titus was actief op Kreta (Tit. 1:5). Petrus werkte in Babylon, en tegen de tijd dat hij zijn eerste brief schreef, rond 62-64 G.T., had de activiteit van de christenen bekendheid gekregen in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bithynië (1 Petr. 1:1; 5:13). Wat waren dat opwindende tijden! Die christelijke predikers uit de eerste eeuw waren zo ijverig dat hun vijanden beweerden dat ze 'de bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd'. - Hand. 28:22.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 3e studieartikel blz. 13 §2.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      vanuit hun tijd en hun standpunt bezien is het zeker geen kleinigheid geweest om al die vernoemde streken te bereiken. Ook de zendingsreizen van Paulus zijn een enorme bijdrage aan het bijbelse verslag inzonderheid de prediking en Paulus 'specifieke en onderlegde methoden. 1 Kor. 4: 17. Petrus verzorgde een speciaal gebied waar veel Joden waren gebleven ten tijde van de terugkeer uit de ballingschap, Babylon. Dat zullen beslist opwindende tijden zijn geweest.

    Dat hun vijanden beweerden dat die predikers de bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd kan toch iets anders betekenen dan dat er gezegd werd?

    Eventjes die tekst en de context aan halen: Handelingen 17:5-7 "Maar de joden, die jaloers werden, namen zekere boosaardige mannen van de leeglopers die zich op de marktplaats ophielden, in hun gezelschap op en vormden een samenscholing en gingen ertoe over de stad in opschudding te brengen. En zij bestormden het huis van Jason in een poging hen voor het gepeupel te brengen. 6 Toen zij hen niet vonden, sleepten zij Jason en zekere broeders naar de stadsbestuurders, terwijl zij schreeuwden: „Deze mensen, die de bewoonde aarde ondersteboven hebben gekeerd, zijn nu ook hier, 7 en Jason heeft hen gastvrij ontvangen en al deze [mensen] handelen in strijd met de verordeningen van caesar door te zeggen dat er een andere koning is, Jezus”.


    Wanneer je deze overdrijving, dat die mensen de gehele bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd', als een werkelijkheid gaat publiceren, dan brengen zij hun lezers en leden op een dwaalspoor.


    Laat mij dat liever eens wat duidelijker maken door een vergelijking. Ken je een rangeerstation en het daarbij horende rangeerterrein? Je zult die altijd vinden bij de NMBS en vooral bij de grotere stations om treinen te ordenen, schikken en herschikken op de verschillende sporen en voor de wisselende bestemmingen.
    Die bestemmingen zijn een doel en daarom kun je die afzonderlijke wagons niet lukraak of naar believen gaan indelen, tenzij je eropuit bent om verwarring te stichten.

    Vooral in industriegebieden kunnen die terreinen enorme oppervlakten en kilometers spoorlijnen omvatten. De werkmensen die dat doen worden "rangeerders" genoemd.


    Wel daar kun je de organisatie en het besturende lichaam best mee vergelijken, maar dan op het gebied van gedrukte en gesproken informatie, interpretatie en herinterpretatie.

    Hun doel is niet om jou op het juiste spoor te zetten, maar op een zijspoor. Ken je die uitdrukking? Het woordenboek geeft als eerste definitie, misleiden.


    In hun beweringen en dat reeds meer dan 120 jaar, hebben zij niet veel meer gedaan dan "rangeren" van het ene spoor op het andere en weer terug, terug en nog eens terug.
    In werkelijkheid kom je niet vooruit tenzij je zelf uitstapt en je eigen weg zult gaan, ja met de verworven kennis en als je het meent, met een Christelijke Persoonlijkheid.


    Even herhalen: "dat die mensen de gehele bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd". Wat blijkt hiervan de bedoeling te zijn?

    In de derde paragraaf van de vermelde Wachttoren wordt gezegd dat "Ook in moderne tijden is de christelijke gemeente met een opmerkelijke groei gezegend". (...) ...in het dienstjaar 2007 ruim zes miljoen bijbelstudies. ... hebben geleid?

     

    Nu vermeldt het jaarboek van 2008 een kleine 300.000 dopelingen.

    In theorie en in vergelijking met die zes miljoen bijbelstudies reageren er 300.000 positief 5.700.000 reageren niet of misschien later. Maar ....


    Ik reken 1 uur per week per studie, dus 52 weken maal 6.000.000 studies = 312.000.000 miljoen uren.

    Hoeveel kost dit aan de verkondiger qua tijd en onkosten?

    Voor de organisatie en het besturende lichaam is er echter een bepaalde winst aan lectuur en bijdragen, maar niets aan onkosten.


    Dat is zoals ik zei, in theorie.


    Daarentegen is er eveneens een numerieke groei voor de meeste andere religies.

    Als de organisatie en het besturende lichaam hun groei een opmerkelijke zegen noemen, is de groei van de andere religies dan ook een zegen?


    En in die dertig landen waar, in 2008 een achteruitgang geboekt wordt, hoe noem je dat fenomeen?

    Terwijl de zevende paragraaf van vermelde Wachttoren zegt dat: "Jehovah heeft Jezus Christus als Rechter aangesteld; wij hebben dus niet het recht een oordeel over een ander te vellen".


    Wie zijn wij? En wat is het verschil tussen oordelen en aan de kaak stellen?

     

    MAANDAG  15  JUNI

     [Farao] zal hen stellig najagen. - Ex. 14:4.

    §11 Farao komt tot de conclusie dat hij een fout heeft gemaakt door de Israëlieten toe te staan Egypte te verlaten en hij zet de achtervolging in. Als het Egyptische leger in zicht komt, worden de Israëlieten doodsbang en gaan ze luid tot Mozes roepen. Mozes antwoordt:

    "Weest niet bevreesd. staat vast en ziet de redding van J ehovah, die hij vandaag voor u zal bewerken" (Ex. 14:5-14).

    §12 (...) Gehoorzaam aan Gods gebod strekt Mozes nu zijn hand uit. Het verslag vervolgt: "Jehovah [deed] de zee door een sterke oostenwind, die de hele nacht waaide, ... teruggaan ... Ten slotte trokken de zonen van Israël midden door de zee over droog land." De Egyptenaren hervatten de achtervolging, maar Jehovah brengt het kamp van de Egyptenaren in verwarring. Hij zegt vervolgens tegen Mozes: "Strek uw hand uit over de zee, opdat de wateren terugkeren over de Egyptenaren." Zo totaal is de vernietiging van Farao's strijdkrachten dat geen enkele soldaat het er levend afbrengt! - Ex. 14:21-28; Ps. 136:15. w07 15/12 2:11, 12

    De Wachttoren van 2007 15 december 2e studieartikel blz. 16 §11, 12.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      de uitspraak die Mozes als woordvoerder van God doet, "Weest niet bevreesd. Staat vast en ziet de redding van Jehovah, die hij vandaag voor u zal bewerken" was voor de belaagde Israëlieten bijzonder hartverwarmend. Temeer daar zij direct het resultaat van Gods ingrijpen konden waarnemen. Wanneer je hier een parallel wilt maken en dat mag je, dan is zowel de redding enerzijds en de vernietiging anderzijds een kwestie van perfecte planning en uitvoering.
    In onze situatie is de ene niet vervulde verwachting na de andere met telkens een ander excuus, geen redenen, maar excuses.


    Ik neem de Ontwaakt van '
    93 22/3 blz. 3 Waarom zo vaak een vals alarm? ***

    ER BESTAAT een verhaal over een jongen die de schapen van de dorpelingen hoedde. Om wat leven in de brouwerij te brengen, riep hij op een dag „Wolf! Wolf!”, terwijl er geen wolf was. De dorpelingen kwamen aangestormd met knuppels om de wolf te verdrijven, maar ontdekten dat er geen wolf was. Het was zo leuk dat de jongen later zijn kreet nogmaals liet horen. Weer kwamen de dorpelingen aangestormd met hun knuppels, om te ontdekken dat het ook nu vals alarm was. Enige tijd later kwam er wel een wolf en de jongen liet de waarschuwing horen: „Wolf! Wolf!”, maar de dorpelingen deden zijn geroep af als weer een vals alarm. Zij waren te vaak voor de gek gehouden.


    Wat ik abnormaal erg vindt is dat
    de organisatie en het besturende lichaam heel goed weten waarover en waarom zij deze illustratie neerpennen, maar nooit of te nimmer op zichzelf van toepassing willen brengen.


    Een verbeterde zienswijze is absoluut geen veranderde zienswijze en toegenomen licht is geen veranderd licht.

    Hieruit besluit ik dat niemand erger geïndoctrineerd is dan diegene die anderen indoctrineert.

    Om het met Jezus Christus woorden te zeggen: Mattheüs 15:14 "Zij zijn blinde gidsen. Indien nu een blinde een blinde leidt, zullen beiden in een kuil vallen".

    Dezelfde Ontwaakt zegt op blz. 4  Jehovah’s Getuigen hebben in hun vurige verlangen naar Jezus’ tweede komst jaartallen genoemd die onjuist zijn gebleken. Daarom hebben sommigen hen valse profeten genoemd. In geen van deze gevallen hebben zij zich echter aangematigd voorzeggingen ’in de naam van Jehovah’ te uiten. Nooit hebben zij gezegd: ’Dit zijn de woorden van Jehovah.’ In De Wachttoren, het officiële tijdschrift van Jehovah’s Getuigen, is gezegd: „Wij hebben niet de gave van profetie” (Engelse uitgave van januari 1883, blz. 425). „Noch zouden wij willen dat onze geschriften werden vereerd of als onfeilbaar werden beschouwd” (Engelse uitgave van 15 december 1896, blz. 306). In De Wachttoren werd ook gezegd dat het feit dat sommigen Jehovah’s geest bezitten, niet wil zeggen „dat zij die thans als Jehova’s getuigen dienen, geïnspireerd zijn. Het wil niet zeggen dat het geschrevene in dit tijdschrift De Wachttoren geïnspireerd en onfeilbaar en zonder fouten is” (1 augustus 1947, blz. 245). „De Wachttoren beweert . . . niet dat zijn uitspraken zijn geïnspireerd, noch is het tijdschrift dogmatisch” (15 november 1950, blz. 365). „De broeders die deze publikaties verzorgen, [zijn] niet onfeilbaar . . . Hun geschriften zijn niet geïnspireerd, zoals wel het geval was met de geschriften van Paulus en de andere bijbelschrijvers (2 Tim. 3:16). En daarom is het soms nodig geweest om, naarmate het inzicht duidelijker werd, gezichtspunten te corrigeren (Spr. 4:18).” — 15 mei 1981, blz. 19.

    Hun vurig verlangen? Astemblieft, de hormoontjes spelen op! De catecholaminen van enkele mensen bij de organisatie en het besturende lichaam dicteren en primeren boven het verstandelijk vermogen van zo'n zeven miljoen mensen die hen onvoorwaardelijk moeten gehoorzamen.


    En die doen het dan ook nog op enkele uitzonderingen na.


    Neen, nu onderdrijf ik uiteraard, want dat getuigen de miljoenen die uittreden of gewoon weggaan en wegblijven.
    En wanneer je hen vraagt of zij ooit zullen terugkomen zal hun antwoord heel duidelijk en heel schriftuurlijk luiden: moet ik in overeenstemming met 2 Petrus 2:22 zijn als  "De hond die tot zijn eigen uitbraaksel teruggekeerd, en de gebade zeug tot het rollen in de modder”.

    Als de jaartallen die de organisatie en het besturende lichaam meermaals hebben aangepast, of juister gezegd, moesten aanpassen "onjuist" bleken te zijn, was het niet hun "vurig" verlangen, maar hun verkeerde interpretaties.
    Die interpretaties hebben beslist niks met Gods Heilige Geest te maken hadden, maar met hun eigen menselijke geest en instelling.


    En al die verwijzingen naar de publicaties om hun onvolmaaktheid te excuseren zijn gewoon uitvluchten om op hun troon te kunnen blijven zitten, alhoewel dat uiteindelijk pas in de hemel zal geschieden. Als?????

    Een van de dagelijkse uitspraken van de organisatie en het besturende lichaam zou moeten zijn en zelfs vóór de dagtekst besproken mag worden is: "mijn God, mijn God waarom hebt u ons verlaten"

    20-06-2009 om 08:52 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 6 JUNI tot en met 10 JUNI

    ZATERDAG  6  JUNI

    Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën. Matth. 28:19.

    Als we onze tijd, energie en talenten gebruiken voor de Koninkrijksprediking en het maken van discipelen, en niet om er zelf beter van te worden, kan dat vergeleken worden met het doen van een investering. Degenen die dat hebben gedaan, hebben daar in geestelijk opzicht veel voor teruggekregen. Een christelijke man in Oost-Azië bijvoorbeeld had een goed betaalde baan als computertechnicus. Maar zijn werk nam praktisch al zijn tijd in beslag en daardoor voelde hij zich in geestelijk opzicht arm. Uiteindelijk nam hij ontslag in plaats van te proberen vooruit te komen in zijn werk. Hij ging ijs maken en dat op straat verkopen, zodat hij meer tijd zou hebben voor zijn geestelijke behoeften en verantwoordelijkheden. Zijn vroegere collega's lachten hem uit, maar wat bleek? "Eigenlijk I kreeg I ik het financieel beter", zei hij. "Het maakte me gelukkiger omdat ik niet de stress en de zorgen had die ik in mijn vorige baan had. En wat het allerbelangrijkste is: ik voel me nu dichter bij Jehovah."
    De Wachttoren van 2007 1 augustus 2e studieartikel blz. 26 §15, 16.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: 
    je moet dat maar eens gaan beredeneren met al diegenen die in de loop van de geschiedenis de suggesties en de waarschuwingen van de organisatie en het besturende lichaam in vol vertrouwen hebben opgevolgd.

    Wat valt er te zeggen over allen die in 1874 vol verwachting uitzagen naar de grote verdrukking die in 1914 zou beginnen en zou leiden tot Armageddon. Terwijl zij reeds hoopvol uitzagen naar hun opname in de hemel om als Koningen over de aarde te regeren. Misschien, maar dat kan niet meer, zou je willen spreken met diegenen die gehoor hebben gegeven om nog enkele jaren geduld te hebben tot 1918-1919. Die periode waarin de valse religies vernietigd zouden worden met het onvermijdelijke gevolg dat ook hun vernietigers, de natiën, niet alleen hun dag hadden gehad, maar hun tijd en verdwijning plaats zouden moeten maken voor Gods duizendjarige Regering.

    Waarom van 1914 opschuiven naar 1918-1919? De organisatie en het besturende lichaam moesten het wel opschuiven omdat er niets veranderde. En juist omdat er niks veranderde moest er een mouw aan gepast worden. En dat deden de organisatie en het besturende lichaam prompt. Ik ben er zelfs van overtuigd dat zij een heel atelier hebben om zulke mouwen te fabriceren.

    Om het concreet weer te geven: In de plaats dat Jehovah's geest hen "te rechter tijd" het voedsel verstrekte, verkoos Jehovah's geest het hun daarna te geven, en nog eens daarna en daarna nog eens 5 keren. Als het niet om te wenen was, zou ik er nog mee kunnen lachen.

    Ofwel was Jehovah een beetje de clown aan 't uithangen, en dat geloof ik niet, ofwel was Jehovah niet de God van de organisatie en het besturende lichaam, en daar is veel meer kans voor. Dat blijft klaarblijkelijk van kracht voor alle later gepubliceerde verwachtingen.

    Moet ik het nog hebben over het boek "Kinderen"? De kinderen die speciaal uitgenodigd werden op het congres in St. Louis in Missouri om vooraan te komen zitten, voor het podium. En die allemaal het boek cadeau kregen. Hoeveel van hen hebben gedaan wat hierin gesuggereerd werd om niet te trouwen en geen kinderen te hebben.

    De ervaring die vervolgens in hun commentaar wordt verteld is publicitair verantwoord, maar geen uniek of inherent voorrecht voor de organisatie en het besturende lichaam.

    Diezelfde en andere ervaringen zijn legio met alle religies en denominaties.

    Zoals met veel ervaringen, en ik beweer niet dat dit met het vermelde het geval is, worden ervaringen gemakkelijk kleurrijker en meer overtrokken gebracht, soms zelfs onvolledig vermeld of gedeeltelijk gefantaseerd.

    Neemt het voorbeeld in het zevende deel van de Finished Mystery blz. 84-86. daar wordt Job 40: 15-24; 41:34 uitgelegd, dat de Bohémoth de stoommachine afbeeldt en de Leviathan de locomotief. En dat allemaal onder leiding van Gods geest?

    Hetzelfde geldt eveneens voor bepaalde lezingen en demonstraties.

     

    ZONDAG  7  JUNI

    Doe het werk van een evangelieprediker, volbreng uw bediening ten volle.
    2 Tim. 4:5.

    §2 Jehovah vindt het leven kostbaar. Hij spoort Zijn aanbidders aan zich in te spannen om zo veel mogelijk levens te helpen redden. Iedere dienaar van God moet de levensreddende boodschap bekendmaken die in Gods Woord staat. Onze taak komt overeen met die van een wachter die een waarschuwing laat klinken als hij een dreigend gevaar ziet. We willen niet dat het bloed van degenen die gevaar lopen het leven te verliezen, op ons hoofd komt (Ezech. 33:1-7). Wat is het daarom belangrijk dat we volharden in onze inspanningen om 'het woord te prediken'! (2 Tim. 4:2)

    §4 De wereldgebeurtenissen duiden erop dat we in "het besluit van het samenstel van dingen" leven en dat het einde heel nabij is. De mensheid maakt de gebeurtenissen en toestanden mee waarvan Jezus en zijn discipelen hebben gezegd dat ze kenmerkend zouden zijn voor "de laatste dagen". Zelfs voor mensen die naar Bijbelse normen en waarden proberen te leven, zijn dit "kritieke tijden, die moeilijk zijn door te komen". - Matth. 24:3, 6-8,12; 2 Tim. 3:1-5. w08 15/1 1:2, 4

    De Wachttoren van 2008 15 januari 1e studieartikel blz. 4 §2, 4.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  laat ik maar beginnen met een uitspraak van Jezus Christus: Lukas 10:25-26 "En zie! een zekere man die goed onderlegd was in de Wet, stond op om hem op de proef te stellen en zei: „Leraar, door wat te doen, zal ik eeuwig leven beërven?” 26 Hij zei tot hem: „Wat staat er in de Wet geschreven? Hoe leest gij?”

    Je ziet dat ik "hoe leest gij" heb benadrukt. Hou dit even in gedachten.

    De gehele studie is gericht op de prediking van huis tot huis en is zoals reeds gezegd 'verheven tot een leerstelling en een vereiste' om als een geordineerde bedienaar een rapportje in te mogen dienen.

    In de vierde § wordt de raad gegeven om 2 Tim. 4: 1, 2, 5 te lezen, maar ik druk alleen de verzen 1, 2 af: 2 Timotheüs 4:1-2. "Ik gelast u plechtig voor het aangezicht van God en Christus Jezus, die de levenden en de doden zal oordelen, en krachtens zijn manifestatie en zijn koninkrijk: 2 predik het woord, houd u er als met een dringende zaak mee bezig, in gunstige tijd, in moeilijke tijd, wijs terecht, berisp, vermaan, met alle lankmoedigheid en [kunst van] onderwijzen".

    Alhoewel dit een onderdeel is van het volgende studieartikel ga ik de toepassing maken die in de gemeente als eerste van toepassing is, niet op de mensen buiten de gemeente.

    Daarom die vraag van Jezus Christus 'hoe leest gij'.

    In de eerste plaats heeft niemand in de organisatie of het besturende lichaam het recht om de mensen die niet met de organisatie en het besturende lichaam verbonden zijn te oordelen. Een 'terecht te wijzing', 'berisping' of 'vermaning' naar buiten toe is geen algemene norm, maar dient oordeelkundig gegeven te worden.

    In de gemeente daarentegen is het onze liefdevolle plicht om elkaar, indien nodig is, terecht te wijzen', hen te 'berispen' of te 'vermanen'. En dan nog!!!

    Zoals de organisatie en het besturende lichaam zelf beweren en er op staan, is het woord christelijke 'gemeente' op het overblijfsel van toepassing. Het feit dat het 'vermeende' besturende lichaam dat beweert, laat mij zeggen die tien mannen, staan zij zeker niet boven het vermelde fundamentele beginsel. Integendeel zeg ik. Zoals een ander beginsel dat duidelijk kan maken 1 Petrus 4:17  "Want het is de bestemde tijd dat het oordeel begint bij het huis van God. Als het nu eerst bij ons begint, wat zal dan het einde zijn van hen die het goede nieuws van God niet gehoorzaam zijn"?

    Als de organisatie en het besturende lichaam geen inspraak, of tegenspraak duldt, noch terechtwijzing, evenmin een berisping of vermaning aanvaardt, waarop is dan hun autoriteit gebaseerd? Zijn diegenen die terechte op- en aanmerkingen maken dan allemaal afvalligen?

    Zijn diegenen die vragen stellen er dan alleen maar op uit om verdeeldheid te brengen? En diegenen die getuige zijn van verkeerde handelingen of uitspraken en die openbaren na de schriftuurlijke stappen te hebben gedaan, dan verraders?

    Zou dit de beste manier zijn om de organisatie onrein te houden?

    Het gaat er in het geheel niet om wie gelijk heeft of ongelijk. Het gaat alleen om het feit of het juist is, of het de waarheid is en Schriftuurlijk. En menselijk.

    Nu nog de teksten uit Ezechiel 33: 1-7. Maar je moogt gerust lezen tot en met vs 16. alleen wijs ik erop dat wanneer de organisatie en het besturende lichaam deze situatie als parallel gebruiken dan is daar een redelijk boekje over open te doen.

    Om een lang verhaal kort te maken neem ik het vers 2a. Ezechiël vertegenwoordigt God, zoals het besturend lichaam dit op zich neemt. Vervolgens moet Ezechiël zich tot Gods volk richten, de parallel is dus dat het besturend lichaam zich tot zijn mensen moeten richten.       In de praktijk doen zij dit uiterlijk tot en met het vers 9. Van daaraf komt er een vanwege Gods aangestelde woordvoerder Ezechiël en tot en met de verzen 16 is het een geheel ander verhaal.

    Daar zal ik mettertijd een antwoord op geven, maar jij kunt het voor jezelf misschien reeds uitmaken.


    MAANDAG  8  JUNI
     

    Wat Saulus betreft, hij hechtte zijn goedkeuring aan de moord op [Stefanus]. -Hand. 8:1.

    §11 Kunnen we gewoon 'doen wat ons geweten ons ingeeft'? Het is goed om naar ons geweten te luisteren, maar het zou ons ook behoorlijk kunnen misleiden. De stem van "de mens die wij innerlijk zijn" kan ons in de steek laten (2 Kor. 4:16). Laten we eens kijken naar het geval van Stefanus, een toegewijde volgeling van Christus, "vol van gunst en kracht". Enkele Joden gooiden hem Jeruzalem uit en stenigden hem. Saulus (de latere apostel Paulus) stond erbij en "hechtte zijn goedkeuring aan de moord op" Stefanus. Die Joden waren er kennelijk zo van overtuigd dat het goed was wat ze deden, dat hun geweten hen niet kwelde. Dat moet ook met Saulus zo geweest zijn, want daarna 'ademde hij nog steeds dreiging en moord tegen de discipelen van de Heer'.

     §12  Het is duidelijk dat zijn geweten destijds niet met een zuivere stem sprak (Hand. 6:8; 7:57-60; 9:1). Waarom niet? Saulus kan beïnvloed zijn geweest door nauwe omgang met Joden die Jezus haatten.

    De Wachttoren van 2007 15 oktober 1e studieartikel blz. 20 §11, 12.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de vraag in §12 wordt terecht gesteld en alhoewel het goed is om naar ons geweten te luisteren, maar is het zeker waar dat het ons serieus kan misleiden. Hoe komt dat? Onvolmaaktheid is niet direct een geldige reden, maar men moet er wel rekening mee houden. Daar bedoel ik mee zowel voor jezelf in de eerste plaats, maar ook voor je evennaaste. Alhoewel iedereen met een geweten wordt geboren is dit praktisch juist zoals de hersenen een onbeschreven blad. Niet echt onbeschreven want zelfs in de baarmoeder worden impulsen geregistreerd. Niet alle mensen zijn zich bewust van dit proces. Zij die zich daar wel terdege van bewust zijn houden er 'misschien' rekening mee. Diegene die er wel rekening mee houden leggen een betere basis voor het nieuwe leven.

    Op zichzelf is het een oefening voor het eigen geweten en dan bedoel ik dat iedere ouder dagelijks bij kan leren van dit "nieuwe leven" en oefening baart kunst.

    Uiteindelijk is het juist die kunst die onze innerlijke persoon zal vervolmaken. 2 Korinthiërs 4:16 "Daarom geven wij de moed niet op, maar ook al vervalt de mens die wij uiterlijk zijn, de mens die wij innerlijk zijn, wordt stellig van dag tot dag vernieuwd"

    Bijbelstudie kan daar beslist een hulp bij zijn, dat hangt er vanaf hoe en waarom die genomen of/en gegeven wordt.

    Wij gaan nu het voorbeeld nemen dat in het commentaar gegeven wordt van Paulus die zijn goedkeuring aan de moord op Stefanus had gegeven. Paulus toentertijd nog Saulus genoemd, wordt in de Wachttoren min of meer voorbij gegaan aan zijn verantwoordelijkheid,  want Saulus was de man die de opdrachten uitvoerde. Zie o. a. Handelingen 9: 1,2.

    Het subtiele van de organisatie en het besturende lichaam zit hem ook in het feit dat zij in die paragraaf of liever paragrafen de indruk geven dat Saulus beïnvloed was door de nauwe omgang met Joden die Jezus Christus haten en het oneens waren met zijn leer. Degenen met wie Saulus omging, kunnen dus zijn innerlijke stem, zijn geweten, beïnvloed hebben.

    En §13 vervolgt door heel suggestief te zeggen dat "Het geweten kan ook gevormd worden door de overheersende cultuur waarin iemand leeft of de omgeving waarin hij woont, net zoals iemand een accent of dialect van zijn omgeving overneemt. (...). Zo staat het er letterlijk.

    Gelogen is het niet, maar de waarheid is het nog veel minder. Saulus was onderwezen in de Wet volgens de strengste normen.

    HET ONDERWIJS HAD ZIJN GEWETEN MISVORMD OF HET ZWIJGEN OPGELEGD.

    IN FEITE HADDEN ZIJN LERAREN HUN GEWETEN AAN HEM OPGEDRONGEN!

    Handelingen 23:6) "Mannen, broeders, ik ben een Farizeeër, een zoon van Farizeeën".

    Handelingen 26:4-5 "Welnu, wat mijn levenswijze vanaf mijn jeugd betreft, zoals ik die van [het] begin af te midden van mijn natie en in Jeruzalem heb gevolgd, alle joden 5 die mij vroeger, van de aanvang af, hebben gekend, weten — indien zij slechts getuigenis wensten af te leggen — dat ik volgens de strengste sekte van onze vorm van aanbidding als een Farizeeër heb geleefd".

    Handelingen 22:3 "Ik ben een jood, geboren te Tarsus in Cilicië, maar opgevoed in deze stad, aan de voeten van Gamaliël, onderricht volgens de striktheid van de voorvaderlijke Wet, ijverig zijnde voor God, evenals GIJ allen heden zijt".

    Uiteraard had Paulus omgang met mensen die ervan overtuigd waren God een heilige dienst te bewijzen. Uiteraard kon de Joodse cultuur funest zijn voor zijn geweten en dat van diegenen die er mee te maken hadden.

    Maar is dat niet zo met ieder mens individueel? En heb ik daar niet meermaals de nadruk op gelegd?

    Was dat echt zo moeilijk voor de organisatie en het besturende lichaam om Paulus achtergrond duidelijker en waarheidsgetrouwer uit de doeken te doen?

    Waarom die misleiding?

    Omdat ook hun onderwijs erop gericht is UW GEWETEN te vervangen door HUN GEWETEN! In werkelijkheid is er geen groter knechtschap of slavernij dan iemand zijn geweten af te nemen. Neem a.u.b. nota van volgende tekst: Romeinen 8:15 "Want GIJ hebt geen geest van slavernij ontvangen, die wederom vrees veroorzaakt, maar GIJ hebt een geest van aanneming als zonen ontvangen, door welke geest wij uitroepen: „Abba, Vader!”

    Alle Getuigen van Jehovah noemen hun God ook Vader, daar mag je niet aan twijfelen. De nuancering is door de organisatie gepubliceerd samen met de vermelding dat de brieven uit de bijbel in de eerste plaats als een brieven voor de belijdende gezalfde zou zijn. Is dit wel zo?

    En zoals een broeder het ooit opmerkte: vele getuigen van Jehovah zijn bang om een slechte getuige van het genootschap te zijn, in de plaats van een goede Christen.

     

    DINSDAG  9  JUNI

    Jehovah zal stellig de tenten van Juda het eerst redden. - Zach. 12:7.

    §13 In het oude Israël waren tenten een opvallend verschijnsel in het land. Ze werden soms gebruikt door herders en landbouwers. Die mensen zouden bij een inval van een vijandelijke natie om tegen de stad Jeruzalem op te trekken als eersten getroffen worden en bescherming nodig hebben. De uitdrukking "de tenten van Juda" duidt erop dat het gezalfde overblijfsel in onze tijd zich als het ware in het open veld bevindt, niet in versterkte steden. Daar verdedigt het onbevreesd de belangen van het Messiaanse koninkrijk. Jehovah der legerscharen zal "de tenten van Juda het eerst redden" omdat die het primaire doelwit van Satans aanval zijn.

    §14 Het historische verslag bewijst zonneklaar dat Jehovah die gezalfde gezanten van het Koninkrijk in hun "tenten" buiten in het veld verdedigt. Hij behoedt hen voor 'struikelen' doordat hij hen zo sterk en moedig maakt als David, de krijgsmankoning. - Zach. 12:8

    De Wachttoren van 2007 september 3e studieartikel blz. 21 §13, 14.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  als ik ook hier het parallelle verslag ga doortrekken kom ik tot de vaststelling dat, ongeacht het aan belijdende gezalfde toegeschreven wordt, iedere gelovige te maken heeft met tegenkantingen.

    Zelfs onder mekaar hebben mensen van hetzelfde geloof niet alleen strubbelingen, maar strijden grotendeels een onverbeten strijd om leerstellingen, regels, geboden en verbodsbepalingen.

    Praktisch alle religies, ook de organisatie en het besturende lichaam, hanteren een interpretatie van vernoemde leerstellingen, regels, geboden en verboden, die door enkele mensen of een keur van verantwoordelijken ten berde worden gebracht.

    Zoals in het commentaar beweerd wordt is de uitdrukking "de tenten van Juda" op het gezalfde overblijfsel van toepassing gebracht. Bedoelt het besturende lichaam die 9986 belijdende gezalfden wereldwijd die zij vertegenwoordigen of alleen maar zichzelf, diegene die, het besturende lichaam vormen?

    Zijn die tenten dan de plus minus 103.000 individuele gemeenten met hun gemeenteleden of alleen de gezalfden die er eventueel deel van uit maken? Is het primaire doelwit van Satan de organisatie? Of zou het besturende lichaam dit primaire doelwit zijn?

    Volgens §14 zou "het historisch verslag een zonneklaar" bewijs vormen en er wordt verwezen naar het boek Jehovah's Getuigen  - Verkondigers van Gods koninkrijk' blz.675,676.

    Daar wordt een algemeen verslag gegeven van de problemen die er geweest en nog zijn.    En op blz. 676 § 2 is er een veel zeggend commentaar ik citeer "Dit wil niet zeggen dat alle regeringsfunctionarissen het werk van Jehovah's Getuigen persoonlijk tegenstaan.

    Veel functionarissen zijn voorstanders van religieuze vrijheid en erkennen dat de Getuigen een waardevolle aanwinst voor de gemeenschap vormen".

    Klaarblijkelijk is dat de reden waarom verantwoordelijken onder het mom van NGO's regeringen trachten te vlooien door politieke forums bij te wonen.

    Ik dacht dat Jakobus daar feitelijk paal en perk had aangesteld toen hij schreef dat vriendschap met de wereld vijandschap met God was. Hij zegt het wel een pak straffer, lees maar: Jakobus 4:4 "Overspeelsters, weet GIJ niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap met God is? Al wie daarom een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God".

    Ik ben er van overtuigd dat die "historische zonneklaarte" voor het moment alleen maar boven de wolken waar te nemen is.

    Er zijn heel wat mensen geweest, ook in de organisatie, die hun leven hebben gegeven door ieder compromis af te wijzen. Is er nu een nog niet geopenbaarde, bijbelse versie, dat het wel mag en kan, of is dat alleen maar voor de lol?

    Is het feit dat Oostenrijk, Jehovah's Getuigen als een erkende religie aanvaard heeft, ook een grond om gesubsidieerd te worden? ga naar /www.google.be/ en zoek 'Jehovah's getuigen Oostenrijk'

    Moeten de Getuigen van Jehovah dan, evenals de andere erkende religies, compromissen met de regering aangaan? Het onderwijs dat dan kan gegeven worden op de scholen wordt dat door bepaalde en gediplomeerde ouderlingen gedaan of is het een gewetenskwestie aan het worden?   

    Over die religieuze vrijheid gesproken, hoe vrij zijn de Getuigen van Jehovah in hun religie, buiten dat zij de vrijheid hebben om te zwijgen en te gehoorzamen aan de organisatie en het besturende lichaam?

    En dat behoeden om te "struikelen" waar er sprake van is, is dat letterlijk of zou dat te maken kunnen hebben met "geen fouten" maken of "verkeerde interpretaties" trekken, ondoordachte parallellen en niet vervulde verwachtingen enz..

    Of zou het juist wel doordacht zijn met de goedgelovige gemeenten in gedachten?

    Met alle respect voor de goedgelovigen, maar een beetje nadenken is toch niet te veel gevraagd.

     WOENSDAG  10  JUNI

    Sta op, trek deze Jordaan over, gij en heel dit volk, naar het land dat ik hun, de zonen van Israël, geef. -Joz. 1:2.

    §8 Na de doortocht door de Rode Zee trokken de Israëlieten door een land dat beschreven wordt als een 'grote en verschrikkelijke woestijn vol giftige slangen en schorpioenen, een dorstig land zonder water' (Deut. 8:15, Willibrordvertaling). Daar beschermde Jehovah zijn volk, net zoals hij hen tegen de Egyptische strijdkrachten beschermd had. En wat valt er over de intocht van de Israëlieten in het beloofde land te zeggen? Machtige Kanaänitische legers boden tegenstand. Maar Jehovah zei tegen Jozua: "Niemand zal zich voor u krachtig staande kunnen houden, al de dagen van uw leven. Juist zoals ik bewezen heb met Mozes te zijn, zo zal ik bewijzen met u te zijn. Ik zal u niet in de steek laten, noch u geheel en al verlaten" (Joz. 1:5). Die woorden van Jehovah bleven niet onvervuld. In zo'n zes jaar versloeg Jozua 31 koningen en onderwierp hij grote delen van het beloofde land (Joz. 12:7-24). Die verovering zou zonder Jehovah's beschermende zorg onmogelijk zijn geweest.

    De Wachttoren van 2007 1 november 1e studieartikel blz. 22 §8.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  een heel mooie vertelling, maar de werkelijkheid was niet zoals in de Wachttoren gesuggereerd wordt. De illustraties spreken eveneens tot de verbeelding.
    Volgens het verslag werden de Israëlieten bevrijd uit Egypte, maar ze waren nog niet aan de overkant van de Rode Zee of ze waren reeds aan het murmureren. Terwijl zij daarna een dikke maand later een gouden kalf gingen aanbidden.

    En het was ook waar dat zij niet moesten werken, want zij hadden hun eten maar van de grond te rapen, het manna. Maar zij waren dat manna zo kots beu dat zij terug wilden naar de vleespotten van Egypte. Toen zorgde hun God er voor dat zij zoveel gevogelte te eten kregen dat zij er kotsmisselijk van werden. Als toetje richtte hun God een zeer grote slachting onder het volk aan zodat de begraafplaats de naam Kibroth-Hattaäva of "Grafsteden van de sterke begeerten" kreeg. Zie Numeri 11: 34.

    Dat is allemaal niet op één maand noch in één jaar gebeurd, maar wel gedurende veertig jaar als straf omdat zij niet voldoende vertrouwen hadden in hun God.          Numeri 14: 34.

    Het nomadenleven is beslist niet het gemakkelijkste leven, maar de vrijheid die ze toen genoten was toch ook enige opoffering waard, voor zover je het als vrijheid kunt ervaren. Uiteindelijk kwamen de Israëlieten voor het beloofde land. En Jozua, zoals het commentaar vermeldt versloeg 31 koningen dankzij Jehovah's beschermende zorg konden zij het beloofde land in bezit nemen.
    Maar "zij leefden lang en gelukkig" was er nog niet bij.

    De geschiedenis bewijst het en het bijbelse verslag is ook niet echt om er mee te lachen.

    Hoe zit het met betrekking tot onze tijd, want heel die inleiding is weer een parallel.

    §11 van vermelde Wachttorenstudie is reeds besproken geweest in de dagtekst en het commentaar van 20 mei. Herlees het a.u.b.?

    Waarom die misleidende voorstelling van de feiten.
    Hiermee identificeren de organisatie en het besturende lichaam zich als onbetrouwbaar en het is zeker geen bewijs dat wat zij voorstaan van Goddelijke oorsprong blijkt te zijn.

    Ik herhaal een gedeelte van deze commentaren:

    Het spijtige van deze weergaven en de opgewektheid van Charles Taze Russell is dat er een verkeerde voorstelling van de feiten wordt gegeven. De aankondiging die Charles Taze Russell op die morgen vreugdevol aankondigde was gebaseerd op het feit dat hijzelf gepubliceerd had dat in 1914 de grote verdrukking zou beginnen en dat dit het begin van het einde zou zijn van de heersende "koningen".

    Nu schrijven de organisatie en het besturende lichaam:  opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd aangebroken om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij. Volgens §12 vijf jaar later.

    Maar daar ging het in die aankondiging van Charles Taze Russell  niet over, maar wel dat hun verwachtingen warenom nog diezelfde week naar de hemel te gaan. Zie het "Verkondigersboek" blz. 61, 62.

    12 Vijf jaar later bevrijdde Jehovah zijn volk uit „Babylon de Grote”, het machtige wereldrijk van valse religie (Openbaring 18:2). De meesten van ons zijn niet oud genoeg om die opwindende bevrijding persoonlijk te hebben meegemaakt. Maar we zien duidelijk de resultaten. Jehovah heeft de zuivere aanbidding hersteld en degenen die ernaar verlangden hem te aanbidden, samengebracht. Dat was via de profeet Jesaja voorzegd: „Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels; en daarheen moeten alle natiën stromen.” — Jesaja 2:2.

    Dat zij vijf jaar later uit "Babylon de Grote" bevrijd werden is een interpretatie die als een vervolg kan gezien worden van die verkeerde verwachtingen. Zoals de uitdrukking "dat de soep nooit zo heet gegeten wordt als ze opgediend is".

    En de paragraaf doet dan een beroep op de emoties door te stellen dat de meesten van ons niet oud genoeg zijn om die opwindende bevrijding persoonlijk mee gemaakt te hebben. Hiermee wordt de aandacht afgeleid van diegene die de organisatie de rug hebben toegekeerd omdat zij zich bedrogen voelden.

    Wanneer mensen gewaar worden dat zij misleid worden is het normaal dat hun emoties erbij betrokken zijn en dat zij reageren. Maar het merendeel van de Getuigen van Jehovah stellen blindelings vertrouwen in de organisatie en het besturende lichaam en dat wordt door de organisatie en het besturend lichaam op alle mogelijke manieren in de hand gewerkt.

    Als je daar één van de bewijzen van durft onderzoeken moet je de lezing van David SPLANE, een lid van het besturende lichaam maar eens onder het vergrootglas en met een open geest herbeluisteren.

    Ik hoop binnen niet al te lange tijd die lezing in het Nederlands ter beschikking te kunnen stellen.

    normaal zou de vertaler en tolk van die lezing, David Vandendriessche, zijn ontslag moeten ingediend hebben.

    ik bedoel dat een verstandig en rechtvaardig man dat toch zou doen!

    14-06-2009 om 16:21 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 1 JUNI tot en met 5 JUNI

    MAANDAG  1  JUNI

    Spreekt bemoedigend tot de terneergeslagen zielen, ondersteunt de zwakken.   

    1 Thess. 5:14.

    In de eerste-eeuwse gemeenten werd er niet alleen plaatselijk hulp en aanmoediging gegeven, maar af en toe werden er ook hulpacties georganiseerd voor gelovigen in andere gebieden. Toen bijvoorbeeld de profeet Agabus voorzei dat "er weldra een grote hongersnood over de gehele bewoonde aarde zou komen", besloten de discipelen in Syrisch Antiochië "naar de draagkracht van een ieder van hen, een ondersteuning te zenden ten dienste van de broeders die in Judea woonden". Die werd "door de hand van Barnabas en Saulus" aan de ouderlingen daar gezonden (Hand. 11:28-30). Hoe gaat dat in deze tijd? "De getrouwe en beleidvolle slaaf" heeft hulpverleningscomités georganiseerd om zorg te dragen voor broeders en zusters die getroffen zijn door natuurrampen zoals een orkaan, een aardbeving of een tsunami (Matth. 24:45). Een goede manier om barmhartigheid te tonen, is in samenwerking met deze regeling bereidwillig onze tijd, energie en middelen te geven.

    De Wachttoren van 2007 september 2e studieartikel blz. 26 §6, 7.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  in vermelde wachttorenstudie begint §6 als volgt: "Nog belangrijker dan in materieel opzicht geven is in geestelijk opzicht geven om leden van de groeiende gemeente bij te staan".

    Een numeriek groeiende gemeente is niet altijd een maatstaf voor geestelijke groei. Evenmin voor een gemeente die qua aantal uren velddienst betreft, boven het gemiddelde uitkomt.

    De bovenvermelde leitekst " Spreekt bemoedigend tot de terneergeslagen zielen, ondersteunt de zwakken", is een loos cliché wanneer het niet consequent gedaan wordt.

    Hoe groter de gemeente wordt, des te moeilijker wordt het voor de verantwoordelijken om datgene te doen wat normaliter als eerste zou moeten gedaan worden. Mijn persoonlijke ervaring is dat 'ouderlingen' meer werk maken om hun administratieve taken klaar te hebben dan de zorg voor de 'terneergeslagen zielen'. Daarmee bedoel ik dat hun voorbereidingen op de verschillende gemeentevergaderingen en de lezingen in eigen en andere gemeenten zoveel tijd in beslag nemen dat er weinig of geen tijd overblijft voor het 'herderlijk werk' dat vereist is voor de zorg hierboven bedoeld. In de loop der jaren zijn er verschillende manieren en methoden uitgeprobeerd, zelfs een taakverdeling met beurtrol, maar nooit met het beoogde succes.

    Onlangs kreeg ik een voorbeeld van een gezin dat het echt moeilijk had met elkaar.             Zo moeilijk dat de partners er zelfs een gezinstherapeut hebben bijgehaald. Beiden zijn Getuigen van Jehovah. De man is een vrijwilliger die in de bouwprojecten zit en wekelijks naar een atelier rijdt en zo ettelijke kilometers verslindt, zoals hij zegt, voor Jehovah. De vrouw heeft het daar niet gemakkelijk mee omdat zij het met een minimum loon moeten uitzingen en zich ook eenzaam en verlaten voelt.

    Ik weet uit persoonlijke ervaring met anderen, dat wanneer een broeder problemen heeft met zijn vrouw in die richting, het beter is dat hij bij zijn vrouw blijft: dat zijn de theoretische richtlijnen van het bouwcomité.

    Wanneer hij deze raad naast zich legt, zou hij niet voldoen aan de vereisten om voor zijn gezin te zorgen en, eveneens in theorie, uiteraard niet aan dit vrijwilligerswerk mogen meewerken.

    Daarbij komt de prediking die, zelfs onder moeilijke omstandigheden, altijd de eerste plaats opeist en dat geldt voor allen in de gemeente, maar vooral voor verantwoordelijken.

    Men kan daar moeilijk de organisatie en het besturende lichaam verantwoordelijk voor stellen, maar de morele druk is zo subtiel dat zij, de organisatie en het besturende lichaam, er wel verantwoordelijk voor zijn.

    Het voorbeeld dat in de dagtekst aangehaald wordt is prijzenswaardig en de uitvoering werd door verantwoordelijke broeders volbracht. Wij gaan die drie teksten eens citeren, maar ook het vers 27: Handelingen 11:27-30 "In die dagen nu kwamen er profeten van Jeruzalem naar Antiochië. 28 Een van hen, Agabus genaamd, stond op en ging door middel van de geest te kennen geven dat er weldra een grote hongersnood over de gehele bewoonde aarde zou komen, hetgeen ook inderdaad in de tijd van Claudius is gebeurd. 29 Onder de discipelen dan werd besloten om, naar de draagkracht van een ieder van hen, een ondersteuning te zenden ten dienste van de broeders die in Judea woonden; 30 en zij deden dit ook en zonden ze door de hand van Barnabas en Saulus aan de oudere mannen.

    Een van die profeten die van de gemeente Jeruzalem kwam voorzei een grote hongersnood en de discipelen van de gemeente Antiochië die zonden een ondersteuning ten dienste van de broeders die in Judea woonden. En Paulus en Barnabas zorgden dat die ondersteuning ter plaatse kwam.

    Mijn vragen zijn nu: was het "vermeende" besturende lichaam in Antiochië of in Jeruzalem? Of waren het de afzonderlijke gemeenten die onafhankelijke beslissingen namen?

    Vervolgens wordt de vraag gesteld: "Hoe gaat dat in deze tijd? Het antwoord is onmiskenbaar want "De getrouwe en beleidvolle slaaf" heeft hulpverleningscomités georganiseerd om zorg te dragen voor broeders en zusters die getroffen zijn door natuurrampen.

    Dat er vanuit het centraal gezag, de organisatie, regelingen worden getroffen is aan te tonen, en de richtlijnen worden duidelijk doorgegeven aan de omringende gebieden. Zelfs geldelijke hulpmiddelen worden beschikbaar gesteld.

    En door de georganiseerde manier van de organisatie en het besturende lichaam in verband met het verbreiden van lectuur en prediking is hun optreden zeer rationeel en operationeel.

    Mede het feit dat zij in een groot deel van de wereld vrijwilligers beschikbaar hebben.  Het is duidelijk dat dit hun een prachtige gelegenheid geeft om hulp te bieden.

    Het is echter eveneens een feit en velen zijn daar dan ook mee bekend dat de organisatie en het besturende lichaam niet alleen staan op dit terrein. Zij mogen dan de snelste ter plaatse zijn, zij zijn beslist niet de enigen.

    En volgens mijn inzicht komen wij nu aan het punt waar het echt om te doen is.        Het bovenstaande commentaar besluit met de woorden: Een goede manier om barmhartigheid te tonen, is in samenwerking met deze regeling bereidwillig onze tijd, energie en middelen te geven. Ik heb benadrukt waar het om gaat.
    Dit is een duidelijke manier om vooral geldelijke middelen te werven. Wanneer je een koninkrijkszaal binnenkomt staan er verschillende 'vrijwillige bijdragen bussen' om je barmhartigheid te bewijzen.

    Daar is niks verkeerds aan, alleen is het niet in overeenstemming met het charter van Charles Taze Russell, die beweerde dat men nooit geldelijke bijdragen zou vragen. (zie de dagtekst en het commentaar van 20 april 2009 en het jv-O boek blz. 304-3).

    Neem nota dat er geen enkele verplichting is om geldelijke of anderszins bijdragen te geven. Maar de subtiele manieren die de organisatie en het besturende lichaam gebruiken zijn gelijk aan de offerblokken van de 'christenheid'.

     

    DINSDAG  2  JUNI

    Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en daarheen moeten alle natiën stromen. - Jes. 2:2.

    Op vrijdagmorgen 2 oktober 1914 stapte Charles Taze RusselI, die destijds de leiding had over de Bijbelonderzoekers, de eetzaal van Bethel in Brooklyn (New York) binnen. Voordat hij naar zijn plaats ging, kondigde hij vreugdevol aan: "De tijden der heidenen zijn geëindigd; hun koningen hebben hun dag gehad." Opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd gekomen om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij! Vijf jaar later bevrijdde Jehovah zijn volk uit "Babylon de Grote", het machtige wereldrijk van valse religie (Openb. 18:2). De meesten van ons zijn niet oud genoeg om die opwindende bevrijding persoonlijk te hebben meegemaakt. Maar we zien duidelijk de resultaten. Jehovah heeft de zuivere aanbidding hersteld en degenen die ernaar verlangden hem te aanbidden, samengebracht. Dat was via de profeet Jesaja voorzegd.

    De Wachttoren van 2007 1 november 1e studieartikel blz. 22 §11, 12.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ik verwijs en gebruik de dagtekst van 20 mei 2009.

    "Het spijtige van deze weergaven en de opgewektheid van Charles Taze Russell is dat er een verkeerde voorstelling van de feiten wordt gegeven. De aankondiging die Charles Taze Russell op die morgen vreugdevol aankondigde was gebaseerd op het feit dat hijzelf gepubliceerd had dat in 1914 de grote verdrukking zou beginnen en dat dit het begin van het einde zou zijn van de heersende "koningen".

    Nu schrijft de organisatie of het besturende lichaam: opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd aangebroken om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij! Volgens §12 vijf jaar later.

    Maar daar ging het in die aankondiging van Charles Taze Russell  niet over, maar wel dat hun verwachtingen om diezelfde week nog naar de hemel zouden gaan vervuld zouden worden. Zie het "verkondigersboek" blz. 61, 62.

    Ik citeer enkele korte fragmenten van het verkondigersboek jv hfdst. 6 blz. 61, 62"Een tijd van beproeving 1914–1918"

    „De tijden der heidenen zijn geëindigd; hun koningen hebben hun dag gehad”! Dit waren de woorden van broeder Russell toen hij op de ochtend van vrijdag 2 oktober 1914 de eetzaal van het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap in Brooklyn binnenstapte. Er heerste opwinding. De meeste aanwezigen hadden jarenlang naar 1914 uitgezien.

    „Enkelen van ons dachten serieus dat wij tijdens de eerste week van die oktobermaand naar de hemel zouden gaan.” Ja, terugdenkend aan de ochtend waarop Russell het einde van de tijden der heidenen aankondigde, gaf Macmillan toe: „Wij waren zeer opgewonden en het had mij niet verbaasd als wij op dat moment waren opgestegen en onze hemelvaart was begonnen — maar natuurlijk gebeurde er niets van dat alles.”

    Nochtans waren de verwachtingen gerechtvaardigd aangezien men jarenlang en met alle bijbelse zekerheid de tijd van het einde had voorzegd, ik citeer enkele aanhalingen uit het boek "The Time is at Hand":

    Op blz. 99 lezen wij "Met het oog op dit sterke bijbelse bewijs met betrekking tot de Tijden der Heidenen beschouwen we het een vaststaande waarheid dat het definitieve einde van de koninkrijken dezer wereld, en de volledige vestiging van het Koninkrijk van God verwezenlijkt zal zijn tegen het einde van 1914 A.D.";

    Blz.170 "Het volgende hoofdstuk zal bijbels bewijs geven dat 1874 A.D. de exacte datum van het begin van de "Tijden van Herstel", en dus van de terugkeer van onze Heere". Sinds dat tijdstip is hij bezig geweest zijn belofte na te komen aan diegenen met de juiste houding van waakzaamheid" ...".

    Blz. 242 "De Jubileum cycli bewijzen dat onze Heer Jezus aanwezig moest zijn en het herstel werk beginnen in de herfst van 1874 A.D.                                                                               (Ik benadruk en verwijs naar www1.tip.nl/~t661020/divcit.htm).

    Op blz. 62 van het O-jv boek  staat in het kader dat "Sommigen van ons waren wat te voorbarig geweest".  

    In de eerste plaats waren het niet sommigen, maar allen waren vol verwachting ingevolge de bijbelse en gepubliceerde verwachtingen.

    De subtiele manier, bewust of onbewust, om niet uitgekomen bijbelse verwachtingen te omzeilen is ondertussen tot een kunst uitgegroeid in de organisatie en het besturende lichaam.

    Ik kom nu terug op de Wachttoren van 1 november en vervolg mijn betoog door die §12 af te drukken:12 "Vijf jaar later bevrijdde Jehovah zijn volk uit „Babylon de Grote”, het machtige wereldrijk van valse religie (Openbaring 18:2). De meesten van ons zijn niet oud genoeg om die opwindende bevrijding persoonlijk te hebben meegemaakt. Maar we zien duidelijk de resultaten. Jehovah heeft de zuivere aanbidding hersteld en degenen die ernaar verlangden hem te aanbidden, samengebracht. Dat was via de profeet Jesaja voorzegd: „Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels; en daarheen moeten alle natiën stromen.” — Jesaja 2:2.

    Dat zij vijf jaar later uit "Babylon de Grote" bevrijd werden is een interpretatie die als een vervolg kan gezien worden van die verkeerde verwachtingen. Zoals de uitdrukking "dat de soep nooit zo heet gegeten wordt als ze opgediend is".

    En de paragraaf doet dan een beroep op de emoties door te stellen dat de meesten van ons niet oud genoeg zijn om die opwindende bevrijding persoonlijk mee gemaakt te hebben.

    Hiermee wordt de aandacht afgeleid van diegene die de organisatie toentertijd de rug hebben toegekeerd omdat zij zich bedrogen voelden.

    De manieren waarop de verkeerde verwachtingen in een positieve richting gedraaid werden is zo onbijbels dat het mij verwondert dat, toen ik het jaren geleden gelezen heb, het allemaal als zoete koek heb geslikt.

    Nu besef ik, en velen met mij, dat het genootschap echt "de beste" zijn om met bijbelse manipulatie alles recht te trekken wat zij zelf krom hebben gemaakt.

    In §18 staat dat wij nu leven in de tijd van het einde, en de ware kennis is inderdaad overvloedig. Wereldwijd heeft de heilige geest waarheidlievende mensen naar nauwkeurige kennis van de ware God en zijn voornemens geleid. (...)

    En dan wordt er weer eens afgegeven op de onwetendheid en de afvallige christenheid.

    §19 doet dan een beroep op wat we met eigen ogen hebben gezien, kunnen we beslist zeggen: "Niet één woord van alle goede woorden die Jehovah, uw God, tot u gesproken heeft, is onvervuld gebleven".

    Wat ik met eigen ogen heb waargenomen en gelezen, is dat, wat de organisatie en het besturende lichaam geschreven en voorzegd hebben, herschreven en op terug is moeten komen, mensenwerk is geweest.

    Van alle boeken en publicaties is er geen enkele die echt overeind is gebleven. Daarmee bedoel ik dat wat bij de eerdere publicaties bijbels ondersteund en bewezen was, niet veranderd kan worden.

    Wat wel kan en zou moeten, is een rechtzetting met de redenen waarom men een verkeerde toepassing heeft gegeven. Tenzij men het moedwillig heeft gedaan met de bedoeling een bepaalde weg of wegen te volgen en te misleiden.

    Daarbij komt dat het afgeven op andere religies eerder een vorm van zelfverheffing blijkt te zijn.

    Het aan de kaak stellen van verkeerde leerstellingen of praktijken staat daar uiteraard boven en is eerder een terechtwijzing en soms zelfs een verplichting.

    Het kerkelijk recht is juist daarom geen Goddelijk of Schriftuurlijk recht.

    Volgens mij zouden de "Universele rechten van de mens" voorrang moeten krijgen op ieder "kerkelijk recht" het misbruik door religie zou daardoor terug gedraaid kunnen worden naar meer menselijkheid, gelijkheid en vrijheid op alle gebied.

    HERKEN JE NÚ DE MANIER VAN MANIPULEREN EN INDOCTRINEREN.

    Daarom ERKEN je het nog niet, maar het kan een stap in de richting zijn van een 'mens' te worden zijn i.p.v. een werktuig in de handen van een organisatie.

    WOENSDAG  3  JUNI

    Gij weet [niet] wat uw leven morgen zal zijn. Want gij zijt een nevel, die voor een korte tijd verschijnt en dan verdwijnt. - Jak. 4:14.

    Belangstelling voor de heiliging van Jehovah's naam hielp Jezus voorbereid te zijn op de beproevingen waarmee hij te kampen kreeg. Hij leerde zijn volgelingen zelfs dat in hun gebeden tot God het verzoek gedaan moest worden: "Uw naam worde geheiligd" (Matth. 6:9). Als het onze innige wens is dat Jehovah's naam geheiligd wordt of als heilig wordt beschouwd, zullen we ernaar streven alles te vermijden wat er smaad op zou brengen. Het resultaat zal zijn dat we beter voorbereid zijn op Jehovah's grote dag. Als Jehovah's dag morgen zou komen, zou je er dan echt gereed voor zijn? Elk van ons doet er goed aan zijn of haar leven onder de loep te nemen om te zien of er misschien activiteiten of opvattingen zijn die bijgesteld moeten worden. Met het oog op de kortheid en onzekerheid van het huidige leven moeten we allemaal elke dag geestelijk waakzaam zijn. - Pred. 9:11, 12.

    De Wachttoren van 2007 15 december 1e studieartikel blz. 11 §6, 10.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  belangstelling voor de heiliging van Jehovah's naam is in werkelijkheid de reden van ons bestaan.

    De uitdrukking "Laten wij de mens maken naar ons beeld, overeenkomstig onze gelijkenis" in Genesis 1:26" is inherent verbonden met zijn naam. In werkelijkheid is dit de gehele verplichting van de mens.

    Dit wil zeggen dat wij door onze handelwijze, volmaakt of onvolmaakt, bewust of onbewust, ofwel God verheerlijken of wij negeren Hem.

    Wanneer Jezus Christus in het modelgebed ons, die zich christenen noemen, het verzoek doet om Gods naam te heiligen, dan dienen wij, die beweren christenen te zijn, het voorbeeld te geven. Doen wij dit? Hebben wij dit gedaan?

    De geschiedenis in het algemeen bewijst het tegendeel.

    Christelijke organisaties hebben door de eeuwen heen eerder smaad op Zijn naam geworpen dan die naam verhoogt. Zelfs onder elkaar hebben zij in een concurrentiestrijd elkaar bevochten en doen het nog altijd. Zij chicaneren over alles en nog wat en zelfs de bijbel is en blijft een bron van verdeeldheid.

    Nu wordt in het commentaar en §10 gezegd dat "? Elk van ons doet er goed aan zijn of haar leven onder de loep te nemen om te zien of er misschien activiteiten of opvattingen zijn die bijgesteld moeten worden".

    Om het duidelijk te stellen dat het ook, of liever in de eerste plaats over de opstellers van dit studieartikel gaat, halen wij het beginsel aan van Romeinen 2:21 "gij echter die een ander onderwijst, onderwijst gij uzelf niet"?

    Wanneer activiteiten of opvattingen bijgesteld dienen te worden op persoonlijk vlak is er alleen jij of eventueel je gezin bij betrokken.

    Wanneer activiteiten of opvattingen bijgesteld dienen te worden die door de organisatie en het besturende lichaam gepubliceerd zijn geworden, zijn er meer dan zeven miljoen anderen bij betrokken, de bijbelstudies niet eens bijgerekend.

    Dat zou niks uitmaken wanneer daar de nodige en schriftuurlijke redenen werden voor gegeven, geen algemeenheden of omwegen en zelfs misleidend kunst- en vliegwerk.

    Ik herhaal om de eenvoudige reden dat "herhaling" de moeder van het geheugen blijkt te zijn. w06 1/12 blz. 19 het artikel "Het loont om eerlijk te zijn".

    Bij het onderkopje 'Eerlijkheid werpt vruchten af' staat het volgende: "Of u eerlijk bent, of juist niet, is van invloed op de kijk die anderen op u hebben. Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al was dat maar één keer, zult u hun vertrouwen verliezen, en dat is niet makkelijk terug te winnen.

    De miljoenen die weggegaan zijn, bewijzen het!

    En de laatste alinea van de dagtekst is nog een subtiel 'onderhuidse inspuiting' met het onverwoestbare vaccin "angst, gemengd met schuldgevoelens".

     

    DONDERDAG  4  JUNI

    Hij (heeft] zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, de dood aan een martelpaal. Juist daarom heeft God hem ook tot een superieure positie verhoogd en hem goedgunstig de naam gegeven die boven elke andere naam is. - Fil. 2:8, 9.

    Wegens zijn getrouwheid en loyaliteit kreeg Jezus een opstanding, niet als mens, maar als "een levengevende geest" (1 Kor. 15:45; 1 Petr. 3:18). Jehovah's belofte aan zijn verheerlijkte Zoon luidde: "Zit aan mijn rechterhand, totdat ik uw vijanden tot een voetbank voor uw voeten stel" (Ps. 110:1). Tot de "vijanden" behoren de voornaamste boosdoener, Satan, en al degenen die zijn "zaad" vormen. Als Koning van Jehovah's Messiaanse koninkrijk zal Jezus Christus het voortouw nemen bij het verdelgen van alle opstandelingen, in het geestenrijk en op aarde (Openb. 12:7-9; 19:11-16; 20:1-3, 10). Dat zal de volledige vervulling brengen van de profetie in Genesis 3:15 en van het gebed dat Jezus zijn volgelingen heeft geleerd: "Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde." - Matth. 6:10.

    De Wachttoren van 2007 1 december 2e studieartikel blz. 26 §11.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  volgens de bijhorende tekst heeft Jezus Christus wegens zijn getrouwheid en loyaliteit niet alleen een opstanding gekregen maar tezelfdertijd het vermogen om als een levengevende geest mettertijd op te treden voor de mensheid als de waarborg voor eeuwig leven. Uiteraard zijn daar voor de mensheid vereisten aan verbonden.

    Dat staat dan ook in het vervolg van de Wachttorenstudie met het onderkopje "Een model ter navolging". Ik citeer §12 "Zoals Jezus heeft geprofeteerd, wordt het goede nieuws van het Koninkrijk nu in veel landen gepredikt (Mattheüs 24:14). Het resultaat is dat miljoenen mensen hun leven aan God hebben opgedragen. Ze zijn enthousiast over de zegeningen die het Koninkrijk zal brengen. Ze zien ernaar uit eeuwig in vrede en zekerheid op een paradijselijke aarde te leven en blij vertellen ze anderen over hun hoop (Psalm 37:11; 2 Petrus 3:13).

    Zoals ik eens te meer moet opmerken is dat "het model ter navolging" in de eerste plaats betrekking heeft op de prediking "van huis tot huis" of juister uitgedrukt "van deur tot deur".

    Dat door de prediking, miljoenen mensen hun leven aan God hebben opgedragen is eerder een vraag dan een bevestiging, alhoewel ik niet twijfel aan de goede bedoelingen van iedere opgedragen nieuweling. Ik gebruik het woord nieuweling omdat het nog moet blijken of hij of zij een Christen met een Christelijke persoonlijkheid zal worden.

    Ik heb het in voorgaande dagtekst(en) reeds gezegd dat er miljoenen weggegaan zijn na hun opdracht. De organisatie en het besturende lichaam zouden eens terdege moeten nadenken over hun beleid en hun persoonlijke interpretaties van de bijbel.

    Met hun persoonlijke interpretaties bedoel ik dat, wat die enkele belijdende gezalfden, die het vermeende besturende lichaam uitmaken en publiceren, wel door Gods geest geleid kunnen worden.

    Het mogelijke antwoord kan in paragraaf 15 staan, ik citeer en benadruk: "Waarom reageerde Jezus zo krachtig bij die en andere gelegenheden? Omdat hij goed besefte dat er meer bij betrokken was dan zijn persoonlijke veiligheid of voordeel. Hij wilde tot elke prijs de wil van zijn Vader doen en Jehovah’s soevereiniteit hooghouden (Mattheüs 26:50-54). Als we niet, net als Jezus, steeds duidelijk voor ogen houden waar het echt om gaat, bestaat altijd het gevaar dat we schipperen of tekortschieten. Waarom? Omdat we makkelijk ten prooi kunnen vallen aan de boze listen van Satan, die er een meester in is dat wat verkeerd is aantrekkelijk te laten lijken, zoals toen hij Eva verleidde.

    Daarbij wil ik nog 2 Korinthiërs 11:14-15 aanhalen "En geen wonder, want Satan zelf blijft zich veranderen in een engel des lichts. 15 Het is daarom niets groots indien ook zijn dienaren zich blijven veranderen in dienaren van rechtvaardigheid".

    Om het even in kinderlijke termen weer te geven die mekaar verwijten naar het hoofd slingeren en dan met het oog op wat de organisatie en het besturende lichaam dikwijls anderen, of liever praktisch alle andere organisaties, verwijten: wat je zegt, "dat ben je zelf".

    Herken en erken je deze? Jong blijven in dit opzicht heeft weinig met ouderdom te maken.

     

    VRIJDAG  5  JUNI

    Brandde ons hart niet? - Luk. 24:32.

    Kort na Jezus' opstanding waren twee van zijn discipelen op weg van Jeruzalem naar Emmaüs. "Terwijl zij nu zo aan het praten waren en van gedachten wisselden," zegt het evangelieverslag, "kwam Jezus zelf op hen toe en ging met hen meelopen; maar hun ogen werden ervan weerhouden hem te herkennen. Hij zei tot hen: 'Wat zijn dit voor zaken die gij onder het voortlopen zo druk met elkaar bespreekt?' ... Toen gaf de één, Kleopas genaamd, hem ten antwoord: 'Woont gij als vreemdeling op uzelf in Jeruzalem en weet daarom niet welke dingen daar in deze dagen zijn gebeurd?' En hij zei tot hen: 'Welke dingen?'" De Grote Onderwijzer luisterde toen ze uiteenzetten dat Jezus de Nazarener mensen had onderwezen, wonderen had verricht en terechtgesteld was. Nu zeiden sommigen dat hij uit de doden was opgewekt. Jezus liet Kleopas en zijn metgezel rustig aan het woord. Vervolgens legde hij uit wat ze moesten weten door 'de Schriften volledig voor hen te openen'. - Luk. 24:13-27, 32.

    De Wachttoren van 2007 15 november 2e studieartikel blz. 26 §9.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  misschien is een gezonde tip hier op zijn plaats. Probeer als prediker eens van deur tot deur te gaan zonder de tijdschriften of publicaties van de organisatie en het besturende lichaam. Zelfs niet met de bijbel, gewoon met datgene wat je over Jezus Christus hebt geleerd en voor jezelf hebt toegepast, juist zoals je het aanvoelt.

    In §10 staan enkele praktische gedachten en daarom druk ik die § hier af, maar ik benadruk wel: 10 Misschien is de religieuze overtuiging van een huisbewoner je totaal onbekend. Om daar achter te komen, zou je kunnen zeggen dat je het interessant vindt om te horen hoe mensen over bidden denken. Dan zou je kunnen vragen: „Denkt u dat er echt iemand is die naar gebeden luistert?” Het antwoord kan heel wat over het standpunt en de religieuze achtergrond van de huisbewoner onthullen. Is hij godsdienstig, dan kun je misschien meer over zijn zienswijze te weten komen door te vragen: „Denkt u dat God naar alle gebeden luistert, of zouden er ook gebeden zijn die hij niet goedkeurt?” Zulke vragen kunnen tot een ontspannen gesprek leiden. Wanneer het op zijn plaats is een Bijbelse gedachte te delen, moet je dat tactvol doen en dat wat de huisbewoner gelooft niet afkammen. Als hij graag naar je luistert, zal hij het misschien fijn vinden je terug te zien. Maar stel dat hij een vraag stelt die je niet kunt beantwoorden? Dan kun je wat nazoekwerk doen en voorbereid teruggaan om ’een reden te geven voor je hoop, en dat met zachtaardigheid en diepe achting’. — 1 Petrus 3:15.

    Deze situatie is je helemaal niet vreemd en al doende heb je een gelegenheid om jezelf te bekwamen, --want je wist niet direct het antwoord,-- maar vooral om een gericht nabezoek te brengen.

    Maar stel dat die persoon helemaal niet geïnteresseerd is, noch in het gebed noch in de bijbel, en al helemaal niet in wat jij zegt over religie? Stel dat hij zelfs redelijk negatief en agressief reageert? Hij verbiedt je zelfs om nog bij hem aan te bellen. Daar zijn regels voor zoals je waarschijnlijk wel weet en kent.

    Maar heel die hierboven geschetste, alhoewel realistische situatie, is slechts een inleiding tot het volgende onderkopje: Jezus onderwees mensen die het waard waren 11 De volmaakte man Jezus bezat onderscheidingsvermogen waardoor hij kon vaststellen wie het waard waren onderwezen te worden. Voor ons is het heel wat lastiger de mensen te vinden „die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven” hebben (Handelingen 13:48). Dat gold ook voor de apostelen, tegen wie Jezus zei: „Welke stad of welk dorp gij ook binnengaat, onderzoekt wie daarin het waard is” (Mattheüs 10:11). Net als Jezus’ apostelen moet je zoeken naar mensen die bereid zijn te luisteren en die de Bijbelse waarheid willen leren kennen. Je kunt de mensen die het waard zijn vinden door aandachtig naar alle mensen met wie je spreekt te luisteren en nota te nemen van de instelling van ieder persoonlijk.

    Hoe positief alle andere paragrafen ook zijn, de uitdrukking dat Jezus Christus 'mensen onderwees die het waard waren' zal blijven doorspelen in het benaderen van mensen.

    Alhoewel de bijbel geografisch een boek uit het Oosten is, is hij uitsluitend interessant voor een klein gedeelte van de wereldbevolking.

    Globaal gezien zal de overgrote meerderheid, tot nu toe, de bijbel nooit inkijken omdat hun religie of hun overtuiging het niet toestaat. Neem de moslimwereld, met een religie die in groei toeneemt en absoluut niet toestaat dat buiten de koran, en soms zelfs buiten de Arabisch geschreven koran, geen ander religieus boek als leidraad mag gelezen worden. Zelfs de prediking in de moslimwereld, China en India om er enkele te noemen zijn een onbegonnen zaak. Toch blijf ik mij bewust dat er voor God geen zaken onmogelijke zijn.

    Tenslotte bepaalt Hij wie gered zal worden en wie niet.

    In paragraaf 16 staat "Tegenwoordig is de opkomst van veel nieuwe godsdiensten een gespreksthema in bijvoorbeeld Afrika, Latijns-Amerika en Oost-Europa.
    Ik voeg hier ook België en feitelijk geheel West-Europa aan toe gezien de immigratie van heel wat volkeren en culturen, religies inbegrepen.

    Ik herhaal daarom wat in de wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na:  Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel  zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat God  wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Waar ter wereld zij ook maar met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Nu zegt de laatste alinea dat Jezus Christus vervolgens uitlegde wat ze moesten weten door 'de Schriften volledig voor hen te openen'.

    Moeten wij dan nu twijfelen aan wat de bijbel zegt?

    Of mogen wij twijfelen aan wat de organisatie en het besturende lichaam zegt?

    10-06-2009 om 23:09 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN zevende en laatste deel

    En zo  zijn wij  aan het ZEVENDE en laatste puntje uit het redeneren boekje gekomen.

    Ondanks menselijke onvolmaaktheden kweken haar leden de vruchten van Gods geest aan — liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing en spreiden ze in die mate tentoon dat zij zich daardoor onderscheiden van de wereld in het algemeen.

    Gal. 5:22, 23; Joh. 13:35.


    De in het  kader vermelde hoedanigheden worden wel meermalen of bij herhaling ingeprent. Maar zoals wij voordien op blad 10 vermelden is geen van deze een levengevende vereiste.

    De basis vereiste is RECHTVAARDIGHEID of de geijkte synoniemen. Daarmee gaan wij niet voorbij aan het offer van Jezus, integendeel, zijn offer was en is het voorbeeld van rechtvaardigheid waarmee God als eerste zijn rechtvaardigheid bekrachtigde. Adam verbeurde het leven, wat hij voor zichzelf mocht doen, maar niet voor zijn nageslacht. Daarom voorzag God in een gerechtvaardigde oplossing, namelijk Jezus als de laatste Adam, waardoor Hij de mogelijkheid gaf om voor ieder mens afzonderlijk  gebruik te maken van Jezus volmaakte offer. Allen die moeite doen om  als een rechtvaardig mens te leven, en ieder mens kan dit vanuit zijn innerlijk. Wel, alle omstandigheden in acht genomen, die mensen zouden in aanmerking komen om eeuwig leven te verkrijgen. Begeleiding via gelijk welke organisatie zou slechts een hulp zijn om een levenswijze als Christus te leiden. 

    Het is waar dat er over Jehovah’s getuigen dikwijls een gunstig verslag wordt gegeven. Dat maakt duidelijk dat zij als groep bepaalde normen naleven die hen worden geleerd of aangewezen als beginselen. Wij hebben ondervonden dat ook niet-getuigen dit belangloos doen uit eigen beweging of via hun organisatie, en niet alleen bij rampen, maar omdat zij het normaal vinden en juist.

    Het is eveneens waar, dat de nadruk, zoals in de titel of het zevende punt naar voor wordt gebracht, gelegd wordt op het aankweken van de "vruchten" van Gods Geest. Maar is het volgens ons weeral één van de subtiele vormen van misleiding.

    Allee! Kun je zeggen, nu slaan jullie de bal totaal mis hoor! Nu wordt het duidelijk dat jullie het genootschap echt verkeerde motieven toeschrijven!

    Sta ons dan toe het uit te leggen. Wij willen in de eerste plaats er op  wijzen dat de tekst zeker niet zo in de bijbel staat, wij halen hem aan: Galaten 5:22-23 "De vrucht van de geest daarentegen is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, 23 zachtaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen is geen wet".

    Nu kun je zelf zien dat er staat de ‘VRUCHT’ van de geest, het staat duidelijk in het enkelvoud en waarom?  Omdat het woord duidt op het resultaat van GODS Geest, geen zeggende woorden of geen ‘aankweken’ maar een positief bewijs dat Gods geest een deel van die persoon is, dat het een deel van zijn persoonlijkheid is geworden. Uiteraard kan en zal dit met meerderen in een groep het geval zijn.

    Het feit dat een groep mensen bepaalde werken tot stand brengt, is echter geen bewijs op zich dat die werken uit God zijn, of zelfs door zijn Geest geleid worden. Mensen kunnen dit beweren, en dat doen bijna alle dénominaties, zelfs de eenvoudigste.

    Het tweede gedeelte, in de titel van het zevende punt, noemt in werkelijkheid een resultaat  waardoor de organisatie zich, volgens hen, onderscheidt van de rest van de wereld, wij herhalen het even: en spreiden ze (dat zijn dan die genoemde vruchten) in die mate tentoon dat zij zich daardoor onderscheiden van de wereld in het algemeen.

    Voor het compleet te maken halen wij ook de schriftplaats van Joh. 13:35 aan die zegt: "Hieraan zullen allen weten dat GIJ mijn discipelen zijt, indien GIJ liefde onder elkaar hebt".  Dat is je reinste religieuze indoctrinatie die in de loop der eeuwen haar vruchten heeft afgeworpen, een cliché dat bijna onverslijtbaar door de ‘heerser’ van deze wereld herhaaldelijk met succes is gebruikt.

    Hoeveel bloedschuld hebben de georganiseerde religies in hun totaliteit? En wij hebben het alleen over religieuze leiders en genootschappen of hoe je het ook  wilt noemen, die altijd met de beste voornemens behept waren en zijn. Wij zijn niet van zin de geschiedenis te herschrijven, die geschiedenis spreekt geen boekdelen, maar bibliotheken!

    Hoe moeten wij nu nog meer aantonen dat ook het zevende punt geen bewijs is dat het besturend lichaam of de organisatie Gods aardse organisatie is? De bijbel stelt duidelijk dat er twee of drie getuigen nodig zijn om een zaak te bevestigen. Er zijn in de loop van de moderne geschiedenis geen drie getuigen, maar miljoenen, die de organisatie hebben verlaten omwille van de onrechtvaardigheden die aan het licht kwamen, ’t zij persoonlijk of omdat de ‘waarheid’ veranderde, voorbijgestreefd, achterhaald of verdraaid is geworden en bestempeld werd als, toegenomen licht of lichtflitsen. Erger is echter dat toen bepaalde vooropgestelde gebeurtenissen die niet plaats vonden op de gestelde en zelfs opgeschoven termijnen, kregen anderen de schuld, niet diegenen die het wereldwijd hadden gepubliceerd, maar diegenen die het gelezen en geloofd hadden. Zie o. a. de  wachttoren van 15 december 2006 blz. 26 § 5. En terwijl je toch die wachttoren opzoekt, neemt dan ook die van 1december 2006 maar dan op de blz. 19 § 1. lees nu eerst die twee paragrafen. Hebt u ze gelezen, de context ook. Perfect? Ook over nagedacht?  Welke conclusie u ook neemt, dat is volledig jouw zaak, alleen willen wij de tweede paragraaf  een beetje veranderen, niet echt veranderen, maar toepasselijker maken.

    In de plaats van de ‘directeur’ lezen wij: de werknemers van een bedrijf kwamen erachter dat veel van de directeurs van het bedrijf oplichters waren en daarom vroegen sommige van de werknemers of dat niet rechtgezet of veranderd kon worden. Het resultaat was verbijsterend, in de plaats dat de directeurs het onrecht herstelden of terechtgewezen werden, zwierden zij die werknemers buiten.

    Om spijkers met koppen te slagen en dan nog eens gedreveld. Zij werden uitgesloten en het it-2 blz. 1059 zegt over: "Uitsluiting uit de gemeenschap is noodzakelijk om het voortbestaan van de organisatie te waarborgen, en dat geldt in het bijzonder voor de christelijke gemeente".

    Zo precies of het voortbestaan van de organisatie of de christelijke gemeente(n) mensenwerk zou zijn. Vergeet het maar, tenzij het genootschap twijfelt of God het wel alleen aan kan.

    Die uitsluitingen gebeurden o.a. in het geval met de scandaleuze kwestie van pedofilie tijdens de jaren 1999-2002 (zie het vierde en vijfde punt en de desbetreffende veranderingen vermeld in de vernoemde brieven gericht aan alle gemeenten).

    Terwijl wij deze pagina klaarmaakte viel het ons op dat de eigenste wachttoren van 1 december en het eigenste artikel maar dan op blz. 18 de illustratie van die twee rechtopstaande broeders en het bijschrift duidelijk maken dat “ware”  christenen geen documenten kopen of gebruiken waarmee geknoeid is.
    Natuurlijk  moesten wij denken aan Mexico waar heel wat dienstplichtige broeders, ingeval van oproeping, zich een document konden aanschaffen door de ambtenaren smeergeld te geven zodat zij een document hadden waardoor kon aangetoond worden dat zij aan de militaire opleiding hadden voldaan.
    Terzelfder tijd mochten de broeders in Malawi geen politieke kaart kopen die heel wat minder koste dan het document dat in Mexico nodig was. En wie is niet op de hoogte van de gruwelijke vervolging en doden in Malawi, tussen (1967-1993). Wie gaat daar verantwoording voor afleggen, de bloedschuld delgen?

    De vervolging in Malawi begon op 20 oktober 1967 en werd pas opgeheven op 12 augustus 1993. 26 jaar lang hebben Jehovah’s Getuigen al die moeilijkheden moeten verduren, en waarom? er was maar één politieke partij, die de regering uitmaakte. Waar was de toepassing van Romeinen 13?  Waarom dat verschil met Mexico?

    Bijna vergeten, in Mexico waren Jehovah’s Getuigen een ‘culturele organisatie’ en in Malawi een ‘religieuze organisatie’. Zou het dat geweest kunnen zijn?

     En als het doel de middelen wettigt, dan zitten zij wel erg dicht bij Machiavelli.

    Wil jij eens uitleg vragen aan de ouderlingen hoe dat het zit?

    Wat data betreft is 1975 klaarblijkelijk de klapper geweest maar ondertussen hebben de meeste getuigen daar schijnbaar geen problemen meer mee. Evenmin met de uitspraak dat wij waarschijnlijk het millennium niet zouden halen.  Zie w81 15/1 blz. 32 Vragen van lezers. “En indien het goddeloze samenstel van deze wereld tot de eeuwwisseling zou blijven bestaan, wat met het oog op de tendensen in de wereld en de vervulling van bijbelse profetieën hoogst onwaarschijnlijk is, zouden er nog steeds overlevenden van het geslacht van de Eerste Wereldoorlog zijn.”

    Voordien hadden wij de hoop, volgens de publicaties, “de absolute zekerheid” dat Armageddon in de jaren 1914, 1918, 1925, 1940 en 1975 kwam. Niet minder dan vijfmaal zou Armageddon echt het einde zijn. Uit voorzichtigheid, werd het voortbestaan van dit goddeloze samenstel daarom in de wachttoren van 15/1 1981 dan ook “onwaarschijnlijk” geacht. Zeg nu niet dat wij het uit de context trekken, omdat het over ‘gezalfden’ en ‘het geslacht’ gaat.

    En zeg ook niet dat het maar gelukkig is dat Armageddon nog niet gekomen is, kijk maar naar al die miljoenen die ondertussen in de ‘waarheid’ zijn gekomen. Gelijk heb je, maar dan moet Armageddon in het geheel niet komen, want toename zal er altijd zijn.

    Kijk maar naar al die andere religies, naar hun numerieke groei. Is dat juist geen bewijs dat God hen zegent? Absoluut niet, want daar is het in de meeste gevallen nog veel duidelijker dat zij niet in overeenstemming zijn met de Bijbel. Wat hebben wij gezegd over subtiliteit en plantrekkerij?

    En wat doen wij met alle veranderingen in de organisatie, die in werkelijkheid aanpassingen zijn, sommige zelfs zeer recentelijk, omdat de  vorige stellingen niet meer houdbaar waren? En waar jij met een beetje moeite, op zijn minst toch wel vragen zou moeten stellen. Sorry, wij waren (niet) vergeten dat je, over wat de organisatie schrijft, niets in vraag mag stellen (lezing van David Vandendriessche), En dat je ook niet kritisch mag zijn (lezing van Louis Dewit). Wij hebben zelfs gehoord dat wanneer de ouderlingen verkeerd zijn je toch moet gehoorzamen (symposium door Willy Gournon en Jean-Pierre Coninckx).

    Met iets meer moeite kun je de lijst zelf wel aanvullen. Alleen willen wij u aanmoedigen in de eerste plaats, jezelf te onderzoeken. Daarmee bedoelen wij als je gelukkig bent in de staat en de situatie waarin u zich bevindt, blijf dan waar je bent. Zijn daar twijfels omtrent heb dan de moed om een Bereeër te zijn. Zie hiervoor a.u.b. de dagtekst van 17 januari 2008 en de overeenkomstige Wachttoren van 2006 1/10 2: 13, 14. Zoals je zult lezen, moedigt de organisatie ons aan om moedig te zijn, alleen mag je, op straffe van uitsluiting, niet de moed hebben om hen of hun gevolmachtigden, vragen te stellen die kritisch opgenomen kunnen worden of hen op de vingers te tikken als zij in de fout gaan. Volgens ons is daar een reukje aan, maar geen ‘parfum d’amour’.

    Het is ons duidelijk dat Jehovah in het verleden onvolmaakte mensen heeft gebruikt in zijn voornemen, ja zelfs een gehele natie van onvolmaakte mensen. Deze hebben er niets van gebakken. Wij hebben, en ieder persoonlijk, de verantwoordelijkheid om erop toe te zien dat wat anderen ons opleggen wel degelijk in overeenstemming is met de schrift. Daarom zeggen en benadrukken wij dat alleen Jezus onze leider is en allen die zijn  levenswijze, bewust of onbewust, weerspiegelen zullen als  rechtvaardigen meegenomen worden.

    Wij wensen te herhalen wat Jezus als vraag stelde in de illustratie van Mattheüs 24:45 "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven? 

    Hoever zou die illustratie doorgetrokken mogen worden Welke toepassingen moeten er aan andere illustraties van Jezus Christus gegeven worden? Zou dit voedsel, ook als er een reukje aan zit, zo maar ingeslikt moeten worden? Hoe ver zou men volgens jou mogen gaan?

    Wij zullen ook nooit twijfelen of er wel een beleidvolle slaaf is, alleen kan dit voor ons  deze  en voor een ander  die  organisatie zijn.

    Misschien bedoelde Jezus Christus wel dat elk van ons die slaaf is. 1Petrus 1:10 "Gebruik de gave naarmate een ieder die heeft ontvangen, om elkaar ermee te dienen als voortreffelijke beheerders van Gods onverdiende goedheid, die op velerlei wijzen tot uitdrukking wordt gebracht".

    Dat is nog een nadenkertje van formaat!

    Wie zal het waar maken?

    Wij herhalen dan ook datgene wat op blz. 10 is gezegd dat:

    In de wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na:  Als  wij  zouden  begrijpen  hoe  groot  Gods  kracht  en  vermogens   wel  zijn,  zouden   wij   toch   niet verbaasd  mogen zijn  dat  God  wel degelijk  een  onderscheid  zal  maken  tussen  rechtvaardigen  en  onrechtvaardigen.  Waar ter wereld zij met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Psalm 37: 29 …De rechtvaardigen, die zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven. Eveneens een schriftplaats om in gedachten te houden is Hand 10: 35 …maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor HEM.

    Einde van het artikel en bedankt voor alles.

    Je kunt steeds antwoorden op mijn emailadres. Eleutheros.genaioshupar@laposte.net

    06-06-2009 om 09:43 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN vierde, vijfde en zesde deel

    En zo zijn wij aan het vierde en vijfde punt gekomen! (Deze 2 punten gaan volgens ons gelijk op). en ZESDE punt.

    Ze houdt zich afgescheiden van de wereld.

    Jak. 1:27; 4:4.

    Ze handhaaft een hoog peil van morele reinheid onder haar leden, omdat Jehovah zelf heilig is.  

    1 Petr. 1:15, 16; 1 Kor. 5:9-13.

    Er is een opmerkelijk gebeuren wat nog meer kan waarmerken of de organisatie zich werkelijk aan deze vereiste houdt. Weinigen weten, en toch is daar een brief over te krijgen in Kraainem, wij hebben die zelf horen voorlezen in een gemeente, dat het genootschap tien lange jaren als lid was ingeschreven bij de Verenigde Naties. Als  ‘Niet Gouvernementele Organisatie’ afgekort als NGO. Die brief  moet je wel opvragen en dan via de gemeente indien jij of anderen daar vragen over zouden hebben. Deze brief legt de verantwoordelijkheid bij de broeder die zich daar heeft laten inschrijven, maar dan wel op naam van de ‘Theocratische’ organisatie’. Nu hebben wij het reeds gezegd dat een organisatie uit mensen bestaat en die zijn verantwoordelijk voor wat er in een organisatie gebeurt. De organisatie wordt echter veelvuldig gebruikt als imago of om verstoppertje te spelen voor datgene  wat mensen doen. Meestal  is dat  geen probleem als het positief is, maar als het verkeerd is krijgt de organisatie de schuld en dat kan niet. Wij horen dikwijls de relativerende uitdrukkingen, ‘het zijn mensen’ of ‘zij zijn ook onvolmaakt’. Dat is juist, maar dat verandert niks aan de feiten en nog minder aan de verantwoordelijkheden die met een verkeerde handelwijze te maken hebben. Dit is vooral zo wanneer er wereldwijd miljoenen mensen bij betrokken zijn. Tenslotte zijn de ‘Verenigde Naties’ zoals ons is geleerd, het beeld van het beest waarop de hoer is gezeten. Dit is geen aanval noch afval, maar een weergeven van feiten. Het feit dat de organisatie er 10 lange jaren heeft opgezeten en er uiteindelijk is af gestapt (?) verandert niks aan het feit dat zij er tien lange jaren heeft opgezeten en er gebruik van gemaakt heeft. Daarbij komt nog het feit dat men elk jaar het lidmaatschap moest vernieuwen. Men moest ook aan bepaalde voorwaarden voldoen. Er was geen enkele reden om een broeder, zoals wij zeggen, in het gat te steken. Als je het aan ons vraagt, er is ook aan onvolmaaktheid een grens, vooral als je van je leden verwacht en eist dat zij gehoorzamen. Weet je nog "met de maat waarmee je meet", of telt dat alleen voor de verkondigers, en niet voor het besturende lichaam, de tien mannen die als vertegenwoordigers optreden voor de beleidvolle slaaf, (9986 belijdende gezalfden in 2008, jaarboek 2009) en zelfs voor alle ouderlingen in de plaatselijke gemeenten, die je moet gehoorzamen, zelfs wanneer zij verkeerd doen.

    PERSOONLIJK zeggen wij, in de eerste plaats voor HEN, zij dienen HET voorbeeld te geven in HUN voorbeeldfunctie.

    Nu ja, gedane zaken nemen geen keer, wat gebeurd is, is gebeurd. Je moet ook geen oude koeien uit de gracht blijven halen en waar blijft je als christen met de mantel der liefde? Maar wat als men zich opnieuw aan soortgelijke evenementen schuldig maakt? Laten wij ook hier de feiten duidelijk stellen! De laatste weken, daterend begin december ’07, zijn er in verband met de verkiezingen in Rusland via de nieuwsmedia enkele roerselen geopenbaard. Ieder van ons wordt aangemoedigd om het nieuws min of meer te volgen en wel om redenen dat wij steeds beter zouden begrijpen hoe daardoor bijbelse profetieën in vervulling gaan.                                        

    Wij verwijzen u naar http:/www.diplomatie.be/nl/press/speechdeteails.asp?TEXTID=55369 datum:12/07/2006. Dit is een toespraak van Minister De Gucht op de conferentie Building Democracy through OSCE Electoral Assistance and Observation.

    De Nederlandse benaming voor de OSCE is OVSE en staat voor "Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in  Europa".  Minister De Gucht maakt in zijn toespraak duidelijk dat deze organisatie een politiek forum is.

    Wie waren daar aanwezig?  Marcel Gillet, Paul Gillies en Luca Toffoli als vertegenwoordigers van de Europese associatie van Jehovah’s Getuigen te Brussel. Voor Frankrijk  was dit broeder Jean-Claude Pons, voor de V.S. Gregory Allen  uit Patterson en voor Polen Michal Hoszowski.  Wanneer je daar met zeven mensen bent, mag er wel een beetje toelichting zijn of mogen wij het openheid noemen?

    Wat moeten wij daar van denken? Bemoeien wij ons toch met politiek? Ondertussen hebben wij vernomen dat broeders en zusters een formulier mogen aanvragen om te gaan kiezen in La douce France.

    Met kiezen bedoelen wij stemmen, niet naar de stemhokjes gaan en een paar diagonaaltjes trekken.

     Wie neemt, neen,  wie is daar verantwoordelijk voor?  Wij hadden het toch over ‘zich afgescheiden van de wereld houden’?

    Het besturend lichaam beweert uitdrukkelijk dat alles wat zij doet, onvolmaaktheid daargelaten, theocratisch verantwoord is. Met andere woorden het moet bijbels zijn. Een van de manieren waarop beslissingen worden genomen en die van invloed zijn op ons leven en dat zijn zowat zeven miljoen zielen, is niet door de autoriteit van de bijbel, maar door een “tweederde meerderheid”, dezelfde procedure die zowel in de politiek als in de katholieke religieuze autonomie gebruikelijk is. Zij hebben door onder andere "de veranderde doopvragen” hun beslissingsrecht tot een zelfde status verheven als het pausdom. Door de rechterlijke comités de benaming religieuze comités te geven hebben zij in werkelijkheid het kerkelijk recht duidelijker gemaakt. Hiermee zijn zij het eens met de wereldlijke macht die hen tot een kerk met privilege tegemoet kan treden. Hoe staat dit in Noorwegen? Ontvangt de organisatie daar nu subsidies of niet? Indien wel, wat zullen wij dan nog meemaken? Betaald om vervolgd te worden?

    Wij gooien het nu eens  over een andere boeg, kwestie van evenwicht. En dat staat rechtstreeks in verband met het vijfde punt

    In verband met de pedofilie zaken is de organisatie onder druk van media tot een verbeterde samenwerking met de autoriteiten gekomen, wat niet wegneemt dat de smaad die ondertussen op Jehovah’s Heilige Naam is geworpen niet te wijten is aan diegenen die de feiten naar buiten hebben gebracht, maar bij diegenen die deze feiten trachten te verbergen.

    NOTA: in verband met de pedofiliekwestie is die "verbeterde samenwerking met de autoriteiten" op minder dan een jaar, onder druk van de BBC en voor België het programma in “Panorama”, doorgevoerd.

    De eerste brief hierover die naar alle gemeenten werd gestuurd, dateert van 15/02/2002 en zegt dat het inlichten van de autoriteiten een persoonlijke beslissing is en er zeker geen sancties tegen de persoon opgelegd mogen worden. Kun je navragen bij de secretaris van jouw gemeente.

    De tweede brief dateert van SCF 24 oktober 2002 en zegt duidelijk  dat wanneer er een potentieel gevaar bestaat voor kinderen dienen de ouderlingen de autoriteiten in te lichten. Kun je eveneens navragen bij de secretaris.

    Nog nooit is het roer zo snel omgeworpen als hier is te zien. Voor veranderingen in ‘vervangende dienst’ bijvoorbeeld, en de kwestie van ‘neutraliteit’, was na een stemming van de ‘tweederde meerderheid’ een verandering doorgevoerd, maar doordat één broeder na de pauze zijn stem herriep en er geen ‘tweederde meerderheid’ meer was, bleef de bestaande situatie nog zestien jaren van kracht voordat het een ‘gewetenskwestie’ werd! Hoe dat mogelijk was? De druk kwam toen alleen maar van binnen uit, voor de wereld waren wij en zij slachtoffers van ons geloof, dat was alles.

    De organisatie publiceerde meermaals het kindermisbruik van andere religies. Deze laatsten verplaatsten de dader(s) meestal  naar een andere parochie of instelling. Toch is hun eigen handelwijze laakbaarder dan die van het ‘ontrouwe Jeruzalem’ omdat zij niet alleen de  handelwijze van hetzelfde misbruik verhulden maar de dader(s) in sommige gevallen handhaafden in de verantwoordelijke posities die zij bekleden.

    Erger nog zijn de sancties, daar diegenen die de feiten bloot legden mettertijd of juist voordien werden uitgesloten en daardoor niet geloofwaardig meer overkwamen. Eén van de grootste schandalen in de geschiedenis van de wachttoren organisatie is dan ook het publiekelijke programma dat door de BBC vertoond werd op 28 mei 2002.

    Uiteraard kan de organisatie niet verantwoordelijk gesteld worden voor kindermisbruik in plaatselijke gemeenten, maar wel voor de manieren waarop daders en beschuldigers van die daders behandeld werden en worden. Wij zeggen worden. Omdat  zolang iemand 'die aanklachten’ indient, als een ‘verklikker’ behandeld wordt en niet als een beschermer van de kudde, zullen er allerlei mistoestanden verdoken blijven.

    Heb je opgemerkt dat de eerste brief over pedofilie gedateerd is 15 februari 2002. Het genootschap was toen reeds ingelicht dat het programma zou worden uitgezonden en daarom moesten ‘verklikkers’ uitgesloten worden. Toch staat er in deze brief dat het een persoonlijke keuze zou zijn om de autoriteiten in te lichten en dat diegenen die de autoriteiten wel op de hoogte brachten geen sancties mochten opgelegd worden.

    De tweede brief dateert 24 oktober 2002, dus ongeveer acht maanden later en nu moesten de autoriteiten wel ingelicht worden. Kun je nog volgen?  Wij wel, omdat de druk voordien alleen maar van binnenuit kwam en die mensen kun je het zwijgen opleggen. Wij zeggen, maar niet iedereen.

    Daar er in het verleden broeders uitgesloten zijn met terugwerkende kracht, zou het toch maar rechtvaardig zijn om iemand te herstellen met terugwerkende kracht. Tenzij?  Wat vindt je daar zelf van?

    En nog iets dat je dient te weten. De basistekst die in de brief van 24 oktober gebruikt wordt is Rom. 13:1 (vermits kindermisbruik een misdaad is en gemeld dient te worden zijn logischerwijs alle misdrijven een oorzaak om de autoriteiten op de hoogte te brengen, uitgezonderd de specifieke zonden in verband met het geloof).

    Romeinen 13 beslaat beslist een terrein of liever terreinen, waarop de organisatie onverantwoordelijk en onbeleidvol is opgetreden door in het burgerlijk leven van hun leden beslissingen door te voeren. Daar kun je beslist zelf een lijst van opstellen.

    Alles wat wij in het voorgaande hebben geschreven kunnen wij alleen maar herhalen en vermenigvuldigen. Het is zonder meer duidelijk dat de toepassing van bijbelse beginselen meer moet zijn dan alleen maar zeggen of schrijven wat je moet doen, veel en veel meer.

    Wij houden het tot hier met punt 4 en 5, alleen kun je zelf ook hier nog bepaalde ervaringen toevoegen.

    Nog niet te moe? Goed dan doen wij verder met het ZESDE PUNT


    Ze wijdt haar krachtsinspanningen voornamelijk aan het werk

    dat de bijbel voor onze tijd heeft voorzegd, namelijk de
     
    prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk in de

    gehele wereld tot een getuigenis.      

    Matth. 24:14.

    Dat is een van de opmerkelijkste werken die het genootschap heeft gerealiseerd. Nog nooit heeft een organisatie kunnen bereiken dat haar leden, al haar leden, daadwerkelijk en zowel als groep als afzonderlijk op geregelde basis van deur tot deur gaan. 

    Mattheus 24: 14 is niet alleen de lijftekst van ieder van hen, maar zeker ook de eerste tekst die een nieuweling van buiten kent en gebruikt.  Mattheüs 24:14 "En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen".

    De link die hiermee gepaard gaat wordt de volgende of tweede tekst en wordt zelfs door "het afvallige ontrouwe Jeruzalem" met zijn ongeveer 1 miljard leden gebeden, "het Onze Vader", Mattheüs 6:9-13 "Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd. 10 Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde. 11 Geef ons heden ons brood voor vandaag; 12 en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars hebben vergeven. 13 En breng ons niet in verzoeking, maar bevrijd ons van de goddeloze". Door de prediking zou dan ook meteen de profetie vervuld die met deze teksten in overeenstemming zijn.

    Het is voor de getuigen dan ook een levenswijze geworden en zij die kunnen pionieren op één van de diverse manieren worden de gelukkigste mensen onder de mensen.  Het is zelf zo subliem dat de prediking  zowat de toetssteen is geworden van geloof en niet alleen dat, maar het is ook  “HET CRITERIUM" voor mannen om bijna alle voorrechten die er zijn, te mogen behartigen. Ook  wij zijn er van overtuigd dat het einde eens zal komen, maar die gebeurtenis is reeds zo dikwijls voorop gesteld dat het een manie geworden is. Daarmee bedoelen wij dat de organisatie, hoe belangrijk het prediken ook moge zijn, de belangrijkere zaken uit het oog heeft verloren, namelijk  het Christen zijn of de Christelijke persoonlijkheid. Wij gaan daar niet over  uitweiden. Maar zou het kunnen, dat de problemen en regels, het monddood maken van het eigen geweten, de druk op het privé leven en hun inmenging in persoonlijke zaken, zelf het denken, allemaal onderworpen wordt aan de organisatie?

    Zouden zij zich hiermee dan niet eerder vereenzelvigen met Oholiba, de zuster en medestandster van Ohola, de oudste zuster of een deel van de Christenheid? (Zie het boek “de natiën zullen weten dat ik Jehovah ben”, Ezechiël 23).

     Opmerkelijker is nog dat het schijnbaar  op vrijwillige basis is. Wij zeggen ogenschijnlijk  omdat wie niet predikt op de manier zoals de organisatie het voorschrijft en geen rapportje inlevert, waardoor men voor hen eerst "ongeregeld" en vervolgens "inactief" wordt, en men mettertijd je verkondigerkaart of ID uit het archief verwijdert zodat je geen deel meer bent van de organisatie. Wanneer je geen deel meer bent van de organisatie zit je vanzelfsprekend ook niet meer in de symbolische ark en kun je evenmin gered worden. In plaats van redding wacht je onherroepelijk de eeuwige vernietiging, wat ongeveer overeenkomt met de vurige hel van de christenheid. Vermits je een opgedragen christen was en nauwkeurige kennis van de (hun) waarheid hebt gekregen is er zelfs weinig kans dat je ooit een opstanding mag verwachten. Met andere woorden gezegd, het komt hierop neer dat de meeste getuigen eerder bang zijn om een verkeerde indruk te geven dat zij niet gehoorzamen aan de organisatie dan dat zij prediken omdat zij hun evennaaste lief hebben.

    Neen en nogmaals neen, niet het prediken is verkeerd, zeker niet, maar de manier waarop het moet gedaan worden en de verplichte morele druk. Eveneens de schriftuurlijke bewijsvoering aangaande de rapportjes. Nergens in de bijbel worden uren of verspreiding genoteerd, zelfs het aantal dopelingen werd meestal slechts bij benadering genoemd. Goed, organisatorisch kan dit verantwoord worden, vooral met de verspreiding van de lectuur en het in kaart brengen van de voorraden. Maar hebben wij ook hier niet te maken met een bepaalde norm voor aanstellingen en voorrechten.? Zeker is lectuur een goede begeleider van de waarheid en kan steeds opnieuw ter hand genomen worden. Alleen blijkt dat men door de veranderende leerstellingen de eens geopenbaarde waarheden moest herzien waardoor datgene wat  je ooit als waarheid hebt gepredikt moet gaan recht zetten, wat niet of praktisch nooit gebeurt. Moeten wij dan verschieten dat de mensen ons als leugenaars, misleiders of bedriegers gaan identificeren? En dat sommigen van ons zich ook zo voelen.  Laten wij besluiten met te zeggen dat als je gelukkig bent met datgene waarmee je bezig bent, doe dan zo voort.
    (wordt vervolgd)

    05-06-2009 om 06:19 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN derde deel (vervolg)

    (vervolg)

    Wij willen niemand de mond snoeren of anderszins het zwijgen opleggen, integendeel, wij wensen dat meer mensen gaan nadenken over de feiten en wat er geschreven werd en geschreven wordt, wat er vereist werd en wat schriftuurlijk  is. Hoe christenen ‘gemend’ werden in het verleden en ook nu nog en soms tezelfdertijd  in tegengestelde richtingen.  Wij hebben het woordje ‘gemend’ gebruikt om de nadruk te leggen op de manier waarop mensen omgaan met mensen waarover zij willen heersen. Veel van wat de ‘aardse organisatie’ doet is niet nieuw, maar wel subtieler. Veel van wat in ‘religieuze’ organisaties verkeerd is wordt aan de kaak gesteld. Wat verkeerd is mag gerust en terecht aan de kaak gesteld worden, dat is wat je terug vindt in de Bijbel en dat is wat Jezus deed en dat doen wij ook. Let maar even op wat Jezus zei in Mattheüs 7:3. 'Waarom kijkt gij dan naar het strootje in het oog van uw broeder, maar beschouwt niet de balk in uw eigen oog"? Moeten wij het weer eens herhalen dat het organisatorisch beleid van de organisatie van dien aard is, dat wanneer iemand die de vuile was uithangt uitgesloten wordt. Die procedure is niet bijbels. Integendeel, dat soort christenen toont moed. Ze zijn niet bang voor mensen, en zij volgen hun meester Christus na in Zijn vrijmoedigheid van spreken. Door dit soort van uitsluitingen toont de organisatie dat zij absoluut niet bereid is om die balk  uit hun oog te verwijderen. 

    Weeral integendeel, zij vergroten die balk.  Vergelijkt de wachttoren van 74 15/11 blz. 688 “Een evenwichtige zienswijze bewaren ten aanzien van uitgeslotenen”  en de  w81 1/12 blz. 15 “Hoe wij uitsluiting uit de gemeenschap dienen te bezien.”

    De harde lijn van '74 wordt gewoon nog harder. Denk niet dat wij kwaaddoeners tolereren, maar de haatdragende gevolgen van die procedures, sluit niet alleen de deur om terug te keren, maar verhindert praktisch ieder poging om van uit de gemeente te helpen. Uitgezonderd de eventuele jaarlijkse eenmalige evaluatie en bezoek van de ouderlingen. In feite is zo’n bezoek, een momentopname.

    Laten wij de toepassing van Jezus woorden uit Mattheüs 7:21-23 eens bekijken, “Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is. 22 Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ’Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, en in uw naam demonen uitgeworpen, en in uw naam vele krachtige werken verricht?’ 23 En toch zal ik hun dan openlijk verklaren: Ik heb U nooit gekend! Gaat weg van mij, GIJ werkers der wetteloosheid.”

    De toepassing ‘en in uw naam demonen uitgeworpen,’ hoeft niet altijd met spiritisme te maken te hebben, dat kan ook door bijbelkennis bij te brengen.  Wordt het zelfs niet duidelijker met de schriftplaats uit 1 Petrus 4:17 "Want het is de bestemde tijd dat het oordeel begint bij het huis van God. Als het nu eerst bij ons begint, wat zal dan het einde zijn van hen die het goede nieuws van God niet gehoorzaam zijn"?   Als laatste in dit rijtje 1 Kor. 5:12-13 "Want wat heb ik te maken met het oordelen van hen die buiten zijn? Oordeelt GIJ niet hen die binnen zijn, 13 terwijl God degenen oordeelt die buiten zijn? „Verwijdert de goddeloze [man] uit UW midden.”           
    Fantastisch dat gij die tegenstrijdigheid ook opgemerkt hebt, of is het niet tegenstrijdig?

    In Mattheus 7:1-2 zegt Jezus:. . Houdt op met oordelen en in 1 Korinthiërs lezen wij net, oordeelt GIJ niet hen die binnen zijn. Dat  is absoluut niet tegenstrijdig, integendeel het verduidelijkt zelfs veel mistoestanden in en door de aardse organisatie. Hoe gaan wij dat nu uitleggen zonder ook maar iemand te kwetsen? Goed, Paulus zegt, of liever stelt in vraag wat heb ik te maken met het oordelen van hen die buiten zijn?  En het antwoord staat in vers 13 terwijl God degenen oordeelt die buiten zijn?  Dus God, en alleen Hij, heeft dit recht! Dit maakt reeds duidelijk dat veel van het materiaal in de publicaties van de ‘aardse organisatie’ op zijn minst een vorm van ‘oordelen’ is. Wij zeggen op zijn minst, want het wordt meestal niet als feitenmateriaal gepresenteerd.

    De uitwerking op de ‘getuigen van Jehovah’ is zeker niet positief, ook hier, integendeel. Zelfs wanneer de ‘aardse organisatie’ het materiaal over andere religies als feiten materiaal zou bestempelen, met voorbijgaan van de waarheden die er heel zeker ook zijn, worden al die religieuze organisaties onder bijbelse noemers gerangschikt. Wij zeggen ‘noemers’, het onderscheid wordt gemaakt of het ‘christelijke’ of niet ‘christelijke’ organisaties zijn. In het ene geval is het dan de ‘Christenheid’ met zijn duizenden denominaties. In het andere geval, komen alle andere religies, samen met de christenheid, onder de bijbelse benaming ‘Babylon de Grote’ terecht.

    Al met al, komen alle religies uit de verf met het etiket “afval” opgeplakt, afvallig aan God. Zie de definitie uit het redeneren boekje.

    Zijn wij nu bezig al die ‘organisaties’ goed te praten? Absoluut niet, maar het is niet omdat de ‘aardse organisatie’ zich meerdere in het oog lopende bijbelse activiteiten op het lijf heeft geschreven dat zij ‘heilig’ is. Nogmaals, de naam van JEHOVAH gebruiken, de prediking van deur tot deur, hun neutraliteit, de bloedkwestie, hun vijf wekelijkse vergaderingen, de jaarlijkse dag- kring- en districtvergadering zonder  de speciale vergadering te vergeten van één lid van het besturend lichaam.  Gaat de ‘aardse organisatie’ niet prat op haar reputatie omdat de hoge morele normen van de bijbel hen boven de ‘wereldse mensen’ verheft? Het zou wat, er is geen enkel bedrijf, of organisatie die zelf negatieve reclame publiceert. Men heeft daar zelfs een gezegde over, iets van: “eigen lof stinkt, vriendenlof hinkt, maar vreemdenlof blinkt”. Om het met hun eigen woorden weer te geven: wie een ander omlaag haalt wilt zichzelf verheffen, wie een oor heeft luistere, die er twee hebben, begrijpen!  Wat hebben wij gezegd, ‘dat geen enkele organisatie' negatieve reclame zal maken? En de bijbel dan?  Die vertelt zowel de negatieve aspecten als de positieve van alles en over iedereen, waar of niet waar?  Om nog een andere schrijver te citeren: “soms is het gemakkelijker om buiten te staan en naar binnen te kijken,” zie je wel?

    Eerst nog een woordje uitleg over 1 Kor. 5: 13 b ‘verwijdert de goddeloze (man) uit uw midden’. Alzo krijgt de gemeente de verantwoordelijkheid een ‘goddeloze’ te verwijderen. In de eerste plaats is een ‘goddeloze’ iemand die geen geloof in God heeft. Paulus zei niet "verwijdert de ‘zondaar’ uit uw midden" alhoewel hij het over een man had die bij de vrouw van zijn vader had gelegen. Toch dient men een onderscheid te maken, tenzij men het hart kan lezen. Kun jij dat? Ken jij mensen die dat wel kunnen?

    Met al die uitleg bedoelen wij dat de doorsnee ‘getuige van Jehovah’ met inbegrip van iedere verantwoordelijke, uitzonderingen daar gelaten, zich zelf reeds als ‘meegenomen’ ziet en de anderen als ‘achtergelaten’. Mattheüs 24:40-41 "Dan zullen er twee mannen op het veld zijn: de een zal meegenomen en de ander achtergelaten worden; 41 twee vrouwen zullen aan de handmolen malen: de een zal meegenomen en de ander achtergelaten worden".
    De subtiele gevolgen van zo een indoctrinatie zijn destructief, zelfs in eigen rangen. Alhoewel er een jaarlijkse toename bericht kan worden staat die niet in vergelijking met het aantal dopelingen. In werkelijkheid geven die cijfers slechts ongeveer de helft weer van wat waar is. Er is geen diploma voor nodig om die berekening zelf te maken aan de hand van de, in eigen publicaties, gepubliceerde getallen. En kom niet af met ‘natuurlijke afvloeiing’, die zal ruimschoots overtroffen worden door de niet gedoopte verkondigers. Enfin, wat wij echt mooi vonden in laatst genoemde schriftplaats was de voorbeeldige manier waarop Jezus, en dat is niet de enige keer, de VROUWEN op gelijke voet stelde met de mannen. Echt waar! Weet je waarom wij dat mooi vonden, omdat ook onder de getuigen, de vrouw niet altijd echt als een partner aanvaard wordt.  Alleen en alleen dat maakt iemand reeds medeplichtig aan ontrouw tegenover God.

     Wij beroepen ons weer op uitzonderingen daar gelaten. Als jij zo een uitzondering bent, zul je het er mee eens zijn, en zo niet dan voel jij je geviseerd. Jazeker het heeft met gevoelens te maken, absoluut. Het zijn juist onze gevoelens en de manier waarop wij daarop reageren die het verschil kunnen en zullen uitmaken of wij een christelijke levenswijze tot doel stellen die uitmaakt of iemand meegenomen of achtergelaten zal worden. Punt amen en uit. Jazeker, wij bedoelen "christelijke levenswijze".

    Nu kun je natuurlijk repliceren dat toename uiteindelijk een bewijs is van Goddelijke zegening, Goddelijke inmenging, en dat wordt ook zo gepubliceerd, waar of niet?  Wat doe je dan met de groei in anderen denominaties?  Wat  doe je dan met de groei wereldwijd bij de Islam en hun heilig boek de Qor’aan? En wat doe je waar een achteruitgang is geboekt?

    Heb je ooit de moeite gedaan om te vergelijken of zelfs te verifiëren.

    Heb jij je nog nooit afgevraagd waarom wij op zijn minst reeds driemaal het "Openbaring boek, haar grootse climax is nabij" hebben bestudeerd en nog nooit het boek “de mens op zoek naar God”. Het eerste hoofdstuk  alleen reeds is veelzeggend, ten minste als je objectief wilt zijn en dat hopen wij oprecht. En over het Openbaring boek gesproken. Hoeveel aanpassingen heb je moeten doen terwijl je het her-be-stu-deer-de?  En het nieuwe boek is alweer aan ‘aanpassingen’ toe. Maar dat wist je waarschijnlijk reeds? Nu komt ons voor de geest wat koning Salomo schreef in Prediker 12:12 "Aangaande al wat hierbuiten ligt, mijn zoon, laat u waarschuwen: Aan het maken van veel boeken komt geen eind, en veel toewijding [eraan] is afmattend voor het vlees".

    Het grootste gedeelte van wat Salomo schreef kwam erop neer dat veel van wat wij doen, ijdelheid is. Nu mag je daar niet te zwaar aan tillen natuurlijk want dan blijft er niks meer over om voor te leven en daar is het leven toch te ‘levendig’ voor. Daarom halen wij Prediker 12:13-14 aan om aan te tonen dat  wij wel heel veel van het leven kunnen en zullen genieten als het in overeenstemming kan gebracht worden met Gods vereisten. Let wel, met Gods vereisten, niet die van mensen en dat is wat Salomo, volgens ons bedoelde met  zijn woorden 'aangaande al wat hier buiten ligt,  en nu  komt  het, "Het slot van de zaak, nu alles is gehoord, is:  Vrees de [ware] God en onderhoud zijn geboden. Want dit is de gehele [verplichting] van de mens. 14 Want de [ware] God zelf zal elk soort van werk in het gericht brengen met betrekking tot alles wat verborgen is, [om te zien] of het goed is of slecht".

    Dus komt het neer op het onderhouden van Gods geboden als een verplichting voor een gelukkig leven en dat kun je, in zoverre het van jezelf afhangt. Het is gemakkelijk na te gaan of het ‘goed is of slecht’. Is het goed, zoveel te beter. Is het slecht of ondervind je dat het slecht is, verbeter het dan. Denk aan het spreekwoord “het zijn de goeie die zich verbeteren”, en de schriftplaats uit de brief aan de Gal. 6:7 Wordt niet misleid: God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten; neem ook nota van het feit dat prediker 12: 12 eveneens een tactvolle ‘waarschuwing’ is. mijn zoon (en dochter), laat u waarschuwen: Heb je opgemerkt waarvoor? Goed hé!

    In dit verband willen wij een persoonlijke noot aanhalen in verband met het hierboven geschrevene.Ten aanzien van onze bediening en het getuigenis geven aan anderen, vooral aan de familie. Toen gebruikten wij boven vermelde tekst en wezen op het feit dat “de waarheid” maar eenmaal diende geleerd en onderwezen te worden. Nu dienen wij daarop terug te komen omdat veel van datgene wat als ‘de waarheid’ in vele boeken is geschreven en gedrukt, achterhaald en veranderd is. Let wel, niet alles dat voordien geschreven was is verkeerd, maar die zaken die als schriftuurlijk bewezen werden en gehoorzaamd dienden te worden op straffe van …… en later eveneens schriftuurlijk veranderden, die maken het moeilijk om de ‘aardse organisatie’ als beleidvol beheerder te aanvaarden. Wij hebben het reeds gezegd, wij verwachten geen volmaaktheid, wel eerlijkheid en vooral rechtvaardigheid. Wat op de grote schare van toepassing is, moet eveneens voor iedere gezalfde opgaan. Tenzij de wereldse regel toegepast wordt “jullie mogen jullie oversten niet controleren”. Bepaalde lezingen vermeld op blz. 8 geven uitsluitsel, geen twijfel, maar feiten die gemakkelijk  te achterhalen zijn.  Daarom passen wij de tekst van prediker 12: 12  toe op de ‘aardse organisatie’ en dit in overeenstemming met alles wat wij vooraf hebben geschreven. (Wat een  vrije vertaling  is onzerzijds).

    Vergeet a.u.b niet dat wat de organisatie schrijft, door miljoenen van onze mensen wordt gepredikt. Dat alle  publicaties die achter gelaten worden bij de mensen evenveel bewijzen zijn dat er op zijn minst  verkeerde verwachtingen zijn gewekt. Velen die hun familie hebben genegeerd moeten terugkomen op hun, neen, niet hun woorden, maar die van de organisatie, met alle gevolgen van dien. Dit blijkt duidelijk in die landen waar reeds vele jaren getuigenis is gegeven en een achteruitgang was of is. Het is waar en duidelijk dat het morele verval in de wereld algemeen is en dat dit in de bijbel werd voorzegd. Dat dit een van de aanduidingen zou zijn voor de tijd van het einde. Wij moeten in de eerste plaats eens denken welke tijd? Niet wij, gewone verkondigers, hebben uit ons zelf de data gepredikt, maar wel datgene wat de organisatie suggereerde. Of niet soms? Vanaf het moment waarop Charels Taze Russell de tijdsprofetieën wel belangrijk begon te vinden heeft het in feite niet meer gestopt om die wereldkundig te maken, of niet soms? Toch zegt Jezus in Hand. 1:7 “Het komt U niet toe kennis te verkrijgen van de tijden of tijdperken die de Vader onder zijn eigen rechtsmacht heeft gesteld”  of zijn ZIJN woorden niet duidelijk genoeg? Wel eigenaardig dat die tekst niet gemakkelijk in beeld komt.

    Beseffen wij wel hoeveel smaad dit op de organisatie heeft gebracht? Op de organisatie? Die vindt dat zeker niet. Wij vinden van wel. Erger is echter de smaad op God zelf. Niet direct door de mensen die predikten, alhoewel ook zij een verantwoordelijkheid hebben, maar vooral door de opdrachtgevers van de organisatie. Het is waar ook, een organisatie op zichzelf bestaat niet. Dan is het door die mensen die zich beroepen op of zich verschuilen achter de organisatie die ze gebruiken om zichzelf en hun interpretaties te promoten en er op gelijk  welke manier beter van te worden. Toch maakt dit niets uit om de eenvoudige reden dat de kans zeer groot is dat het toch maar niet  Gods organisatie is, maar één van de velen die daar aanspraak op maken. En terzelfder tijd door God gebruikt wordt om individuele mensen toch een bepaalde richting te geven. Deze uiteenzetting doet ons denken aan Jesaja 10:15 "Zal de bijl zich verheffen boven degene die ermee hakt, of de zaag zich grootmaken boven degene die haar heen en weer beweegt", deze uitspraak maakt toch wel duidelijk dat God niet afhankelijk is van een organisatie, maar een organisatie wel van God. Met andere woorden gezegd, wanneer een organisatie buiten haar boekje gaat, mag en moet zij op haar stappen terug keren. Openbaring 2: 5 "Bedenk daarom vanwaar gij gevallen zijt en heb berouw en doe de daden van vroeger. Zo niet, dan kom ik tot u, en ik zal uw lampenstandaard van zijn plaats verwijderen, tenzij gij berouw hebt". Jezus zegt tot de gemeente Efeze, in onze tijd tot een toepasselijke gemeente en, tenzij het besturend lichaam of die mensen van de organisatie niet tot een gemeente behoren, is het dus ook op hen van toepassing. Dus, wanneer zij niet tot een gemeente behoren of geen gemeente vormen, dan hoeven  zij uiteraard geen rekening te houden met Jezus woorden en wij niet met hen. Dit betekent dat wij de organisatie kunnen gebruiken, maar nodig hebben? Niet echt. Wat wel kan zijn is dat gij de organisatie nog nodig hebt. Waarom, omdat mensen, de meeste toch, iets moeten hebben om zich aan vast te houden en te geloven? Het blijkt ingebakken te zijn. Een illustratie kan het verduidelijken. Een kind, en je hebt er misschien zelf, blijft zolang bij zijn ouders tot het op zijn eigen benen kan staan. Enfin, dat was in onze tijd zo en dat is volgens wat wij waarnemen nog steeds zo. Wanneer je opvoeding redelijk tot zeer goed genoemd kan worden, in zo verre het van jou afhing, dan zal je kind zijn plan wel trekken en van zijn leven iets goeds maken. Kun je daar mee akkoord gaan? Wij zijn geen pedagogen, maar wel ouders, en zoals onze kinderen van ons hebben geleerd, hebben wij ook veel van hen geleerd. Nu moet je eens goed luisteren!  De organisatie beweert onze moeder te zijn. En volgens de tijd dat wij met haar verbonden zijn hebben wij geleerd op eigen benen te staan. Dat zou toch moeten kunnen. Stel nu dat je moeder zo nu en dan een steek laat vallen, is je band dan verbroken? Bijlange niet. Wat doe je wanneer het meermaals gebeurt, er geen rechtzetting komt, dat wanneer jij tegen je moeder zegt, ma dat kan toch niet en gij de schuld krijgt en nog wat kletsen op je billen. Nu als kind ga je daar aan voorbij, soms kun je niet anders. Maar eenmaal volwassen zul je daar niet mee gediend zijn en waarschijnlijk zelfs op reageren. Dan zijn er verschillende mogelijkheden. Wanneer je dat laatste door trekt naar de organisatie ben je gezien. Je mag zelfs geen ouderling terechtwijzen. En waarom niet, omdat de lieve vrede van de gemeente in het gedrang komt? Die komt zo wie zo in het gedrang omdat een ouderling niet terechtgewezen mag worden. Hoe noemen ze dat, heilige boontjes?

    Dezelfde vraag  dringt zich op? Wordt Gods naam daar mee verheerlijkt?

    Zo hebben we ook nog het feit dat de ‘aardse organisatie’ Gods naam gebruikt. Dat stelt hen verantwoordelijk voor wat zij schrijven, veranderen, toevoegen, verwijderen, verkeerd interpreteren en goed doen. Dat  is de reden of zijn de redenen waarom wij organisatie nodig hebben. Niet één organisatie, maar organisatie. Het beginsel vinden wij o. a. in: 1 Thessalonicenzen 5:21 "Vergewist U van alles, houdt vast aan dat wat voortreffelijk is dit betekent dat je een persoonlijke mening kunt hebben, maar mag je die aan anderen uitdragen, ook als zij verschilt van die van de organisatie?  Paulus zei niet ‘houdt vast aan dat wat de organisatie zegt’ met organisatie bedoelen wij ook de beleidvolle slaaf, wij gebruiken beide moedwillig en voor de duidelijkheid door mekaar.

    De vraag was en is, houdt de ‘zichtbare organisatie’ zich strikt aan Gods geïnspireerde woord? Zijn al haar  leerstellingen en gedragsnormen op Gods Woord gebaseerd?

    Wij hebben het over vroegere beslissingen, procedures en zelfs leerstellingen of wat er voor door moest gaan: data, neutraliteit, autoriteit en zelfs over ons privé leven enz.  Nieuw en toegenomen licht, lichtflitsen en bijsturingen met inbegrip van vereenvoudigingen en een voorbijgaan van de toentertijd zijnde, absolute bewijzen van de Heilige Schrift, kunnen ons vertrouwen in Jehovah alleen maar vergroten, maar niet in mensen, wat die mensen ook beweren en welke schriftplaatsen zij ook maar aanhalen. Voel jij je daar goed bij? Houden zo! Voel jij je daar niet goed bij? Zoeken dan, maar God niet de rug toekeren, integendeel!

    Zelfs wanneer je vertrouwen in de bijbel op een laag pitje brandt of uitgedoofd is. Je eigen ik dient of kan dan dienen als het baken waarop jij je kunt verlaten in zoverre je eerlijk bent met jezelf uiteraard. Kennis is vanzelfsprekend een vereiste om op eigen benen te staan, maar niet De vereiste, wel liefde voor rechtvaardigheid omdat volgens Psalm 37:29 "De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven". Eveneens een schriftplaats om in gedachten te houden is Handelingen 10: 35 "maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem".

    In de Wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”. Denkt nu eens goed na. Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat  God wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Waar ter wereld zij met een organisatie verbonden zijn of juist niet. Wij hebben het reeds gezegd, een organisatie gehoorzamen is mensen gehoorzamen. Een organisatie kan nooit zeggen wie gered of vernietigd zal worden. Doet zij dat wel, dan gaat ze haar boekje (in de meeste gevallen ‘de bijbel’) ver te buiten. Neem a.u.b ook de schriftplaats van Markus 10:26-27 "Toen stonden zij nog meer versteld en zeiden tot hem: „Wie kan er dan eigenlijk worden gered?” 27 Jezus keek hen recht aan en zei: „Bij mensen is het onmogelijk, maar niet bij God, want bij God zijn alle dingen mogelijk” Wij willen absoluut niet voorbij gaan aan wat de context zegt over de beloning die Jezus zijn discipelen in het vooruitzicht stelt omdat zij met hem het werk behartigden. Hiertegenover staat uiteraard dat wat Jezus hen beloofde beperkt was tot één bepaalde groep in één onbepaalde periode. Willen wij onpartijdige liefde, Gods liefde, weerspiegelen dan is iedere speculatie wie wel of niet gered wordt uit den boze. Hetzelfde geldt voor ieder werk dat men als verdienste wil aanrekenen om redding te verdienen.

    Uiteraard zal rechtvaardigheid onze redding bewerkstelligen, zoals God in boven vermelde schriftplaatsen aanmerkt, samen met alle andere eigenschappen die inherent en op een redelijke wijze tot de juiste persoonlijkheid toe bijdragen. Galaten 5:22-23 "De vrucht van de geest daarentegen is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, 23 zachtaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen is geen wet".

    De organisatie bevestigt deze Goddelijke voorziening met de uitdrukking ‘Christelijke Persoonlijkheid”. Over die persoonlijkheid is zeker nog niet het laatste woord geschreven of gedrukt!  En wij komen daar straks nog op terug.

    Het is ook niet omdat  wij als enigen Gods Koninkrijk bekend maken op de manier die een handelsmerk (organisatie boek blz. 92) is geworden voor Jehovah’s getuigen, namelijk van huis tot huis of van deur tot deur, dat redding automatisch daar van afhangt. Ook hierover zou zeker nog veel kunnen gezegd en zelfs gediscussieerd worden. 

    Overtuigender zal het antwoord zijn als u op volgende vragen een antwoord wilt geven: Is volgens u iedere getuige van Jehovah een Christen? En is ieder  mens die een handelwijze als de Christus volgt een getuige van Jehovah?  Volgens mij ligt de beslissing dus niet in wat de organisatie zegt of in het werk dat iemand doet, maar wat God zegt o. a. in bovenvermelde schriftplaatsen, doorslag gevend. Ieders motivatie speelt een grote rol en dient dan ook nauwkeurig met een vergrootglas onderzocht te worden. Niet door een ander, maar door jezelf. Alle hulpmiddelen zijn welkom, maar alleen hulpmiddelen, geen intimidatie, geen druk, geen je mag niet dit of dat en nog minder je moet dit en dat.

    Hoe mooi bepaalde publicaties het ook voorstellen, het blijft een feit dat, volgens de interpretaties van de organisatie en het besturende lichaam, alleen en uitsluitend Jehovah’s getuigen gered zullen worden.

    Wanneer dat waar zou zijn, dan zal er in het begin van de nieuwe ordening ruim plaats zijn in het paradijs. Op dit moment dan toch.

    (wordt vervolgd)

    04-06-2009 om 05:15 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN derde deel

    DE derde vereiste

    Ze houdt zich strikt aan Gods geïnspireerde Woord en baseert al haar leerstellingen en gedragsnormen op de bijbel.

    2 Tim. 3:16, 17.

    Wij gaan nu een voorbeeld gebruiken dat wereldomvattend een enorme invloed uitoefent op zowel de getuigen zelf, als praktisch de gehele mensheid. En hoewel de aardse organisatie, door de druk die zij omtrent dit onderwerp heeft gestoken, uiteindelijk veel heeft bereikt, in de eerste plaats voor haar eigen leden, en ogenschijnlijk ook voor de niet getuigen van Jehovah,  toch mogen wij niet nalaten te beseffen dat er ook een keerzijde is van datgene wat is bereikt. Juist, het gaat over de bloedkwestie. 

    Ben jij, als één van die ‘getuigen’ bereid om de verantwoordelijkheid van al datgene wat de Km. van november 2006 hierover zegt te aanvaarden? Direct geantwoord zal dit  wel ja zijn, maar heb jij wel echt begrepen wat daar van jou wordt verwacht?

    Dit stellen wij in vraag of vragen wij, omdat meerderen te kennen hebben gegeven, zelfs ouderlingen, die de kudde dienen voor te gaan, dat zij daar niet echt een gewetensvol antwoord kunnen op geven.   In de eerste plaats omdat zij het artikel niet kunnen begrijpen en de schriftuurlijke basis nog minder. Vervolgens, dat het artikel in tegenspraak  is met zichzelf.  En daarenboven dienen de gevolmachtigden nog eens een kopie te hebben om jou te kunnen vertegenwoordigen. Niet dat dit verkeerd is, zij verwoorden wat jij op dit moment niet zelf kunt zeggen,  maar de mogelijkheid is groot dat die mandatarissen persoonlijk  een andere zienswijze hebben, een andere gewetenshouding.

    Ons inzicht zal niet alles kunnen weergeven, daarvoor ben jij en alleen jij verantwoording schuldig aan God. Jouw geweten kan en zal je op het juiste moment daarbij helpen, tenzij je dat recht om bepaalde redenen of gemakzucht of onbegrip aan anderen overlaat, wat je in werkelijkheid of ten overstaan van GOD NIET KUNT DOEN. Wat niet kan doen?  Datgene wat de Km. allemaal zegt, dát mag je niet aan anderen overlaten. De bijbel zegt zo duidelijk dat men zich dient te onthouden van bloed. Eenvoudiger kan het niet!  Waarom moeten er dan toevoegingen gemaakt worden zo die de hoofdbestanddelen Bijbels onaanvaardbaar maken, waar staat dat? Waar staat dat, dat ook maar één van die hoofdbestanddelen bloed is?  Nergens, evenmin als er in de Bijbel iets staat over fracties die een gewetenskwestie zijn of opties. Waarvoor dient dan een ‘medisch document’ dat ook medisch tegenstrijdig is? Terwijl alleen het titelblad voldoende kan zijn. Natuurlijk zijn er gevaren aan een bloedtransfusie, dat heb je bij iedere medische behandeling of therapie en met elk geneesmiddel. Daarom dien je ook vooraf inlichtingen in te winnen bij, om te beginnen je huisarts en daarna het eventuele rijtje van verantwoordelijke deskundigen. Wat uiteraard inhoudt dat wat die mensen voorstellen door jou, gewetensvol geaccepteerd of verworpen kan worden.

    Daarbij, en dat wordt ons toch regelmatig onder de aandacht gebracht, hebben de mensen die ons behandelen ook een geweten nietwaar? Lees maar, eventueel in je eigen bijbel: Romeinen 2:15 "Zij zijn juist degenen die tonen dat de inhoud van de wet in hun hart staat geschreven, terwijl hun geweten met hen getuigenis aflegt en hun eigen gedachten onderling hen beschuldigen of zelfs verontschuldigen.

    Paulus spreekt hier tegen en over mensen die geen christenen zijn, maar hoeveel te meer dient het ons te treffen. Let op de uitdrukking, ‘hun eigen gedachten onderling’, die mensen overdenken wat zij, ’t zij willen doen of gedaan hebben, en kunnen dan conclusies trekken en daarvan leren, als ze willen uiteraard?  Jij toch ook?

    Een eerste vereiste is echter dat je begrijpt waarover je gewetensvol een beslissing dient te nemen.

    In deze kwestie is het, wanneer het erop aan komt, van levensbelang voor jou en allen die je nauw aan het hart liggen.

    Terwijl het getuigenis dat je geeft van levensbelang kan en ook zal zijn voor diegenen die er op dat moment bij betrokken zijn.

    Uiteindelijk  maakt het ook nog eens deel uit van het antwoord dat je aan God zelf geeft: 

    Spreuken 27:11 Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.

    ANDERS GEZEGD: GIJ EERT OF ONTEERT DIEGENE DIE JE BEWEERT TE AANBIDDEN, en dat is wel een doordenkertje!

    Laten wij het nu maar eens hebben over wat wij ervan denken!
    De koninkrijksdienst van november 2006 blz. 5, werkblad 1 zegt zeer duidelijk dat ‘VOLBLOED’ bijbels onaanvaardbaar is voor christenen. Dat is gebaseerd op Handelingen 15: 20, 28-29 "maar hun te schrijven zich te onthouden van dingen die door afgoden zijn bezoedeld en van hoererij en van het verstikte en van bloed. ..28 Want het heeft de heilige geest en ons goed gedacht U geen verdere last toe te voegen dan deze noodzakelijke dingen: 29 U te blijven onthouden van dingen die aan afgoden ten slachtoffer zijn gebracht en van bloed en van al wat verstikt is en van hoererij". 
    Wij zijn er van overtuigd dat iedere getuige van Jehovah, maar ook anderen, het daarmee eens kunnen zijn en wij ook.

    Vervolgens staat in "dezelfde" kolom dat “PLASMA, RODE BLOEDCELLEN, WITTE BLOEDCELLEN en BLOEDPLAATJES” eveneens bijbels onaanvaardbaar zijn  voor christenen. Wij zijn maar gewone mensen, maar wanneer je bijvoorbeeld één van die vier bestanddelen uit het bloed verwijdert, heb je dan nog bloed? En waar staat die muggenzifterij in de bijbel?  Wij hebben het reeds aangehaald.

    Draai nu a.u.b. niet rond de pot, antwoord a.u.b. met ja of neen.

     Wanneer je ‘ja’ zegt, waarom zeg je dan ja?   Wanneer je ‘neen’ zegt, waarom zeg je dan neen?

    In de andere kolommen van de koninkrijksdienst hebben wij dan de ‘aanvullende beslissingen’.           DE FRACTIES & keuzes waarvoor je opteert.

    Wij willen het echt niet moeilijk maken, maar keuze of opteren betekent hetzelfde. Maar waarom die herhaling, in plaats van ‘gewetensvolle keuzes’? Ook hier moet je zelf op antwoorden, maar zodoende wordt het wel een beetje ‘mistiger’ en het is al niet gemakkelijk  ‘gemaakt’. Ook  hier dien je gewetensvol met ja of neen te antwoorden. Ga je dat doen?

    Wanneer je ‘ja’ zegt, waarom zeg je dan ja?  Wanneer je ‘neen’ zegt, waarom zeg je dan neen?

    Verlies niet uit het oog dat zowel de vier hoofdbestanddelen met de fracties het ‘vol bloed’ uitmaken.

    Wanneer de fracties apart slechts een onderdeel vormen van het volbloed, dan is elk hoofdbestanddeel apart evenzo een onderdeel.  Meet je anders niet met twee maten?

    Zo krijgen wij uit het PLASMA  volgende fracties:

    Albumine (ongeveer 4% van het plasma) – Immunoglobulinen (3%) en Stollingsfactoren (–1%), dat  is niet erg veel, of is het eerder erg weinig. Heb  je er een gedacht van?  Neen?  Ja?  ’t Is gelijk  wat  je denkt, wij gaan het zien in de Ontwaakt! van oktober 1990 blz. 4. Plasma maakt zowat ±55% uit van ons bloed, dus zo om en bij de 3 liter, om het zo uit te drukken. Die drie liter bestaat vervolgens uit 92% (km zegt±91%) water, akkoord? De rest, zowat 8% zijn dan die globulinen, fibrinogeen en albumine. Dat komt zowat overeen met de koninkrijksdienst (km) nietwaar? Albumine ongeveer 4%, immunoglobulinen ongeveer 3% en stollingsfactoren minder dan 1%.

    Wij gaan die 3 liter omzetten voor ’t gemak  in centiliters, is ’t goed? Dus 3000 c l en 92% van 3000 = 2760 c l water en 240 c l fracties. Heb je het mee meegerekend? Is ‘t juist? 

    Nog gemakkelijker is de visuele voorstelling, in de plaats van 3000 c l zien wij drieduizend vierkante blokjes van 1cm en die gaan wij ook nog bevriezen, dat is gemakkelijker om te tellen en vast te houden.  In 1 l. zitten dus 1000 blokjes. Een klein kind kan 't nu, zelfs met zijn ellebogen, natellen. 2760 blokjes water die je, bijbels gezien, volgens de koninkrijksdienst, niet mag gebruiken en 240 blokjes, met van alles er in, die je wel mag nemen. Leg jij het ons nu maar eens uit?

    Even herhalen. Die 240 cl die mag je nemen indien je geweten het toelaat, je mag het ook  weigeren uiteraard, ’t is jouw keuze.

    Maar die 2760 cl water dat is volgens, ja volgens wie, geen optie, dat is bijbels onaanvaardbaar voor christenen.  Wie schrijft dat? Hooguit zou men kunnen schrijven dat het onaanvaardbaar is voor, diegene die het geschreven heeft? Of de opdrachtgever? Vult dat zelf maar in, van ons mag je.

    Hou je aandacht er nog enkele minuten bij, OK……

    RODE BLOEDCELLEN maken zowat ±45% uit van het volbloed volgens de Ontwaakt! hoger genoemd. En volgens de medische hulpmiddelen die tot onze beschikking staan ook.           De koninkrijksdienst  is natuurlijk geen medisch medium, maar ’t zou toch niet te veel moeite mogen gekost hebben ietsje informatiever te zijn. Daarom gaan wij het iets completer maken, t.t.z als het plasma ±55% bedraagt, en de rode bloedcellen ±45%, hoeveel blijft er dan nog over voor de witte bloedcellen en de bloedplaatjes?  Ah niks meer, jawel zo zijn wij nu ook weer niet. Er is altijd nog wel iets van terug te vinden, zie maar in die Ontwaakt!, “witte bloedcellen 0,1% en bloedplaatjes 0,17%”. Zie je wel, te samen 0,18% witte bloedcellen en bloedplaatjes. Het is echt niet veel, zelfs minder dan 1%. Wat zeiden wij, 0,18%, het is zelfs minder dan 20% van 1% van het volbloed. Ben je nog mee, anders herlees je het maar. En nu is het niet moeilijk  om te zien dat er fracties zijn die een groter % hebben dan die twee hoofdbestanddelen te samen.

    Volgens het schema in de km blz. 5 is er visueel voor de witte bloedcellen 22mm plaats voorzien en voor de bloedplaatjes 11mm, maar in werkelijkheid is dit één zeer dunne lijn met één iets dunnere lijn. Zodat zelfs de schematische voorstelling misleidend is .

    Dat witte bloedcellen en bloedplaatjes “bijbels onaanvaardbaar" zijn. Wie zei dat ook weer?

     

    Zoals gezien maken de RODE BLOEDCELLEN zowat ±45% uit van het ‘vol bloed’ en zelf bestaan ze grotendeels uit 60% H2O, 34% Hemoglobine en 6% overige stoffen. De koninkrijksdienst zegt 33% Hemoglobine, maar daar gaan wij niet over vallen. Alleen mag je geen rode bloedcellen aanvaarden want dit is bijbels onaanvaardbaar volgens de koninkrijksdienst alleszins.
    Maar Hemoglobine 33% en Hemine 2%, kan wel? 

    Wanneer wij de cijfers uit de km optellen dan kom je toch nog op 35% die je eventueel, als je geweten het toelaat, kunt nemen. Dus blijft er nog 65% over waarvan 60% water en ±5% vaste stoffen.

    Wat je ook niet uit het oog mag verliezen is dat om fracties te bekomen heb je meestal liters en liters volbloed nodig.

    Aan jou de opties en keuzes. Dus een dubbele keuze samen met gewetensvrijheid?

    Wat wij ondervonden hebben met ongeveer dertig getuigen is, dat er iets niet klopt? En wij hebben het reeds gezegd, daar waren meerdere ouderlingen bij betrokken en die moeten het diegenen die het niet verstaan, uitleggen, ondanks de informatieve lezingen, want het waren er twee. Wij hebben het over één gemeente, met uitzondering van de ouderlingen, dat waren er van verschillende gemeenten.

    Eén ding is duidelijk, het onderscheidt de getuigen, duidelijk als “anders” ja, anders dan alle ons bekende christelijk genoemde instellingen. Het is, zoals reeds gezegd ook  waar dat de medische inspanningen hierdoor zijn gestimuleerd, maar anderzijds heeft het erg veel smaad op Gods naam gebracht door de inconsequente manier waarop, doorgaans in familie- en gezinsverband, negatieve reclame is gemaakt. Wij spreken dan nog niet van diegenen die omwille van het geweten van anderen de dood moesten smaken, kinderen inbegrepen.

    Neem nog nota dat VOLBLOED niet meer zo gebruikelijk is. Meestal wordt het nu opgesplitst in de verschillende componenten.

    NOTA: en... alsof het nog niet moeilijk genoeg is wordt ons geweten subtiel bewerkt met het Wetsverbond. Op blz. 3 van betreffende Km  wordt in alle subtiliteit gebruik gemaakt van de tekst uit Leviticus 17:13 "Wat enige man betreft van de zonen van Israël of een inwonende vreemdeling die in UW midden vertoeft, die tijdens het jagen een wild dier of gevogelte vangt dat gegeten mag worden, die moet in dat geval het bloed daarvan uitgieten en dat met stof bedekken".

    Om het te benadrukken en in te scherpen volgt nog een tekst  uit Deuteronomium 12:23-24 "Wees alleen vastbesloten het bloed niet te eten, want het bloed is de ziel en gij moogt niet de ziel met het vlees eten. 24 Gij moogt het niet eten. Gij dient het als water op de aarde uit te gieten".

    Vermits het Wetsverbond vervangen is door het Nieuwe Verbond, zie o.a.dagtekst van vrijdag 16 november ’07 en de wachttoren van 18/8/05, noemen wij het voor wat het is. Misleidende intimidatie en een jongleren met teksten die voor christenen niet meer opgaan. Misschien, en dat is waarschijnlijk nog niet zo ver gezocht, probeert het genootschap met alle middelen om beter  over te komen dan de andere religies? Nu dan heeft zij voorbeelden genoeg ter beschikking, beginnend bij het Katholicisme. Misschien, dat kan ook, huldigt de organisatie de uitspraak van Macchiavelli, “het doel wettigt de middelen” . Dat zou dan wel het minst schriftuurlijke van al zijn.  Zie jij het anders, voor ons ook goed. 

    Met alle uitleg verliezen wij niet uit het oog dat er aan “bloedtransfusies” en het toegestane gebruik van fracties, gevaren verbonden zijn. Ook hier dien jij je eigen geweten te volgen. Let wel op dat je geweten geoefend dient te zijn op, en vooral op bijbelse beginselen! Denk terzelfder tijd aan de gevolgen op korte termijn en langere tijd, de gevolgen voor jou, maar ook voor ………..?

    Daarom stellen wij duidelijk dat ieder hierover wordt geïnformeerd of informatie inwint vóórdat men het nodig heeft.

    Zijn wij, om de morele kant van de zaak te benadrukken, dan niet verplicht en niet alleen voor onszelf, maar voor ieder mens, om de  “bloedkwestie” te vergelijken met de “vaccinatie kwestie” en de “orgaan transplantaties”. Geruime tijd waren die ‘schriftuurlijk’ eveneens  onaanvaardbaar. De gevolgen daarvan werken nog steeds door. Dat is gemakkelijk na te gaan en zelfs je persoonlijke verantwoordelijkheid.

    Nochtans voelen wij ons verplicht, niet alleen moreel, maar zelfs schriftuurlijk volgens Leviticus 5:1 "Ingeval nu een ziel zondigt doordat hij een in het openbaar geuite vervloeking heeft gehoord en hij getuige is of het gezien heeft of het te weten gekomen is, dan moet hij, indien hij het niet aangeeft, de verantwoordelijkheid voor zijn dwaling dragen". Ingeval je zou zeggen dat ook wij een tekst uit de Hebreeuwse geschriften gebruiken, verwijzen wij u naar de w97 15/8 blz. 26 Waarom het kwaad aangeven?

    Tezelfdertijd benadrukken wij het feit dat, wanneer ‘mensen’ anderen iets opleggen waarvan zij beweren dat God dat zegt, maar het niet zo is, dan blijkt dat zelfs een ‘in het openbaar geuite vervloeking’ . Temeer of juist omdat er  mensenlevens mee gemoeid zijn.   Daarom en omdat het  feiten zijn die bewezen kunnen worden. Ja, die tijd ligt nog niet zo ver in het verleden dat de ouderen onder ons en de onderzoekers, het vergeten zouden zijn. Of valt dit allemaal onder de noemer ‘vergeven en vergeten’? Die overschakelingen, van ‘schriftuurlijk onaanvaardbaar’ naar ‘nu is het een gewetenskwestie’, gebeurden zonder dat er serieuze verontschuldigingen zijn aangeboden, noch aan de slachtoffers, de doden en verminkten, noch aan diegenen die er fysiek en mentaal onder geleden hebben en er nog steeds onder lijden of weggegaan zijn, noch aan diegenen die het tijdens de prediking wereldwijd hebben helpen verbreiden, noch aan diegenen die er rechtens ‘openbaarheid’ hebben aangegeven en er voor uit gesloten werden.

    Zelfs Hij, in wiens Naam deze verkeerde beslissingen zijn genomen werd niet in aanmerking genomen. Erger nog, diegenen die het verboden hadden, schreven dat er een goed doel mee gediend was. Er was bewezen dat men gehoorzaamde aan diegene de over alle bezittingen van de Meester waren aangesteld. Dit is een vrije vertaling van wat geschreven is.

    Let wel op de weergave van wat zij schrijven hierover in het redeneren boekje blz. 38.

    Afval Definitie:  afval is het verzaken of verlaten van de aanbidding en dienst van God; in feite is het opstand tegen Jehovah God. Sommige afvalligen belijden God te kennen en te dienen, maar verwerpen leerstellingen of vereisten die in zijn Woord worden uiteengezet. Anderen beweren in de bijbel te geloven, maar verwerpen Jehovah’s organisatie.

    Wij vinden het nogal ‘arrogant’ om te zeggen dat iemand afvallig is als hij of zij leerstellingen of vereisten verwerpen die niet in ‘Zijn Woord’ worden uiteengezet. Of die zonder ‘boe of ba’ worden veranderd, op enkele uitzonderingen na. Wanneer wij nu heel ‘eventjes’ stilstaan bij de laatste zin in die definitie dan komen wij tot de conclusie dat, in overeenstemming met de voorlaatste zin, juist zij de afvalligen zijn, omdat zij leerstellingen en vereisten opleggen die nooit en te nimmer in ‘Zijn Woord’ hebben gestaan. Jij mag zelf eens opnoemen wat er allemaal is veranderd of/en niet juist was, en mogelijk nog enkele die nu niet juist zijn.

    NEEM OOK NOTA DAT, OMDAT WIJ MENSEN AAN DE KAAK STELLEN, DIT NIET WIL ZEGGEN DAT WIJ  ‘GODS ORGANISATIE(S)’  VERWERPEN!

    Wat de organisatie als definitie schrijft hebben honderden organisaties voordien en heden ten dage honderden organisaties nog steeds geschreven, maar daarmee wordt alleen maar hun ‘afvalligheid’ geopenbaard. Hoe dat zo? Omdat zij zichzelf op dezelfde hoogte stellen als hun Meester, of hoger misschien? Een schrijver schreef eens: ‘het is niet gemakkelijk om de voeten te wassen van iemand anders als je zelf op een sokkel staat’….daar zit wel veel waarheid in. 
    Dat is niet waar, kun je reageren, dat doen zij niet, kijk maar naar al die mooie artikelen in de publicaties.  Daar moeten wij  je gelijk in geven, alhoewel wij eveneens moeten toegeven, en wij hopen jij ook, dat er heel wat artikelen zijn die andere organisaties en/of mensen omlaag halen en niet alleen die, maar zelfs Jezus in diskrediet brengen door eigenmachtige artikelen.
    Hebben wij het niet geschreven dat er staat geschreven: met de maat waarmee ge meet zult gij gemeten worden, dat zijn de woorden van de Meester en die halen wij ter herinnering nog even aan: 
    Mattheüs 7:1-2 "Houdt op met oordelen, opdat GIJ niet wordt geoordeeld; 2 want met het oordeel waarmee GIJ oordeelt, zult GIJ geoordeeld worden; en met de maat  waarmee  GIJ  meet,  zal  men  U  meten". En hoe interpreteer en pas je de tekst toe van 2 Korinthiërs 11:14-15 "En geen wonder, want Satan zelf blijft zich veranderen in een engel des lichts. 15 Het is daarom niets groots indien ook zijn dienaren zich blijven veranderen in dienaren van rechtvaardigheid".

    Dat  klopt toch nietwaar? . Jezus zei ‘Houdt op met oordelen’   door de boven vermelde definitie zijn zij  weer  bezig  met oordelen, want zij  zeggen dat het verlaten van de aanbidding en dienst van God; in feite opstand is tegen Jehovah God.  Met het verlaten van de aanbidding en dienst van God, bedoelen zij  dat men niet naar de door hen geplande vergaderingen gaan, hun publicaties niet lezen, geen van ‘deur tot deur’ of ‘van huis tot huis’ prediking verrichten of rapporteren, niet gehoorzamen aan de door hen  aangestelde ouderlingen, niet toepassen van de door hen  gestelde regels, enz.. Zelfs wanneer deze verkeerd zouden zijn. Je moet sommige recente lezingen maar eens herbeluisteren en met recent, bedoelen wij lezingen over de laatste vijf jaren op o.a. de districtcongressen. Met alle respect voor diegenen die zulke lezingen geven in oprechtheid. Met ‘oprechtheid’ bedoelen wij wel ‘in vol vertrouwen in de organisatie’ of de ‘beleidvolle slaaf,‘ wat hen niet ontslaat van hun verantwoordelijkheid.

    (wordt vervolgd)

    03-06-2009 om 09:50 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN tweede deel

    Het tweede punt:

    Ze erkent volkomen de uiterst belangrijke rol van Jezus Christus in Jehovah’s voornemen als de rechtvaardiger van Jehovah’s soevereiniteit, de Voornaamste Bewerker van het leven, het hoofd van de  christelijke gemeente, de regerende Messiaanse Koning.

    Openb. 19:11-13; 12:10; Hand. 5:31; Ef. 1:22, 23.

    Laten wij het even verduidelijken: Ze, de zichtbare organisatie, erkent  volkomen de uiterst belangrijke rol van Jezus Christus in Jehovah ’s voornemen — als de Rechtvaardiger, Voornaamste Bewerker, Hoofd van de christelijke gemeente en regerende Koning.

    Nu willen wij geen woordspeling doen, maar toch duidelijk stellen wat woorden betekenen en welke invloed deze woorden kunnen bewerkstelligen. Ten eerste, het vetgedrukte woord ‘volkomen’. Volgens het woordenboek betekent het o.a. geheel, totaal, vol, volmaakt, zonder gebrek en volkomen.        Wanneer zij, dit volmaakt erkennen, dan zullen zij dit hoofd van de christelijke gemeente zeker willen gehoorzamen,  ten minste willen, want wij mogen niet vergeten dat zij, de zichtbare organisatie, onvolmaakt is. Tussen het erkennen en het gehoorzamen ligt echter een wereld van verschil, zoals u zelf wel meer meegemaakt hebt in uw eigen leven en dat hoeft niet eens moedwillig te zijn. Wij hebben ook de woorden ‘christelijke gemeente’ benadrukt. Zoals geleerd, zijn dat alle gezalfden sinds de uitstorting van Gods Heilige Geest op de vergaderde 120 discipelen van Christus in 33 GT. Handelingen 2: 1- 4" In de loop van de dag van het Pinkster[feest] nu waren zij allen op dezelfde plaats bijeen, 2 en plotseling kwam er uit de hemel een gedruis als van een voortgestuwde, stevige bries, en het vervulde het gehele huis waarin zij zaten. 3 En hun werden tongen als van vuur zichtbaar, die werden verdeeld, en op ieder van hen zette zich er één, 4 en zij werden allen met heilige geest vervuld en begonnen in verschillende talen te spreken, zoals de geest het hun gaf zich te uiten".

    Andere schriftplaatsen tonen aan dat deze kleine kudde uit 144.000 bestaat, die in onze tijd, volgens het jaarboek 2009 een verhoogde getalsterkte van 9986 personen uitmaakt, die vertegenwoordigd worden door het Besturend Lichaam dat volgens het jaarboek 2007 uit 10 personen bestaat. Al het werk dat sinds 33GT tot nu toe door hen is gedaan als groep wordt toegeschreven aan Gods Heilige Geest. Uitzonderlijk is echter het werk dat sinds Russell ’s oprichting van de wachttorenorganisatie tot nu toe is geklaard en als slot wordt beschouwd van de tijd van het einde, met alle implicaties en complicaties van dien. In grote trekken wordt er gewoon aan voorbij gegaan, maar desondanks toch gebruik van gemaakt. Ik bedoel, van datgene wat voordien werd geschreven en gedrukt, zelfs van diegenen die als afvalligen werden gebrandmerkt. Hiermee bedoelen wij dat ze zich veel kennis toe-eigenen die rechtens door anderen waren geopenbaard, iets dat niet verkeerd hoeft te zijn, maar wel verkeerd is, wanneer het als toenemend licht wordt gepubliceerd. Wat dikwijls als toenemend licht of lichtflitsen wordt gelanceerd, is meestal een aanpassing omdat stellingen of leringen niet meer houdbaar zijn.

    In de eerste plaats verwijzen wij naar bovenstaande feiten, vervolgens hebben wij o. a.:

    De doopvragen die aangepast werden, en een vereenvoudiging werden genoemd, zijn beslist niet vormend om mensen exclusieve aanbidding voor God bij te brengen. Eens te meer is de heerser van deze wereld er in geslaagd om, via mensen, de heerschappij die hij uitoefent te bevestigen of te verstevigen. Het is voor ernstige bijbelonderzoekers, maar ook voor alle rechtvaardige mensen, duidelijk dat wie beweert een woordvoerder van God te zijn een woordvoerder van Satan is. Jezus heeft zijn autoriteit als toekomstige Koning nooit aan mensen, of een organisatie overgedragen. In Mt 24: 45 stelde HIJ alleen de vraag, "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun  voedsel  te geven"? Praktisch alle religies, en alle menselijke regeerders, geven hun mensen onderricht; maar weinigen echt doeltreffend.  Wat wel gebeurt is dat ondanks alles er heel veel mensen op persoonlijke basis en in oprechtheid van hart niet alleen verlangen naar rechtvaardigheid, maar op veel verschillende manieren ook daadwerkelijk rechtvaardigheid oefenen.

    Daarmee bedoelen wij dat mochten de omstandigheden ten goede kunnen veranderen zij mee zouden werken om Gods werken te werken. Nog anders gezegd: dat wanneer mensen vrij zouden zijn van de heerser van deze wereld zij wel degelijk tot rechtvaardigheid zouden neigen. Alleen God weet en kent het hart van hen die Hem dan zullen toebehoren en ook wanneer.

    Wij hadden het over de doopvragen en deze zijn nu:

    1.  Heb je op grond van het slachtoffer van Jezus Christus berouw van je zonden en heb jij je aan Jehovah opgedragen om zijn wil  te doen?

    2.  Begrijp je dat je opdracht en doop je identificeren als een van Jehovah’s  Getuigen, verbonden met Gods door de geest geleide organisatie?

    In de eerste plaats willen wij wijzen op de procedure die Jezus instelde over de doop: Mattheüs 28:19-20 "Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, 20 en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. En ziet! ik ben met U alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.”

    Simpel en duidelijk? Zou je God nu verheerlijken door het op een andere manier te doen?

    De eerste vraag zou men eventueel nog in verband kunnen brengen met wat Jezus bedoelde.

    De tweede vraag is er echter duidelijk op gericht om de organisatie te erkennen. Dat is heel normaal voor hun handelwijze en zelfs een hint om je er aan te herinneren dat alles wat je geleerd hebt van die organisatie afkomstig is. Dat is in veel gevallen waar, maar niet in alle gevallen.

    Dat de organisatie door ‘Gods Geest’ geleid wordt is een andere zaak.  Zeker niet rechtstreeks, want Gods Geest is in alle opzichten volmaakt. Zo'n inmenging sluit alle fouten en mistoestanden uit.

    Hoe wordt de zichtbare organisatie dan wel geleid? Het ligt voor de hand dat dit via de Bijbel dient te gebeuren EN/OF, NIET VERGETEN, VIA HET GEBED!  Dit zijn geen persoonlijke gedachten, lees maar: Lukas 11:13 "Als GIJ dus, ofschoon GIJ slecht zijt, goede gaven aan UW kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan de Vader in de hemel heilige geest geven aan wie hem erom vragen!”

    Wat een bron van aanmoediging nietwaar, niet alleen de organisatie, maar ieder individueel kan gebruik maken van en geleid worden door Gods Heilige Geest.

    Nog één feit hierover.

    Wij hebben in het begin op blz. 2 vermeld, dat subtiliteit vooraf ging aan de zonde.

    In verband met de tweede vraag zijn er weinigen die bekend zijn met de context en de verantwoordelijkheid die het ‘ja’ dat geantwoord wordt in werkelijkheid inhoudt. Alles wat de organisatie voorschrijft en doet staat vanaf je ‘ja’ hebt gezegd boven je eigen geweten, terwijl er onvoorwaardelijke loyaliteit aan de organisatie dient te worden betoond. Zelfs van diegenen die vroeger onder andere voorwaarden zijn gedoopt.  Alleen het feit dat deze niet hebben gereageerd op de veranderde bewoordingen van de doopvragen verplichten hen de nieuwe bewoordingen te hebben aanvaard, en de ermee gepaard gaande verantwoordelijkheden en sancties.

    Wist jij dat?  Waarschijnlijk niet omdat, voor zover wij weten, het nooit als ter zake doende is gepubliceerd. De feiten spreken echter voor zichzelf. Vóór je doop mag je alles vragen, na je doop mag je ‘niets meer in vraag stellen’. (Vrije vertaling van een Lezing door David Vandendriessche op een kringvergadering en een symposium op een districtvergadering gehouden door Willy Gournon en Jean-Pierre Coninck).

    Zijn de Bereërs dan uit de Bijbel gewipt? Niet door ons hoor.

    Zoals het genootschap de veranderde doopvragen een ‘vereenvoudiging’ noemde, zo waren er echter ook veel onbeantwoorde vragen, misschien zelfs nu nog?
    De ‘vereenvoudiging’ was klaarblijkelijk alleen om de organisatie in te dekken in zowel religieuze als seculiere rechterlijke zaken.

    Vergelijkt die "vereenvoudiging" maar met het zetten van je handtekening onder een document dat je niet hebt gelezen of een cheque die je ondertekent waarop nog geen bedrag is vermeld. Denk je dat God daarmee verheerlijkt wordt?

    Dankbaarheid is uiteraard vanzelfsprekend, maar hoever moet je die dankbaarheid doorvoeren?

    En wie dien je echt dankbaar te zijn?    

    In werkelijkheid stelt de organisatie zich werelds en juridisch veilig. Hiermee bedoelen wij dat daardoor het “kerkelijk recht” door de organisatie als een werktuig, kan, en ook gebruikt wordt. Deze handelwijze is in strijd met Gods, via Jezus, uitdrukkelijk beginsel, geen deel van de wereld te zijn. Johannes 15:19  "Als GIJ een deel van de wereld zoudt zijn, zou de wereld ten zeerste gesteld zijn op wat haar toebehoort".

    Vervolgens, om zulke, en andere vereenvoudigingen door te voeren, gebruikt de organisatie een bij stemming gebruikte procedure van ‘twee derde meerderheid’.  Dat behelst eerder menselijke inspraak dan op schriftuurlijke basis stoelende beslissingen. In de media wordt in verband met politiek gehoord dat men een tweederde meerderheids-stemming houdt.  Voor het Vaticaans beslissingsrecht gelden dezelfde regels.  In veel gevallen is een meerderheid voldoende om beslissingen te nemen.  Vb. 51% is reeds een meerderheid. Met tweederde meerderheid moet men dus minimum tweederde van de stemmen krijgen om beslissingen te nemen.
    Voorbeeld, wanneer 18 personen stemmen, zijn er minimum 12 stemmen nodig om beslissingen door te voeren. Dat zijn minimum 3 stemmen meer dan de helft van de stemmers. Het is duidelijk dat de behoudsgezinden in het voordeel zijn. Maar in een theocratisch regime, wat de aardse organisatie dus betreft, verwachten wij een theocratische beslissing, gelijk hoeveel er voor of tegen zijn.  Dit wil zeggen dat de beslissing genomen dient te worden op schriftuurlijke gronden of beginselen. Dan pas kan men spreken van een door “Gods Geest geleide organisatie”.  Dan pas kan met zeggen en bewijzen dat de aardse organisatie het werktuig is dat God gebruikt en waarvan Jezus Christus het hoofd is.
    Klaarblijkelijk niet zo simpel om theocratisch te werk te gaan.

    Wij hebben reeds een andere mogelijkheid gesuggereerd, dat God geen specifieke aardse organisatie meer heeft, omdat de verschillende organisatorische wijzigingen in Zijn Theocratische Organisatie die Hij in het verleden heeft gebruikt als een voorziening voor zijn volk, nooit de normen hebben kunnen of zelfs hebben willen aanvaarden. Toch moeten er voorzieningen zijn om mensen te leiden, op te leiden en  te helpen om een christelijke persoonlijkheid te verwerven en te bewijzen! Mogelijk is dit doordat mensen van nature de neiging bezitten om elkaar te helpen. Er zijn momenteel miljoenen mensen als vrijwilligers werkzaam in talloze organisaties en branches. Nog niet te spreken van diegenen die bij rampen in de bres springen zelfs met gevaar voor eigen leven. Het is zelfs mogelijk het nog grootser te bezien in het licht van datgene wat in Handelingen staat:
    Handelingen 10:34-35 "Toen opende Petrus zijn mond en zei: „Ik bemerk zeer zeker dat God niet partijdig is, 35 maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem".

    Mocht dit waar zijn, dan zou dat heel wat ‘humbug’ uitsluiten. (daar komen wij later nog eens op terug)

    Geen enkele organisatie zou het dan nog op zich zelf van toepassing kunnen brengen, noch zich zelf op de borst kunnen kloppen en  zeggen ‘wij hebben de waarheid’. Toch zouden zij als organisatie, apart en zelfs gezamenlijk, ZIJN aardse organisatie kunnen zijn.  Meer nog, zelfs zij die atheïst zijn, of hoe ze zich ook noemen, zouden dan in aanmerking kunnen komen. Daarom zeggen wij, dat wat die organisaties ook voorstaan, hoe zij het ook presenteren, op welke werken zij zich beroemen, of hun onderwijs methoden, het onderwijs dat zij hebben genoten, mede de studies die zij met de grootste onderscheiding hebben gedaan, of welk heilig boek of heilige boeken zij in hun ‘concurrentiestrijd’ gebruiken of welke oorlogen zij strijden of gestreden hebben, hoeveel martelaren zij ten tonele opvoeren en welke bewijzen zij van hun geloof ook maar naar voor brengen, welke geloofsbrieven er in gelijk welke vorm geschreven of gedrukt voorgelegd zouden worden, alle genoemde en niet genoemde argumenten zullen niet  in aanmerking genomen worden, noch de redenen waarom zij hun geloof verloren of verzaakt hebben.  Amaai zeg, zo’n lange zin! Dat was nodig, omdat het niet alleen wereldomvattend moet zijn en voor alle volkeren, maar ook nog eens tijdloos.
    Het komt dus op de respons aan die ieder afzonderlijk vanuit zijn hart opbrengt, alle omstandigheden in acht genomen, die Hij en Hij alleen bij machte is te kennen,  die respons zal de doorslag geven. Hij heeft ons gemaakt en gezegd dat het zeer goed was. En dat het nu anders is, dan ligt dit bij de mens zelf. Natuurlijk is er één hoofdschuldige, de heerser van deze wereld, maar hoe reageren wij, overeenkomstig onze maker of overeenkomstig die heerser.
    Wij beseffen heel goed dat de omstandigheden wereldwijd enorm verschillen, maar God kent die en zal daar overeenkomstig naar oordelen, luister maar wat zijn scherprechter zei in:
     Johannes 5:30 "Ik kan niets uit mijzelf doen; gelijk ik hoor, oordeel ik; en het oordeel dat ik vel, is rechtvaardig, want ik zoek niet mijn eigen wil, maar de wil van hem die mij heeft gezonden".

     Wat een geruststelling,  wat een vrede,  wat een zekerheid!

    Wil dit zeggen dat men dan met weinig of niets te doen toch Gods liefde kan omhelzen? Absoluut niet. Wat  wij uit Petrus mond dienen te leren is absoluut geen kleinigheid, integendeel. De vrees voor God is een onafzienbaar terrein om ons in te verdiepen en te verlustigen. Het is geen kinderlijke vrees voor straf, maar een eerbiedige vrees dingen te doen die voor ons of onze naaste nadelig zijn, enerzijds. Anderzijds zullen wij het beste betrachten voor onze naasten, zonder in uitersten te vervallen, want wij kunnen daar geenszins ten volle aan voldoen. Met andere woorden, wij, en ook u, dient het te vermijden schuldgevoelens aan te kweken, niet in verband met God, noch bij uzelf, noch bij anderen. 

    Denk aan de woorden van de profeet Micha 6:8.  Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God?

    Vind je terug wat Petrus in Handelingen herhaald heeft?  Wij bekrachtigen deze richtlijnen met  Prediker 12:13-14  Het slot van de zaak, nu alles is gehoord, is: vrees de [ware] God en onderhoud zijn geboden. Want dit is de gehele [verplichting] van de mens. 14 Want de [ware] God zelf zal elk soort van werk in het gericht brengen met betrekking tot alles wat verborgen is, [om te zien] of het goed is of slecht. . 

    In een van de bovenstaande paragrafen hebben wij gesproken over het hebben van een christelijke persoonlijkheid.

    Met Christelijke persoonlijkheid, bedoelen wij evenzeer Christelijke menselijkheid en specificeren wij de manier en levenswijze van diegene die een voorbeeld heeft gesteld dat zowel het Joodse stelsel als gelijk  welke  ideologie oversteeg. Men kan dit praktisch Christendom noemen en toch gelijk  welk mens zijn, als het maar in oprechtheid en met liefde gebeurt!  Zonder enige druk, zonder iemands geweten te bezwaren of te kwetsen, zonder bijbedoelingen of winstoogmerken of persoonlijk aanzien. Om één van Jezus indringendste beginsel te gebruiken. Mattheüs 7:12  Alle dingen dan die GIJ wilt dat de mensen voor U doen, moet ook GIJ insgelijks voor hen doen; dit is trouwens de betekenis van de Wet en de Profeten.

    Is dit wat de aardse organisatie doet?  Natuurlijk  zal men zeggen en direct gezien schijnt dit ook zo, maar in hoe verre dit waar is moet je ‘weeral’ zelf maar uitmaken. Veel hangt af van de vraag, hoe diep je wil gaan, in welk opzicht ben jij een Bereeër?  Volgens Handelingen 17:11  De laatste nu waren edeler van geest dan die in Thessalonika, want zij namen het woord met de grootste bereidwilligheid des geestes aan en onderzochten dagelijks zorgvuldig de Schriften of deze dingen zo waren. En wanneer u tot de vaststelling komt dat bepaalde leerstellingen of data, die de organisatie gepubliceerd heeft, en die ook u van deur tot deur hebt uitgedragen, niet zo bleken te zijn, wat dan? Want u moet daar terug naar toe of u bent er reeds terug geweest, wat zegt u dan? Niks, of doet u alsof uw neus bloedt. Erger nog, en dat hebben wij mee gemaakt, dat men zegt ‘dat hebben wij niet gezegd, of dat hebben zij, de organisatie nooit expliciet geschreven. Mijne brave jongen, bijna alles wat ooit als waarheid en absoluut schriftuurlijk, verspreid is geworden, is bijna allemaal achterhaald. Als u tien, twintig, dertig of meer jaren met de organisatie verbonden bent, dan kunt u daar alleen al een boek  over schrijven. Tenminste als u er de moed voor kunt opbrengen. Men zegt nogal rap, zot zijn doet geen zeer, en veel te goed is half zot, maar als u zich gelukkig voelt met de situatie, voor ons niet gelaten hoor. Wat u wel moet beseffen, is dat u uw eigen verantwoordelijkheid nooit en te nimmer kunt overdragen aan anderen. Sommigen beweren dat de ‘gezalfden’ of ‘het besturend lichaam’ of de ‘organisatie’ het toch beter zullen weten dan wij.  Ga maar eventjes aan de kant staan, want  die ‘gezalfden of het besturend lichaam’ of de ‘organisatie’ schrijven zelf dat het niet zo is. 

    Zie de vragen van  lezers in de Wachttoren van 1 mei 2007 en de studieartikelen van de Wachttoren van 1 april 2007.

    De twee  laatste paragrafen van de wachttoren van 1 mei zijn echter niet zo specifiek als men zou mogen verwachten. Het is eens te meer zo subtiel dat het hier praktisch uitsluitend gaat over die gezalfden die ergens ter wereld met een gemeente verbonden zijn. Evenwel kunnen wij er niet aan voorbij gaan dat deze beschrijving voor allen die belijden gezalfden te zijn opgaat, dus ook voor hen die deel uitmaken van ‘het besturend lichaam’ en de organisatie.

    Denkt u dat God daarmee verheerlijkt wordt?   En is Jezus Christus wel de leider van de “Christelijke Gemeente”?

    (wordt vervolgd)

    02-06-2009 om 09:28 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NOTEER MIJN WAARDE LEZER, dat....

    NOTEER MIJN WAARDE LEZER, dat, voor ik verder ga met "commentaren" op de dagteksten u eerst een artikel wil geven dat gebaseerd is op het boek

     

    "Redeneren aan de hand van de Schrift".

    Uitgegeven in 1985 door de Wachttoren Organisatie.

    En dan het gedeelte over "ORGANISATIE" op blz. 333, maar specifiek het gedeelte op blz. 337 dat weergegeven wordt onder het onderkopje "Hoe kan Jehovah's zichtbare organisatie in onze tijd geïdentificeerd worden".

    Deze afleveringen zullen in dagelijkse gedeelten gebeuren onder de titel "FEITEN EN VERWIJZINGEN",  omdat het toch iets of wat omvangrijk is.

    Ik moedig je aan om alle gegevens niet alleen te lezen, maar ook af te printen en te verifiëren.

    PERSOONLIJK ben ik tot de conclusie gekomen dat de woorden van Jezus Christus fundamentele waarheden zijn. O.a. Johannes 8:32 "en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken".

    Jezus Christus zei duidelijk de waarheid.

    Hij zei niet die waarheid ook niet die waarheid van vandaag, noch die waarheid van gisteren en ook niet die waarheid van morgen.

    Evenmin zei hij dat die waarheid via of van een mens zou komen noch via of van een organisatie die uiteindelijk uit mensen bestaat.

    Hij zei dat de waarheid U zou vrijmaken. Zou de waarheid dan uiteindelijk Goddelijke waarheid zijn? Zou de waarheid accidenteel kunnen verschillen van mens tot mens?
    En nu nog één vraag, maar die komt niet van mij, maar van Pilatus en die zei tot hem, Jezus Christus, "Wat is waarheid?”

    Hou er a.u.b. rekening mee dat de waarheid soms mooi en aangenaam is, maar in sommige gevallen kan de waarheid kwetsen of genezen.

    2 Timotheüs 3:16-17 "De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, 17 opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust voor ieder goed werk".

    Of je nu in de bijbel gelooft of in andere heilige boeken, doet weinig ter zake als je in gedachten houdt dat beginselen of fundamentele waarheden, 't zij in de bijbel of in andere heilige boeken gebruikt worden "in rechtvaardigheid". Daarom heb ik deze ook benadrukt.

    Ook de woorden van Paulus wil ik hier gebruiken om de woorden van Jezus Christus te bekrachtigen. 2 Korinthiërs 13:8) "Want wij kunnen niets tegen de waarheid doen, maar alleen vóór de waarheid".

     

    Tot zover deze introductie en graag mijn oprechte groeten.

    FEITEN EN VERWIJZINGEN:

    Om te beginnen komt het woord "ORGANISATIE" op zich zelf niet voor in de bijbel.

    Het redeneren boek geeft op blz. 337 een zeer logische uitleg over ‘organisatie’. Toch dienen wij ons af te vragen in hoeverre een ‘organisatie’ mag en kan gaan ten einde ons privé- en zeker ons geestelijk leven te leiden.

    Om een recente Wachttoren publicatie aan te halen, die van 15 september 2007. in het artikel over Milton blz..13 laatste §, lezen wij het volgende: “Tot op de huidige dag dwingt zijn verhandeling de lezers ertoe hun eigen opvattingen langs de onfeilbare meetlat van de Heilige Schrift te leggen.”

    Met het verschuldigde respect voor gelijk welke organisatie, dienen wij hieruit dan af te leiden dat een ieder, ondanks de leringen van een organisatie, toch verantwoordelijk is voor zichzelf? Beslist wel! Neem die meetlat maar bij de hand en doe dat voor de rest van uw term!

    Romeinen 14:4 "Wie zijt gij, dat gij de huisknecht van een ander oordeelt? Hij staat of valt voor zijn eigen meester. Hij zal trouwens staande worden gehouden, want Jehovah kan hem staande houden".

    2 Korinthiërs 1:24 "Niet dat wij de meesters over UW geloof zijn, maar wij zijn medewerkers tot UW vreugde, want GIJ staat door [UW] geloof".

    Wil dit zeggen dat er geen organisatie nodig is?  Charles Taze Russell zelf schreef  in het derde volume van de schriftstudiën, uitgegeven in 1891, dat er geen organisatie nodig is alhoewel er georganiseerd dient te worden.

    Hieruit besluiten wij dat de organisatie geen doel op zich zelf mag zijn, maar het  middel dat God eventueel gebruikt. Laten wij het vergelijken met de tempel in Jezus tijd. Deze tempel was een middel om aanbidders van Jehovah te verenigen en te onderwijzen. De synagogen waren daar de verlengstukken van. De beheerders ervan misbruikten die tempel echter om het volk hun wil op te leggen en er  o. a.  aan te verdienen. Daarom reinigde Jezus deze  en veroordeelde hij hen als huichelaars.

    Markus 11:15-17 . . . Nu kwamen zij te Jeruzalem. Daar ging hij de tempel binnen en begon hen die in de tempel verkochten en kochten eruit te werpen, en hij keerde de tafels van de geldwisselaars en de banken van de duivenverkopers om; 16 en hij liet niet toe dat iemand een gebruiksvoorwerp door de tempel droeg, 17 maar hij bleef leren en zeggen: „Staat er niet geschreven: ’Mijn huis zal een huis van gebed voor alle natiën worden genoemd’? Maar GIJ hebt het tot een rovershol gemaakt. . . .

    Johannes 2:14-16 . . . En in de tempel trof hij de verkopers van runderen en schapen en duiven aan en de geldhandelaars die daar op hun plaats zaten. 15 En nadat hij een zweep van touwen had gemaakt, dreef hij hen allen de tempel uit, met de schapen en runderen, en hij stortte de geldstukken van de geldwisselaars uit en keerde hun tafels om. 16 En tot de duivenverkopers zei hij: „Neemt deze dingen hier vandaan! Maakt het huis van mijn Vader niet langer tot een huis van koopwaar!”

    In het redeneren boekje blz. 333, met de titel Organisatie en de ondertitel op blz. 337  lezen wij:

    Hoe kan Jehovah’s zichtbare organisatie in onze tijd geïdentificeerd worden?

    1.    Ze verhoogt Jehovah werkelijk als de enige ware God en verheerlijkt zijn naam. — Matth. 4:10; Joh. 17:3.

    2.   Ze erkent volkomen de uiterst belangrijke rol van Jezus Christus in Jehovah ’s voornemen — als de rechtvaardiger van Jehovah ’s soevereiniteit, de Voornaamste Bewerker van het leven, het hoofd van de christelijke gemeente, de regerende Messiaanse Koning. — Openb. 19:11-13; 12:10; Hand. 5:31; Ef. 1:22, 23.

    3.      Ze houdt zich strikt aan Gods geïnspireerde Woord en baseert al haar leerstellingen en gedragsnormen op de bijbel.  2Tim. 3:16, 17.

    4.   Ze houdt zich afgescheiden van de wereld. — Jak. 1:27; 4:4.

    5.   Ze handhaaft een hoog peil van morele reinheid onder haar leden, omdat Jehovah zelf heilig is. — 1 Petr. 1:15, 16; 1 Kor.  5:9-13.

    6.  Ze wijdt haar krachtsinspanningen voornamelijk aan het werk dat de bijbel voor onze tijd heeft voorzegd, namelijk de prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk in de gehele wereld tot een getuigenis. — Matth. 24:14.

    7.  Ondanks menselijke onvolmaaktheden kweken haar leden de vruchten van Gods geest aan — liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing — en spreiden ze in die mate tentoon dat zij zich daardoor onderscheiden van de wereld in het algemeen. — Gal. 5:22, 23; Joh. 13:35.

    Deze zeven punten gaan wij nu eens bespreken. De lezer kan er zijn of haar eigen zienswijze bijvoegen, het analyseren en er kritiek over uiten, let wel, kritiek die bijdraagt tot een beter begrip.

    Met andere woorden, opbouwende kritiek. Lees hiervoor het artikel Ontwaakt 91 8/2 blz. 20 U vindt kritiek niet leuk?

    Wij willen de nadruk leggen op ‘opbouwende’ kritiek  en stellen deze op dezelfde lijn als ‘terechtwijzen’. Alhoewel de meeste dit als negatief  ervaren is het een liefdevolle handeling. Uiteraard dient zowel de ‘kritiek  als de ‘terechtwijzing’ terecht te zijn.

    U hebt het artikel in de Ontwaakt 91 8/2 blz. 20 gelezen, dan zijn wij er aan toe het eerste punt te bespreken

    Ze verhoogt Jehovah werkelijk als de enige ware God en verheerlijkt zijn naam. Matth. 4:10; Joh. 17:3.

    Het gebruik van de naam “JEHOVAH’ is heel zeker één van de sterkste punten van de organisatie.

    De verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaat is echter enorm groot. Onvolmaaktheid is niet altijd een argument om de organisatie te verschonen. Temeer dat het geen uitgemaakte zaak is dat de naam "Jehovah" werkelijk de naam van de God van de bijbel is. Zie hiervoor o.a.  it-1 blz. 1216 Jehovah Aangezien er thans geen zekerheid over de uitspraak te verkrijgen is, schijnt er geen reden te zijn om in het Nederlands af te stappen van de welbekende vorm „Jehovah” ten gunste van een andere geopperde uitspraak.

    In werkelijkheid bestaat een organisatie niet, maar zijn het mensen die het vormen. Een organisatie neemt uiteraard geen beslissingen, interpreteert niet, stelt geen doeleinden, zet of drukt geen letter, dat zijn de mensen binnen de organisatie.

    Wanneer vb. gezegd wordt dat men loyaal dient te zijn aan de organisatie, zegt men in werkelijkheid dat men loyaal aan mensen is!

    Het is meer dan duidelijk dat de bijbel het onderschrijft om gehoorzaam te zijn aan de door Gods Geest aangestelde ouderlingen en diegenen die de leiding over de gemeente(n) hebben.

    Even duidelijk is dat die leiding in overeenstemming dient te zijn en te blijven met Gods Woord teneinde  Zijn naam te verheerlijken.  De vraag is dan ook:  is dit zo? De problemen wereldwijd in de gemeente(n) tonen aan dat er heel wat verschillende manieren worden gebruikt om uiterlijk aan die norm te voldoen, maar doorgaans blijken mensen, ondanks ‘Gods Geest’ niet in staat datgene wat zo ‘duidelijk’ omschreven werd, toe te  passen.

    Wij zetten het woord ‘duidelijk’ tussen haakjes omdat er soms in dezelfde publicatie of die in het verleden behandelde artikelen tegenstrijdigheden zijn. Daar komt nog bij dat meerdere uitlatingen, richtlijnen en zelfs data spijtig genoeg veranderd zijn. Enkele malen zelfs verschillende keren.

    Erger is het dat de lezers en de gehoorzamen de schuld krijgen omdat zij het gesuggereerde in de lectuur geloofden en gehoorzaamden.

    In de wachttoren van 15 december 2006 op blz. 26 § 5 staat onverbloemd dat: “....Maar toen Armageddon niet op  het door hen verwachte tijdstip kwam, raakten  ze  ontmoedigd. Ze verloren het vertrouwen dat Jehovah ’s dag van oordeel nabij was. Ze gingen het langzamer aan doen in de dienst en geleidelijk gingen ze zo op in wereldse bezigheden dat er weinig tijd overbleef voor geestelijke zaken Lukas 8:11-14 Na verloop van tijd ‘keerden ze terug tot de dingen die ze hadden achtergelaten’ Wat triest!”

    Juist, heel erg triestig, om zo te veralgemenen!  En dat schrijven die mensen, die beweren dat zij Gods ‘zichtbare organisatie’ zijn. Wij verwachten heus geen volmaaktheid, maar wel eerlijkheid, om hun eigen woorden te gebruiken. Datgene wat wij hier  vaststellen is hetzelfde als wat de eerste mens deed, de schuld op een ander schuiven. (Gen. 3: 12) Wij zelf hebben, o. a. door deze handelwijze, wat de bekende druppel voor ons betekende, ons vertrouwen in de organisatie verloren, niet in God!

    Neem a.u.b. eerst nota van het gepubliceerde in de Wachttoren van 1 december 2006 blz. 19, het onderkopje “Eerlijkheid werpt vruchten af”: Of u eerlijk bent, of juist niet, is van invloed op de kijk die anderen op u hebben. Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al is het maar één keer, dan zult u hun vertrouwen verliezen, en dat is niet gemakkelijk terug te winnen. Maar als u eerlijk en oprecht bent, zult u een reputatie opbouwen een integer persoon te zijn, iemand die te vertrouwen is. Jehovah ’s Getuigen hebben zo’n reputatie verworven. Ja, over het algemeen wel. Het gaat hier wel om het getuigenis van buitenstaanders. Maar wat valt er te zeggen in de organisatie? Normaal zou dit van zelfsprekend moeten zijn, maar is dit ook zo? De organisatie schreef dat, en wij herhalen het  ‘Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al is het maar één keer.  Slechts éénmaal??? Heeft de organisatie ons nog nooit bedrogen? Dat is echt niet om mee te lachen, de feiten bewijzen heel iets anders.

    Jezus zei duidelijk in Mattheüs 7:1-2 "Houdt op met oordelen, opdat GIJ niet wordt geoordeeld; 2 want met het oordeel waarmee GIJ oordeelt, zult GIJ geoordeeld worden; en met de maat waarmee GIJ meet, zal men U meten.

    Dat beseffen wij heel goed, daarom hebben wij deze verhandeling bewust de titel gegeven “FEITEN EN VERWIJZINGEN”

    En wie staat daarboven? De vertegenwoordigers van de Beleidvolle Slaaf of Beleidvolle Beheerder? De tien mannen die volgens het jaarboek van 2007 het besturend lichaam vormen? Of de organisatie zelf?

    In het redeneren boekje blz. 360 in het artikel "Religie" staat een prachtige illustratie.  Is het waar dat er in alle religies iets goeds schuilt?

    De meeste religies leren inderdaad dat men niet mag liegen of stelen, enzovoort. Maar is dat voldoende? Zou u graag een glas vergiftigd water drinken omdat iemand u verzekerde dat het meeste dat u naar binnen kreeg, water was?

    Uiteraard niet, maar waar het om gaat is niet het water, maar het vergif dat in het water is gedaan, bewust of onbewust, dat laten wij in het midden. Met andere woorden, niet de kennis die doorgespeeld wordt, maar de verkeerd geïnterpreteerde gegevens uit de schrift, die werken als vergif en maken het gevaarlijk.

    Daarom gaan wij de eerste kennismaking met GOD, de mens en satan eventjes belichten in een ander licht!

    Genesis 3:1-5  De slang nu bleek het omzichtigste te zijn van al het wild gedierte van het veld dat Jehovah God gemaakt had. Ze zei dan tot de vrouw: „Is het werkelijk zo dat God heeft gezegd dat GIJ niet van elke boom van de tuin moogt eten?” 2 Hierop zei de vrouw tot de slang: „Van de vrucht der bomen van de tuin mogen wij eten. 3 Maar wat [het eten] van de vrucht van de boom die in het midden van de tuin staat betreft, God heeft gezegd: ’GIJ moogt daarvan niet eten, neen, GIJ moogt ze niet aanraken, opdat GIJ niet sterft.’” 4 Hierop zei de slang tot de vrouw: „GIJ zult volstrekt niet sterven. 5 Want God weet dat nog op de dag dat GIJ ervan eet, UW ogen stellig geopend zullen worden en GIJ stellig als God zult zijn, KENNEND goed en kwaad.”

    Meestal wordt de nadruk gelegd op de leugen in het vers 4, maar wat ging er aan vooraf?  Wij herhalen en  benadrukken dit gedeelte:

    „Is het werkelijk zo dat God heeft gezegd dat GIJ niet van elke boom van de tuin moogt eten?”

    Juist, niet echt een verkeerde voorstelling van zaken! Maar wel een subtiele beïnvloeding naar en conditionering van Eva’s denkvermogen en hart!

    Let nu op de gevolgen van deze manipulatie:

    Genesis 3:6 "Dientengevolge zag de vrouw dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken. Zij nam dan van zijn vrucht en ging ervan eten".

    Wij bemerken de veranderde instelling van Eva en wij kennen eveneens de gevolgen, maar daar gaat het niet om. waar gaat het dan wel over?

    Er werd en wordt op het ‘christelijk terrein’ enorme moeite gedaan noch kosten gespaard,  om ‘bijbelse kennis’ te verbreiden  en te verkrijgen. Ieder bijbelgenootschap heeft daar toe bijgedragen. Eveneens de veelheid van ‘christelijke groeperingen’. Door de eeuwen heen is de christelijke gemeente(n) uitgegroeid en versnipperd tot wat wij kennen als de ‘christenheid’. Toch kunnen wij niet voorbijgaan aan al de inspanningen en opofferingen uit het verleden om Jezus opdracht te volbrengen. Bedenk dat in de voorbije eeuwen velen hun leven hebben besteed en soms gelaten om Gods Woord toegankelijk te maken voor de mensheid.

    In deze laatste dagen, om die uitdrukking te gebruiken, hebben Jehovah ’s Getuigen eveneens een geweldig werk verwezenlijkt. Met hun imposante drukkerij faciliteiten zijn zij wellicht uitgegroeid tot een, of misschien wel ‘s werelds grootste concern. De verbreiding van de bijbel en bijbel verklarende publicaties hebben als zelfstandige groep hun weerga niet. Het gebruik van de vroegere, meest gebruikte naam van God is eveneens een sterke pijler voor hun streven.  Waar zij nog het meest gekend en mogelijk zelfs ‘berucht’ om zijn is hun prediking ‘van deur tot deur’ of ‘van huis tot huis’. Het bouwen en verbouwen van faciliteiten is eveneens een onderwerp van gesprekken en discussies. 

    Het punt waar het om gaat, is echter of zij, ‘Jehovah’s aardse organisatie’, Gods naam  werkelijk verheerlijken?

    Wij willen daar geen direct antwoord op geven.

    Wat wij wel willen, maar niet echt mogen van de ‘aardse organisatie, is de feiten of toch enkele ervan aanstippen. De conclusies die u trekt zijn uw persoonlijke zaak. Hou er echter  rekening mee dat meerdere oprechte broeders en zusters uitgesloten werden, niet omdat zij verkeerd deden, maar omdat zij niet akkoord konden gaan  met verkeerde niet theocratische beslissingen en toestanden. Die zij dan uiteindelijk  aan de kaak stelden door die gewetensvol in de openbaarheid te brengen. (zie het boek ‘Gewetensconflict’ van broeder Raymond Franz, voormalig lid van het besturend lichaam)

    De volgende bladzijden zullen uitmaken of de aardse organisatie Gods naam werkelijk verhoogt en verheerlijkt? Aan u de eer.

    (wordt vervolgd)

    01-06-2009 om 10:11 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 30 MEI en 31 MEI

    zaterdag 30 mei

    De wet van zijn God is in zijn hart; zijn schreden zullen niet wankelen. -Ps. 37:31.

    Een christen moet zich in geestelijk opzicht voortdurend ontwikkelen, en zo moet hij er ook constant vorderingen in maken naar zijn geweten te luisteren. Neem bijvoorbeeld Mark, die onlangs gedoopt is. Zijn geweten zegt hem dat hij on-Bijbelse dingen die hij vroeger deed moet mijden. Hij vermijdt nu zelfs angstvallig dingen die een vage overeenkomst hebben met wat God verbiedt. Aan de andere kant begrijpt hij niet waarom sommigen bepaalde dingen verwerpen die hij aanvaardbaar vindt, zoals bepaalde tv-programma's. In de loop van de tijd krijgt Mark steeds meer kennis en nadert hij dichter tot God (Kol. 1:9,10). Welke uitwerking heeft dat? Zijn innerlijke stem wordt goed geoefend. Hij beseft zelfs dat enkele van de dingen met een 'vage overeenkomst' die hij vermeed eigenlijk niet in strijd zijn met Gods denkwijze. Bovendien wordt hij er nu door zijn geweten toe aangezet programma's te vermijden die hij eerder aanvaardbaar vond. Zijn geweten is dus verfijnd

    De Wachttoren van 2007 15 oktober 2e studieartikel blz. 25 §16, 17.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  dat is nu eens een wachttorenstudie die je heel veel kan bijbrengen, tenzij die studie het reeds gedaan heeft.

    De titel van het artikel is "LUISTER NAAR JE GEWETEN" en de leitekst komt uit Titus 1: 15 "alle dingen zijn rein voor de reinen. Doch voor hen die verontreinigd en ongelovig zijn is niets rein".

    Ik begin met §2, maar benadruk sommige gedeelten. §2 Paulus gaf Titus raad in verband met de vereisten voor gemeenteouderlingen en wees er vervolgens op dat er „vele weerspannigen, zinloze praters en bedriegers van de geest” waren. Die ’keerden hele huisgezinnen ondersteboven door dingen te onderwijzen die zij niet behoorden te onderwijzen’. Titus moest ’hen blijven terechtwijzen’ (Titus 1:10-14; 1 Timotheüs 4:7). Paulus zei dat hun geest en hun geweten „verontreinigd” waren, en daarbij gebruikte hij een woord dat ’besmeuren’ betekent, zoals een mooi kledingstuk met verf besmeurd kan zijn (Titus 1:15). Sommigen van die mannen hadden wellicht een Joodse achtergrond, want ze ’hielden aan de besnijdenis vast’. In deze tijd worden de gemeenten niet door mannen met die opvatting ondermijnd; toch kunnen we van de raad die Paulus aan Titus gaf veel over het geweten leren.

    Die onderwijzers onderwezen niet wat behoorde doordat zij vasthielden aan de besnijdenis. Vervolgens stellen de organisatie en het besturende lichaam vast dat het in deze tijd geen ondermijnende kwestie is, maar dat wij ervan kunnen leren.

    §4 begint dan met iets wat niet rechtstreeks in de bijbel staat, ik citeer: §4 "Ruim tien jaar daarvoor was het christelijke besturende lichaam tot de conclusie gekomen dat de besnijdenis niet langer vereist was om een ware aanbidder van God te worden, en ze hadden de gemeenten daarvan op de hoogte gesteld".

    De benaming "besturende lichaam" staat niet in de bijbel en de conclusie dat de besnijdenis niet langer een vereiste was kwam omdat het in de gemeente van Jeruzalem, de plaats waar het vermeende 'besturende lichaam' zich bevond, een probleem vormde door hun eigen verantwoordelijken. (Zie de dagtekst en mijn commentaar van 19 februari en het verslag van Handelingen 15).

    Voor de organisatie en het besturende lichaam is het 'besturende lichaam' een feit, alhoewel er geen rechtstreekse bijbelse ondersteuning voor is.

    De § vervolgt  "Ze waren het openlijk oneens met het besturende lichaam en ’onderwezen dingen die zij niet behoorden te onderwijzen', en suggereren dan ook dat men het in deze tijd eveneens oneens kan zijn met de organisatie en het besturende lichaam".

    §5 "Die denkwijze had een negatief effect op hun beoordelingsvermogen en hun morele besef, hun geweten. Paulus schreef: „Voor hen die verontreinigd en ongelovig zijn, is niets rein.” Hun geweten was zo verwrongen geworden dat het geen betrouwbare gids meer was voor hun daden en hun waardebepaling. Bovendien veroordeelden ze medechristenen op dingen die een persoonlijke zaak waren, kwesties waarin de ene christen wellicht een andere beslissing zou nemen dan de andere".

    Ik benadruk hier vooral 'persoonlijke zaak' omdat §11, 12 en 14 zulk een situatie of mag ik zeggen een praktijkvoorbeeld weergeven. §11 schetst Loïs en ik citeer: "Loïs respecteert haar man en wil graag naar hem luisteren, omdat hij volgens de Bijbel haar hoofd is, maar ze wil niet tegen haar Bijbelse principes in gaan (Handelingen 5:29). Daarom legt ze haar man tactvol uit dat zij persoonlijk niet aanwezig kan zijn, ook als hij ervoor kiest wel te gaan. Ze zegt misschien dat als ze wel aanwezig zou zijn en zou weigeren aan een bepaalde handeling mee te doen, het hem in verlegenheid zou kunnen brengen, en dat het daarom voor hem het beste zou zijn als ze er niet heen ging. Door deze beslissing houdt ze een rein geweten.

    §12 zegt dat Ruth voor hetzelfde dilemma staat, maar nu wordt het enigszins anders verwoord en behandeld, ik citeer: Ze respecteert haar man, is vastbesloten loyaal te blijven aan God en luistert naar haar geweten, dat door de Bijbel gevormd is. Na te hebben nagedacht over punten die ook Loïs heeft overwogen, neemt ze onder gebed de „Vragen van lezers” in De Wachttoren van 15 mei 2002 door. Ze bedenkt dat de drie Hebreeën een gebod opvolgden om aanwezig te zijn bij een gelegenheid waar afgoderij bedreven zou worden, en dat ze toch hun integriteit bewaarden door niet aan een afgodische handeling mee te doen (Daniël 3:15-18). Ze besluit haar man te vergezellen maar aan geen enkele religieuze handeling mee te doen, en ze volgt daarin haar geweten. Ze legt haar man tactvol maar duidelijk uit wat haar geweten haar toestaat en wat niet. Ruth hoopt dat hij het verschil tussen ware en valse aanbidding zal zien.

    Laat mij opmerken, maar misschien heb jij het ook reeds gezien, dat Loïs "niet tegen haar Bijbelse principes in wil gaan. De organisatie en het besturende lichaam besluit die § met de zin: "Door deze beslissing houdt ze een rein geweten". (Ik benadruk).

    Ruth daarentegen besluit haar man te vergezellen maar aan geen enkele religieuze handeling mee te doen, en ze volgt daarin haar geweten.

    Waar zit hier de adder, pardon, de slang?  Het subtiele en suggestieve is dat bij Loïs rechtstreeks de Bijbelse principes worden aangehaald en een rein geweten behoudt.

    Bij Ruth, alhoewel een bijbels voorbeeld gebruikt wordt, haar geweten het toelaat, en geen bevestiging krijgt van de organisatie en het besturende lichaam.

    §14 benadrukt dat echter positief zodat de organisatie en het besturende lichaam geen stenen kunnen geworpen worden, ik citeer: Maar zou Ruths beslissing verkeerd zijn? Het is niet aan anderen dat te bepalen. Ze mogen haar niet veroordelen of bekritiseren omdat ze ervoor gekozen heeft wel bij de gelegenheid aanwezig te zijn, maar geen religieuze handelingen te verrichten. Denk aan Paulus’ raad over persoonlijke beslissingen in verband met het al dan niet eten van bepaalde voedingsmiddelen: „Laat degene die eet, niet neerzien op degene die niet eet, en laat degene die niet eet, geen oordeel vellen over degene die eet . . . Hij staat of valt voor zijn eigen meester. Hij zal trouwens staande worden gehouden, want Jehovah kan hem staande houden” (Romeinen 14:3, 4). Een ware christen zal iemand er beslist niet toe willen aanzetten de leiding van een geoefend geweten te negeren, want dat zou neerkomen op het smoren van een stem die heel goed een levensreddende boodschap zou kunnen overbrengen.

    En nu komt de clou in §15 Om hier nog even op door te gaan: beide vrouwen moeten nog meer factoren overwegen, en één daarvan is de uitwerking van hun beslissing op anderen. Paulus gaf ons de raad: „Neemt liever deze beslissing, een broeder geen struikelblok in de weg te leggen noch iets waarover hij kan vallen” (Romeinen 14:13). Loïs weet misschien dat soortgelijke situaties veel onrust in de gemeente of in haar familie hebben teweeggebracht, en wat zij doet, kan heel wat invloed op haar kinderen hebben.

    Ruth daarentegen kan gemerkt hebben dat soortgelijke keuzes geen opschudding in de gemeente of in de omgeving veroorzaakten. Beide vrouwen, en wij allemaal, dienen te beseffen dat een goed geoefend geweten gevoelig is voor de uitwerking van een bepaalde beslissing op anderen. Jezus zei: „Al wie een van deze kleinen die geloof in mij stellen, tot struikelen brengt, het is nuttiger voor hem dat men hem een molensteen zoals door een ezel wordt rondgedraaid, om de hals hangt en hem in de wijde, open zee doet zinken” (Mattheüs 18:6). Als iemand het feit negeert dat hij anderen tot struikelen kan brengen, zou hij net als sommige christenen op Kreta een verontreinigd geweten kunnen krijgen.

    Deze twee verschillende geoefende gewetens en hun keuze worden met een door de schrijvers aangepaste situatie geschetst.

    Hiermee kunnen beide vrouwen op beide oren slapen met hun geweten als oorkussen.

    De realiteit is echter dat dergelijke situaties praktisch altijd gemengde gevoelens zullen opwekken.

    Voor de families en voor de gemeente waarmee die vrouwen verbonden zijn.

    Voor de families zullen er zijn die er zich niks van aantrekken, maar er zullen er zijn die er  aanstoot zullen aan nemen. Dus?

    Voor de gemeente zullen er zijn die er zich niks van aantrekken, maar er zullen er zijn die er aanstoot zullen aan nemen. Dus?

    Alleen reeds het feit dat iemand het risico neemt om één van deze kleinen tot struikelen te brengen zal het geweten van betrokkene dusdanig beïnvloeden dat zij liever de familie in het harnas jagen dan de gemeente. Dat zijn uiteindelijk toch maar "wereldse mensen".

    De andere reden is dat die kleine een beginneling is of een zwakke discipel in de gemeente volgens de uitleg van de organisatie en het besturende lichaam. Maar in werkelijkheid zei Jezus Christus dat die kleine iemand is die 'geloof' in mij stelde, en sprak hij zelfs in het meervoud.

    Ik ga het nog anders voorstellen: in onze contreien is het meestal de katholieke kerk waar familie mee verbonden is.

    Die mensen geloven in Jezus Christus en dat is het enige waar ik op wijs.

    Over het algemeen zijn die gelovigen niet akkoord met de leer en leerstellingen van de katholieke kerk.

    Maar Jezus Christus zei alleen „Al wie een van deze kleinen die geloof in mij stellen, tot struikelen brengt, het is nuttiger voor hem dat men hem een molensteen zoals door een ezel wordt rondgedraaid, om de hals hangt en hem in de wijde, open zee doet.

    De vraag die blijft is niet, wie in de gemeente tot struikelen wordt gebracht, maar wie van de mensen en de familie die geloof stellen in Jezus Christus tot struikelen werden gebracht.

    Een andere vraag is wiens geweten moet men volgen? Dat van jezelf? Van de zwakkere broeder of zuster? Van de gemeente? Van de ouderlingen? Van de organisatie en het besturende lichaam?

    Kun jij nu aan de hand van deze Wachttorenstudie een persoonlijke keuze maken?

     

    ZONDAG  31  MEI

    Ik heb nog andere schapen, die niet van deze kooi zijn. - Joh. 10:16.

    De leden van de grote schare maken deel uit van de groep die Jezus zijn "andere schapen" noemt. Zij hopen voor eeuwig in een paradijs op aarde te leven. Ze vertrouwen erop dat Jezus "hen naar bronnen van wateren des levens [zal] leiden" en dat "God elke traan uit hun ogen [zal] wegwissen". Met het oog daarop hebben ze "hun lange gewaden gewassen en ... ze wit gemaakt in het bloed van het Lam" (Openb7: 14, 17). Ze oefenen geloof in Jezus' offer en daarom hebben ze in Gods ogen 'witte gewaden'. Ze worden net als Abraham rechtvaardig verklaard als vrienden van God. Omdat de steeds groter wordende grote schare andere schapen door God als rechtvaardig wordt gezien, kunnen ze bovendien hopen de vernietiging van dit stelsel in de grote verdrukking te overleven (Jak. 2:23-26). Ze kunnen dicht tot Jehovah naderen, en als groep hebben ze het schitterende vooruitzicht Armageddon te overleven. - Jak. 4:8; Openb. 7:15.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 5e studieartikel blz. 24 §3, 4.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het thema van deze Wachttoren is "Waardig gerekend worden om naar bronnen van wateren des levens geleid te worden.

    De leitekst komt uit Openbaring 7: 17 "Het lam ... zal hen weiden en hen naar bronnen van wateren des  levens leiden".

    De  eerste paragraaf begint alweer met een verkeerde voorstelling van zaken. Ik citeer het begin van die §: "Gods Woord noemt de gezalfde christenen die zorg dragen voor Christus' belangen op aarde "de getrouwe en beleidvolle slaaf".

    Nu haal ik die illustratie aan: Mattheüs 24:45. "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven"?

    En stel voor je zelf vast of Jezus Christus hen zo noemt? of dat hij een vraag stelt?

    Ben ik nu aan het moeilijk doen? Of zijn zij bezig met "een illustratie" te gebruiken om hun zienswijze waar en waarachtig te maken.

    Zij mogen niet vergeten dat wanneer die illustratie op hen van toepassing gebracht wordt, wat doen zij dan met de rest van de illustratie?

    Ik druk de volledige tekst af maar benadruk sommige gedeelten:

    45 Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven? 46 Gelukkig is die slaaf wanneer zijn meester hem bij zijn aankomst daarmee bezig vindt! 47 Voorwaar, ik zeg U: Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen.

    48 Maar indien die boze slaaf ooit in zijn hart zou zeggen: ’Mijn meester blijft uit’, 49 en zijn medeslaven zou beginnen te slaan en met de verstokte dronkaards zou eten en drinken, 50 dan zal de meester van die slaaf komen op een dag waarop hij het niet verwacht en op een uur dat hij niet weet, 51 en hij zal hem met de grootste strengheid straffen en hem zijn deel met de huichelaars toewijzen. Daar zal [hij] wenen en knarsetanden.

    Nu ga ik eventjes uit de bol door te wijzen op de veelvuldige keren dat de organisatie en het besturende lichaam de komst van Jezus Christus hebben voorzegd, maar waar hij niet is gekomen zoals zij hebben gezegd en geschreven. 1874, 1914, 1918, 1925, 1940, 1975 en uiteindelijk dat het onwaarschijnlijk zou zijn dat Armageddon in 2000 geen feit zou zijn. (En dan spreek ik alleen nog maar van data).

    Met andere woorden, zij hebben het verwacht, maar het is tot nu toe niet gekomen.

    Hun meester bleef uit.

    En dat die slaaf zijn medeslaven zou beginnen te slaan kan duidelijk gesteld worden doordat zij eisen dat ondanks alles, die medeslaven, HEN moeten gehoorzamen.

    Zij zeggen dat hun Meester reeds is aangekomen, dat Hij nu reeds regeert, dat hij zorgt door bemiddeling van hen voor de richtlijnen via het geestelijk voedsel van de organisatie en het besturende lichaam. (Dat is een hun eigen interpretatie).

    Zij zeggen dat de andere schapen bij al de bezittingen behoren van hun Meester en dat die andere schapen alleen maar redding kunnen verwerven door te gehoorzamen aan "die beleidvolle of boze slaaf".

    Laten wij Jezus Christus zelf aan het Woord in Openbaring 7:13-17. "En een van de oudere personen nam het woord en zei tot mij: „Wie zijn dezen die in de lange witte gewaden gehuld zijn, en waar zijn zij vandaan gekomen?” 14 Daarop zei ik onmiddellijk tot hem: „Mijn heer, gíj weet het.” En hij zei tot mij: „Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen, en zij hebben hun lange gewaden gewassen en hebben ze wit gemaakt in het bloed van het Lam. 15 Daarom zijn zij voor de troon van God; en zij verrichten dag en nacht heilige dienst voor hem in zijn tempel; en Degene die op de troon is gezeten, zal zijn tent over hen uitspreiden. 16 Zij zullen geen honger of dorst meer lijden, ook zal de zon hen niet fel beschijnen noch enige verschroeiende hitte [hen treffen], 17 want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen naar bronnen van wateren des levens leiden. En God zal elke traan uit hun ogen wegwissen.

    Volgens Jezus Christus eigen woorden is de grote schare een redding te beurt gevallen na de grote verdrukking. Zij worden naar wateren des levens geleid na de grote verdrukking.

    En dan zal God elke traan uit hun ogen wegwissen.

     De wateren, of de kennis, die de organisatie en het besturende lichaam aan mensen heeft gegeven is reeds meermalen van samenstelling veranderd. Toch is die kennis volgens hen altijd 'de waarheid' geweest en gebaseerd op de, neen, niet op de bijbel, maar op de "interpretatie" van de bijbel, hun interpretatie.

    Het was dus hun waarheid.

    Nu moet ik toegeven dat, grotendeels, dank zij 'hun waarheid' ik " De Waarheid" heb leren kennen.

    Mogelijk begrijpen wij het verschil met datgene wat Jezus Christus zei in verband met "waarheid".

    Johannes 8:31-32. "Tot de joden dan die hem hadden geloofd, zei Jezus verder: „Indien GIJ in mijn woord blijft, zijt GIJ werkelijk mijn discipelen, 32 en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken".

    Bedankt voor het lezen.

    29-05-2009 om 08:41 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 25 MEI tot en met 29 MEI

    maandag 25 mei

    Ik [zal] de stamhoofden van Juda als een vuurpot tussen bomen maken. - Zach. 12:6.

    Met "de stamhoofden van Juda" worden degenen bedoeld die de leiding hebben onder Gods volk. Jehovah vervult hen met vurige ijver ten behoeve van de aardse belangen van zijn koninkrijk. Op een keer zei Jezus tegen zijn discipelen: "Ik ben gekomen om een vuur te ontsteken op de aarde" (Luk. 12:49). Jezus maakte Gods koninkrijk het gesprek van de dag. Het was voor het hele Joodse volk aanleiding tot verhitte discussies (Matth. 4:17, 25; 10:5-7, 17-20). In dezelfde trant zetten hedendaagse volgelingen van Christus "als een vuurpot tussen bomen... en als een vuurfakkel in een rij pasgemaaid koren", dingen in geestelijke zin in vuur en vlam. In het in 1917 verschenen boek The Finished Mystery werd de huichelarij van de christenheid krachtig aan de kaak gesteld. Dat leidde tot een boze reactie van de geestelijkheid. Nog niet zo lang geleden heeft Koninkrijksnieuws nr. 37, "Het einde van valse religie is nabij!", veel mensen ertoe gebracht hun standpunt voor of tegen Gods koninkrijk in te nemen.

    De Wachttoren van 2007 15 december 3e studieartikel blz. 21 §12.

     

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  wij krijgen hier weer een parallel die de organisatie en het besturende lichaam moet bekrachtigen als diegenen die nu de verantwoordelijkheid en de autoriteit hebben om als woordvoerders en leiders op te treden voor Jezus Christus.

    Goed laten wij dat eens aannemen als juist.

    Hoe komt het dan dat het boek "The Finished Mystery" niet tot op deze tijd is herdrukt en in meerdere talen is verspreid?

    Ik zeg, omdat het gewoon niet in overeenstemming met de bijbel was, op enkele uitzonderingen na. Zie het Verkondigersboek blz. 652, 719 en de blz. 66-68;

    Bijna alles was zodanig verkeerd geïnterpreteerd dat er zelfs gedeelten veranderd zijn geworden en uit weggelaten omdat het niet door de beugel kon.

    Alleen reeds het feit dat Charles Taze Russell in zijn testament vermelde wie zijn opvolgers zouden zijn is reeds een aanwijzing dat het bestuur vastgelegd was. In dat testament kwam Rutherford zelfs niet in beeld. De geschiedenis toont zelfs aan dat Rutherford geen kandidaat kon zijn en zelfs geen vriend van Russell. Dat later vier tegenstand biedende broeders ontheven werden en Rutherford vier anderen aanstelde is buiten alle redelijkheid en theocratische orde.

    De uitleg die het genootschap daar aan geeft is zo wie zo bij het haar getrokken. Heel deze situatie doet mij denken aan de "standfasters" die uitgesloten werden of weggegaan zijn omdat zij gelijk hadden.

    Even verduidelijken, de situatie waarin zij gelijk hadden had te maken met "neutraliteit" en omdat zij niet deden wat de organisatie besliste, wiens beslissing uiteindelijk verkeerd was, werden zij uit de organisatie verwijderd en gingen er uit weg.

    Er was toen nog geen "besturend lichaam" alhoewel de publicaties de indruk geven dat die er reeds was vanaf 33 GT., functioneert het besturende lichaam maar vanaf 1976, en niet vroeger.

    Om het cru, maar duidelijk te schrijven, de goeie werden verwijderd en de slechte bleven. Op welk fundament is de organisatie en het besturende lichaam uiteindelijk gebouwd?

    Het moet mogelijk zijn om een religie, een organisatie, gelijk wie of wat aan de kaak te stellen!

    In alle democratieën is het zelfs een grondwettelijk recht om vrijheid van mening te kunnen hebben.

    Daarmee wordt bedoeld dat iedereen het recht heeft om te zeggen, te vinden, te denken en te geloven wat men wil. Er zijn uiteraard beperkingen vastgelegd.

    Hoe kan het dan dat in de theocratie waar de wil van God gedaan zou moeten worden een lichaam van oudere mannen, een lichaam van belijdende gezalfden, of een lichaam van ouderlingen zeggenschap zou hebben over het geweten en het geloof van anderen?

    Op een gegeven moment heeft de organisatie rondgelopen met sandwichborden en borden aan een stok met het opschrift "Religie is een valstrik en afpersing" zie blz. 447 en 567 (jv-O)

    Zij zijn wat zij zeggen, de ware religie, maar het blijft 'religie', en van mij mogen zij het draaien en keren zoals zij willen, het is een valstrik en afpersing, maar op een opmerkelijk hoog niveau.

    Daarom zouden zij dan wel eens de beste van de christenheid kunnen zijn?

    Misschien zelfs de beste van 'Babylon de Grote'?

    Tot slot zou ik zeggen tegen de miljoenen die er mee geholpen zijn, blijf waar je bent, maar doe niet naar wat zij doen, wees een mens onder de mensen, geen fanatieker of afgodendienaar, of een volger van mensen.

     

     

    dinsdag 26 mei

    Gij moogt ... niet begeren ... wat uw naaste toebehoort. - Ex. 20:17.

    De Bijbel staat vol met voorbeelden van personen die door de een of andere vorm van hebzucht tot ernstige zonde zijn vervallen. Satan was de eerste die iets begeerde wat van een ander was: de heerlijkheid, eer en autoriteit die alleen Jehovah toebehoren (Openb. 4:11). Eva begeerde het recht op zelfbeschikking, en doordat ze in dit opzicht werd bedrogen, kwam de mensheid op de weg naar zonde en dood terecht (Gen. 3:4-7). De demonen waren engelen die ontevreden werden met "hun oorspronkelijke positie" en die "hun eigen juiste woonplaats" verlieten voor iets waarop ze geen recht hadden (Jud. 6; Gen. 6:2). Denk ook aan Bileam, Achan, Gehazi en Judas. In plaats van tevreden te zijn met hun levenslot, lieten ze zich er door een buitensporig verlangen naar materiële bezittingen toe brengen hun vertrouwenspositie te misbruiken, waardoor ze in vernietiging en verderf werden gestort.   

    De Wachttoren van 2007 1 augustus 1e studieartikel blz. 21 §9

     

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  nu heb ik reeds meermaals aangetoond dat de organisatie en het besturende lichaam zichzelf de autoriteit van Jezus Christus hebben toegeëigend. Dan heb ik ook de "volmaakte Eva" in beeld geplaatst die ondanks dat zij 'volmaakt' was bedrogen kon worden. Vervolgens zien wij hier de 'volmaakte' engelen die ontevreden werden omdat zij geen kindjes konden maken en zich materialiseerden en zodoende hun eigen juiste woonplaats verlieten. Dan zien wij hier enkele figuren die een buitensporig verlangen koesterden naar materiële bezittingen en hun vertrouwenspositie misbruikten en in vernietiging en verderf werden gestort.

    De §9 die als dagtekst weergegeven wordt zegt om te beginnen dat "Het interessant is dat Jezus waarschuwde voor "elke soort van hebzucht". En zoals de organisatie en het besturende lichaam schrijven dat het "interessant" is hebben ze zelfs overschot van gelijk.

    Ze schrijven in die § dat de bijbel vol staat met voorbeelden van personen die door de een of andere vorm van hebzucht tot ernstige zonden zijn vervallen.

    Satan wordt in die zelfde § als eerste "hebzuchtige" genoemd omdat hij de heerlijkheid, eer en de autoriteit van Jehovah begeerde. Uiteraard had dit geestelijk schepsel een vrije wil, maar ik kan niet verstaan dat iemand die volmaakt geschapen is en afhankelijk van die schepper zich diens verdiensten en soevereiniteit zou willen toe-eigenen.

    Nu zou je zeggen "alles kan" zelfs koffiekán, maar...

    Zo een beetje gelijk opgaand vermomt die zelfde satan die toen nog geen satan was, maar in wording, zich in een slang met een spraakvermogen. Weeral vragen?

    Er is zelfs een tijd geweest dat de organisatie en het besturende lichaam publiceerden dat een slang pootjes heeft gehad.

    En Eva was in het geheel niet verwonderd toen dat slangenbeest haar aansprak en God voorstelde als een bedrieger en manipulator en dan nog als Diegene die haar tekort deed.

    Ja zeker, zij, Eva kon als God zijn, moet je niet vragen?

    En direct reageerde Eva, niet zonder nadenken hoor, lees maar mee: Genesis 3:6. "Dientengevolge zag de vrouw dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken. Zij nam dan van zijn vrucht en ging ervan eten. Daarna gaf zij er ook van aan haar man, toen deze bij haar was, en hij ging ervan eten.

    En Adam die volgens de bijbel niet bedrogen werd sloot zich bij zijn vrouw aan. Wacht eens efkens, hoe kon hij zich aansluiten als hij de verantwoordelijke was? In het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam staat dat Eva de mensheid op de weg der zonde bracht.

    Daar kan ik niet mee akkoord gaan om de eenvoudige reden dat Adam, zoals gezegd, de verantwoordelijke was en niet Eva.

    Is dat weer zo'n een discriminerende situatie om de vrouw de schuld te geven?

    En dan hebben wij nog de 'engelen' die hun oorspronkelijke positie hadden verlaten om zich met vrouwen te vermeien en kindjes te maken. Volgens de bijbel in Openbaring is dat zowat een derde van alle engelen geweest die allemaal vonden dat ook zij tekort gedaan waren. Openb.12: 4, maar dat was in 2370 v.G.T. volgen het it-boek.

    Die gasten zijn wel beperkt in hun vermogens, maar spelen nog steeds een grote rol in de gebeurtenissen van de mensen. Het is zelfs zo dat je die alleen maar kunt weerstaan door je op God te beroepen. Dat mag je niet bezien als kritiek op God, want ik geloof in Hem, maar niet zoals mensen mij willen doen geloven.

    En nu hebben wij nog die groep mensen die een buitensporig verlangen aan de dag legden naar materiële bezittingen en daardoor hun vertrouwenspositie gingen misbruiken.

    Dat is nogal mistig weergegeven volgens mij. Het is niet dat mensen die een buitensporig verlangen naar materiële bezittingen hebben ook nog eens vertrouwensposities bezetten. Het kan natuurlijk, maar er zijn er die vertrouwensposities bezitten zonder daarom buitensporige verlangens te hebben naar materiële bezittingen. En andersom kan het ook nog. Nogal psychologisch nietwaar?

    Goed ik ga het anders weergeven. In de vereisten voor ouderlingen of verantwoordelijken komt ondermeer 1 Petrus 5 : 1-3 in beeld, ik citeer: "Daarom geef ik aan de oudere mannen onder U deze vermaning, want ook ik ben een oudere man evenals [zij] en een getuige van het lijden van de Christus, ja, een deelhebber aan de heerlijkheid die geopenbaard zal worden: 2 Weidt de kudde Gods die aan UW zorg is toevertrouwd, niet onder dwang, maar gewillig; noch uit liefde "voor oneerlijke winst", maar bereidwillig; 3 noch als [personen] die heersen over hen die Gods erfdeel zijn, maar door U voorbeelden voor de kudde te betonen".

    Zoals je kunt zien heb ik "voor oneerlijke winst" benadrukt. Dan weet je waarschijnlijk wel waarom? Neen, je kunt dat denken maar weten is nog steeds iets anders en daarom zeg ik dat "oneerlijke winst" een breed spectrum bestrijkt. Ik gebruik het woord 'spectrum' juist omdat er oneindig veel variaties in vervat kunnen zijn.

    Uiteraard is geldelijk gewin er eentje van, maar aanzien is mogelijk nog ernstiger en zeker veel subtieler.

    Wij hebben reeds gezien dat de organisatie en het besturende lichaam heel gul zijn met het verlenen van verantwoordelijkheden en titels. Dat kun je best vergelijken met het dragen van een uniform. Het uniform, gelijk welk een en in gelijk welke branche, duidt op een aanstelling die iemand een bepaalde status verleent, autoriteit vertegenwoordigt en een bepaalde macht geeft. Je kunt zelf voorbeelden aanhalen, want het is zo.

    Nu kun je natuurlijk zeggen dat de organisatie en het besturende lichaam dat organisatorisch kunnen verantwoorden. Ja dat klopt, organisatorisch ja, maar de uitwerking op de persoon, de personen? De verandering van persoonlijkheid en instelling? De klassenvorming? De geest of de subtiele inwerking van die verantwoordelijken?

    Moet ik wijzen naar India als het klassieke voorbeeld van het 'kastenstelsel'. Neen, India staat zeker niet alleen, integendeel men heeft dat overal en in elke cultuur en elke demagogie. 

    Neen ik wil niet veralgemenen, er zijn zeker veel verantwoordelijken die het ernstig menen en het ook doen, maar ik heb ondervonden dat juist dezen geen deel kunnen en willen uitmaken van het geheel. Zij zijn juist diegenen die eruit zullen verdwijnen of uitgestoten worden.

    De bijbel spreekt duidelijk dat bij gelijk welk geschil er minstens twee getuigen dienen te zijn.

    Wel, er zijn duizenden getuigen, die onrechtvaardig zijn behandeld, en iedere niet bijbels gegronde regel of leerstelling aan de kaak hebben gesteld en daarom werden uitgesloten.

    De lectuur daarover en de bewijzen daarvan, feiten, ervaringen en verwijzingen, geven een duidelijk beeld, maar de Getuigen van Jehovah zijn zo geïndoctrineerd dat weinigen zo rechtvaardig zijn dat dit getuigenis gelezen wordt. Het mag gewoon niet en dat komt overeen met het verbod van katholieke lijst van boeken, de Index, die niet gelezen mocht worden.

     

    woensdag 27 mei

    Sedert de dagen van Johannes de Doper tot op heden is het koninkrijk der hemelen echter het doel waarnaar mensen voorwaarts dringen, en zij die voorwaarts dringen, grijpen het. -Matth. 11:12.

    Jezus hield zich drieënhalf jaar bezig met het prediken van het goede nieuws van het Koninkrijk aan het Joodse volk. Nadat Johannes de Doper gevangen was gezet, maakte Jezus duidelijk dat anderen deel konden uitmaken van die Koninkrijksregeling door zijn uitspraak in de tekst voor vandaag. Het is interessant dat Jezus direct voordat hij sprak over degenen die het koninkrijk der hemelen zouden 'grijpen', het volgende zei: "Voorwaar, ik zeg u: Onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is er geen grotere verwekt dan Johannes de Doper, maar wie een mindere is in het koninkrijk der hemelen, is groter dan hij" (Matth. 11:11). Waarom zei hij dat? Omdat pas na de uitstorting van de heilige geest met Pinksteren 33 G.T. getrouwen echt de mogelijkheid geboden werd deel uit te maken van de Koninkrijksregeling. Tegen die tijd was Johannes de Doper al gestorven. - Hand. 2:1-4.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 4e studieartikel blz. 20 §4, 5.

     

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  deze dagtekst is de zoveelste die voor bijkomend en bijhorend commentaar uiterst geschikt is. Ik reageer op dat wat er staat en door de organisatie en het besturende lichaam gebruikt wordten, dus mag ik dat ook, of juist niet?

    Laten wij dan maar beginnen met de uitspraak van Jezus Christus "sedert de dagen van (...) dus daar begon het. Vervolgens zei hij dat zij die voorwaarts dringen het ook zouden grijpen. Voorwaarts dringen betekent "vooruit gaan met druk of geweld". Persoonlijk geef ik de voorkeur aan om "door middel van studie en inspanningen de betekenis in verband met 'het koninkrijk der hemelen tracht te begrijpen en het na begrepen te hebben het ook vast te houden".

    Dat Jezus Christus voordien duidelijk maakte dat Johannes de Doper een mindere in dit koninkrijk zou zijn t.o.v. diegenen die mettertijd deel zouden uitmaken van dit hemelse koninkrijk is een kwestie van tijd en instelling. Wij weten dat de Joden in het algemeen een aards koninkrijk verwachten. Wat Johannes normaliter ook dacht.

    Zelfs zijn discipelen hadden die verwachting uiteindelijk nog langere tijd. Het zou nog jaren duren eer de discipelen van Jezus Christus zouden begrijpen dat er volgens de bijbel twee klassen zouden zijn in de zin van 'verwachting'. In de zin van een kleine kudde en de andere schapen. Het feit dat er geen enkel verschil zou zijn tussen de twee klassen dan hun bestemming is ook nu nog voor mensen een strik.

    Laat ik het duidelijk maken: een kleine kudde heeft volgens de bijbel Gods H. Geest die hen als zonen en dochters uitkiest en wanneer zij aan Gods verwachtingen blijven voldoen krijgen zij het uiteindelijke zegel om als mederegeerders en als priesters vanuit de hemel als broeders van Jezus Christus hun functies uit te oefenen. Niet vroeger en niet op de aarde, maar na hun opstanding als geestelijke schepselen vanuit de hemel.

    De andere schapen hebben allen de verwachting om hier op de aarde te leven.

    Ik herhaal dat het enige verschil tussen de kleine kudde en de andere schapen alleen en uitsluitend hun bestemming is, niks meer, niks minder.

    Er is geen enkel bewijs dat een belijdende gezalfde, een lid van de kleine kudde, ook werkelijk een gezalfde is. Romeinen 8:15-16. "Want GIJ hebt geen geest van slavernij ontvangen, die wederom vrees veroorzaakt, maar GIJ hebt een geest van aanneming als zonen ontvangen, door welke geest wij uitroepen: „Abba, Vader!” 16 De geest zelf legt getuigenis af met onze geest dat wij Gods kinderen zijn".

    De schriftplaatsen die zijn aangehaald zijn die schriftplaatsen die de organisatie en het besturende lichaam gebruiken om dit te staven. Ik neem aan dat dit juist is, maar anderen geven er een andere uitleg over, maar daar ga ik nog niet op in.

    Andere schriftplaatsen tonen aan dat zij over de aarde zullen regeren:

    Openbaring 5:9-10 9 En zij zingen een nieuw lied en zeggen: „Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen, want gij werdt geslacht en gij hebt met uw bloed uit elke stam en taal en elk volk en elke natie personen voor God gekocht, 10 en gij hebt hen gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters voor onze God, en zij zullen als koningen over de aarde regeren.”

    Diegenen die dan op de aarde zullen overblijven worden door de organisatie en het besturende lichaam geïdentificeerd met de volgende verzen: Openbaring 7:14. "Daarop zei ik onmiddellijk tot hem: „Mijn heer, gíj weet het.” En hij zei tot mij: „Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen, en zij hebben hun lange gewaden gewassen en hebben ze wit gemaakt in het bloed van het Lam.

    Wat er van aan is zal de toekomst uitwijzen en daarom kom ik nog even terug op de vermelde Wachttoren §12 op blz. 22 ik citeer: "dat ze gezalfd waren maakte hen niet tot koningen over medegezalfden terwijl zij nog op aarde waren. Blijkbaar verloren sommige vroege christenen dat uit het oog en begonnen ze te streven naar ongepaste prominentie onder hun broeders in de gemeente. (...). Daarom herinnerde Paulus de gezalfden in zijn tijd aan het volgende: "niet dat wij de meesters over uw geloof zijn, maar wij zijn medewerkers tot uw vreugde".

    Klaarblijkelijk zou de organisatie en het besturende lichaam volgens hun eigen publicaties eens hun eigen handen op hun eigen hoofd moeten leggen. Het is toch duidelijk dat wanneer je de vuile was van de organisatie en het besturende lichaam of van hun verantwoordelijken buiten hangt je als een afvallige uitgesloten wordt en zelfs voor veel minder nog. Als ik zeg voor veel minder nog dan is het voor veel minder hoor.

    Vanaf het moment dat je niet akkoord kunt gaan met een uitspraak of een regel of een leerstelling wordt je monddood gemaakt.

     

    DONDERDAG  28  MEI

    [Christus] heeft ... gehoorzaamheid geleerd uit de dingen die hij heeft geleden. - Hebr. 5:8.

    Christus Jezus is geschikt voor zijn rol als Koning van Gods hemelse koninkrijk. Hij was een onmetelijk lange tijd met Jehovah samen, terwijl hij de wil van zijn Vader deed en diens "meesterwerker" was (Spr. 8:22-31). Toen Jehovah er regelingen voor trof dat Jezus naar de aarde zou komen, werkte hij daar bereidwillig aan mee. Op aarde stelde hij zich voornamelijk ten doel anderen over Jehovah's soevereiniteit en koninkrijk te vertellen. Jezus heeft ons allemaal een schitterend voorbeeld gegeven door volkomen onderworpen te zijn aan die soevereiniteit (Matth. 4:17; 6:9). Jezus onderging vervolging, en uiteindelijk werd hij ter dood gebracht. Tijdens zijn bediening kon hij de beklagenswaardige toestand van de mensheid waarnemen. De dingen die Jezus op aarde heeft ervaren, hebben hem begrijpender en meelevender gemaakt. Hij heeft persoonlijk gezien in welke toestand de menselijke familie verkeerde. Hij kon meevoelen met degenen die lijden ondergingen en kon zijn rol als hun verlosser beter begrijpen. - Matth. 9:36; 11:28-30; Hebr. 2:17, 18; 4:14-16.

    De Wachttoren van 2007 15 augustus 2e studieartikel blz. 27 §9, 10.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de schriftplaats uit Hebr.5: 8 maakt duidelijk dat ook volmaakte mensen nog bij kunnen leren. Om te beginnen was Jezus Christus als hemels schepsel en zelfs als de eerst en enig geboren zoon van God gehoorzaam aan Zijn Vader door zijn volledige medewerking te verlenen aan het voorbereiden van zijn menselijk leven dat uiteindelijk ook tot zijn offerandelijke dood zou leiden.

    Nu wordt door de organisatie en het besturende lichaam veelvuldig de nadruk gelegd op Gods koninkrijk dat mettertijd het instrument zal blijken te zijn dat God gebruikt om van de mensenwereld weer een menselijke wereld te maken.

    Dat is heel mooi want een paradijs is de wereld echt niet en noch minder op geestelijk vlak. Dat God dat weet is een uitdrukking die ik reeds van kindsbeen kende. Bepaalde zaken zoals "wanneer zal die oorlog nu gedaan zijn" bijvoorbeeld ontlokte de mensen die uitdrukking en zij zeiden dan: dat weet ik niet, "maar God wel".

    Dat zijn zo van die dingen waar n' mens tocht eventjes bij stil staat. Als God alles weet op voorhand, waarom dan dit en dat en 't ees en 't 'geen?

    Het antwoord dat  mij bevredigde was dat God niet alles wilt weten. En dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor wat er gebeurt en niet gebeurt. Dat is duidelijk, maar tien mensen met tien mitrailleurs gewapend kunnen volgens mij gemakkelijk honderd anderen laten werken of iets laten doen wat die honderd feitelijk niet willen doen, en dan? Wel dat kun je vermenigvuldigen met ieder getal dat nodig blijkt te zijn.

    De situatie in de wereld is daar zelfs gedeeltelijk op gebaseerd. Ik zei gedeeltelijk, want er zijn nog veel meer manieren waarop mensen verplicht worden om te doen wat een ander zegt.

    De subtielste is misleiding waardoor mensen zelfs grotendeels er vrijwillig aan meewerken. Die misleiding gaat altijd gepaard met indoctrinatie en manipulatie en je mag het keren en draaien zoals je wilt, dat is zodanig gecultiveerd dat slaven en slavenarbeid nu erger is dan ooit in de loop der geschiedenis.

    Jezus Christus heeft tijdens zijn relatief kort menselijk bestaan zoveel meegemaakt dat hij door zijn persoonlijk lijden ons nog beter en in alle opzichten kan begrijpen.

    Dan heb ik nog een uitdrukking die ik in De Wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 heb gelezen in de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na: Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat God wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen.

    Waar ter wereld zij ook met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Niet wat mensen zeggen en schrijven over God is belangrijk.

     En wat Hij zal doen mettertijd is zeker niet gebonden aan wat mensen zeggen, schrijven of zelfs maar denken.

    Of de bijbel nu exact juist is of niet, of andere heilige boeken juist of niet juist zijn, heeft alleen maar die waarde die iemand of een organisatie er aan geeft of, er uit distilleert.

    Als geloofswaarden is dat krak hetzelfde met dien verstande dat men er een beter mens moet door worden. En met beter bedoel ik beter voor je evennaaste, de mensheid in het algemeen en individueel.

    Dat wil niet zeggen dat je een ander moet laten profiteren van je. Een spreekwoord zegt: veel te goed is half zot. Maar zoals Van den Boeynants ooit zei: "trop" is teveel.

     

    vrijdag 29 mei

    Ik heb u het voorbeeld gegeven, opdat ook gij zoudt doen zoals ik u heb gedaan. -Joh. 13:15.

    Jezus gaf ouders het voorbeeld door zelf toe te passen wat hij onderwees. Willen ouders hun kinderen een beweegreden geven om van Jehovah te houden, dan moeten hun woorden en daden met elkaar overeenstemmen (1 Joh. 3:18). Waarom is het voorbeeld van de ouders zo belangrijk? Net zoals volwassenen kunnen leren van God te houden door naar Jezus' voorbeeld te kijken, kunnen kinderen leren van Jehovah te houden door het goede voorbeeld van hun ouders te volgen. Degenen met wie het kind omgaat, kunnen het kind opbouwen of juist 'nuttige gewoonten bederven' (1 Kor. 15:33). Gedurende een groot deel van het leven van het kind, en zeker in de belangrijke vormingsjaren, zijn de ouders degenen met wie hij de nauwste omgang heeft en die de meeste invloed op hem hebben. Ouders moeten zich daarom afvragen: Wat voor omgang ben ik? Moedigt mijn voorbeeld mijn kind aan om nuttige gewoonten te ontwikkelen? Welk voorbeeld geef ik in belangrijke dingen zoals gebed en Bijbelstudie?

    De Wachttoren van 2007 1 september 2e studieartikel blz. 26 §3, 4.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  zie de dagtekst van 15 mei en mijn commentaar hierover.

    Toch wil ik er op wijzen dat de organisatie en het besturende lichaam zich eveneens als een ouder opwerpen voor alle Getuigen van Jehovah, specifieker als een moeder.

    In deze tijd is het "één ouder gezin", in vergelijking met een of twee generaties terug, een deel van de gemeenschap geworden.

    En daarmee wil ik de organisatie en het besturende lichaam vergelijken, met een alleenstaande moeder.

    De organisatie en het besturende lichaam gaan er prat op en staan er zelfs op om als enige organisatie GOD te vertegenwoordigen en ZIJN spreekbuis te zijn.

    Het feit dat zij, zoals zij het als een vereiste stellen bij de doopvragen, de door Gods geest geleide organisatie zijn maakt hen superieur aan hun vermeende leider, Jezus Christus.

    Dat wil zeggen dat zij buiten datgene gaan wat geschreven staat. Ik citeer één uitspraak van Jezus Christus Mattheüs 23:10-11. "Laat U ook geen ’leiders’ noemen, want één is UW Leider, de Christus. 11 De grootste onder U moet echter UW dienaar zijn".

    Zoals ik in het commentaar van 15 mei zei, kinderen blijven geen kinderen. Maar Ons Moeder, de organisatie en het besturende lichaam, laten ons gewoon niet los. Zij verplichten ons om al wat zij zeggen en schrijven zonder boe of ba te mogen zeggen, dienen te aanvaarden, want het is voor ons welzijn.

    Goed, zij noemen zich geen leider, maar handelen als onze leider. Laat ik dan de aandacht vestigen dat 'willen zij de grootste' zijn, dan moeten zij dienen, maar een dienaar stelt geen eisen of vereisten. Dienend leiderschap is niet weggelegd voor mensen met autoriteit die autoritair optreden.

    Hun optreden is zoals in vele andere religies "gehoorzamen is beter dan slachtoffers" om één schriftplaats te gebruiken. 1 Samuël 15:22 ".Zie! Gehoorzamen is beter dan een slachtoffer"

    Volledig mee akkoord, maar geen "kadaver gehoorzaamheid".

    Zulke gehoorzaamheid is door Jezus Christus geïdentificeerd met de volgende waarschuwing: Mattheüs 15:14. "LAAT hen maar begaan. Zij zijn blinde gidsen. Indien nu een blinde een blinde leidt, zullen beiden in een kuil vallen".

    De letterlijke toepassing zou ons het gedacht kunnen geven dat wij hen moeten laten begaan of gerust moeten laten, maar Jezus Christus stelde die blinde gidsen aan de kaak, JA toch?

    Nu zul je ondertussen reeds de overtuiging hebben dat ik niets goeds over de organisatie en het besturende lichaam kan vertellen.

    Dat bedoel ik in het geheel niet, maar ik beweer dat enkele personen die de dienst uitmaken misbruik maken van hun positie, hun autoriteit en hun macht.

    Dat kan gemakkelijk aangetoond worden doordat de massa die zij beheren eveneens beheersen en het praktisch onmogelijk maken dat die massa voor zichzelf gaat denken en spreken.

    Diegenen die dat gewetensvol wel doen worden zwaar onder druk gezet of er op gelijk welke manier uitgewerkt, want het doel wettigt de middelen, alhoewel dit zeker niet schriftuurlijk is.

    Dienend leiderschap is niet voor iedereen weggelegd, maar onmogelijk voor mensen die anderen niet de gelegenheid geven zich te uiten.

    Dat is iets waar je niet alleen moet over nadenken, maar vooral moet natrekken!

     

    25-05-2009 om 14:44 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 20 MEI tot en met 24 MEI

    woensdag 20 mei

    Niet één onder hen was er overgebleven. - Ex. 14:28.

    Jehovah's belofte om zijn volk te beschermen lag opgesloten in zijn verzekering dat hij hen uit Egypte zou bevrijden en hen het beloofde land zou laten binnengaan. Bedenk dat de woedende Farao Israël achternazat met zijn machtige leger, uitgerust met honderden strijdwagens. Wat moet die arrogante man zich zeker van zijn zaak gevoeld hebben, vooral toen de Israëlieten in de val leken te zitten tussen de bergen en de zee! Op dat moment greep God in om zijn volk te beschermen door een wolk tussen de twee kampen te plaatsen. Aan de Egyptische kant was er duisternis; aan de Israëlitische kant was er licht. Terwijl de wolk de opmars van de Egyptenaren tegenhield, hief Mozes zijn staf op, en het water van de Rode Zee spleet in tweeën zodat er een ontsnappingsweg voor de Israëlieten ontstond en tegelijk een val voor de Egyptenaren. Jehovah bracht het machtige militaire apparaat van Farao een vernietigende slag toe en behoedde zijn volk voor een stellige nederlaag. - Ex. 14: 19-28.   

    De Wachttoren van 2007 1 november 1e studieartikel blz. 22 §7.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het bijbelse verslag moet met groot geloof worden gelezen omdat die gebeurtenissen zich allemaal op zowat dezelfde dag afspeelden. Vergeten wij niet dat de mensen met zowat drie miljoen waren een evenredig aantal wagens en trek-ossen met hun bezittingen, dan nog al hun klein- en grootvee.

    Het blijspel voor de Israëlieten en de tragedie voor de Egyptenaren, allemaal op dezelfde tijd. Heel die geschiedenis is nog steeds een onderwerp van discussie en interpretatie met allerhande interpellaties.

    De organisatie en het besturende lichaam gebruiken deze wonderbare ontwikkelingen als parallel voor de bevrijding in deze tijd. Op blz. 24 van De Wachttoren §11, 12 lezen wij dan ook het volgende: §11

    11 Wat valt er over onze tijd te zeggen? Op vrijdagmorgen 2 oktober 1914 stapte Charles Taze Russell, die destijds de leiding had over de Bijbelonderzoekers, de eetzaal van Bethel in Brooklyn (New York) binnen. „Goedemorgen allemaal”, zei hij opgewekt. En toen kondigde hij voordat hij naar zijn plaats ging, vreugdevol aan: „De tijden der heidenen zijn geëindigd; hun koningen hebben hun dag gehad.” Opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd gekomen om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij!

    Het spijtige van deze weergaven en de opgewektheid van Charles Taze Russell is dat er een verkeerde voorstelling van de feiten wordt gegeven. De aankondiging die Charles Taze Russell op die morgen vreugdevol aankondigde was gebaseerd op het feit dat hijzelf gepubliceerd had dat in 1914 de grote verdrukking zou beginnen en dat dit het begin van het einde zou zijn van de heersende "koningen".

    Nu schrijft de organisatie en het besturende lichaam:  opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd aangebroken om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij! Volgens §12 vijf jaar later.

    Maar daar ging het in die aankondiging van Charles Taze Russell  niet over, maar wel dat hun verwachtingen om nog diezelfde week nog naar de hemel zouden gaan vervuld zouden worden. Zie het "verkondigersboek" blz. 61, 62.

    12 Vijf jaar later bevrijdde Jehovah zijn volk uit „Babylon de Grote”, het machtige wereldrijk van valse religie (Openbaring 18:2). De meesten van ons zijn niet oud genoeg om die opwindende bevrijding persoonlijk te hebben meegemaakt. Maar we zien duidelijk de resultaten. Jehovah heeft de zuivere aanbidding hersteld en degenen die ernaar verlangden hem te aanbidden, samengebracht. Dat was via de profeet Jesaja voorzegd: „Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels; en daarheen moeten alle natiën stromen.” — Jesaja 2:2.

    Dat zij vijf jaar later uit "Babylon de Grote" bevrijd werden is een interpretatie die als een vervolg kan gezien worden van die verkeerde verwachtingen. Zoals de uitdrukking "dat de soep nooit zo heet gegeten wordt als ze opgediend is".

    En de paragraaf doet dan een beroep op de emoties door te stellen dat de meesten van ons niet oud genoeg zijn om die opwindende bevrijding persoonlijk mee gemaakt te hebben. Hiermee wordt de aandacht afgeleid van diegene die de organisatie de rug hebben toegekeerd omdat zij zich bedrogen voelden.

    De manieren waarop de verkeerde verwachtingen in een positieve richting gedraaid werden is in zo onbijbels dat het mij verwonderd dat, toen ik het jaren geleden gelezen heb, het allemaal als zoete koek heb geslikt.

    Nu besef ik, en velen met mij, dat het genootschap echt "de beste" zijn om met bijbelse manipulatie alles recht te trekken wat zij zelf krom hebben gemaakt.

    In §18 staat dat wij nu leven in de tijd van het einde, en de ware kennis is inderdaad overvloedig. Wereldwijd heeft de heilige geest waarheidlievende mensen naar nauwkeurige kennis van de ware God en zijn voornemens geleid. (...)

    En dan wordt er weer eens afgegeven op de onwetendheid en afvallige christenheid.

    §19 doet dan een beroep op wat we met eigen ogen hebben gezien, kunnen we beslist zeggen: "Niet één woord van alle goede woorden die Jehovah, uw God, tot u gesproken heeft, is onvervuld gebleven".

    Wat ik met eigen ogen heb waargenomen en gelezen, is dat, wat de organisatie en het besturende lichaam geschreven en voorzegd hebben, herschreven en op terug is moeten komen, mensenwerk is geweest.

    Van alle boeken en publicaties is er geen enkele die echt overeind is gebleven. Daarmee bedoel ik dat wat bij de eerdere publicaties bijbels ondersteund en bewezen was niet veranderd kan worden. Wat wel kan en zou moeten, is een rechtzetting met de redenen waarom men een verkeerde toepassing heeft gegeven. Tenzij met het moedwillig heeft gedaan met de bedoeling een bepaalde weg of wegen te volgen of te misleiden.

    Daarbij komt dat het afgeven op andere religies eerder een vorm van zelfverheffing blijkt te zijn.

    Het aan de kaak stellen van verkeerde leerstellingen of praktijken staat daar uiteraard boven en is eerder een terechtwijzing en soms zelfs een verplichting.

    Het kerkelijk recht is juist daarom geen Goddelijk of Schriftuurlijk recht.

    Volgens mij zouden de "Universele rechten van de mens" voorrang moeten krijgen op ieder "kerkelijk recht" het misbruik door religie zou daardoor terug gedraaid kunnen worden naar meer menselijkheid, gelijkheid en vrijheid op alle gebied.

    DONDERDAG  21  MEI

    Hetzij gij daarom eet of drinkt of iets anders doet, doet alle dingen tot Gods heerlijkheid. 1 Kor. 10:31.

    Als christenen genieten we van het leven en willen we God in alles wat we doen verheerlijken. Als we ons er getrouw op toeleggen het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken en anderen te leren alles te onderhouden wat Jezus geboden heeft, zullen we merken dat er veel lonende gelegenheden voor dienst voor ons openstaan (Matth. 24:14; 28:19, 20). We kunnen natuurlijk met onze plaatselijke gemeente samenwerken, maar misschien hebben we ook de mogelijkheid om te dienen waar de behoefte groter is, in een ander gebied, een ander land of een anderstalig veld. Welke takken van dienst kun jij je ten doel stellen? Zie als opgedragen aanbidder van Jehovah altijd naar hem en naar zijn organisatie op voor leiding. Zijn "goede geest" zal je helpen de juiste beslissing te nemen (Neh. 9:20). De ene toewijzing leidt vaak tot de andere, en de ervaring en bekwaamheden die je in de ene tak van dienst opdoet, komen vaak weer van pas in een latere toewijzing.
    De Wachttoren van 2007 1 oktober 2e studieartikel blz. 21 §11, 12.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      het studieartikel dat in de dagtekst besproken wordt heeft als thematekst "Leef nu voor het doen van Gods wil" en de leitekst voor dit thema is "Christus is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet langer voor zichzelf zouden leven". – 2 Korinthiërs 5: 15.

    Het is prachtig propaganda materiaal en kundig aangepakt. Het laat toe dat je een keuze kunt maken om met succes het doen van Gods Wil op de eerste plaats in je eigen leven te stellen. §5 bijvoorbeeld zegt duidelijk dat 'Om met succes voor het doen van Gods wil te kunnen leven, moeten we bovendien oordeelkundig te werk gaan'. Als we verstandig zijn, vermijden we het ons steeds dieper in de schulden te steken, waardoor we een slaaf van dit stelsel zouden kunnen worden en minder in Gods werk zouden kunnen doen'.

    Het is een feit dat iemand die van het leven wil genieten en tezelfdertijd God wil dienen oordeelkundig te werk moet gaan. Dat je er verstandig aan doet om geen schulden te maken is eerder een leefregel die veel mensen navolgen. Daar moet je geen Getuigen van Jehovah voor worden. Het is echter een feit dat 'lenen' door het systeem aangemoedigd wordt om "nu te kopen en later te betalen". Krediet verlenen kan een vorm van gemak betekenen, maar kan tezelfdertijd een strik zijn waardoor men boven zijn budget gaat leven.

    §6 toont daarom ook een extreme situatie om de boel op te schroeven, ik citeer: "Als je helemaal bent opgegaan in het nastreven van wereldse doeleinden –financiële of andere – zijn er waarschijnlijk ingrijpende veranderingen nodig om Gods wil op de eerste plaats te gaan stellen".

    Deze situaties zijn vooral in de hoogconjuncturele landen schering en inslag. Veel anderen landen hebben niet de mogelijkheden om kredieten te verlenen al komt dit steeds meer in beeld. De economische crisis is gedeeltelijk te wijten aan het feit dat veel mensen kredieten hebben verkregen, later zonder werk kwamen of minder inkomsten en hun aflossingen niet meer konden opbrengen. De levensduurte draagt er eveneens toe bij en dat is eerder een vicieuze cirkel die achter de schermen subtiel gehanteerd kan worden.

    Nu staat op blz. 22 onder het onderkopje "leer evenwichtig te zijn" als eerste zin een paradoxale zin, ik citeer §7: 7 Voor het doen van Gods wil leven, vraagt onze volledige inzet. Het mag nooit zo zijn dat we onszelf ontzien of er de kantjes van aflopen (Hebreeën 6:11, 12). Maar Jehovah wil ook niet dat we zo veel van onszelf vergen dat we fysiek, mentaal of emotioneel opbranden. Het verheerlijkt hem als we bescheiden erkennen dat we zijn werk niet in eigen kracht kunnen volbrengen, en er blijkt ook uit dat we evenwichtig zijn (1 Petrus 4:11). Jehovah belooft ons de nodige kracht te geven om zijn wil te doen, maar we moeten niet meer willen doen dan we kunnen en geen dingen proberen te doen die hij nie t van  ons  verwacht (2 Korinthiërs 4:7). Om God te kunnen blijven dienen zonder opgebrand te raken moeten we zuinig omspringen met onze energie.

    Het is een feit dat miljoenen vrijwilligers het aangenaam vinden of gevonden hebben om andere mensen te dienen of te helpen. Deze manier van werken is over de hele wereld en in alle organisaties een vorm van geven die tot eer strekt van de mensheid.

    Het spijtige van heel de situatie is uiteraard dat het gelijktijdig opgaat met een massa profiteurs die zulke gelegenheden uitbuiten. Ik denk bijvoorbeeld aan "artsen zonder grenzen" die ondanks al hun inspanningen in situaties terechtkomen die levensbedreigend zijn.

    Bij een ramp zoals in Italië onlangs, om er maar een te noemen, worden enorme hulpbronnen ingezet.

    Dat de organisatie en het besturende lichaam de bijbelse prediking als De Geestelijke Hulp uitoefent is prijzenswaardig, maar dit mag niet gebruikt worden als een reclamebord om de organisatie en het besturende lichaam op de voorgrond te brengen.

    Evenmin dat HET een bewijs is dan men een Christen zou zijn.

    Een Christelijke levenswijze is geen privilege dat uitsluitend door hen uitgeoefend wordt.

    Er is reeds 2000 jaar mee gemoeid en geknoeid en waar mensen hun leven hebben gegeven.

    Ik herhaal dan ook dat een Christelijke levenswijze belangrijker is dan de prediking op zichzelf.

    Niet dat ik de prediking veroordeel, maar wanneer de prediking als motief gebruikt wordt om de organisatie en het besturende lichaam op de voorgrond te brengen zit er iets verschrikkelijks fout. Zeker de manier waarop de prediking dient te geschieden en die voor de Getuigen van Jehovah tot een leerstelling is verheven.

     

    VRIJDAG  22  MEI

    Wie zijn roede inhoudt, haat zijn zoon, maar wie hem liefheeft, die zoekt hem werkelijk met streng onderricht. - Spr. 13:24.

    Kinderen die niet met consequent streng onderricht zijn grootgebracht, lopen de kans egocentrisch en ongelukkig te worden. In tegenstelling daarmee heeft men ontdekt dat kinderen met ouders die begrip voor hen hebben maar toch duidelijke grenzen stellen, het op school beter doen, betere sociale vaardigheden hebben en over het algemeen gelukkig zijn. Het is dus beslist zo dat ouders die hun kinderen op een vriendelijke manier streng onderricht geven, laten zien dat ze echt van hen houden. Wat wil het zeggen een kind op een vriendelijke, liefdevolle manier streng onderricht te geven? Ouders moeten met hun kinderen bespreken wat er precies van hen verwacht wordt. Kinderen van christelijke ouders krijgen bijvoorbeeld van jongs af aan fundamentele Bijbelse beginselen onderwezen, en ook wordt hun geleerd dat het belangrijk is aan de verschillende aspecten van de ware aanbidding deel te nemen (Ex. 20:12-17; Matth. 22:37-40; 28:19; Hebr. 10:24, 25). Kinderen moeten weten dat er over deze vereisten niet te onderhandelen valt.

    De Wachttoren van 2007 1 september 1e studieartikel blz. 21 §8, 9.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  er is reeds commentaar op gegeven en het is zeker waar dat streng onderricht een beter resultaat kan geven. Dit strenge onderricht dient gepaard te gaan met rechtvaardigheid en menselijkheid, consequentheid en het bijbrengen van morele waarden. Het is waar dat een doorgevoerde bijbelstudie zeker kan bijdragen tot een algehele verbeterde persoonlijkheid, inzicht en sociale vaardigheden.

    In de genoemde Wachttoren is er een onderkopje "Moedig tot eerlijke communicatie aan".  Dit is zeker geen éénrichtingsverkeer, maar zowel met kinderen als met volwassen moet een open  dialoog mogelijk zijn.

    Sommigen hebben gezegd dat bijbelkennis beter is dan universitaire kennis. Dat hangt grotendeels af van WIE die bijbelkennis afkomstig zal zijn, wat er beoogd wordt, de motivatie of de doeleinden.

    Je kunt de bijbel op oneindig veel manieren interpreteren en iedere organisatie die er een geloofsbelijdenis wilt van maken kan dit op zijn of haar eigen, zelfs persoonlijke manier uit distilleren. Weet je waarom ik dit woord 'distilleren' gebruik?

    Omdat het 1) een proces vertegenwoordigt van 'verdamping en condensatie'; sterke drank stoken. 2) in figuurlijk opzicht heeft het de betekenis van 'op een gezochte wijze afleiden'.

    Ik weet niet of Karl Marx dat bedoelde waarneer hij 'religie' als 'opium' voor het volk bestempelde. Ik gebruik 'distillatie' om te benadrukken dat bedwelmende drank iemand willoos maakt en uiteindelijk zelfs gewetenloos in de zin dat hij of zij niet meer zichzelf is.

    Daarom kan 'religie' gemakkelijk gebruikt worden om mensen te leiden en te misleiden.

    Bedenk maar dat er meer dan 37.000 christelijke denominaties vermeld zijn geworden in de publicaties van de Wachttoren organisatie. Die 37.000 denominaties kunnen niet allemaal de gehele waarheid hebben en zij kunnen eveneens niet allemaal leugens vertellen.

    Volgens de bijbel, is zelfs Satan n' gast die de bijbel gebruikt op zo'n manier dat hij de "uitverkorenen" kan misleiden.

    2 Korinthiërs 11:14-15 "En geen wonder, want Satan zelf blijft zich veranderen in een engel des lichts. 15 Het is daarom niets groots indien ook zijn dienaren zich blijven veranderen in dienaren van rechtvaardigheid".

    Mattheüs 24:24. "Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan, die grote tekenen en wonderen zullen doen ten einde, indien mogelijk, zelfs de uitverkorenen te misleiden".

    Ik heb ondervonden dat een 'rechtvaardige instelling' een enorme hulp is bij een menselijke benadering van mensen. Onvolmaaktheid is geen excuus voor 'onrechtvaardigheid'.

    Eens te meer komen wij met de vragen: wat is rechtvaardigheid? Wie bepaalt dat? Waar heeft rechtvaardigheid allemaal mee te maken? Wat zijn raakpunten en overeenkomsten?

    Misschien helpt de uitspraak van een groot leraar en waarschijnlijk ken je die uitspraak wel, ik citeer "Wie getrouw is in het geringste, is ook getrouw in veel, en wie onrechtvaardig is in het geringste, is ook onrechtvaardig in veel.

    Op het einde van de dagtekst worden de 10 geboden aangehaald Ex. 20: 12-17, de twee voornaamste geboden die uiteindelijk gelijk zijn citeer ik :

    Mattheüs 22:37-39."Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.’ 38 Dit is het grootste en eerste gebod. 39 Het tweede, hieraan gelijk, is dit: ’Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf". Daarbij komt de opdracht om discipelen te maken

    Mattheüs 28:19 "Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest",

    En als laatste in dit lijstje

    Hebreeën 10:24-25. "En laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, 25 het onderling vergaderen niet nalatend, zoals voor sommigen gebruikelijk is, maar laten wij elkaar aanmoedigen, en dat te meer naarmate GIJ de dag ziet naderen".

    En de organisatie en het besturende lichaam besluiten hun commentaar met te zeggen: "Kinderen moeten weten dat er over deze vereisten niet te onderhandelen valt".

    Tezelfdertijd, maar zonder woorden, leggen zij dit evengoed vast voor alle volwassenen. Alleen vermelden zij niet dat het uitsluitend toepasselijk is volgens hun interpretatie van deze vereisten.

    Ik laat de tien geboden voor wat ze zijn.

    Volgens Mattheüs 22:37-39  zijn alle mensen onze naasten, maar blijft de naaste liefhebben beperkt tot diegenen die gehoorzamen aan de organisatie en het besturende lichaam.

    Mattheüs 28:19 is een opdracht die volgens de organisatie en het besturende lichaam uitsluitend door Jehovah's Getuigen gehoorzaamd wordt in de "van huis tot huis" of "van deur tot deur" prediking. Hierbij inbegrepen zijn de nabezoeken en huisbijbelstudies.

    Hebreeën 10:24-25. hier vallen alleen die vergaderingen onder die door Jehovah's Getuigen in hun afzonderlijke gemeenten, kringen en districten worden belegd.

    Geen van de bovenvermelde 37.000 denominaties is daarbij inbegrepen.

    Zelfs datgene wat Jezus Christus zei is niet van tel, ik citeer: Mattheüs 18:20: "Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben ik in hun midden”.

      

    ZATERDAG  23  MEI

    Predik het woord. - 2 Tim. 4:2.

    Jezus stond in de eerste plaats bekend als leraar en niet als genezer of wonderdoener (Mark. 12:19; 13:1). Bij Jezus genoot de bekendmaking van het goede nieuws van Gods koninkrijk prioriteit, en dat geldt ook voor zijn hedendaagse volgelingen. Christenen hebben de opdracht het maken van discipelen voort te zetten door mensen alles wat Jezus geboden heeft te leren onderhouden (Matth. 28:19, 20). Om ons goed van die opdracht te kwijten, doen we voortdurend ons best om onze onderwijs bekwaamheid te verbeteren. De apostel Paulus beklemtoonde het belang van die vaardigheid in een brief aan Timotheüs. Hij schreef: "Schenk voortdurend aandacht aan uzelf en aan uw onderwijs. Blijf bij deze dingen, want door dit te doen, zult gij zowel uzelf redden als hen die naar u luisteren" (1 Tim. 4:16). Het soort onderwijs dat Paulus bedoelde, is niet louter het bijbrengen van kennis. Doeltreffende christelijke bedienaren bereiken het hart van mensen en motiveren hen om veranderingen in hun leven aan te brengen.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 2e studieartikel blz. 8 §1, 2.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      dat is zeker waar en de twee teksten die gebruikt worden van Markus onderstrepen dit door het woord "leraar" te gebruiken.

    Uiteindelijk is de leer die Jezus Christus verkondigde eerder een rechtzetting en vervulling van het Judaïsme. Mattheüs 5:17. "Denkt niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten teniet te doen. Ik ben niet gekomen om teniet te doen, maar om te vervullen",

    Daarom staar er in Romeinen 10:4 "Want Christus is het einde van de Wet, zodat een ieder die geloof oefent, rechtvaardigheid verkrijgt".

    Kolossenzen 2:14. "en het met de hand geschreven document dat tegen ons [getuigde], hetwelk uit verordeningen bestond en tegen ons was, uitgewist; en Hij heeft het uit de weg geruimd door het aan de martelpaal te nagelen.

    Je kunt deze en andere teksten gebruiken volgens dat het je past, maar hou altijd rekening met de context al staat die op een geheel andere plaats. Probeer eveneens je eigen motivatie en in zo verre, die van een ander, te kennen of te doorgronden.

     

    Ook daarom kom ik terug op de opdracht die Jezus Christus volgens het evangelie van Mattheüs 28:19-20 heeft gegeven "Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, 20 en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. En ziet! ik ben met U alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.

    Zoals wij kunnen lezen is het een dubbele opdracht. In de eerste plaats het 'maken van discipelen' en vervolgens die discipelen alles leren onderhouden wat Jezus Christus hen geleerd en voorgedaan had.

    Volgens §19 van het voorgaande artikel, maar op dezelfde blz. 8 zegt men dat de prediking van het goede nieuws het belangrijkste werk is dat momenteel op aarde wordt gedaan. En dat werd in voorgaande commentaren belicht.

    Wat ik nu wil benadrukken is dat die prediking van het goede nieuws een unieke boodschap zou moeten zijn en blijven.


    Als
    de organisatie en het besturende lichaam "vandaag" zegt dat de 'grote verdrukking' in 1914 zal komen en "morgen" zeggen zij dat het in 1918 is, maar "overmorgen" moeten zij zeggen dat het in 1925 zal zijn omdat het noch in 1914 noch in 1918 is gekomen. Hoe kunnen waarheid minnende mensen daar dan tegenover staan?
    Natuurlijk zullen ze zeggen en dat hebben ze ook gedaan, dat het toegenomen licht is en de bijbeltekst gebruiken van Spreuken 4:18 "Maar het pad van de rechtvaardigen is als het glanzende licht, dat steeds helderder wordt tot de dag stevig bevestigd is".


    Het gaat hier echter over het pad van de rechtvaardigen en niet over hen die een datum moeten veranderen en hun beweringen moeten aanpassen omdat het niet  uitgekomen is.

    Goed, het is dan niet in 1925 gekomen en daarom werd een opnieuw een andere datum aangewezen in de jaren 1940 en die was dan verbonden met de tweede wereldoorlog.

    De ervaring van Henry Dornik in de Wachttoren van 1 september 2007 blz. 11 einde van §1 toont duidelijk de verwachtingen van diegenen die in de kampen opgesloten zaten. Ik citeer: (...) "Dat stemde ons blij en hoopvol, want we hadden gedacht dat de Tweede Wereldoorlog zijn hoogtepunt zou bereiken in Armageddon.


    Dat zelfde heeft ook de belijdende gezalfde Gijsbertus van der Bijl,
    mij persoonlijk gezegd.

    Ook deze jaren passeerde zonder de beoogde verwachtingen. Ondertussen gingen er wel profetieën in vervulling die alle ontgoochelingen overvleugelden.

    Een grondige herziene studie van de bijbel en de nodige aanpassingen brachten 1975 in de kijker. Nu kon het niet anders, 6000 jaar menselijk bestaan en de 1000 jarige regering van de vredevorst maakte uiteindelijk duidelijk dat één scheppingsdag, de zevende alias Gods rustdag, geëindigd zou zijn.

    Dit was een hoogtepunt in toename en verwachtingen. 

    Maar deze periode was er ook eentje waar ongeveer vijf jaar voor nodig was om weer boven het peil van verkondigers te komen die er in 1976 geregistreerd stonden.

    Ik durf zeggen en kan het ook aantonen dat er bijna zoveel weggegaan zijn als dat er nu zijn. Natuurlijk zal er altijd, maar dan wereldwijd, een toename blijven om de eenvoudige reden dat mensen zoeken en geloven.

    De christenheid heeft een bericht opgebouwd dat hemeltergend is, maar zij zijn numeriek noch steeds zeer sterk. In feite is "Babylon de Grote", het wereldrijk van valse religie, blijft numeriek nog steeds in groei.


    Met andere woorden gezegd, het is religie die satans troefkaart is.

    Maar een spel wordt niet uitsluitend met 'troefkaarten' gespeeld, noch gewonnen.


    Voor dat ik het vergeet, de
    w81 15/1 blz. 32 Vragen van lezers "En indien het goddeloze samenstel van deze wereld tot de eeuwwisseling zou blijven bestaan, wat met het oog op de tendensen in de wereld en de vervulling van bijbelse profetieën hoogst onwaarschijnlijk is, zouden er nog steeds overlevenden van het geslacht van de Eerste Wereldoorlog zijn. Dat hun aantal afneemt, vormt echter een bewijs te meer dat „het besluit van het samenstel van dingen” snel zijn einde nadert.


    Twee opmerkelijke uitlatingen van
    de organisatie en het besturende lichaam.
    De eerste is dat het onwaarschijnlijk is dat het goddeloze samenstel tot het jaar 2000 zou blijven bestaan.

    De tweede is dat het aantal 'belijdende' gezalfde afneemt, wat een bewijs temeer is.

    Ondertussen is het aantal 'belijdende' gezalfden op drie jaar tijd (2005-2008) met 1462 exemplaren verrijkt. Dat betekent zo'n 17% en plus.


    Welke conclusie moet je daar uit trekken? Hou er rekening mee dat de uitleg van dit 'geslacht' ondertussen breedvoerig of juister gezegd 'breedsprakerig' is aangepast.

     

    zondag 24 mei

    Indien wij alleen in dit leven op Christus hebben gehoopt, zijn wij van alle mensen het meest te beklagen. - 1 Kor. 15:19.

    Wat treurig als iemand al zijn hoop stelt op het leven in deze wereld! Degenen die geloven dat dit leven alles is wat er is, hebben vaak de instelling: "Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij" (1 Kor. 15:32). Maar er bestaat een toekomst: "nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig IGods I belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen" (2 Petr. 3:13). Dan zullen christenen van "het werkelijke leven" kunnen genieten, dat wil zeggen, eeuwig leven in volmaaktheid, hetzij in de hemel of onder het liefdevolle bestuur van Gods Koninkrijksregering! (1 Tim. 6:12) Alleen Gods koninkrijk zal de problemen van de mensheid helemaal kunnen oplossen. Werken om de belangen van Gods koninkrijk te bevorderen is dus het zinvolste dat iemand kan doen (Joh. 4:34). Terwijl we daarmee bezig zijn, verheugen we ons in een gezegende band met onze hemelse Vader.  De Wachttoren van 2007 1 oktober 1e studieartikel blz. 16 §10, 11.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      het tegenovergestelde is eveneens waar.

    Ik bedoel dat wanneer je uitsluitend gericht bent op het leven in de hemel of het paradijs op aarde dan vervreemd je van de werkelijkheid, nu reeds.

    In de eerste plaats zijn wij mensen en gemaakt met het doel de Schepper te eren. Dat wil zeggen dat wij ons als mensen dienen te gedragen en als mensen van het leven dienen te genieten.

    De organisatie en het besturende lichaam gebruiken graag de tekst van 1 Kor. 15: 32 en het is duidelijk dat veel  mensen die instelling hebben en van het leven willen genieten terwijl ze nu leven. Ik heb reeds benadrukt dat er miljoenen mensen zijn die over eten en drinken niet moeten nadenken om er van te genieten, maar eerder hoe zij het kunnen bemachtigen.

    De miljoenen die door tekorten aan eten en drinken dagelijks sterven zijn een schandvlek voor de mensheid. Het is geen verwijt of een verwijzing naar God, wie of wat Het ook zou zijn, want de aarde heeft het vermogen om veel meer mensen het nodige te verschaffen dan diegenen die er nu zijn.

    Het is duidelijk dat in de bijbel verwezen wordt naar een hemelse regering en een nieuwe mensenmaatschappij met o.a. de woorden van 2 Petrus 3: 13 zoals in hun commentaar en de Wachttoren geschreven staat.

    Waar ik moeite mee heb, en dat is reeds van in het begin zo geweest, is dat men in de organisatie en het besturende lichaam, maar ook in vele andere organisaties, alle anderen uitsluit voor redding. Ik heb het reeds gezegd en herhaald, Jezus Christus is gestorven voor alle mensen.

    Waarom zegt de organisatie en het besturende lichaam dan dat christenen van het 'werkelijke leven', dus eeuwig leven, zullen kunnen genieten?

    Herhaaldelijk heb ik verwezen naar teksten die aantonen dat God de rechtvaardige en de onberispelijke kent en zal erkennen en hen eeuwig leven zal toebedelen.

    Dat lijkt mij heel wat meer in overeenstemming te zijn met een God van liefde dan alle uitleg die aan de bijbel wordt gegeven en aan alle heilige boeken ter wereld.

    En er mogen nog zoveel afschriften opgegraven of aangehaald worden, er zijn momenteel geen originele geschriften, aan ons bekend, van de Griekse Geschriften. Wat wij hebben als erkend en als canon van de bijbel is ons toegekomen via de christenheid en dat blijkt niet de aangewezen bron te zijn om honderd procent op te vertrouwen. Al zeg ik dat zelf.

    In het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam staat dat "Werken om de belangen van Gods koninkrijk te bevorderen dus het zinvolste is dat iemand kan doen".

    Ik zeg, zonder afbreuk aan die 'werken' te willen doen, dat men in de eerste plaats zijn eigen persoonlijkheid en zijn eigen werken tot eer van God op een niveau moet brengen dat je God tot heerlijkheid strekt. Tezelfdertijd moet men ook een goed getuigenis hebben van buiten.

    Hoe onvolmaakt men ook is, eerlijkheid is rechtstreeks in verband te brengen met heerlijkheid. En eerlijkheid staat zeker rechtstreeks en evenredig op gelijke voet met rechtvaardigheid.

     

    Hoe eerlijk zijn organisaties?

     

    19-05-2009 om 13:23 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 15 MEI tot en met 19 MEI

    VRIJDAG  15 MEI

    Als pijlen in de hand van een sterke man, zo zijn de zonen der jeugd. -Ps. 127:4.

    Ook al is een boogschutter nog zo bekwaam, hij zal het doel waarschijnlijk niet treffen als de pijl die hij afschiet krom of verbogen is. Natuurlijk zullen ouders hun best doen om de kromme pijl als het ware recht te maken door te proberen de verkeerde denkwijze van het kind bij te stellen. Maar uiteindelijk moeten kinderen zelf beslissen of ze zich door de wil van deze wereld laten buigen of toelaten dat Jehovah hun 'paden recht maakt' (Spr. 3:5, 6; Rom. 12:2). Hoewel op de ouders de zware verantwoordelijkheid rust hun kinderen "in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah" groot te brengen, beslist het kind uiteindelijk zelf tot wat voor volwassene hij zal opgroeien (Ef. 6:4). Vraag je daarom af, kinderen: aanvaard ik de liefdevolle opleiding die mijn ouders me geven? Als je dat doet, kies je de allerbeste levenswijze. En wat nog belangrijker is: je zult Jehovah's hart verheugen. - Spr. 27:11.

    De Wachttoren van 2007 1 september 2e studieartikel blz. 26 §17, 18.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de gebruikte illustratie is uiteraard toepasselijk als de genen van het kind niet van dien aard blijken te zijn dat het onontvankelijk voor het goede onderwijs is. Hoe weet je dat?  Wie of wat moet je dan de schuld geven? Wie kan uiteraard weten of de ouders wel bekwame schutters zijn?
    En de zin die dan gebruikt wordt maakt alles voor de organisatie en het besturende lichaam o zo gemakkelijk om hun handen in onschuld te wassen.
    Ik herhaal die zin:
    "Maar uiteindelijk moeten kinderen zelf beslissen of ze zich door de wil van deze wereld laten buigen of toelaten dat Jehovah hun 'paden recht maakt'".

    Dat is weer zo categorisch en laat geen plaats over voor de ouders noch voor het kind. En zijzelf, de organisatie en het besturende lichaam, komen hier dan ogenschijnlijk niet in het beeld.

    Verplaatst jezelf dan maar in de plaats van de hier gebruikte ouder, en verschil zal er weinig of niet zijn.

    Die ouders worden verondersteld gedoopte Getuigen van Jehovah te zijn en dienovereenkomstig zullen zij de lectuur die zij voor zichzelf gebruiken ook gebruiken om hun kinderen op te leiden.

    Zelfs de manier van onderwijzen zal in bijna alle gevallen ook dezelfde zijn t.t.z. "vraag en antwoord" aan de hand van de lectuur van de organisatie en het besturende lichaam.

    Zowel de vragen als de antwoorden zijn dus voorgedrukt en eerder stereotiep dan soepel en aangepast.

    Toch zal de organisatie en het besturende lichaam aanmoedigen om een studie aan te passen aan de kinderen met het verschil van leeftijd en bekwaamheid in gedachten te houden.

    In sommige gevallen zal het kind of de kinderen een daadwerkelijk aandeel hebben aan die gezinsstudie, maar in de meeste gevallen blijft het vraag en antwoord tot het juiste, hun, antwoord uit de bus komt.

    Prijzende woorden zijn dan op hun plaats en maken deel uit van het onderwijs en het indoctrinatie proces.

    Nu stelt het commentaar via de wachttoren §17 toch duidelijk dat het kind uiteindelijk zelf moet beslissen.
    Het enige dat het kind kan beslissen is datgene wat zijn of haar ouders beslissen en het enige wat die ouders kunnen beslissen is datgene wat de organisatie en het besturende lichaam voor hen reeds beslist hebben.

    Neemt het kind een andere beslissing dan kan het niet gedoopt worden en wie niet gedoopt is kan dus niet gered worden.

    Hoger of universitair onderwijs wordt zeker niet aangemoedigd, integendeel.

    Met andere woorden gezegd, wanneer jij je mettertijd niet opdraagt ondanks de jaren studie zul je altijd afstandelijk bejegend worden.

    Word je mettertijd wel gedoopt, maar lever je zes maanden geen rapportje in dan wordt je inactief en zul je als een zwakke Getuigen van Jehovah bekend worden.

    Van het moment dat jij je negatief over de organisatie en het besturende lichaam uitlaat kom je onder het kerkelijk recht en zul je ter verantwoording worden geroepen.

    Met kerkelijk recht wordt niet bedoeld dat het ook Schriftuurlijk moet zijn.

    Opmerkelijk is wel dat het kerkelijk recht van de organisatie en het besturende lichaam weinig of niet verschilt met het kerkelijk recht van katholieke kerk.

    Wanneer jij je niet onderwerpt aan de autoriteit van 'dit kerkrecht' zul je uiteindelijk uitgesloten worden. Zelfs wanneer je recht in je schoenen staat en gewetensvol hebt gehandeld is het feit dat jij niet op Jehovah hebt gewacht, funest.

    Met wachten op Jehovah wordt bedoeld dat je de onrechtvaardigheid of onrechtvaardigheden verduurt.
    Het aan de kaak stellen of de vuile was van een of meerdere ouderlingen buiten hangen is eveneens strafbaar.
    Hiervoor gebruiken zij graag en veelvuldig de schriftplaats van Hebreeën 13 17 en Judas 8 met voorbijgaan van o.a. Hebreeën 13 7 die duidelijk stelt dat verantwoordelijken het woord van God dienen te spreken.

     

    zaterdag 16 mei

    Gelukkig is de man die beproeving blijft verduren, want nadat hij is goedgekeurd, zal hij de kroon des levens ontvangen. - Jak. 1:12.

    Kan het ondergaan van lijden iets goeds teweegbrengen in degenen die voor eeuwig hopen te leven op een paradijselijke aarde zonder ziekte, verdriet en de dood? De pijn en de angst die door lijden worden veroorzaakt, zijn op zich geen dingen waar we naar verlangen. Maar als we dat lijden verduren, kan het onze goede persoonlijke eigenschappen versterken en ons gelukkig maken. Kijk eens naar wat Gods geïnspireerde Woord hierover zegt: "Ook al zoudt gij lijden ter wille van rechtvaardigheid, gij zijt gelukkig." "Indien gij om de naam van Christus wordt gesmaad, zijt gij gelukkig" (1 Petr. 3:14; 4:14). "Gelukkig zijt gij wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad tegen u spreekt ter wille van mij. Verheugt u en springt op van vreugde, want uw beloning is groot in de hemelen" (Matth. 5:11, 12). Het geluk komt voort uit de wetenschap dat we lijden omdat we Jehovah's wil doen.

    De Wachttoren van 2007 15 augustus 2e studieartikel blz. 27 §12-14.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de eerste zin is beladen en doelgericht op "diegenen die voor eeuwig hopen te leven op een paradijsaarde.

    Volgens de nieuwsberichten worden er op de gehele aarde enorme haarden van lijden geregistreerd onder verschillende omstandigheden en met uitersten aan excessen.

    Het lijden is niet te overzien en is zo inherent met de mensheid verweven dat het in grote delen zelfs een vorm van leven is geworden.

    Het is zeker waar dat mensen dit mekaar aandoen en de bronnen zijn dikwijls zelfs niet te herkennen.

    Toch moeten wij erkennen dat er ook vroeger zulke toestanden heersten en zelfs ergere in verhouding met de wereldbevolking.


    Het voorstellen dat het NU erger is komt neer op het feit dat het ONS aanbelangt, ONS betreft en ONS pijn doet.
    Niet alleen hen die het meemaken, maar door de media als het ware in onze huiskamer wordt binnen gebracht.

    De economische recessie is eveneens een vorm van lijden en de vele faillissementen treffen ook diegenen die er onrechtstreeks bij betrokken worden.
    Waar vroeger en nog steeds door bepaalde religies verwezen wordt naar het hiernamaals en de hemel met of zonder rijstepap met gouden lepeltjes, is in wezen niets veranderd.

    Mensen in het algemeen hebben het niet werkelijk gemakkelijk en gelukkig zijn is een instelling die zelfs onder bar slechte omstandigheden overeind kan blijven.

    Velen zeggen dan ook dat je zelf je eigen hemel hier op aarde moet maken.


    De organisatie en het besturende lichaam doen 'krak' hetzelfde als al hun voorgangers en concurrenten. Zij moedigen hun leden aan om geduldig uit te kijken naar het door God beloofde paradijs.
    Er zijn geen verdiensten, maar er moet wel geloof zijn en bij dit geloof werken die bij geloof passen, want zonder werken is geloof dood.

    Volgens hen is het predikingswerk het belangrijkste werk op aarde en je mag zeker niet wachten tot je dood bent om het te doen.
    Het prediken "van deur tot deur" is zoals vroeger gezegd en geschreven zelfs een morele verplichting. In zoverre je het fysiek en geestelijk aan kunt.
    Het feit dat volgens de Bijbel Jezus Christus de prediking als voorbeeld heeft gesteld geeft hen uiteraard het recht om iedereen niet alleen uit te nodigen dit werk van harte te doen, maar ook te rapporteren en dat geeft je een bijzondere status en verplichting.

    Alhoewel er geen enkel bewijs is, noch van de rapportjes, noch van ook maar één getuige dat Jezus Christus van huis tot huis is gegaan, schromen zij niet om het zo voor te stellen dat het een kenteken is van ware Christenen.


    Ik heb reeds gezegd dat Jezus Christus zijn leven heeft gegeven voor de gehele mensheid en er kan en moet nog veel gebeuren, wil de mensheid daarvan overtuigd kunnen worden.

    Wat de toekomst zal brengen moeten wij afwachten en hoe God dit zal bewerkstelligen eveneens. De manier of manieren zullen niet afhangen van wat mensen zeggen of suggereren, maar van het ingrijpen van HEM en de reactie op ZIJN actie.


    Mensen en organisaties hebben de neiging om van de Bijbel of andere Heilige Geschriften hun eigen interpretaties te geven die in de loop van de geschiedenis zoveel veranderd moesten worden en aangepast dat geloof in georganiseerde religie eerder als afgoderij kan bestempeld worden.

    Van zodra een georganiseerde religie haar leden beloften moet voorhouden of dreigementen gaat gebruiken gaat zij haar gezag te buiten of erger brengt zij smaad op Diegene die zij beweren te vertegenwoordigen.


    Als GOD Liefde is kan alleen Liefde de motivatie zijn en het bindmiddel. Daar zal lijden of niet lijden geen verandering in brengen. God wordt zeker niet verheerlijkt door lijden.


    Volgens het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam komt geluk echter voort uit de wetenschap dat we lijden omdat we Jehovah's wil doen.


    Die "WIL van JEHOVAH" hangt af van welke religie je hebt, van wanneer en waar je geboren bent en geleefd hebt en dat kan gewoonweg niet.


    Volgens mij en ik herhaal het voor de zoveelste keer Ps. 37: 29 "De rechtvaardigen die zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven".

    En Micha 6: 8 "Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God".

     

    zondag 17 mei

    Blijf erop toezien dat gij de bediening die gij in de Heer hebt aanvaard, ook vervult. - Kol. 4:17.

    We hebben een zware verantwoordelijkheid tegenover de mensen rondom ons. De beslissingen die ze nu nemen, zullen tijdens "de grote verdrukking" leven of dood betekenen (Openb. 7:14). Spreuken 24:11 zegt: "Bevrijd hen die worden weggevoerd naar de dood; en zij die wankelen naar de slachting - 0 moogt gij hen tegenhouden." Zouden wij nalaten mensen te waarschuwen dat ze een keuze moeten maken, dan zou dat kunnen betekenen dat er bloedschuld op ons komt te rusten. Dezelfde passage vervolgt namelijk: "Ingeval gij zoudt zeggen: 'Zie! Wij wisten dit niet' - zal juist hij die de harten toetst, het niet onderscheiden, en juist hij die uw ziel gadeslaat, het niet weten en de aardse mens niet stellig naar zijn activiteit vergelden?" Het is duidelijk dat Jehovah's aanbidders niet kunnen zeggen dat ze niet op de hoogte zijn van het gevaar dat mensen wacht. - Spr. 24:12.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 1e studieartikel blz. 4 §1.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  dit commentaar van de organisatie en het besturende lichaam is weer een van die wachttorenstudies die broeders en zusters en hun kinderen met schuldgevoelens opzadelen.
    Daarmee bedoel ik niet dat er niet kan  gepredikt worden. Zelfs de 'waarschuwingsboodschap' heb ik ooit erg serieus genomen en overeenkomstig gesproken.
    Toentertijd gebruikte ik gemakkelijk Ezechiël 33 12-20 waarbij ik opmerkte dat het vooral ging over de Israëlieten zelf, alhoewel het in beginsel ook op alle mensen kan worden toegepast.
    Dat mensen de beslissingen die ze NU nemen, tijdens "de grote verdrukking" leven of dood kan betekenen, is iets dat men niet zomaar klakkeloos mag aannemen.

    Er wordt al meer dan honderd jaar gepredikt door Jehovah's Getuigen en ondertussen zijn miljoenen mensen gestorven, en dan?
    Mensen nemen beslissingen en het is niet omdat een prediker aan de deur is geweest dat zijn of haar boodschap zo duidelijk was dat men een weloverwogen beslissing kon nemen. Daar tegenover is de wijze van prediken evenmin bepalend.
    Het van huis tot huis werk is voor de organisatie en het besturende lichaam bepaald door drie of  vier teksten uit Handelingen 2: 46,  5: 42 en 20: 20. waar het nog niet eens duidelijk is dat het van huis tot huis is en in het geheel al niet van deur tot deur gebeuren moet.
    In Handelingen van de apostelen worden echter op zijn minst nog dertig andere activiteiten genoemd waar een huis of een plaats genoemd wordt.
    Alleen het feit dat de prediking "van huis tot huis, van deur tot deur", tot een leerstelling is verheven en een verplichting is geworden, zelfs om gedoopt te kunnen worden en dat is niet schriftuurlijk.

    Daarbij komt nog dat wanneer men een geordineerde bedienaar van het evangelie wil zijn men een onbesproken en voorbeeldige Getuige van Jehovah dient te zijn.

    In redelijk veel gezinnen en zelfs gemeenten wordt daar weinig of geen rekening mee gehouden.

    Waar het werkelijk op aankomt is dat men maandelijks een rapportje ingeeft. Dit is de manier waarop je vrij van bloedschuld verklaard wordt, wat denk jij?


    In het studieartikel hierboven vermeld staat in §6 het volgende: "Babylon de Grote", het wereldrijk van valse religie, heeft de mensheid weinig troost verschaft. Integendeel, door "de wijn van haar hoererij" zijn heel veel mensen het spoor bijster geraakt.(...).

    Ik zeg dat heel veel broeders en zusters en hun kinderen (miljoenen) het spoor bijster zijn geraakt en weggegaan zijn omwille van de veranderingen, vereenvoudigingen, de lichtflitsen, de onrechtvaardigheden, het niet uitkomen van de door de organisatie en het besturende lichaam opgewekte verwachtingen en de veranderde doopvragen enz..

    Dan spreek ik ook van al die mensen die direct of indirect met de boodschap zijn geconfronteerd geweest en nu uiteraard de schouders ophalen wanneer er weer over de tijd van het einde, de verslechterende toestanden en de dringendheid gepredikt wordt.


    En nu is het geen vraag meer "maar een refreintje van": wiens schuld is dit, wiens schuld is dat, wiens schuld zou dit wel zijn.


    Met dit verschil dat de schuldigen Gods Naam ontheiligen.

     

    En nu nog de uitleg van de illustratie van de zaaier.

    Mattheüs 13:36-43. „Verklaar ons de illustratie van het onkruid op het veld.” 37 Hij gaf ten antwoord: „De zaaier van het voortreffelijke zaad is de Zoon des mensen; 38 het veld is de wereld; het voortreffelijke zaad, dat zijn de zonen van het koninkrijk; maar het onkruid zijn de zonen van de goddeloze, 39 en de vijand die het zaaide, is de Duivel. De oogst is een besluit van een samenstel van dingen, en de oogsters zijn engelen. 40 Zoals daarom het onkruid wordt verzameld en met vuur wordt verbrand, zo zal het ook gaan in het besluit van het samenstel van dingen. 41 De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen alle dingen die aanleiding tot struikelen geven en degenen die wetteloosheid bedrijven, uit zijn koninkrijk verzamelen, 42 en zij zullen hen in de vuuroven werpen. Daar zullen [zij] wenen en knarsetanden. 43 In die tijd zullen de rechtvaardigen zo helder schijnen als de zon in het koninkrijk van hun Vader. Wie oren heeft, hij luistere.


    Schriftuurlijker kan het niet zijn nietwaar?

    Jezus Christus verklaarde de illustratie persoonlijk aan zijn discipelen en uiteraard aan ons door duidelijk te maken dat de oogsters engelen zijn.


    Wie van de predikers kan dan bloedschuld hebben?


    Of waarom moet de dringendheid van de tijd dan gebruikt worden precies of het hangt van een menselijke prediker af?

    En wat mag dan wel de bedoeling zijn van al die rapportjes?

    En als het stille getuigenis van weinig of geen belang is, zijn de veranderende tijdschriften dan beter?

     

    maandag 18 mei

    Staat op, gaat weg uit het midden van mijn volk, ... en gaat, dient Jehovah. - Ex. 12:31.

    Het is het jaar 1513 voor onze jaartelling. Jehovah heeft al negen plagen over de Egyptenaren gebracht. Jehovah onthult nu aan Mozes dat Farao en alle Egyptenaren nog één slag toegebracht zal worden, de laatste. Op de 14de Abib (Nisan) zal de eerstgeborene van elke Egyptenaar en van elk dier sterven. Maar Israëlitische gezinnen kan dat bespaard blijven als ze zorgvuldig de instructies opvolgen die God aan Mozes heeft gegeven. Ze moeten iets van het bloed van een mannetjeslam op de twee deurposten en het bovengedeelte van de deuropening van hun huis spatten en binnen blijven. Wat gebeurt er die nacht? We laten Mozes zelf aan het woord: "Het gebeurde nu dat Jehovah te middernacht iedere eerstgeborene in het land Egypte sloeg." Farao reageert onmiddellijk. Hij roept Mozes en Aäron bij zich en zegt tegen hen wat er in de tekst voor vandaag staat. - Ex. 12:1-7, 29, 37, 38.

    De Wachttoren van 2007 15 december 2e studieartikel blz. 16 §7, 8.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  wij nemen aan dat de Bijbel de situatie exact weergeeft. Het verslag over de voorbereidingen en het uiteindelijke vertrek is nog niet zo eenvoudig temeer daar de Israëlieten de Egyptenaren grondig uitschudden.

    Diegenen die dan nog vanuit het land Gozen moesten optrekken en de ontmoetingspunten plus de terugkeer om via en door de Rode Zee te trekken is allemaal zo gemakkelijk te lezen, maar is eerder moeilijk te bevatten.

    Hoeveel ossenwagens waren er, hoeveel kleinvee en andere dieren moesten er door die droge bedding worden geleid?

    De instructies voor de Paschanacht waren niet zo ingewikkeld, maar de voorbereidingen en het klaarmaken van het vervoer kon geen kleinigheid worden genoemd. Toen de bewuste nacht uiteindelijk voorbij was en farao het bevel gaf dat de Israëlieten konden opstappen moet het volgens de Bijbel razend snel, bijna aan internet gelijk zijn geweest om Jan en Alleman te verwittigen en te instrueren om s' morgens klaar te staan om te vertrekken. Ondertussen was er in Egypte geen gezin dat niet met minstens een dode zat. De schrik moet er wel heel diep hebben ingezeten. Drie miljoen mensen met karren en ossen plus nog eens zoveel beesten, op gelukkig nog geen autostrades met files. Waar het op neerkwam is simpel. Mozes zei wat ze moesten doen en wanneer en de rest was bijzaak. Volgens Exodus 13: 18 gebeurde dit alles met militaire stiptheid en gehoorzaamheid en "in slagorde".

    De les is dan ook volgens §14 van vermelde wachttoren dat wij troost en hoop kunnen putten uit die opwindende gebeurtenissen. Volgens § 15 leren wij ook nog dat we Jehovah moeten gehoorzamen ongeacht wat hij ons vraagt te doen. In onze tijd is het bijzonder belangrijk dat we de leiding volgen die we via "de getrouwe en beleidvolle slaaf" krijgen.
    Deze paragraaf vermeldt eveneens dat het heel goed mogelijk is dat we gedetailleerde instructies zullen ontvangen. Om veilig door die moeilijkheden te komen, zullen we in de pas moeten blijven lopen met andere loyale dienaren van Jehovah.

    De organisatie en het besturende lichaam geven reeds meer dan 120 jaar gedetailleerde instructies die altijd dezelfde zijn voor de tijd van het einde. Predik op uw tocht en verspreid zoveel mogelijk lectuur.
    Vòòr mij waren het anderen en na mij zullen het weer anderen zijn.

    Wat de illustratie van Mattheus 24: 45 betreft en die net aangehaald werd daar staat niet alleen dat wat zij schrijven en op zichzelf van toepassing brengen, maar vervolgens staat er in vers 48: "Maar indien die boze slaaf ooit in zijn hart zou zeggen: Mijn meester blijft uit, en zijn medeslaven zou beginnen te slaan en met de verstokte dronkaard zou eten en drinken, dan zal de meester van die slaaf komen op een dag dat hij niet verwacht en op een uur dat hij niet weet, en hij zal hem met de grootste gestrengheid straffen (...)".


    Het gaat over dezelfde illustratie en over diezelfde slaaf, alleen is die slaaf van instelling veranderd door de manier waarop hij de schapen van de Meester behandelt.
    Nu zul je zeggen de organisatie en het besturende lichaam doen het toch nog steeds goed!
    Dan is mijn antwoord: dat schijnt zo, maar zij hebben het heft zelf in handen genomen en laten alleen maar toe wat zij willen, niet wat Jezus Christus hen heeft voorgedaan.

    Analyseer bovenstaand gedeelte maar met de illustratie van Matth. 24 45-51 en vergelijk hun handelwijze maar met de levenswijze van Jezus Christus.

     

    dinsdag 19 mei

    Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God. Luk. 12:21.

    De uitdrukking 'rijk met betrekking tot God' wordt ook wel vertaald als "rijk in Gods ogen" (Today's English Version). Mensen die in materieel opzicht rijk zijn, vinden het meestal heel belangrijk hoe anderen hen bezien. Dat blijkt vaak uit hun levenswijze. Ze willen indruk maken door 'opzichtig te geuren met de middelen voor levensonderhoud die ze hebben', zoals de Bijbel zegt (1 Joh. 2:16). In tegenstelling daarmee kunnen degenen die rijk zijn met betrekking tot God zich verheugen in zijn goedkeuring, gunst en overvloedige liefderijke goedheid en hebben ze een innige persoonlijke band met hem. Die bijzondere positie geeft hun beslist een gevoel van welzijn en zekerheid, iets wat materiële rijkdom niet kan bieden. Ze kunnen zich helemaal inzetten voor dingen die in Gods ogen echt waardevol zijn. Jes.40:11.            

    De Wachttoren van 2007 1 augustus 2e studieartikel blz. 26 §14, 15.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  om het eens op zijn Amerikaans te zeggen "dat is zeker de honderdste keer dat die illustratie uit Luk. 12 wordt gebruikt. Akkoord het is niet altijd hetzelfde vers, maar de toepassingen liggen praktisch altijd in dezelfde lijn.

    Het is waar dat de rijkdommen van de aarde niet altijd of bijna nooit evenwichtig zijn verdeeld en dat is in de praktijk ook niet mogelijk.

    De vaststelling dat mensen die in materieel opzicht rijk zijn het meestal heel belangrijk vinden hoe anderen hen bezien zal wel waar zijn. Maar dat gaat meestal voor alle mensen op.

    Zeker jonge mensen of liever tieners hechten er over het algemeen veel belang aan hoe anderen hen bezien, vooral in een groep.
    Ik kan je met mijn levenservaring van meer dan 70 jaar vertellen dat minstens de helft van de materieel rijken niet in deze categorie vallen.

    De verstandigste uit deze menigte zullen zelfs moeite doen om naar buiten toe minder op te vallen. En zij weten maar al te goed dat stoefen met hun middelen alleen maar afgunst zal opwekken. Dat wil uiteraard niets zeggen, maar zo precies schrijven dat ze de indruk willen geven door 'opzichtig te geuren' met hun middelen voor levensonderhoud is niet allen gegeven.

    Die zelfde levenservaring heeft mij ook geleerd dat iemand absoluut niet rijk moet zijn om belang te hechten hoe anderen hen bezien.

    Evenzo willen gewone mensen en ook Jehovah's Getuigen indruk maken op anderen. Moet ik je vertellen over hun 'auto', meubels, kleding, juwelen, hobby's, diëten, koersfietsen, zelfs hun verspreiding van lectuur, het aantal bijbelstudies, de uren prediken, de aandelen op vergaderingen of/en demonstratie op dag, kring of districtvergaderingen.


    Of valt dit allemaal onder de noemer "rijk met betrekking tot God"?


    Zijn dat allemaal bewijzen dat God zich over hen verheugt en daarom Zijn Zegen over hen uitstort?
    Wie van ons of van de organisatie en het besturende lichaam kan ook maar bewijzen dat ook maar één iemand een "innige persoonlijke band" met Hem heeft?

    Zelfs de persoon in kwestie kan dit alleen maar zeggen, bewijzen hoeft hij niet, juist omdat het een persoonlijke verhouding betreft.

    Ik kan dit gemakkelijk vergelijken met de persoonlijke band die een 'belijdend gezalfde' heeft.
    Hij of zij kan dit zeggen, zij of hij kan dit tonen door tijdens de "gedachtenisviering" van de symbolen te nemen, maar bewijzen kan hij of zij niet, en dat hoeft ook niet, voor niemand. Haar of zijn verantwoordelijkheid kan nooit betwist worden.


    Dat ouderlingen daar heden ten dagen voor aangesteld zijn geworden om het eventueel te verifiëren is zelfs niet schriftuurlijk.


    De werkelijke reden of zelfs redenen van de dagtekst worden pas duidelijk in de woorden van §14"
    Die bijzondere positie geeft hun beslist een gevoel van welzijn en zekerheid, iets wat materiële rijkdom niet kan bieden.  


    Daar wil ik aan toe voegen dat "die bijzondere positie" hen ook boven de, zoals zij "wereldse mensen" noemen, verheft.
    De nederige levenswijze van
    Jezus Christus vervangen door het superieure gevoel van "de-betere-wij-dan-zij-houding".

    En de woorden van §15 die in de dagtekst echter rechtstreeks verbonden worden als voortzetting van §14. §15 Ze kunnen zich helemaal inzetten voor dingen die in Gods ogen echt waardevol zijn".

    En wat zijn volgens de organisatie en het besturende lichaam die "in Gods ogen echt waardevolle" dingen?

    Volgens §15 zijn dat "onze tijd, energie en talenten" die worden gebruikt voor de Koninkrijksprediking en het maken van discipelen, en niet om er zelf beter van te worden (...)

    De schriftuurlijke basis die de organisatie en het besturende lichaam in §15 gebruiken is uiteraard een opdracht van Jezus Christus volgens het evangelie van Mattheüs 28: 19.


    Deze weergave is echter incompleet, ik herhaal hun weergave "gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën"  Zoals je ziet, sluiten zij de zin af, maar de volledige zin vervolgt met..., hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb.

    Deze opdracht is een uitdrukking van zijn 'autoriteit'. Deze opdracht legt bovendien de 'doopprocedure' vast en het onderhouden van een Christelijke levenswijze.

    Op blz. 215 van het boek "georganiseerd om Jehovah's wil te doen" staan de doopvragen van de organisatie en ik citeer, maar nummer ze:

    1. Heb je op grond van het slachtoffer van Jezus Christus berouw van je zonden en heb je je aan Jehovah opgedragen om zijn wil te doen?
    2. Begrijp je dat je opdracht en doop je identificeren als een van Jehovah's Getuigen, verbonden met Gods door de geest geleide organisatie?

    De eerste vraag kan men nog in verband brengen met de procedure.

    De tweede vraag is, volgens hun handelwijze  een 'vrijgeleide' voor de organisatie en het besturende lichaam om dezelfde 'autoriteit' af te dwingen die alleen Jezus Christus heeft ontvangen.

    De vraag waarom hebben de organisatie en het besturende lichaam dan een toegevoegde waarde verbonden aan die procedure?

    Dat de prediking het belangrijkste werk is volgens de bijbel, dat is buiten kijf, maar het blijft een werk.

    Dat een Christelijke persoonlijkheid belangrijker is om dit werk te doen is zelfs een eerste vereiste. Efeziërs 3: 19 "en de liefde van de Christus te kennen, welke de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld moogt worden met alle volheid die God geeft".

    En wat zijn volgens God de belangrijkste dingen?  Micha 6: 8 "Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God".


    Maak eens, als je wilt, een definitie van gerechtigheid, goedheid en bescheidenheid?

     

    14-05-2009 om 15:12 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 11 MEI tot en met 14 MEI

    maandag 11 mei

    De vreugde van Jehovah is [onzel vesting. - Neh. 8:10.

    Jezus vond het heerlijk Jehovah's wil te doen (Ps. 40:8). Als wij dezelfde instelling hebben, zullen we er vreugde uit putten heilige dienst voor God te verrichten. We zullen net als Jezus onzelfzuchtige gevers zijn, en dat zal ons echt gelukkig maken (Hand. 20:35). Vurige gebeden tot God hielpen Jezus zich op geloofsbeproevingen voor te bereiden. Hij bad toen Johannes hem doopte. Voordat hij zijn apostelen uitkoos, bad hij de hele nacht (Luk. 6:12-16). En welke Bijbellezer raakt niet onder de indruk van Jezus' innige gebeden op de laatste avond van zijn aardse leven? (Mark. 14:32-42; Joh. 17:1-26) Ben jij net als Jezus iemand die dikwijls bidt? Nader vaak tot Jehovah, neem de tijd voor je gebeden, zoek de leiding van de heilige geest en aanvaard die leiding zodra ze duidelijk wordt. Een sterke band met onze hemelse Vader is onontbeerlijk in deze kritieke tijd nu Gods grote dag snel dichterbij komt. Nader dus vooral steeds dichter tot Jehovah in gebed. - Jak. 4:8.

    De Wachttoren van 2007 15 december 1e studieartikel blz. 11 §7, 8.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  dit is uiteraard de essentie van ons bestaan om God te verheerlijken door onze levenswijze. Daarbij komt, zoals het commentaar hierboven zegt, dat wij vreugde dienen te putten uit het verrichten van heilige dienst. Dat houdt in dat wij in de eerste plaats goed weten en dienen te beseffen wat "heilige dienst" is, niets meer niets minder. Het Inzichtboek it-1 blz. 999  zegt dat HEILIGE DIENST: "Dienst of arbeid die heilig is en rechtstreeks verband houdt met de aanbidding van God".

    In de eerste plaats moet de persoon in kwestie zelf heilig of rein zijn om heilige dienst of arbeid voor God te verrichten. In dit opzicht is het alweer een kwestie van wie bepaalt dat?

    Waar liggen de grenzen?
    Daarom staat in de Wachttoren van
    15/11 2000 blz. 14 par. 16 Christenen putten geluk uit het verrichten van dienst  §16 "Het staat niet aan ons te bepalen wat de juiste manier is om God te aanbidden. Nauwkeurige schriftuurlijke kennis, geestelijk inzicht en goddelijke wijsheid zijn uitermate belangrijk. Anders kan er van alles totaal misgaan".

    Wanneer het niet aan ons staat, aan wie komt het dan wel toe? De paragraaf geeft aan dat "nauwkeurige kennis, geestelijk inzicht en goddelijke wijsheid" uitermate belangrijk zijn.

    Daar kan ik mij gemakkelijk mee vereenzelvigen. En de meer dan veertig jaar dat ik 'christelijke of stichtelijke' lectuur las heeft mij bijzonder gevoelig gemaakt voor goddelijke wijsheid en interventie.

    Alleen al het feit dat de organisatie en het besturende lichaam schrijven dat het "niet aan ons toekomt om te bepalen wat de juiste manier is om God te aanbidden" is een verbodsteken voor ons, maar een gebodsteken voor hen. En wij zitten nog steeds in hetzelfde schuitje dat zij als kapiteins sturen, namelijk hun eigen aanstelling om als 'beleidvolle slaaf' het heft in handen te houden. In deze context kun je het woord heft ook gebruiken als 'handvat' van een mes en de waarschuwing gebruiken die in de wachttoren staat van 15/11 blz. 15 par. 18 Christenen putten geluk uit het verrichten van dienst "Jezus waarschuwde ook: „Het uur komt dat een ieder die u doodt, zal menen God een heilige dienst te hebben bewezen".

    Niet dat de organisatie en het besturende lichaam in de gevangenis zullen terechtkomen omdat zij geestelijke moordenaars zouden zijn.

    Maar voor mij is het duidelijk geworden, dank zij de organisatie en het besturende lichaam, dat wat Jezus Christus uitdrukkelijk zei "Jehovah, uw God, moet gij aanbidden en voor hem alleen heilige dienst verrichten” in Mattheüs 4:10.
    Het is voor mij en voor jou en voor gelijk wie niet nodig om op je knieën te zitten voor de organisatie en het besturende lichaam of voor gelijk welke organisatie maar ook.

    In dit geval gaat de Wachttoren in vervulling, al is het anders dan dat de organisatie en het besturende lichaam bedoelden.
    w80 15/11 blz. 26 par. 15 Heilige dienst in deze "tijd van het einde” Veronderstel echter eens dat de autoriteiten van het land ons verbieden onze aanbidding als christelijke getuigen van Jehovah voort te zetten. Hoe staat het er nu mee wanneer wij de woorden van de apostelen van Christus opnemen: "Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen”?

    Staat in die publicatie dat wij "de organisatie en het besturende lichaam" meer moeten gehoorzamen dan mensen.

    VERGEET A.U.B. NOOIT DAT "EEN organisatie en het besturende lichaam" UIT MENSEN BESTAAT. ik herhaal dat een organisatie niets, maar dan ook niets kan doen, het zijn de mensen in die organisatie die het doen.

    Door hun autoritair gedrag, het misbruiken van mensen, het interpreteren van bijbelteksten en leerstellingen, data en tijdsprofetieën die telkens weer verschoven en herinterpreteerd moeten worden enz., brengen zij smaad op Gods naam i.p.v. die naam, waar zij zich achter verschuilen, te verheerlijken.

    Een sterke band met God kun je onmogelijk verwerven wanneer je Hem verkeerd voorstelt en eigenschappen toeschrijft die uit een menselijk brein komen.

    dinsdag 12 mei

    Ik loof u ... omdat gij deze dingen voor de wijzen en intellectuelen hebt verborgen en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard. -Matth. 11:25.

    Zelfs als je op school geen uitblinker was, moet je niet denken dat je "de diepe dingen Gods" niet kunt begrijpen (1 Kor. 2:10). Tijdens Jezus' aardse bediening openbaarde Jehovah zijn voornemen niet aan wijzen en intellectuelen, maar aan ongeletterde en gewone mensen die nederig genoeg waren om zich door zijn dienstknecht te laten onderwijzen. Ze leken kleine kinderen vergeleken bij de mensen die op de scholen waren onderwezen (Hand. 4:13). Ook in deze tijd gebruikt Jehovah zijn geest om zijn organisatie te leiden, en die organisatie geeft Gods verenigde volk begrip van de Bijbel (Hand. 20:28; Ef. 4:3-6). Wereldwijd volgen alle gemeenten hetzelfde programma voor Bijbelstudie. In de loop van een aantal jaren wordt het hele scala van Bijbelse leerstellingen behandeld. De heilige geest is via de gemeente werkzaam om mensen te helpen de juiste instelling te ontwikkelen om "de diepe dingen Gods" te begrijpen. - Hand. 5:32.

    De Wachttoren van 2007 1 november 2e studieartikel blz. 28 §5, 6.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  wij gaan die bijbeltekst van 1 Kor. 2: 10 er eens bijhalen: 1 Korinthiërs 2:10. "Want aan ons heeft God het geopenbaard door middel van zijn geest, want de geest onderzoekt alle dingen, zelfs de diepe dingen Gods".

    Zoals je kunt zien heb ik "aan ons" benadrukt en je weet ondertussen wat dat betekent nietwaar. Voor diegenen die het nog niet weten leg ik het nog eens uit.

    De context toont twee klassen van mensen aan, diegene die op menselijke wijsheid vertrouwen of gebruiken (vs5) en diegene die Gods wijsheid zouden prefereren (vs7), daar kun je er zelf nog wel enkele aan toe voegen.
    Persoonlijk heb ik mij altijd geconcentreerd op datgene wat
    Jezus Christus in de bergrede van Mattheus, als eerste van de 'gelukkig verklaringen' onderwees: hoofdstuk 5: 3 "Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood, want hun behoort het koninkrijk der hemelen toe".

    Door omstandigheden bleef dat zo' n 10 jaar lang alleen bij het lezen van de publicaties. Toen deze omstandigheden veranderden maakte ik snelle vorderingen, alhoewel ik een andere  bijbelstudieleraar wilde, iemand die dieper ging dan alleen maar zeggen "de bijbel" zegt het en dan een tekst aanhalen die voor hem ogenschijnlijk voldeed, maar niet altijd voor mij.

    Hiermee bedoel ik dat wat studeren betreft, wilde ik onbewust, want ik kende de bijbel niet, van in het begin de 'diepere dingen' Gods leren kennen.

    Voor mijzelf ben ik best tevreden en ik blijf mijn 'geestelijke nood' verder en dieper bevredigen.

    In het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam wordt subtiel gebruik gemaakt van 1 Kor. 2 in combinatie met Hand. 4: 13. Toen zij nu zagen hoe vrijuit Petrus en Johannes spraken en bemerkten dat zij ongeletterde en gewone mensen waren, verwonderden zij zich. En zij gingen hen herkennen als [personen] die met Jezus waren geweest. en dan nog een niet genoemde tekst, deze Mattheüs 11:25. "In die tijd nam Jezus het woord en zei: „Ik loof u in het openbaar, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat gij deze dingen voor de wijzen en intellectuelen hebt verborgen en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard".

    Voila, en hiermee is de basis gelegd om de organisatie en het besturende lichaam te introduceren.

    Ik gebruik hun eigen woorden: "Ook in deze tijd gebruikt Jehovah zijn geest om zijn organisatie te leiden, en die organisatie geeft Gods verenigde volk begrip van de Bijbel" en nu weet je direct op wie het door mij benadrukte of vet gedrukte 'aan ons' betrekking heeft.

    Wanneer je studie hebt of hebt gehad, dan is één van de eerste dingen die men je leert, en de bijbel wordt daarvoor gebruikt, dat is dat je geen deel van de wereld kunt zijn en tezelfdertijd een Getuigen van Jehovah.

    De manieren waarop de 'bijbelstudies' opgesteld en gegeven worden,"en ik noem het nú een leerstelling", zijn zo subtiel dat je het meestal maar bemerkt wanneer je er zelf de dupe van wordt.

    Deze "vervreemding" is een van de basis behandelingen die het enorm moeilijk maken om jezelf te blijven en daarmee bedoel ik dat anderen voor jou zullen denken, spreken en leven.
    Deze manieren schakelen geleidelijk je persoonlijk geweten uit dat vervangen wordt door het collectief geweten van de gemeente, het geweten van het lichaam van ouderlingen en als groep uiteraard door het geweten van de organisatie en het besturende lichaam.

    Het ergste van dit alles is dat je zelfs gelukkig zult zijn om een slaaf van de organisatie en het besturende lichaam te worden, omdat je honderd procent overtuigd bent dat je door hen een slaaf van Jezus Christus bent. Maar zoals Jezus Christus zelf zei "twee meesters dienen kan niet".

    Alhoewel er geschreven staat dat Jezus Christus zegt dat hij verdeeldheid zal brengen worden deze schriftplaatsen niet in overeenstemming met een Christelijke levenswijze gebruikt en ik haal die teksten aan: Mattheüs 10:32-39. Belijdt daarom iemand voor de mensen dat hij in eendracht met mij is, dan zal ook ik voor mijn Vader, die in de hemelen is, belijden in eendracht met hem te zijn; 33 maar al wie mij verloochent voor de mensen, die zal ook ik verloochenen voor mijn Vader, die in de hemelen is. 34 Denkt niet dat ik gekomen ben om vrede op de aarde te brengen; ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar een zwaard. 35 Want ik ben gekomen om verdeeldheid teweeg te brengen tussen een mens en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een jonge vrouw en haar schoonmoeder. 36 Ja, ’s mensen vijanden zullen zijn eigen huisgenoten zijn. 37 Wie grotere genegenheid voor vader of moeder heeft dan voor mij, is mij niet waardig; en wie grotere genegenheid voor zoon of dochter heeft dan voor mij, is mij niet waardig. 38 En wie zijn martelpaal niet aanvaardt en mij niet navolgt, is mij niet waardig. 39 Wie zijn ziel vindt, zal ze verliezen, en wie zijn ziel verliest ter wille van mij, zal ze vinden.

    Hier bedoel ik mee dat er geen enkel origineel evangelie of document is dat Jezus Christus dit zou gezegd hebben en zeker niet dat de organisatie en het besturende lichaam dit op haar eigen interpretaties kan of mag toepassen.

    De miljoenen die wegblijven zijn grotendeels geconfronteerd met onrechtvaardige toepassingen van wat Jezus Christus zou gezegd hebben. Even als de vele oorlogen onderling en deze die in de naam van God werden en worden uitgevochten. (zie zeker het volgende).

    WOENSDAG  13  MEI

    Mijn geweten legt met mij getuigenis af in heilige geest - Rom. 9:1.

    §9 De Bijbel maakt duidelijk dat het geweten het innerlijke vermogen is om naar je daden te kijken en ze te beoordelen. Het is alsof een innerlijke stem je zegt of een handelwijze goed is of niet. Die stem kan bijvoorbeeld van tevoren spreken als je overweegt iets te doen wat morele aspecten heeft. Je geweten kan je helpen om iets wat je wilt gaan doen, te beoordelen en je voor te stellen hoe je je zult voelen als je het gedaan hebt. §10 Meestal gaat je geweten spreken nadat je iets gedaan hebt. Toen David op de vlucht was voor koning Saul, was hij een keer in de gelegenheid iets oneerbiedigs tegenover Gods gezalfde koning te doen, en hij deed dat. Naderhand 'bleef Davids hart hem slaan' (1 Sam. 24:1-5; Ps. 32:3, 5). Het woord 'geweten' wordt in dat verslag niet gebruikt; toch is dat nu precies wat David voelde - de reactie van zijn geweten. We hebben allemaal wel eens last gehad van ons geweten. Als iemand naar Zijn geweten handelt, kan dat een gevoel van vrede en voldoening geven.          

    De Wachttoren van 2007 15 oktober 1e studieartikel blz. 20 §9, 10.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  Romeinen 9: 1 die hierboven in hun commentaar gebruikt wordt maakt al direct duidelijk dat het om het persoonlijk geweten gaat van Paulus. Zo wordt op blz. 22 van vermelde Wachttoren §14 geschreven dat ook Adam en Eva een geweten meekregen en wij hebben ons geweten van hen geërfd.
    Bij dezelfde procedure kregen zij, Adam en Eva ook een vrije wil mee, en die ook hebben wij gelijk meegekregen.
    Nu wil ik wel eens stilstaan bij die overdrachten. Vermits Adam en Eva als volmaakte mensen bewust zondigden hebben zij geen recht meer op 'eeuwig leven', dat is mij toch geleerd.
    Daar zij door bewust te zondigen onvolmaakt werden en gij en ik en de rest van de mensheid vanaf het begin daardoor "onvolmaakt" op de wereld gezet.

    En nu de hamvragen: hebben wij dan een onvolmaakte wil en een onvolmaakt geweten?
    Dat zal wel zo zijn zeker? Als dit zo blijkt te zijn in hoeverre zijn wij dan verantwoordelijk voor alles wat wij doen of niet doen?

    Het geweten is in de praktijk nog steeds een wisselwerking van het verstand en het denkvermogen van het hart. De morele regels zijn er, maar werken niet automatisch en evenmin accuraat.
    Ze werken evenmin synchroon met ander individuen en nog veel minder met andere culturen en weet ik veel. Het zijn ook niet altijd dezelfde regels en verschillen "en gros" evenveel van elkaar als mensen "en gros" van elkaar verschillen.
    Neemt o.a. maar de vingerafdrukken en het bloed in het lichaam.

    Toch, alhoewel uniek, zijn de hoofdkenmerken algemeen. Wij nemen Romeinen 2: 14 Want telkens wanneer mensen der natiën, die geen wet hebben, van nature de dingen der wet doen, zijn deze mensen, al hebben zij geen wet, zichzelf tot wet. 15 Zij zijn juist degenen die tonen dat de inhoud van de wet in hun hart staat geschreven, terwijl hun geweten met hen getuigenis aflegt en hun eigen gedachten onderling hen beschuldigen of zelfs verontschuldigen. 

    Deze tekst toont eveneens aan dat het geweten van een mens ZIJN geweten is. Uiteraard is een geweten gevormd, maar het kan ook misvormd zijn, het kan geoefend worden, bijgestuurd, vervormd en zelfs dichtgeschroeid worden. Je kunt het laten spreken en het ook het zwijgen opleggen, kortom je kunt er alle kanten mee uit, als je wilt en het toelaat.

    Zie je als je wilt? Dus willen en geweten zijn doorgaans vrijheden die wij ons kunnen veroorloven zolang wij geen inbreuk maken op de vrijheid van anderen of de wil van een ander niet onderdrukken.
    De subtiele manieren in voorgaand commentaar sporadisch besproken zijn voldoende om te beseffen dat het niet de Christus is die ook maar iemand dwingt een bepaalde weg te gaan, maar de organisatie en het besturende lichaam doen dat wel. Zij vertellen ons dat wij de diepe dingen Gods dienen te kennen, maar alleen en uitsluitend door hen.

    Wil je nu nog eens de bijbel nemen en dan Openbaring 2: 24 Maar tot de overigen van U die in Thyatira zijn, allen die deze leer niet hebben, degenen namelijk die de „diepe dingen van Satan” — zoals zij zeggen — niet hebben leren kennen, zeg ik: Ik leg U geen andere last op.

    Zoals je misschien reeds wist heeft Satan in zijn reservoirs eveneens veel "diepe dingen" om mensen te misleiden.
    Daarom moet je de "diepe dingen" van God kennen om de "diepe dingen" van Satan te herkennen en te verwerpen. Het doel van Satan was van in het begin mensen van God af te trekken door ze achter zich te krijgen.

    Het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam zegt dat het geweten meestal gaat spreken nadat je iets gedaan hebt. Ik veronderstel nadat je iets verkeerd, fout of slechts gedaan hebt.

    Ik haal nu even §18 aan van vermelde wachttoren: 18 Wat valt er te zeggen over de invloed van onze omgeving op ons geweten? We hebben misschien de invloed ondervonden van het denken en doen van onze familieleden en van de omgeving waarin we zijn opgegroeid. Dat kan de signalen van ons geweten gesmoord of vervormd hebben. Ons geweten sprak met het ’accent’ van anderen om ons heen.

    Het enige wat ik nu ga doen is een bepaald gedeelte vervangen en benadrukken en jij mag uitmaken of het zo is of niet.

    18 "Wat valt er te zeggen over de invloed van onze omgeving op ons geweten? We hebben misschien de invloed ondervonden van het denken en doen van de organisatie en het besturende lichaam en dat kan de signalen van ons geweten gesmoord of vervormd hebben. Ons geweten sprak en spreekt nu grotendeels met het ’accent’ van wat in de publicaties staat, met inbegrip van de Nieuwe Wereldvertaling. Daarboven komt nog eens wat ons tijdens alle vergaderingen onderwezen wordt."

    Onze vrienden, familie en zelfs gezinsleden spelen praktisch geen rol meer in ons leven, maar de nieuwe vrienden en datgene wat wij nu leren hebben prioriteit zoiets hebben wij vroeger  nooit ervaren.  Wij zijn er zo vol van dat alleen deze belevenis ons nog goed doet, totdat???

    Uiteindelijk de vervreemding zo erg  is dat je zelfs je eigen vrienden, familieleden, ouders, je eigen kinderen, wanneer zij niet diezelfde handelwijze van jou volgen, als vreemden gaat behandelen.

    De woorden van Jezus Christus gaan zo letterlijk in vervulling dat het voor jezelf een uitgemaakte zaak is die uitsluitend aan je vervreemde vrienden, familieleden, ouders, je eigen kinderen te wijten is, zij zijn de schuldigen, de bijbel bewijst het.

    [(Zie Matt. 10: 34-36), maar ik zeg je dat Jezus Christus dit nooit zo bedoeld kan hebben als de organisatie en het besturende lichaam het onderwijst.]

    Voorlopig zijt ge daar zo van overtuigd, en de organisatie en het besturende lichaam en al je nieuwe vrienden zullen dit uit eigen ervaring kunnen beamen.

    En van de miljoenen die de organisatie en het besturende lichaam hebben verlaten zijn er praktisch evenveel, of zelfs meer, die juist daarom de organisatie en het besturende lichaam hebben verlaten, maar daarom niet goddeloos zijn geworden, maar menselijker.

    DONDERDAG  14  MEI

    Wordt daarom navolgers van God, als geliefde kinderen. - Ef. 5:1.

    Jehovah is "vergevensgezind"; hij schenkt "ware vergiffenis" (Ps. 86:5; 130:4). We geven er blijk van geliefde kinderen van Jehovah te Zijn als we hem navolgen. We zijn allemaal zondaars en hebben Jehovah's vergeving heel hard nodig. We moeten daarom oppassen als we niet geneigd zijn iemand anders te vergeven. We zouden als de slaaf in Jezus' gelijkenis kunnen worden die weigerde zijn medeslaaf een schuld kwijt te schelden die slechts een fractie was van de schuld die Zijn meester hem al kwijtgescholden had. Toen de meester dat hoorde, liet hij de slaaf die niet wilde vergeven in de gevangenis werpen. Jezus besloot de gelijkenis met de woorden: "Zo zal ook mijn hemelse Vader met u handelen indien niet een ieder van u zijn broeder van harte vergeeft" (Matth. 18:21-35). Als we over die gelijkenis mediteren en erover nadenken hoe vaak Jehovah ons vrijelijk vergeven heeft, zal dat ons beslist helpen wanneer we proberen een conflict met een broeder of zuster bij te leggen! -   Ps. 19:14.

    De Wachttoren van 2007 1 oktober 3e studieartikel blz. 26 §18.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  dat is weer zo'n situatie die verwarring teweeg brengt mede verdeeldheid in veel gemeenten, maar ook in persoonlijke verhoudingen. Ik heb daar vroeger reeds commentaar over gegeven.

    De illustratie die hierboven gebruikt wordt is voortgekomen uit de procedure die Jezus Christus instelde om moedwillige zondaars aan de kaak te stellen. (Mattheus 18: 15-17).

    De illustratie waar het omgaat toont duidelijk dat diegene met een enorme schuld voor zijn eigen een dringend beroep op de schuldeiser deed die daardoor de schuld zelfs kwijtschold. Zie vs 32.
    Daartegenover kon hij geen enkele empathie opbrengen voor een schuldenaar die hem in vergelijking maar enkele centen schuldig was. Vs 28-30.

    Het resultaat van de illustratie was dan ook dat diegene met de grote schuld niets begrepen had of wilde begrijpen dat hem barmhartigheid was bewezen, met alle gevolgen van dien.

    In het vers 35 stelt Jezus Christus barmhartigheid gelijk met vergevensgezindheid waardoor Petrus zijn eigen conclusies kon trekken over de door hem gestelde vraag.

    Wanneer het over minder belangrijke zaken gaat kan liefde als dekmantel worden gebruikt.    1 Petrus 4: 8 "hebt bovenal intense liefde voor elkaar, want liefde bedekt een menigte van zonden".

    Toch zijn er zonden die je niet zo maar kunt of mag vergeven. Lukas 17: 4 "zelfs indien hij zevenmaal per dag zondigt en zevenmaal bij u terugkomt en zegt: 'ik heb berouw', moet gij hem vergeven.  Het is zonder meer duidelijk dat 'berouw' de cruciale factor is wil het vergeven zin hebben. Ik ga zelfs iets verder, het moet oprecht berouw zijn en indien het mogelijk is moet de schuldenaar alles doen naar vermogen om de zaken recht te zetten, wat als bewijs van zijn oprechtheid kan aanvaard worden. Handelingen 26: 20 (...) dat zij berouw moesten hebben en zich tot God moesten keren door werken te doen die bij berouw passen".

    Hierbij behoren eveneens zonden die men aan de autoriteiten dient bekend te maken. Alhoewel de organisatie en het besturende lichaam het kerkelijk recht uitoefenen is er een precedent dat tot nadenken stemt:

    In verband met de "pedofilie zaken" is de organisatie onder druk van de media tot een verbeterde samenwerking met de autoriteiten gekomen, wat niet wegneemt dat de smaad die ondertussen op Jehovah’s Heilige Naam is geworpen niet te wijten is aan diegenen die de feiten naar buiten hebben gebracht, maar bij diegenen die deze feiten trachten te verbergen.

    NEEM NOTA DAT: In verband met de pedofiliekwestie er opmerkelijke veranderingen zijn doorgevoerd op minder dan een jaar tijd, onder druk van o.a. de BBC . Voor België werd dit  programma in “Panorama” vertoond.

    De eerste brief hierover die, door de organisatie en het besturende lichaam naar alle gemeenten werd gestuurd, dateert van 15 februari 2002 en zegt dat het inlichten van de autoriteiten een persoonlijke beslissing is en er zeker geen sancties tegen de persoon opgelegd mogen worden.

    Kun je navragen bij de secretaris van jouw gemeente.

    De tweede brief dateert van SCF 24 oktober 2002 en zegt duidelijk  dat wanneer er een potentieel gevaar bestaat voor kinderen dan dienen de ouderlingen de autoriteiten in te lichten.

    Kun je eveneens navragen.

    De organisatie publiceerde meermaals het kindermisbruik van andere religies. Deze verplaatste de dader(s) meestal  naar een andere parochie of instelling.
    Toch is hun eigen handelwijze laakbaarder dan die van het ‘ontrouwe Jeruzalem’ omdat zij niet alleen de  handelwijze van hetzelfde misbruik  verhulde maar de dader(s) in sommige gevallen handhaafden in de verantwoordelijke posities die zij bekleden.

    Erger nog zijn de sancties, maar sommigen die de feiten bloot legden mettertijd of juist voordien werden uitgesloten en daardoor niet meer geloofwaardig konden overkomen.

    Eén van de grootste schandalen in de geschiedenis van de wachttoren organisatie is dan ook het publiekelijke programma dat door de BBC vertoond werd op 28 mei 2002.

    De video is op te halen via Eleuthera.aggelia.be

    Uiteraard kan de organisatie niet verantwoordelijk gesteld worden voor kindermisbruik in plaatselijke gemeenten, maar wel voor de manieren waarop daders en beschuldigers van die daders behandeld werden en worden. Wij zeggen worden, ja omdat zolang iemand die ‘aanklachten’ indient, als een ‘verklikker’ behandeld wordt en niet als een beschermer van de kudde, zullen allerlei mistoestanden verdoken blijven. Dit geldt beslist niet voor alle gemeenten.

    Heb je opgemerkt dat de eerste brief gedateerd is op 15 februari 2002.

    Het genootschap wist toen reeds dat het programma zou worden uitgezonden, daarom moesten ‘verklikkers’ uitgesloten worden.
    Toch staat er in deze brief dat het een persoonlijke keuze zou zijn om de autoriteiten in te lichten en diegenen die de autoriteiten wel op de hoogte brachten mochten geen sancties opgelegd worden.

    Wat zei Jezus Christus ook weer in zijn beroemde bergrede volgens Matthéüs 5: het vers 20: "want ik zeg u, dat indien uw rechtvaardigheid niet overvloediger is dan die van schriftgeleerden en Farizeeën, gij het koninkrijk der hemelen geenszins zult binnengaan".

    De tweede brief dateert 24 oktober 2002, dus ongeveer acht  maanden later en nu moesten de autoriteiten wel ingelicht worden. Kun je nog volgen?  Ik wel, omdat de druk voordien alleen maar van binnenuit kwam en daar kun je iemand het zwijgen opleggen. Ik zeg ‘iemand’, maar niet iedereen.

    En nog iets dat je dient te weten. De basistekst die in de brief van 24 oktober gebruikt wordt is Rom. 13:1 (vermits kindermisbruik een misdaad is en gemeld dient te worden zijn logischerwijs alle misdrijven oorzaak om de autoriteiten op de hoogte te brengen, uitgezonderd de specifieke zonden in verband met het geloof).

    .Romeinen 13 (en hiermee is beslist nog niet het laatste woord gezegd) beslaat beslist een terrein of liever terreinen, waarop de organisatie onverantwoordelijk en onbeleidvol is opgetreden door in het burgerlijk  leven van hun leden beslissingen door te voeren.

    Daar kun je beslist zelf een lijst van opstellen.

    Wat is nu belangrijker het persoonlijk geweten of de reputatie van de organisatie en het besturende lichaam?

    10-05-2009 om 10:32 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 6 MEI tot en met 10 MEI

    woensdag 6 mei

    God weet dat nog op de dag dat gij ervan eet, uw ogen stellig geopend zullen worden en gij stellig als God zult zijn, kennend goed en kwaad. Gen. 3:5.

    Satan slaagde erin Adam en Eva ertoe te brengen tegen Jehovah's heerschappij in opstand te komen. Die opstand vormde een aanval op Gods soevereiniteit. In welke zin? Door Eva te vertellen dat ze 'volstrekt niet zou sterven' als ze van de verboden vrucht at, insinueerde Satan dat Jehovah loog en dus onbetrouwbaar was. Satan suggereerde ook dat Adam en Eva beter af waren als ze Gods gebod zouden negeren en onafhankelijk hun eigen weg zouden gaan (Gen. 3:1-6). Dat was een directe aanval op de rechtmatigheid van Gods heerschappij. Wat zou Jehovah doen? Jehovah maakte duidelijk dat hij de situatie volkomen beheerste toen hij onmiddellijk tot actie overging en het oordeel over de opstandelingen uitsprak. Hij verklaarde Adam en Eva de gave van eeuwig leven onwaardig en verdreef hen uit de Hof van Eden. Gen. 3:16-19, 22-24.

    De Wachttoren van 2007 1 december 1e studieartikel blz. 21 §7, 8.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  als volmaakte mensen was de keuze die zowel Adam en Eva maakten voor ons onvolmaakte mensen eerder onbegrijpelijk. Zelfs het commentaar dat Paulus over Eva vertelt, volgens de Bijbel onder inspiratie van Gods geest geschreven werpt meer vragen op dan antwoorden.

    Paulus schrijft in 1 Timotheüs 2:14. "Ook werd Adam niet bedrogen, maar de vrouw werd grondig bedrogen en geraakte in overtreding".

    1)                             Hoe kon Eva bedrogen worden vermits de Bijbel duidelijk maakt dat zij dagelijks contact hadden met God? Genesis 3:8 "Later hoorden zij de stem van Jehovah God, die omstreeks het winderige gedeelte van de dag in de tuin wandelde ", of was zij uiteindelijk minder volmaakt?

    2)                              Waarom stelde Eva geloof in de als slang vermomde engel, terwijl God haar alles had gegeven?

    3)                             En was Adam zo rap te verleiden om direct de zijde van zijn vrouw te kiezen?

    4)                             Was zijn dankbaarheid zo miniem dat hij niet kon wachten tot 'het winderige gedeelte van de dag' om het met God te bespreken?

    5)                             Enz, enz enz...

    Het feit dat Adam en Eva een vrije wil hadden meegekregen maakte die keuze erg dubieus.

    Terwijl de macht van het geestelijk schepsel bleef gehandhaafd, alhoewel onder voorwaarden.

    Dat daardoor Gods soevereiniteit in het gedrang werd gebracht is nog niet zo vaststaand als ze ons willen doen geloven. Hij is tenslotte de formeerder van alles en iedereen, dus wat moet er uiteindelijk bewezen worden?

    Als volmaakte schepselen zo snel hun eigen gedachten en verlangens willen bevredigen is het niet verwonderlijk dat onvolmaakte mensen bredere wegen willen bewandelen?

    ondertussen zijn De Wachttorenorganisatie en het Besturende lichaam er op een lucratieve wijze in geslaagd om hun interpretatie van de Bijbel op een subtiele manier over te brengen aan goed gelovige mensen.

    Door hun hoop op het paradijs en eeuwig leven te beloven, zullen zij alles wat de organisatie en het besturende lichaam schrijven en prediken, blindelings aanvaarden. Ik begrijp hen heel goed, want ik spreek uit jarenlange persoonlijke ervaring.

    Nergens, maar dan ook nergens, heeft God noch zijn Zoon Jezus Christus aan één organisatie die autoriteit gegeven. De "illustratie" van Mattheus 24: 45,, die de Wachttoren-organisatie en het Besturende lichaam op zichzelf toepassen, heeft enkel tot doel om elkaar te helpen teneinde Jehovah en Zijn zoon beter te leren kennen en na te volgen.

    Daarmee bedoel ik niet dat er geen organisatie mag zijn, maar...      De bijbel zegt duidelijk in 1 Timotheüs 2:5-6. "Want er is één God en één middelaar tussen God en mensen, een mens, Christus Jezus, 6die zichzelf gegeven heeft als een overeenkomstige losprijs voor allen [hiervan] dient op de speciaal daarvoor bestemde tijden getuigenis te worden afgelegd.

    Wanneer de organisatie en het besturende lichaam zichzelf het recht toekennen om via het predikingwerk en dan specifieker "het van huis tot huis – van deur tot deur" werk zich als ''Gods organisatie" uit te geven, is kenmerkend voor gelijk welke religieuze organisatie.

    Dat juist dit werk, volgens hun eigen organisatieboekjes vanaf 1972 t.e.m. 2005, uiteindelijk een 'handelsmerk' is geworden, kan in de ogen van hen en hun leden juist zijn, maar daarom nog niet in de ogen van God of Zijn zoon.

    Laat het voor eens en altijd duidelijk zijn dat wanneer God een werktuig, één organisatie gebruikt, dit werktuig of die organisatie(s) zich niet boven diegene verheft of verheffen die het werktuig hanteert.

    Jesaja 10:15. "Zal de bijl zich verheffen boven degene die ermee hakt, of de zaag zich grootmaken boven degene die haar heen en weer beweegt, alsof de staf degenen die hem opheffen heen en weer bewoog, alsof de stok hem ophief die geen hout is"?

    alleen god bepaald wie eeuwig leven waardig is of niet.

     

    DONDERDAG  7  MEI

    Wanneer gij echter blijk blijft geven van begunstiging, begaat gij een zonde. -  Jak. 2:9.

    Als we rijke of prominente personen bevoordelen, zouden we minder gevoelig kunnen worden voor "het klaaggeschrei van de geringe" Spr. 21:13). Begunstiging werkt belemmerend op een barmhartige houding. We tonen barmhartigheid door anderen onpartijdig te behandelen. Betekent onpartijdigheid dat we nooit speciale achting voor iemand mogen tonen? Beslist niet. De apostel Paulus schreef in verband met zijn medewerker Epafroditus aan de christenen in Filippi: "Blijft dat soort van mannen dierbaar achten." Waarom? "Want ter wille van het werk des Heren is hij de dood zeer nabij geweest, doordat hij zijn ziel aan gevaar heeft blootgesteld ten einde het volledig te vergoeden dat gij niet hier waart om persoonlijke dienst voor mij te verrichten" (Fil. 2:25, 29, 30). De trouwe dienst van Epafroditus verdiende erkenning. Ook goede geestelijke eigenschappen verdienen erkenning (1 Tim. 5:17). Het tonen van die achting is geen begunstiging.

    De Wachttoren van 2007 15 september 2e studieartikel blz. 26 §8, 9.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  laat ik eerst maar beginnen met het woord "begunstiging" zoals het in boven vermeld commentaar staat en juist is weergegeven met "bevoordelen". Het kan ook weergegeven worden met "beschermen".

    Maar ik wil ook aandacht schenken aan het soort van personen die begunstigd bleken te worden in de gemeente. Jakobus schreef toch "wanneer gij echter blijk blijft geven (...).

    De context maakt duidelijk dat het wel degelijk om 'rijk en arm' ging. Dat het commentaar daar ook 'prominente' personen bij betrekt is logisch omdat rijk en prominent zijn meestal een Siamese tweeling blijkt te zijn. Volgens de aanklacht was de 'rijke' een materieel rijke en volgens het woordenboek is een prominent iemand een vooraanstaande persoon.

    Nu komen wij in een redelijk smal straatje terecht, want de mens in het algemeen heeft de neiging om zowel rijke of prominente figuren anders te bejegenen.

    Soms zelfs naar het extreme toe en wel in twee richtingen, zowel positief als negatief.

    Het commentaar brengt een directe toepassing door de tekst van spreuken 21: 13 'de geringe' te situeren en dat begunstiging belemmerend werkt op een  barmhartige houding.

    Volgens Jakobus was dat ook zo, want de rijke kreeg een zetel op de eerste rij en de arme mocht plaats nemen onderaan zijn voetbankje om het figuurlijk uit te drukken.

    Die handelwijze leidde, zoals hun commentaar zegt, uiteindelijk tot partijdigheid, maar de context zegt in de N.W. "klassenonderscheid". (Zie het vers 4 van Jakobus X2).

    Daarom wil ik een verschil van terminologie maken. Partijdigheid heeft in deze context te maken met beoordeling onder beïnvloeding. Wat dus niet verkeerd hoeft te zijn. Klassenonderscheid heeft in dezelfde context echter te maken met "afdelingen" en/of "rangen".

    Vermits de Nieuwe Wereldvertaling de vertaling van de Wachttoren organisatie is blijkt het logisch om de denkpiste van de organisatie en het besturende lichaam te volgen. En op de zoekrobot kreeg ik via Corse een antwoord dat mij bijzonder goed van pas kwam, hier komt het bewuste gedeelte in verband met "klassenonderscheid".

    De priesters, die het onderwijs controleerden, zorgden ervoor dat het klassenonderscheid in de samenleving een permanent instituut werd en creëerden een systeem van waarden waardoor de bevolking in grote mate onbewust werd gehouden en waarmee ze begeleid werden in hun sociaal gedrag. door Corse » 25 aug 2005 15:37.

    Het is mij niet vreemd dat de organisatie en het besturende lichaam redelijk veel overeenkomsten hebben met de door haar verguisde tegenstander 'de christenheid'.

    Het is jou waarschijnlijk ook niet vreemd dat de organisatie en het besturende lichaam in serieuze afdelingen en rangen is onderverdeeld o.a. belijdende 'gezalfden', niet 'gezalfden' of de gedoopte en niet gedoopte 'verkondigers' als twee groepen met een verschillende bestemming. Ieder van hen kan streven naar een ambt, maar er zijn uitzonderingen wat de vrouwen betreft.

    Dan komen ambtsdragers of opzieners volgens het boek 'georganiseerd om Jehovah's wil te doen' blz.37-58. (Dit boek is niet voor het publiek beschikbaar). Deze opzieners hebben uiteraard nog verschillende verantwoordelijkheden in de respectievelijke gemeenten zoals de presiderend opz., de secretaris ooit de meest verantwoordelijke genoemd, de dienstopziener, de wachttorenstudieopziener, de schoolopziener en de gemeenteboekstudieopziener. Samen vormen zij het 'lichaam van ouderlingen' met een eigen geweten, zoals ook de gemeente zelf een collectief geweten zou hebben. Iedere gemeente heeft dan nog een "dienstcomité" bestaande uit de presiderende opz., de secretaris en de dienstopziener. Daarnaast zijn er nog speciale comités, rechterlijke en beroepscomités, ziekenhuiscontactcomités, patiënten- bezoekgroepen, regionale bouwcomités, congreshalcomités en congrescomités en uiteindelijk, de stadsopziener. Daarboven komen dan de kringopziener, de districtopziener, het bijkantoorcomité dat drie of meer bekwame mannen omvat naargelang de behoeften. Dan hebben we nog de zoneopziener. En die worden geholpen door de dienaren en hun assistenten.

    De speciale en gewone pioniers en de hulppioniers, zendelingen en bethelieten vind je op de blz. 112-116.

    Al met al zijn dit voorrechten om gelijk welke titel of ambt te mogen vertegenwoordigen.

    In de praktijk betekent dit een vruchtbare bodem voor de reden of redenen die Jakobus aan de kaak stelde in zijn tijd en zijn gemeente. En gezien de onvolmaakte mens alsmaar onvolmaakter wordt is de waarschuwing om geen klassenonderscheid te blijven dulden geen ijdel woord.

    Het blijkt zelfs één van de voornaamste reden te zijn dat miljoenen de organisatie de rug toekeren, want dienend leiderschap wordt daardoor niet bevorderd, integendeel.

    vrijdag 8 mei

    Het Lam ... zal hen weiden en hen naar bronnen van wateren des levens leiden. -   Openb. 7:17.

    Gods Woord noemt de gezalfde christenen die zorg dragen voor Christus' belangen op aarde "de getrouwe en beleidvolle slaaf". Toen Christus de "slaaf" in 1918 inspecteerde, zag hij dat de gezalfden op aarde getrouw in geestelijk voedsel "te rechter tijd" voorzagen. Jezus, de Meester, stelde hen dan ook graag "over al zijn bezittingen" aan (Matth. 24:45-47). De bezittingen van Jezus Christus, Jehovah's regerende Koning, omvatten alle Koninkrijksbelangen op aarde. Daarbij hoort ook "een grote schare" die de apostel Johannes in een visioen zag. Johannes beschrijft de grote schare als volgt: "Zie! een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam, gehuId in lange witte gewaden, en er waren palmtakken in hun handen." Openb. 7:9.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 5e studieartikel blz. 24 §1, 2.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de eerste zin van het artikel is voor de zoveelste keer een zin die zorgvuldig en subtiel is voorbereid. Ik herhaal die zin "Gods Woord noemt de gezalfde christenen die zorg dragen voor Christus' belangen op aarde "de getrouwe en beleidvolle slaaf".

    Het feit dat Jezus Christus een illustratie gebruikt en de organisatie en het besturende lichaam daar een vaste toepassing op zichzelf aan geeft is op zijn minst voorbarig en tezelfdertijd aanmatigend. Hoe zit het dan met andere illustraties? En wat zijn de redenen dat Jezus Christus grotendeels in 'illustraties' sprak?

    Mattheüs 24:45-47). "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hen te rechter tijd hun voedsel te geven? 46 Gelukkig is die slaaf wanneer zijn meester hem bij zijn aankomst daarmee bezig vindt! 47 Voorwaar, ik zeg U: Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen.

    Ik heb daarom de schriftplaatsen overgenomen, zodat je nu gemakkelijk kunt volgen. Jezus Christus stelt in de eerste plaats een vraag. Deze vraag maakt duidelijk dat hij, Jezus Christus, die 'getrouwe en beleidvolle slaaf reeds had aangesteld. Dus was hij reeds in dienst van Jezus Christus en moest volop bezig zijn met het uitdelen van 'geestelijk voedsel'.

    Jezus Christus  vervolgt dan door melding te maken van zijn aankomst en wanneer zij druk bezig zouden zijn met het uitdelen van voedsel zou hij hem zelfs al zijn bezittingen toevertrouwen.

    Er zijn dus enkele voorwaarden waaraan voldaan moest worden. 1) Zijn aanstelling door Jezus Christus, 2) hij moet bezig zijn met geestelijk voedsel uit te delen. 3) Daarbij komt dan dat de slaaf  rekening met Jezus Christus komst moest houden.

    Nu weet je dat zowel de Katholieke kerk als de ¨Protestantse kerken vele vertalingen van de bijbel hebben gerealiseerd, maar wereldwijd is de Bijbel ook door bijbelgeleerden gedupliceerd en verbeterd of aangepast, zowel aan de tijd als aan de vermeerderde handschriften. De organisatie en het besturende lichaam hebben hun eigen bijbel pas in de late uurtjes op de markt gebracht.

    Wat religieuze geschriften betreft zijn de organisatie en het besturende lichaam beslist niet de enigen die er in voorzien, maar zeker niet de eerste. En de vele aanpassingen, veranderingen, vereenvoudigingen en tegenstrijdigheden van hun eigen lectuur maakt duidelijk dat er weinig of geen verschil is met hun voorgangers wat het eigenlijke doel is van hun lectuur en inspanningen. Zij mogen dan in de ogen van hun eigen aanhangers de beste zijn, dan kan ik alleen maar vaststellen dat zij de beste zijn van de christenheid.

    Dan hebben wij de aankomst van Jezus Christus die door de organisatie en het besturende lichaam op 1914 is vastgelegd en waar zij voorlopig nog aan vast houden. Toch is ook die datum gebaseerd op hun "eigen tijdrekening" tegenover de tijdrekening van anderen, alhoewel maar met een verschil van 20 jaar.

    De bewijzen daarvoor dragen zij zelf aan alhoewel alles staat of valt met de geschiedenis en de bijbel. Éen voorbeeld is de formatie van Adam die door de organisatie en het besturende lichaam op 4026 vGT is berekend maar de bewijzen zijn nu zo overweldigend dat de mens al veel langer op de aarde zou moeten zijn. Daarbij komt nog dat één scheppingsdag volgens vroegere uitleg van de organisatie en het besturende lichaam 7000 jaar bedroeg maar nu wordt er gesproken van duizenden jaren. Wanneer het ene mis blijkt te zijn hoe kan het andere dan overeind blijven?

     

    zaterdag 9 mei

    De mens moet niet van brood alleen leven, doch van elke uitspraakdie uit Jehovah's mond voortkomt. Matth. 4:4.

    God wil dat we goed voor onszelf en ons gezin zorgen, wat onder andere inhoudt in hun en onze lichamelijke en geestelijke behoeften te voorzien. We moeten daarbij echter evenwichtig zijn en oppassen dat wereldse belangen en zorgen niet de belangrijker geestelijke zaken overschaduwen (Matth. 6:33). Helaas draait het leven van veel mensen bijna uitsluitend om het verkrijgen van materiële bezittingen. Het is echter onverstandig te proberen alleen met materiële dingen in al onze behoeften te voorzien. Uit een recent onderzoek onder miljonairs in Azië blijkt dat velen van hen "zich onveilig voelen en zich zorgen maken, ook al genieten ze de sociale status die hun rijkdom met zich meebrengt en hebben ze het gevoel iets bereikt te hebben" (Pred. 5:11). Jezus sprak over "de bedrieglijke kracht van de rijkdom" (Mark. 4:19). Waarom is rijkdom bedrieglijk? Omdat mensen denken dat rijkdom iemand gelukkig maakt, terwijl dat niet zo is.

    De Wachttoren van 2007 1 oktober 1e studieartikel blz. 16 §5, 6.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  hier past uiteraard de schriftplaats van        1 Timotheüs 5:8. Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige.

    De organisatie en het besturende lichaam waarschuwen terecht dat men evenwichtig moet zijn en oppassen dat wereldse belangen en zorgen niet de belangrijker geestelijke zaken overschaduwen.

    In veel gevallen zullen plichtsgetrouwe Getuigen van Jehovah hun uiterste best doen om 'geestelijke belangen' de eerste en grotendeels de enige belangen op de eerste plaats stellen. Nu kun je uiteraard zeggen dat men hiervoor de organisatie en het besturende lichaam niet aansprakelijk kan stellen. Zowel voor de positieve als de negatieve gevolgen. Direct gezien en louter aan de hand van wat iemand leest heb je gelijk, maar er zijn vele 'maren'. Ieder artikel op zich heeft een bepaalde gevoelswaarde en is gericht op "indoctrinatie" en "manipulatie". Deze handelwijze wordt reeds bij de 'bijbelstudie' ingecalculeerd. Prijzende woorden zijn niet uit de lucht en vragen zullen direct of indirect beantwoord worden. Gezien het feit dat vele religies niet in overeenstemming zijn met wat in de bijbel staat, is het niet zo moeilijk, vooral met mensen die de bijbel niet kennen, om een antwoord te verschaffen. Een van de beste wapens van de organisatie en het besturende lichaam worden juist verschaft door wat zij noemen de 'valse religie'. En terwijl je de fouten van anderen blootlegt hoef je niet over de eigen verkeerd voorgestelde en geschreven beginselen en leerstellingen te gaan discussiëren. Gebeurt dit wel, dan zal de bijbelstudie niet doorgaan.

    Nu mag je niet vergeten dat alles wat je leest, ziet, hoort, voelt en ruikt je zal beïnvloeden. Daar is absoluut niks verkeerd aan, want dat is de manier waarop je leert en ervaring opdoet. Wanneer dit echter subtiel en met een aan het eigen doel gericht programma en stelselmatig gebeurt noemt men deze manier van doen 'hersenspoeling'.

    Onlangs las ik een passende illustratie in verband met "indoctrinatie":

    Wanneer je een kikker in heet water gooit, springt hij er onmiddellijk weer uit.

    Wanneer je diezelfde kikker echter in een pan met lauw water doet, blijft het beestje zitten.

    Stook je het vuurtje eronder geleidelijk op, dan merkt de kikker pas dat het water te heet is, en hij/zij al te versuft is om eruit te springen.

    Zo werkt dwingende beïnvloeding, het heeft je in de greep voor je het beseft.

    (ik heb persoonlijk ervaren dat je er zelfs van geniet en er volledig mee instemt, omdat wat er geleerd wordt het hart appelleert, maar daarom nog niet juist is).

    Manipulatie: komt meestal later aan bod, maar is toch ingebouwd in de publicaties van de organisatie en het besturende lichaam. Er is uitsluitend informatie en leerstof beschikbaar die van de organisatie en het besturende lichaam komen. En alhoewel men aangemoedigd wordt om oudere publicaties te bestuderen en opzoekwerk te doen ontbreekt hier meestal de tijd voor. En wanneer je dan tegenstrijdigheden tegenkomt moet je die zien als toegenomen licht of verbeteringen. Gij die dit leest weet heel goed dat je bepaalde lectuur, vooral van diegenen die "afvalligen worden genoemd" door de organisatie en het besturende lichaam, niet mag lezen op straffe van 'uitsluiting' vooral wanneer je het propageert. Op die manier is er een gebrek aan openheid, transparantie en ervaring.

    Aldus zijn de meningen en informatie van andersdenkenden niet beschikbaar door die geconditioneerdheid. In dit opzicht zijn de organisatie en het besturende lichaam de specialisten met niet alleen eigen ervaring, maar vooral de leringen die zij uit de geschiedenis kunnen halen. 

    Wanneer zij in hun commentaar de rijkdom etaleren als 'niet gelukkige mensen' gaan zij voorbij aan het feit dat er veel meer ongelukkige armen zijn. Tezelfdertijd vergeten zij, zoals reeds gezegd, dat de organisatie en het besturende lichaam genoemd zijn als één van de rijkste organisaties. zij vermelden in hun jaarverslagen of het jaarboek, wel hun uitgaven aan speciale pioniers, zendelingen enz. maar schrijven nooit hun inkomsten. Vanaf het jaarboek van 1985 zijn de cijfers van de uitgaven vermeld. Tot en met het jaar 2008 hebben zij zomaar eventjes 1.522.886.374 $ uitgegeven. Dat is enorm veel geld en je moet het maar binnenkrijgen vooral via diegenen waar het aan uitgegeven wordt.

     

    zondag 10 mei

    Allen die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven bezaten, werden gelovigen. - Hand. 13:48.

    In het Bijbelboek Handelingen is het opwindende verslag bewaard gebleven van de reactie van de vroege christenen op Jezus' profetie dat het goede nieuws van het Koninkrijk op heel de bewoonde aarde gepredikt zou worden (Matth. 24:14). IJverige predikers baanden de weg voor al degenen die nog zouden volgen. Als resultaat van het vurige getuigenis van Jezus' discipelen in Jeruzalem stroomden duizenden mensen, onder wie "een grote schare priesters", de eerste-eeuwse gemeente binnen (Hand. 2:41; 4:4; 6:7). Net als in de eerste eeuw reageren ook nu "allen die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven" bezitten gunstig op de waarheidsboodschap. Jehovah trekt zulke mensen naar zijn organisatie (Hag. 2:7). Is het niet hartverwarmend te weten dat Koninkrijksverkondigers in het dienstjaar 2007 ruim zes miljoen Bijbelstudies hebben geleid?

    De Wachttoren van 2008 15 januari 3e studieartikel blz. 13 §1,3, 4.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het verslag in Handelingen kan dan opwindend overkomen en de leitekst hoe schriftuurlijk ook, is per slot van rekening een dooddoener. De omstandigheden waarin iemand zijn leven moet slijten kan het praktisch onmogelijk maken om religie in de werkelijk zin van het woord te onderzoeken. Wanneer zo iemand dan geen 'bijbelstudie' aanvaard, is hij of zij voorlopig afgesneden van het eeuwige leven. Ook later als men met bepaalde zaken die veranderen of aan het licht komen niet gewetensvol akkoord kan gaan is men in de organisatie en met het besturende lichaam verplicht om mee te gaan. Ongehoorzaamheid wordt zonder mankeren met uitsluiting bestraft. Alhoewel ik moet zeggen dat wanneer je alles voor je eigen houdt en dus niemand weet van je ongehoorzaamheid, kun je blijven.

    Nogal wiedes, maar God weet het toch, dus gaat het wel degelijk om de organisatie en het besturende lichaam zelf. Of zou het kunnen zijn dat de organisatie en het besturende lichaam zelf niet in hun God geloven?

    Wanneer er melding van gemaakt wordt dat er in 2007 ruim 6.000.000 miljoen bijbelstudies werden geleid klinkt dit enorm. Van die 6.561.426 werden er in hetzelfde jaar 298.304 gedoopt.

    Wanneer je het jaarboek neemt van 2007 dan zie je dat er gemiddeld 6.691.790 verkondigers bericht hadden ingeleverd. De dopelingen er nu bijgeteld zou dus 6.691.790 + 298.304 = 6.990.094 moeten zijn, akkoord?

    In 2008 vertrekken wij echter met 6.829.455 volgens het jaarboek. Dit is een verschil van 6.990.094 - 6.829.455 = 160639. in de plaats van een toename van 298304 dopelingen zijn er maar 160639. dit wil zeggen dat er 298304 –160639 = 137665 personen waren die de organisatie hebben verlaten.

    Bijgevolg kan een percentage vergelijking van [(137665x100):298.304]=46,15 % van het aantal gedoopte die zijn weggegaan en [(160.639x100): 298.304]= 53,85 % van het aantal gedoopte die zijn gebleven verhelderend werken of op zijn minst tot nadenken stemmen.

    Ten titel van inlichting geef ik nu nog de gemiddelde tijdsduur die nodig blijkt te zijn om één gedoopte Getuige van Jehovah te rekruteren. De tijdspanne is vanaf 1971 t.e.m. 2008 dienstjaar 2007. Het aantal uren staat in de jaarboeken en ook het totaal van het gemiddelde aantal verkondigers. Die cijfers zijn uit de respectievelijke jaarboeken overgenomen en je kunt dit gemakkelijk nagaan, door alle cijfers van en tot die tijd op te tellen.

    Het totaal aantal uren over die 37 jaar is 31.020.908 384. En het gemiddelde aantal verkondigers die tot in 2008  bericht hebben ingeleverd is 6.829.455 dus hoeven wij alleen maar het aantal uren te delen door dit aantal verkondigers, dat is 31.020.908.384 : 6829455 = 4.542 uren voor één nieuweling.

    Nu mag jij eens schatten wat de kosten zouden kunnen zijn die de zes miljoen achthonderd negen twintig duizend vierhonderd vijf en vijftig verkondigers hebben gemaakt gedurende die éénendertig miljard en twintig miljoen negenhonderd en achtduizend driehonderd vierentachtig uren gedurende die 37 jaren.

    Ik vergeet niet dat een mensenleven onbetaalbaar is, maar het stemt tot nadenken hoe die energie, inzet, motivatie, geldelijke, fysieke en geestelijke inspanningen niet beter zouden kunnen besteed worden. Tenzij de enorme drukkerijen, lectuur en de geldelijke bijdragen, de vrijwillige bijdragen, de verschillende manieren waarop leden en zelfs niet leden hun hebben en houwen hebben afgestaan aan de organisatie en het besturende lichaam. Daarbij komt nog het onroerend bezit, het aanzien en de daarmee gepaard gaande grootheid en trots, die zo overweldigend kan zijn dat zij een macht uitmaken die tot nu toe steeds 'corrumpeert'. Vergelijk met Markus 13:22. "Want er zullen valse Christussen en valse profeten opstaan, die tekenen en wonderen zullen doen ten einde, indien mogelijk, de uitverkorenen op een dwaalspoor te brengen". Ik zeg niet dat het zo is, maar de mogelijkheid is er. De transparantheid is er echter niet.

    05-05-2009 om 20:13 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 1 MEI tot en met 5 MEI

    GIJ ZULT DE WAARHEID KENNEN EN DE WAARHEID ZAL U VRIJMAKEN
    Johannes 8: 32

    VRIJDAG  1 MEI

    De zee ... en Hades gaven de doden in hen op, en zij werden ieder afzonderlijk geoordeeld overeenkomstig hun daden. - Openb. 20:13.

    §16 Op een bepaald moment tijdens de Oordeelsdag zullen er boekrollen geopend worden. Samen met de Bijbel zullen die de basis vormen om alle levenden te oordelen en te bepalen of ze het waardig zijn eeuwig leven te verwerven (Openb. 20:12). Tegen het einde van de Oordeelsdag zal iedereen voldoende gelegenheid hebben gehad om te laten zien hoe hij als individu staat tegenover de strijdvraag van universele soevereiniteit. Zal hij zich aan de Koninkrijksregeling onderwerpen en het Lam toestaan hem naar "bronnen van wateren des levens" te leiden? Of zal hij weerstand bieden en weigeren zich aan Gods koninkrijk te onderwerpen? (Openb. 7:17; Jes. 65:20) Dan zal iedereen op aarde de kans hebben gehad zelf een beslissing te nemen, zonder beïnvloed te worden door de erfzonde of een goddeloze omgeving. Niemand zal de rechtvaardigheid van Jehovah's laatste oordeel in twijfel kunnen trekken. Alleen de goddelozen zullen voor eeuwig vernietigd worden. - Openb. 20:14, 15.
    De Wachttoren van 2008 15 januari 5e studieartikel blz. 24 §16.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: zoals het commentaar zegt "zullen er boekrollen" geopend worden. Het enige wat ik hoop is dat die dan "onveranderlijke" waarheden mogen bevatten.

    Waarom ik dat zeg en schrijf? Omdat bijna alles wat Russell, Rutherford, Knorr en consorten in al hun publicaties en traktaten uitgebazuind en als waarheden verkondigd hebben, achterhaald en niet uitgekomen is.

    LET OOK NU OP wat De Wachttoren van '97 1/1 schrijft op blz. 12 par. 2 De grotere heerlijkheid van Jehovah’s huis "(...)Dienen wij echter niet blij te zijn dat het einde nog niet is gekomen? In dit decennium van de jaren ’90 zijn in Oost-Europa, delen van Afrika en andere landen beperkingen op de prediking van het goede nieuws naar het lijkt op wonderbaarlijke wijze opgeheven. Door wat zich als uitstel voordoet, zijn nog veel meer „schapen” in de gelegenheid om uit deze onlangs ontsloten gebieden bijeengebracht te worden. — Johannes 10:16".

    Het is waar dat het "onlangs ontsloten" gebieden betreft, maar als het om meer "schapen" gaat is het een werk dat nooit hoeft op te houden want er zullen ALTIJD mensen in de organisatie terechtkomen. Met andere woorden: de "Grote Verdrukking en Armageddon" hoeven in het geheel of ten dele nooit te komen als het om redding van mensen gaat.

    En wat denkt je van deze aantijging in De Wachttoren van 84 1/9 blz. 13 par. 2 Nu is het de tijd voor ijverige dienst. "Mocht iemand zijn leven in werkelijkheid niet aan God maar aan een datum hebben opgedragen, dan is hij misschien door zifting verwijderd".

    Het 'genootschap en het besturende lichaam' geven hier de indruk dat hun leden een datum hebben aangedragen, wat niet anders is dan een misleidende en beschuldigende indoctrinatie voor diegenen die 'in de organisatie blijven'. Tezelfdertijd is het een 'stigma' voor diegenen die niet langer slaven van de organisatie en het besturende lichaam willen zijn en zich dan ook losmaken van hen. Zij noemen het 'misschien door zifting verwijderd', maar...

    In werkelijkheid zegt en indoctrineren zij diegenen die blijven, dat diegenen die misschien door zifting zijn verwijderd, geen eeuwig leven waardig zijn. Evenwel zegt de Bijbel dat deze veroordeling op het einde van de 'Oordeelsdag' plaats kan vinden.         Ik concludeer daaruit dat "de organisatie en het besturende lichaam" meer dan duizend jaar vooruitlopen op Gods beslissingen.

    Hoe mooi zij het ook voorstellen door te schrijven: " Zal hij zich aan de Koninkrijksregeling onderwerpen en het Lam toestaan hem naar "bronnen van wateren des levens" te leiden? Of zal hij weerstand bieden en weigeren zich aan Gods koninkrijk te onderwerpen?

    Dus komt het hierop neer dat wanneer hij of zij zich niet aan "de organisatie en het besturende lichaam" onderwerpt, nu reeds door hen afgesneden worden van het "eeuwige leven".

    Nu moet je eens goed nadenken over datgene wat zij schrijven in De Wachttoren van 88 1/1 blz. 26 par. 5 Blijf het Koninkrijk prediken: "Mensen zullen geoordeeld worden naar hun reactie op het goede nieuws. Daarom moet de prediking luid en duidelijk helemaal tot aan het einde toe blijven weerklinken".

    Toch zegt de laatste zin van hun commentaar: "Alleen de goddelozen zullen voor eeuwig vernietigd worden".

    ZATERDAG  2  MEI

    De dingen waarop ik ten zeerste gesteld was, waren bij de zonen der mensen. -Spr. 8:31.

     Gedreven door liefde voor God spreken nieuwelingen die pas de Bijbelse waarheid hebben leren kennen soms zo vol overtuiging over Jehovah en het Koninkrijk, dat ze anderen er heel doeltreffend toe weten te bewegen de Bijbel te onderzoeken (Joh. 1:41). Liefde voor God is de sleutelfactor die ons ertoe beweegt discipelen te maken. Laten we die liefde daarom levend houden door geregeld in zijn Woord te lezen en erover te mediteren (1 Tim. 4:6, 15; Openb. 2:4). Liefde voor Jehovah heeft er zonder meer toe bijgedragen dat Jezus Christus een ijverige leraar werd.
    Maar dat was niet de enige reden voor zijn doeltreffendheid als Koninkrijksverkondiger. Jezus bekommerde zich om mensen en gaf van levendige belangstelling voor hen blijk.

    Hij weerspiegelde Jehovah's liefde en mededogen en dat trok mensen tot de aanbidding van de enige ware God. Allerlei mensen luisterden naar Jezus omdat hij liefdevolle belangstelling voor hen en hun omstandigheden toonde. - Luk. 7:36-50; 18:15-17; 19:1-10.

    De Wachttoren van 2007 15 november 1e studieartikel blz. 21 §5-7.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: ik kan die eerste zin persoonlijk bevestigen, want als beginneling kreeg ik van een vrouw, in toen nog niet toegewezen gebied, te horen dat ik zo "overtuigend" overkwam. Of zij mettertijd de Bijbel is gaan onderzoeken weet ik niet, maar of ik bij mijn 'overtuiging' ook doeltreffend was is iets wat te betwijfelen valt, voor alle nieuwelingen uiteraard.

    Waar ik wel zeker van ben is, dat er zelfs na vele jaren prediken er maar weinig Getuigen van Jehovah zijn die echt met de Bijbel kunnen prediken. De meeste van hen bieden 'publicaties' aan en ondanks of juist door de 'theocratische school' en de 'dienstvergadering' waar spreken en aanbiedingen regelmatig aan bod komen zijn er weinigen die zonder die publicaties hun draai in de prediking kunnen vinden.

    In de vermelde 'school' en 'vergadering' wordt dan ook altijd een toespraak of aanbieding gedaan met een vooropgestelde publicatie. Niet dat de Bijbel uit het beeld is integendeel, datgene wat in de Bijbel staat wordt door de publicatie ondersteund.

    In werkelijkheid is de Bijbel wel de introductie om publicaties aan de man te brengen wat voor de organisatie en het besturende lichaam belangrijker is, volgens mij, dan de boodschap op zich.

    Hun commentaar spreekt wel over liefde voor God, maar de nadruk ligt eerder bij het verspreiden van de lectuur die, nadat de verkondiger weg gegaan is, verder kan prediken. Uiteraard is dat logisch en schijnt het verantwoord te zijn, maar de volgende zin in het commentaar spreekt dat tegen.

    Je zegt dat het niet zo is?

    Ogenschijnlijk heb je gelijk, maar laat mij het toelichten. De zin zegt "Laten we die liefde daarom levend houden door geregeld in zijn Woord te lezen en erover te mediteren". De weergegeven schriftplaatsen zouden die zin moeten ondersteunen en ik schrijf die dan ook uit:

    1 Tim. 4:6 Door de broeders deze raadgevingen te verstrekken, zult gij een voortreffelijk dienaar van Christus Jezus zijn, gevoed met de woorden van het geloof en van de voortreffelijke leer, die gij nauwgezet hebt gevolgd. 15 Denk diep over deze dingen na, ga er geheel in op, opdat uw vooruitgang aan allen openbaar moge zijn.

    Openbaring 2:4 Niettemin heb ik [dit] tegen u, dat gij de liefde die gij eerst had, hebt verlaten.

    Deze twee schriftplaatsen hebben niets te maken met "geregeld in Zijn Woord te lezen en erover te mediteren" en alzo liefde aan te kweken of te verdiepen. Integendeel, vooral Openbaring 2: 4 is een schriftplaats om schuldgevoelens op te wekken zoals je zelf kunt vaststellen.

    Het subtiele van de Wachttoren organisatie is dat zij het wel schrijven om Gods Woord te lezen en er over te mediteren, maar niet echt aanmoedigen. Om nog maar eens een 'ouwe koe' uit de gracht te halen.
    De Wachttoren van 1 september 1967 blz. 530 zegt iets heel anders: "in Jehovah's organisatie is het echter niet nodig een massa tijd en energie aan speurwerk te besteden, want er zijn broeders in de organisatie die er juist voor aangewezen zijn om dat te doen, ten einde u die niet zoveel tijd hebt, te helpen, en zij bereiden het goede materiaal voor De Wachttoren en andere publicaties van het Genootschap voor".

    Met andere woorden gezegd: gij hoeft je niet in te spannen om te willen weten wat de Bijbel of Gods Woord zegt, dat doet de organisatie voor u. Het enige waar jij je moet inzetten is 'prediken en prediken' t.t.z., gehoorzamen aan de organisatie en het besturende lichaam, wij denken voor jullie.

    En wat denk jij van Handelingen 17: 11 "De laatsten nu waren edeler van geest dan die in Thessaloníka, want zij namen het woord met de grootste bereidwilligheid des geestes aan en onderzochten dagelijks zorgvuldig de Schriften of deze dingen zo waren".

    ZONDAG  3  MEI

    Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde.- Matth. 6:10.

    Onder Gods hemelse koninkrijk zullen we een bestuur kennen waar alle oprechte mensen nu naar verlangen. Psalm 145:16 zal dan in de volledigste zin in vervulling gaan:
    "Gij I Jehovah God opent uw hand en verzadigt de begeerte van al wat leeft." Bovendien zegt Jesaja 32:1: "Zie! Een koning [Christus Jezus in de hemel] zal regeren voor louter rechtvaardigheid; en wat vorsten betreft [Christus' aardse vertegenwoordigers], zij zullen als vorsten heersen voor louter gerechtigheid." Over de Koning Jezus Christus voorzegt Jesaja 9:7: "Aan de overvloed van de vorstelijke heerschappij en aan vrede zal geen einde zijn, op de troon van David en over zijn koninkrijk, om het stevig te bevestigen en om het te schragen door middel van gerechtigheid en door middel van rechtvaardigheid, van nu aan en tot onbepaalde tijd." Zie je jezelf al onder dat rechtvaardige bestuur?
    De Wachttoren van 2007 15 augustus 1e studieartikel blz. 22 §13, 14.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: want bijna alle mensen hopen dat er ooit een rechtvaardig bestuur zal komen. En evenveel hebben die hoop reeds opgegeven door de schuld van wat er gebeurd is en nog steeds gebeurt. Grotendeels door datgene wat religies onderwezen hebben en onderwijzen, grotendeels omdat er weinig of geen lichtpunten zijn via menselijke wegen.

    Die religies die mensen weten te activeren om een boodschap zoals hierboven is voorgesteld, en zelfs bijbels ondersteund kan worden, zullen altijd aandacht krijgen.

    De Wachttoren organisatie is in dit opzicht echt in het oogspringend door de enorme manier waarop zij haar leden ertoe heeft kunnen brengen om te prediken.

    Eerst en vooral door haar drukkerijen en de morele druk die via hun interpretatie van de bijbel 'van huis tot huis' tot prediken, 'van deur tot deur', tot een leerstelling is verheven.

    Anderzijds door de voorstelling van zaken, dat alles wat zij haar leden voorhoudt een interpretatie van de bijbel is voorlegt die weinigen zullen onderscheiden als een manipulatie van schriftplaatsen. Onder de termen 'toenemend licht', 'nieuw licht', 'verbeterd inzicht', 'vereenvoudigingen', 'theocratische leiding', 'Gods geest', 'gezalfde broeders', 'lichtflitsen', 'laveren', zelfs 'rechtzetting' alhoewel zeer sporadisch, zijn er altijd wegen die nog subtiel openliggen om mensen te conditioneren.

    Om nog één wapen te noemen is het kwade zelf op zo'n subtiele manier te gebruiken dat er nooit een kritisch woord, opmerking of aanmerking naar de eigen organisatie of het besturende lichaam mag en kan gemaakt worden op straffe van 'uitsluiting'.

    Dus wanneer Jesaja 32:1 zegt, "Zie! Een koning [Christus Jezus in de hemel] zal regeren voor louter rechtvaardigheid; en wat vorsten betreft [Christus' aardse vertegenwoordigers], zij zullen als vorsten heersen voor louter gerechtigheid", is dit de zoveelste interpretatie die hun interpretatie is.

    Even mijn mening.

    In de Nieuwe Wereldvertaling wordt via Jesaja verwezen naar Ps. 2: 6 "[Zeggend:] "ik, ja ik, heb mijn koning geïnstalleerd. Op Sion, mijn heilige berg". Dat het op Jezus Christus slaat is aannemelijk. Dat hij, Jezus Christus, "als koning geïnstalleerd is", dat zegt de organisatie en het besturende lichaam, of dit waar is, moet nog blijken.

    Vervolgens verwijst dezelfde schriftplaats naar Ps. 45: 16 "in de plaats van uw voorvaders zullen uw zonen blijken te zijn, die gij tot vorsten zult aanstellen op de gehele aarde". Ook dat kan waar zijn, alleen wanneer zal dit gebeuren?

    Één ding is zeker, dat van die vorsten is nog geen feit. In de eerste plaats is een vorst niet hetzelfde als een 'koning'. Beiden zijn 'heersers' en zo kan een 'koning' vorsten aanstellen zoals de schriftplaatsen het klaarblijkelijk bedoelen.

    In Openbaring staat dat de werkelijk 'gezalfden' die hun hemelse roeping bereiken, als koningen zullen regeren over de aarde. (Openbaring 5: 10).

    Deze schriftplaats maakt eveneens duidelijk dat het toekomst muziek is.

    Dat de organisatie en het besturende lichaam nu reeds onvoorwaardelijke loyaliteit en gehoorzaamheid eisen is totaal uit den 'boze' en onverantwoord.

    Ik heb duidelijk gezegd eisen omdat bij geuite kritiek, hoe terecht die ook is, uitsluiting het pressiemiddel is om al hun leden tot slaven te degenereren.

    Om het nog duidelijker te maken, iemand die een ander dwingt of zijn autoriteit misbruikt om te doen wat hij wilt, al is het in de naam van God, zichzelf als een 'afgod' opwerpt.

    De schriftplaats 2 Korinthiërs 3: 17 zegt eveneens duidelijk "Jehovah is de Geest, en waar de geest van Jehovah is, daar is vrijheid".

    Een organisatie, gelijk welke, die deze vrijheid aan banden legt en zelfs sanctioneert, is het tegendeel van wat zij beweert.

    MAANDAG  4  MEI

    "Op die dag", is de uitspraak van Jehovah, "zal ik elk paard met verbijstering slaan en zijn berijder met waanzin; en over het huis van Juda zal ik mijn ogen opendoen." Zach. 12:4.

    Jehovah belooft dat hij degenen die tegen zijn moedige Koninkrijksboodschappers strijden, figuurlijk met blindheid en "verbijstering" zal slaan. Hij heeft woord gehouden. Zo slaagden in een bepaald land waar de ware aanbidding verboden was, tegenstanders er niet in het geestelijk voedsel uit de handen van Gods volk te houden. Een krant beweerde zelfs dat Jehovah's Getuigen ballonnen gebruikten om Bijbelse lectuur het land in te krijgen! Gods belofte aan zijn loyale aanbidders werd bewaarheid: "Ik [zal] mijn ogen open doen, en elk paard van de volken zal ik met gezichtsverlies slaan."Blind van woede weten vijanden van het Koninkrijk niet welke weg ze moeten inslaan. Wij zijn er echter van overtuigd dat Jehovah zijn volk als groep zal behoeden en zich om hun welzijn zal bekommeren. - 2 Kon. 6:15-19.
    De Wachttoren van 2007 15 december 3e studieartikel blz. 21 §11.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: wij lezen niet alleen die schriftplaats, wij drukken ze hier ook af: Zacharia 12:4. "Op die dag”, is de uitspraak van Jehovah, „zal ik elk paard met verbijstering slaan en zijn berijder met waanzin; en over het huis van Juda zal ik mijn ogen opendoen, en elk paard van de volken zal ik met gezichtsverlies slaan".

    In de eerste plaats is Zacharia toepasselijk op de natie Israël, wat niet verkeert hoeft te zijn dat er een hedendaagse parallel kan en mag getrokken worden.

    Het risico van parallellen is echter dat je daar praktisch alles mee kunt doen en er alle kanten mee kunt uitgaan die in je kraam te pas komen. Jazeker, omdat je dezelfde parallel zelfs voor tegengestelde doeleinden kan inlassen.

    Wanneer alles goed gaat is het uiteraard de zegen van Jehovah of God. Gaat het slecht dan helpt het om volharding aan te kweken.

    Het voorbeeld dat aangehaald wordt is er één dat voor gelijk welke organisatie of ideologie onder gelijkaardige omstandigheden opgaat en in gelijk welke tijd maar ook.

    Is het spreekwoord niet zo dat 'een kat altijd op zijn poten valt'.

    Wat de aantijging aangaat dat de vijanden van het Koninkrijk 'blind van woede' zijn en niet weten welke weg zij moeten inslaan is volgens mij wel sterk overtrokken.

    Zichzelf en de gehele groep Getuigen van Jehovah als martelaren opvoeren is een verregaande en doeltreffende manier om tot vervreemding bij te dragen.

    En dat Jehovah zijn volk als groep zal behoeden is voor diegene die individueel het slachtoffer geworden is, of zal worden, geen erg grote troost.

    Wanneer de woede van een vijand echter opgewekt is geworden of er aanleiding voor gegeven is ligt de zaak wel anders.

    Een voorbeeld is o.a. Malawi. De situatie daar had gemakkelijk kunnen vermeden worden als de organisatie en het besturende lichaam gewoon Romeinen 13 hadden toegepast. Of wanneer zij dezelfde handelwijze gebruikt hadden die zij tezelfdertijd in Mexico toegelaten hadden t.a.v. gewetensbezwaarden.

    Weinige Getuigen van Jehovah zijn daarvan op de hoogte, alhoewel het niet zo erg veel moeite zou kosten om het te weten, als je het tenslotte wilt weten.

    Om een lang verhaal kort te maken verwijs ik naar het geweldig informatief boek GEWETENSCONFLICT van Raymond Franz, voormalig lid van het besturende lichaam van Jehovah's Getuigen? X 6."Meten met twee maten" (gemakkelijk te vinden via een zoekrobot).

    Neen dit is geen reclame voor dit boek, maar een aanbeveling voor diegene die evenwichtig de bijbelse waarheid wilt "herkennen en erkennen".

    Daarom geef ik twee teksten om over na te denken:

    1) Spreuken 15:22. "Plannen zijn tot mislukking gedoemd waar geen vertrouwelijk gesprek is, maar in de veelheid van raadgevers komt iets tot stand".

    Persoonlijk heb ik altijd de nadruk gelegd op "vertrouwelijk gesprek" terwijl de organisatie en het besturende lichaam en dan ook mijn mede ouderlingen praktisch altijd de nadruk legden op "de veelheid van raadgevers". Nu blijkt dat de organisatie en het besturende lichaam absoluut geen vertrouwelijk gesprek dulden, 't is te gehoorzamen, amen en uit.

    Wat de illustratie betreft waaraan zij hun autoriteit ontlenen, dus Mattheus 24: 45, is voor diegenen die het besturende lichaam vormen, geen reden om de 9.986 andere belijdende gezalfden te betrekken in hun beleid. Dus ook de veelheid van raadgevers is voor hen niet beginselvast.

    2) Spreuken 18:17. "De eerste in zijn rechtsgeding is rechtvaardig; zijn naaste komt binnen en doorvorst hem stellig". Dat wil zeggen dat de eerste geloofd wordt alleen al omdat het de eerste versie is en er wordt verondersteld dat men de waarheid spreekt. Dat daarna de volgende die eerste versie weerlegt en doorprikt met de feiten is duidelijk in het vers. Het omgekeerde is klaarblijkelijk eveneens waar. Waar het in werkelijkheid om gaat is dat je de twee kanten moet horen en de feiten vormen het bewijs van de werkelijkheid.

    In de praktijk is het de organisatie en het besturende lichaam die zichzelf rechtvaardigen, maar Raymond Franz geeft in zijn boek "Gewetensconflict" ook de feiten weer waardoor de bewijzen geleverd worden dat zij in de eerste plaats zichzelf bedriegen en daarnaast nog om en bij de 7.000.000 Getuigen van Jehovah plus de rest van de mensen waartegen zij prediken.

    Neem nu nog nota dat er vanaf 1971 toen er 1.510.245 Getuigen van Jehovah waren er t.e.m.2008 exact 9.150.630 nieuwelingen werden gedoopt en er in 2008 slechts 6.829.455 geboekt stonden. Daarbij tellen wij diegene die in 2008 werden gedoopt niet bij, omdat ik de exacte begincijfers van 2009 nog niet ken. Maar wel diegene die er in 1970 waren of waarmee in 1971 is gestart dus 1.510.245. even op een rijtje:

    9.150.630 + 1.510.245 = 10.660.875. dat zou volgens de exacte cijfers het getal moeten zijn van de toename.

    Vermits het berekende cijfer 10.660.875 blijkt te zijn en er in 2008 vertrokken is geworden met 6.829.455 verkondigers is de werkelijke toename terug te brengen op 10.660.875 - 6.829.455 = of 3.831.420 personen. Tegenover de 9.150.650 dopelingen die erbij zijn gekomen zijn er 5.319.210 inactieve en gesanctioneerde t.e.m. 2007.

    De 189.455 dopelingen van 2008 zijn nog niet mee geteld in de berekening, dat is voor volgend jaar na de bekendmaking met hoeveel men vertrekt in 2009.

    Het feit dat ongeveer 2/3 van de toename verdwenen is, maakt de vooruitgang die de jaarboeken weergeven erg dubieus.

    Afgestorvenen worden gerecupereerd door de "niet gedoopte verkondigers". (betwistbaar)

    En als toetje krijg je van mij nog het aantal uren die er vanaf 1971 nodig waren om er één gedoopte bij te krijgen. Het totaal gepredikte en onderwezen uren vanaf 1971 t.e.m. 2008 bedraagt: 31.020.908.384 uren gedeeld door de 6.829.455 verkondigers = 4.542 uren voor één nieuweling. A.U.B.

    De vraag is "wat zijn de redenen" waarom zij zijn weg gebleven?

    De getallen komen uit de respectievelijke jaarboeken van Jehovah's Getuigen.

    DINSDAG  5  MEI

    Die Jehovah liefheeft, wordt door hem streng onderricht, ja, hij geselt een ieder die hij als zoon aanneemt. Hebr. 12:6.

    Paulus schreef dat 'de liefde vriendelijk is' (1 Kor. 13:4). Liefdevolle ouders zullen hun kinderen op een vriendelijke, consequente manier streng onderricht geven. Door dat te doen, volgen ze Jehovah na. Merk op dat het strenge onderricht waarover de Bijbel spreekt, niet gewoon straf betekent. Het houdt de gedachte in van opleiding en onderwijs. Wat is het doel van dat strenge onderricht? "Voor hen die erdoor geoefend zijn," zegt Paulus, [werpt het] een vreedzame vrucht af, namelijk rechtvaardigheid" (Hebr. 12:11). Wanneer ouders hun kinderen liefdevol in overeenstemming met Gods wil onderwijzen, geven ze hun de gelegenheid om vreedzame, oprechte volwassenen te worden. Als kinderen "het strenge onderricht van Jehovah" aanvaarden, krijgen ze wijsheid, kennis en onderscheidingsvermogen eigenschappen die meer waarde hebben dan zilver of goud (Spr. 3:11-18). Aan de andere kant getuigt het niet van liefde als ouders hun kinderen geen streng onderricht geven.
    De Wachttoren van 2007 1 september 1e studieartikel blz. 21 §7, 8.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: laat ik maar beginnen met de vaststelling dat wij in de ogen van God allemaal kinderen zijn. Daarbij komt nog dat onvolmaaktheid ons allemaal gelijk maakt in zijn ogen en hij die beweert geen zonde te hebben is een grote leugenaar.     1 Johannes 1:8-9. "Indien wij de bewering uiten: „Wij hebben geen zonde”, misleiden wij onszelf, en de waarheid is niet in ons. 9Indien wij onze zonden belijden, dan is hij getrouw en rechtvaardig, zodat hij ons onze zonden vergeeft en ons van alle onrechtvaardigheid reinigt".

    Iemand die altijd gelijk heeft komt daar volledig mee overeen. Iemand die zegt dat je naar hem moet luisteren ook als hij verkeerd is, komt onder de zelfde noemer. God haat leugenaars en niet alleen omdat daar al het kwade mee begonnen is, maar ook omdat een leugenaar volstrekt niet te vertrouwen is.

    Laat mij opmerken dat een leugenaar daarom nog geen goddeloos mens hoeft te zijn, niet alle leugens zijn van hetzelfde kaliber en onvolmaaktheid speelt ook mee, alhoewel het geen dekmantel mag zijn.

    Kinderen opvoeden is geen sinecure vooral in deze tijd en zoals wij vroeger reeds opmerkten is het voorbeeld dat ouders stellen toonaangevend. Kinderen, hoe jong ook, onderscheiden heel vlug wanneer ouders twee maten gebruiken. En doorgaans zijn zij in zo'n geval rechtvaardiger dan hun ouders, alhoewel zij situaties naar hun eigen hand proberen te zetten en elke ouder uitspelen tegen de ander in eigen voordeel.

    Zij die mij ondertussen al een beetje doorhebben weten dat wij in Gods ogen, hoe oud of jong wij ook zijn, allemaal Zijn kinderen zijn en ik daarmee dus een bedoeling heb.

    Wij gaan Jezus Christus eerst aan het woord laten toen hij volgens het evangelie van Mattheüs 18:3-5. zei: "Voorwaar, ik zeg U: Indien GIJ U niet omkeert en wordt als jonge kinderen, zult GIJ het koninkrijk der hemelen geenszins binnengaan". 4Al wie zich daarom zal vernederen gelijk dit jonge kind, die is de grootste in het koninkrijk der hemelen; 5en al wie zulk een jong kind ontvangt op basis van mijn naam, ontvangt [ook] mij.

    Zoals je ziet heb ik twee stukjes gemarkeerd en nu zal ik zeggen waarom. Omdat die discipelen volgens de organisatie en het besturende lichaam mettertijd allemaal gezalfden zouden zijn en hun eigen persoonlijk leven eens onder de loupe moesten nemen en zich van het verkeerde afwenden of omkeren. Diegenen die dat vanuit hun hart zouden doen die moesten zich dan ook vernederen door toe te geven dat zij verkeerde dingen deden of en in hun hart koesterden.

    Op een ander moment zei Jezus Christus eveneens in Mattheüs 23:2-3 "De schriftgeleerden en de Farizeeën zijn op de stoel van Mozes gaan zitten. 3Doet en onderhoudt daarom alles wat zij U zeggen, maar doet niet naar hun daden, want zij zeggen het wel, maar volbrengen het niet".

    Hier heb ik gemarkeerd dat de religieuze leiders op de stoel van Mozes zijn gaan zitten omdat zij het wetsverbond, samen met hun eigen verordeningen, aan het volk oplegden.

    En in de bergrede via het evangelie van Mattheüs 5:20. waarschuwde Jezus Christus "Want ik zeg U, dat indien UW rechtvaardigheid niet overvloediger is dan die van de schriftgeleerden en Farizeeën, GIJ het koninkrijk der hemelen geenszins zult binnengaan.

    Deze teksten moet je zelf in verband brengen met het volgende: de organisatie en het besturende lichaam kunnen uiteraard niet op de stoel van Mozes gaan zitten omdat het wetsverbond "aan de paal is genageld". Maar daar zij zich opwerpen als de organisatie en het besturende lichaam dat door Gods geest geleid wordt en onvoorwaardelijke loyaliteit eisen hebben zij zich als woordvoerder gelijk gemaakt aan niemand minder dan Jezus Christus zelf. Dus ook aan God.

    Even duidelijk stellen, maar jij moet zelf de conclusies trekken, akkoord?:

    w89 1/1 blz. 12 par. 8 ’De hand van Jehovah was met hen’
    (...) De apostel Paulus beet de spits af van de christelijke zendingsactiviteit. Hij legde tevens het fundament voor een werk dat in onze twintigste eeuw voltooid zou worden.

    Wij zitten nu in het negende jaar van de 21e eeuw. En is het werk voltooid?

    w90 1/11 blz. 26 par. 16 Onze relatieve onderworpenheid aan de superieure autoriteiten  Wij kunnen niet deelnemen aan enigerlei moderne versie van afgoderij — of het nu gaat om het maken van met aanbidding te vergelijken gebaren voor een beeld of symbool of het toeschrijven van redding aan een persoon of een organisatie. (...) (ik benadruk).

    Misschien begrijp je nu beter, mede het voorgaande commentaar, steeds beter, waarom mensen die ooit honderd procent vertrouwen hadden in de organisatie en het besturende lichaam weggaan en wegblijven.

    hopelijk tot de volgende commentaren en bedankt voor 't lezen.

    29-04-2009 om 21:47 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 26 april tot en met 30 april

    zondag 26 april

    Wij hebben het zelf gehoord. - Joh. 4: 42.

    Bij een bepaalde gelegenheid gaf Jezus bij de Jakobsbron in Sichar getuigenis aan een Samaritaanse vrouw. Tijdens dat gesprek was Jezus niet alleen zelf aan het woord; hij luisterde naar wat zij te zeggen had. Al luisterend merkte Jezus haar belangstelling voor aanbidding op en hij vertelde haar dat God personen zocht die Hem met geest en waarheid zouden aanbidden. Jezus toonde respect en belangstelling voor die vrouw, waarop zij anderen over hem vertelde en 'veel van de Samaritanen uit die stad geloof in hem stelden wegens het woord van de vrouw' (Joh. 4:5-29, 39-41). Als je in deze tijd in de velddienst een gesprek met een huisbewoner begint, zou je kunnen zeggen: "De reden voor mijn bezoek is dat ik graag uw mening zou weten over [een bepaald onderwerp J." Luister naar zijn of haar zienswijze en reageer erop, of stel er een vraag over. Laat vervolgens vriendelijk zien wat de Bijbel over het onderwerp zegt. w07 15/11 2: 7, 8

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: de voorstelling in de twee aangeduide paragrafen van vermelde wachttoren is mooi aangegeven, is voor de hand liggend en zou doeltreffend kunnen zijn. Ware het niet dat hier in onze contreien de mensen reeds voorbereid zijn op de komst van Jehovah's Getuigen.

    Velen van hen hebben hun standpunt reeds ingenomen, 't zij omdat zij vroeger hebben ondervonden dat religie één koek van hetzelfde deeg uitmaakt. Maar het kan ook zijn dat zij of een familielid met de Getuigen van Jehovah verbonden is of verbonden is geweest.

    In deze gevallen werken de bezoeken van de Getuigen van Jehovah eerder andersom. De negatieve invloed die de leden van de organisatie naar hun familie uitdragen waardoor zij als wereldse mensen een etiket worden opgeplakt zorgt voor een vervreemding die soms zo definitief blijkt te zijn dat de woorden van Jezus Christus letterlijk moeten genomen worden.

    Ik haal die woorden aan: Mattheüs 10:35-37. "Want ik ben gekomen om verdeeldheid teweeg te brengen tussen een mens en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een jonge vrouw en haar schoonmoeder. 36Ja, ’smensen vijanden zullen zijn eigen huisgenoten zijn. 37Wie grotere genegenheid voor vader of moeder heeft dan voor mij, is mij niet waardig; en wie grotere genegenheid voor zoon of dochter heeft dan voor mij, is mij niet waardig".

    De nadruk die de organisatie en het besturende lichaam legt op mensen die hun waarheid niet aannemen, of weigeren een bijbelstudie te aanvaarden werkt die vervreemding subtiel in de hand. Terwijl de volgende tekst de Getuigen van Jehovah onschuldig verklaart aan die vervreemding: Markus 10:29-30. "Jezus zei: „Voorwaar, ik zeg ulieden: Niemand heeft huis of broers of zusters of moeder of vader of kinderen of velden ter wille van mij en ter wille van het goede nieuws verlaten, 30die niet nu, in deze tijdsperiode, honderdvoudig zal ontvangen, huizen en broers en zusters en moeders en kinderen en velden, mét vervolgingen, en in het komende samenstel van dingen eeuwig leven.

    Het kan echter nooit de bedoeling van Jezus Christus zijn geweest om gezinsleden of familieleden als oorzaak voor die vervreemding te bestempelen. En in sommige gevallen zal een gezinslid of gezinsleden of een familielid wel de oorzaak zijn, maar meestal komt die vervreemding door de subtiele manier waarop de organisatie en het besturende lichaam zowel beginnelingen als geroutineerde leden indoctrineert en manipuleert.

    Ook de aantijgingen om geen deel van de wereld te zijn of te blijven is funest voor diegenen die dit letterlijk nemen. In werkelijkheid creëert de organisatie en het besturende lichaam twee groepen van mensen, diegenen die hen volgen en diegenen die hen niet volgen. Zonder een onderscheid te maken tussen gelovigen én gelovigen, ongelovigen én ongelovigen. Daarmee bedoel ik dat mensen wel een geloof bezitten, 't zij gelijk welk een en waarom zij dit geloven.

    Sommigen geloven niet meer, maar waarom?

    Alhoewel de meeste Jehovah's Getuigen oprecht zijn in hun pogingen om mensen op geestelijk vlak te bereiken is het een poging zonder ziel, met weinig meer overtuiging dan het doel om te prediken en zodoende het certificaat voor redding te verkrijgen van de organisatie en het besturende lichaam.

    Die laatste poging om vriendelijk de Bijbel te gebruiken om hen te bewijzen dat de boodschap van God zou komen kan alleen maar aanslaan wanneer die mensen de bijbel als bewijs willen zien en dan nog?

    Want interpreteerbaar blijft de Bijbel en alle Heilige Boeken.

    MAANDAG  27  APRIL

    Alle dingen zijn rein voor de reinen. - Tit. 1:15.

    Wat bedoelde Paulus toen hij het bovenstaande zei? Paulus had het over christenen die hun denken en hun morele besef in overeenstemming hadden gebracht met Gods maatstaven. Die christenen erkennen dat er in veel dingen die niet rechtstreeks veroordeeld worden, ruimte is voor verschillen onder gelovigen. Ze staan niet snel met een oordeel klaar, maar erkennen dat dingen die God niet veroordeelt "rein" zijn. Ze verwachten niet dat als het om aspecten van het leven gaat waarover de Bijbel geen specifieke instructies geeft, alle anderen precies zo denken als zij. Stel je eens het geval voor van een zuster met een echtgenoot die haar geloof nog niet deelt. Iemand uit Zijn familie gaat trouwen, en de plechtigheid zal in een kerk van de christenheid plaatsvinden. (Of er is een familielid gestorven, misschien een van de ouders, en de rouwdienst zal in een kerk gehouden worden.) Het echtpaar wordt uitgenodigd, en de man wil dat zijn vrouw hem vergezelt. Wat zegt haar geweten over het bijwonen van de plechtigheid? w07 15/10 2: 9, 10

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: nu hebben wij dat reeds dikwijls herhaald, zoals het commentaar begint dat Paulus het had over "christenen die hun denken en hun morele besef in overeenstemming hadden gebracht met Gods maatstaven".

    En de maatstaven van de organisatie en het besturende lichaam zijn niet altijd die van God, zeker weten. Ik ga enkele aanhalingen doen, maar daar zijn veel meer voorbeelden van.

    1) Die christenen erkennen dat er in veel dingen die niet rechtstreeks veroordeeld worden, ruimte is voor verschillen onder gelovigen.

    Nu staat er in niet de bijbel dat men geen 'burgerdienst" mag doen, maar daar hebben duizenden voor in de gevangenis gezeten omdat de organisatie en het besturende lichaam zeiden dat dit gelijk stond met je neutraliteit schenden, of als "soldaat" dienst te doen. Diegenen die toen wel "burgerdienst" verrichten werden uitgesloten. Dit is ondertussen wel veranderd, zonder excuses of schriftuurlijke redenen.

    Alleen werd het op een gegeven moment een "gewetenskwestie".

    2) Ze staan niet snel met een oordeel klaar, maar erkennen dat dingen die God niet veroordeelt "rein" zijn.

    In De Wachttoren, juli 1934, blz. 99 staat dat "Niemand van de tempelklasse zal zo dwaas zijn te beweren, dat een broeder (of broeders) die zich vroeger onder hen bevond, en die gestorven en naar den hemel gegaan is, nu de heiligen op aarde onderricht en hen leidt in betrekking tot hun werk. Zulk een gevolgtrekking doet denken aan de "zonde van Samaria".

    Hier oordelen zij hun eigen broeder(s) dat zij dwaas zouden zijn als zij dit wel dachten of zeiden (...)

    En vergelijk het nu eens met Openbaring – Haar Grootse Climax is Nabij!, blz. 124-25) .

    "En een van de oudere personen nam het woord en zei tot mij: ’Wie zijn dezen die in de lange witte gewaden gehuld zijn, en waar zijn zij vandaan gekomen?’ Daarop zei ik onmiddellijk tot hem: ’Mijn heer, gíj weet het. Openbaring 7:13, 14a ).
    Ja, die oudere persoon kon het antwoord te weten komen en het aan Johannes doorgeven. Dit suggereert dat reeds uit de doden opgewekte personen die tot de groep van de 24 oudere personen behoren, betrokken zouden 'kunnen' zijn bij het doorgeven van goddelijke waarheden in deze tijd.

    Dit is juist het tegenovergestelde en gij nu?

    Nu kun je dit afdoen als toegenomen licht, maar ondertussen heeft de organisatie en het besturende lichaam toch maar de woorden van Jezus Christus, hun leider, genegeerd die gezegd heeft in Mattheüs 7:1-2 "Houdt op met oordelen, opdat GIJ niet wordt geoordeeld; 2want met het oordeel waarmee GIJ oordeelt, zult GIJ geoordeeld worden; en met de maat waarmee GIJ meet, zal men U meten.

    Dat is nu precies wat ik en vele anderen Jehovah's Getuigen en ex Jehovah's Getuigen doen, niet oordelen of meten, maar aan de kaak stellen.

    3) Ze verwachten niet dat als het om aspecten van het leven gaat waarover de Bijbel geen specifieke instructies geeft, alle anderen precies zo denken als zij.

    Nu noemt de bijbel nergens dat er rapportjes of uren moesten ingeleverd worden, soms zijn er aantallen van dopelingen genoemd, maar nooit specifiek, wel bij benadering. (Zo zijn er meer).

    Evenwel is het bij de organisatie en het besturende lichaam verheven tot een van de vereisten voor je gedoopt kunt worden. En wanneer je niet 'van deur tot deur' kunt gaan, kun je nog altijd telefoneren of brieven schrijven. Vraag eventueel om mee te gaan bij een studie. Zelfs een kwartiertje mag je inleveren, kwestie van geregeld te blijven en vooral om als een verkondiger gerekend te kunnen worden.

    Natuurlijk is het organisatorisch verantwoord, zodoende kan de organisatie en het besturende lichaam weten waar lectuur nodig is en behoefte om te dienen waar de nood het hoogst is. Maar daarom moest het niet tot een vereiste ingecalculeerd worden, of wel?

    DINSDAG  28  APRIL

    De dagen van onze jaren zijn op zichzelf genomen zeventig jaren, en indien wegens bijzondere kracht, tachtig jaren; toch is dat waarop ze aandringen moeite en schadelijke dingen; want het zal stellig snel voorbijgaan, en wij vliegen heen. -Ps. 90:10.

    Of ze nu rijk zijn of arm, alle mensen zijn onvolmaakt en hebben maar één afloop, zoals hierboven wordt opgemerkt (Job 14:1, 2; I Petr. 1:24). Mensen die geen goede band met God hebben opgebouwd, nemen vaak een houding aan van "laat ons dan eten en drinken, want morgen sterven wij", zoals de apostel Paulus het beschreef (1 Kor. 15:32). Bij anderen leidt het besef dat het leven tijdelijk en onzeker is ertoe dat ze proberen zekerheid en duurzaamheid te vinden in materiële bezittingen. Misschien denken ze dat het leven op de een of andere manier zekerder zal worden als ze veel tastbare, materiële dingen hebben. Daarom spannen ze zich voortdurend in om rijkdom en bezittingen te vergaren, waarbij ze de vergissing maken die dingen gelijk te stellen met zekerheid en geluk. - Ps. 49:6, 11, 12. w07 1/8 1: 15

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: arm of rijk het maakt wel degelijk een groot verschil.

    Evenals Paulus heb ik beide meegemaakt, en weet dus van beide het geheim, dat armoede mij tot een dief had gemaakt en rijkdom, (het was eerder welstellend), te veel van mijn eigen liet denken. (Dief zijn was tijdens de oorlog en wij hadden niet altijd eten).

    Het verschil is echter dat armoede mij er toe dwong en rijkdom mij er toe bracht. Dat mensen die geen goede band met God hebben, heeft meestal niks te maken met rijkdom of armoede, omdat zelfs arme mensen materialist kunnen zijn terwijl rijken omdat zij rijk zijn daarom nog geen materialistische houding of instelling hoeven te hebben.

    Er is ongeveer een kwart van de wereldbevolking die het " laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij" zo wie zo mogen vergeten, die van de dag in de dag moeten leven, die zich niet moeten afvragen wat zij gaan eten, maar zich afvragen of zij vandaag wel iets te eten krijgen?

    Ken je die uitdrukking: nu breekt mijn klomp? In deze situatie is het datgene wat ons aangaat iets waarover men zijn uiterste verbazing te kennen geeft. Vgl. Leersch.

    En nogal wiedes dat het mij verbaast, bij het ene geval zegt de organisatie en het besturende lichaam in hun commentaar, "leidde het tot "eten en drinken" want morgen sterven wij en bij anderen leidt het tot het besef dat het leven tijdelijk en onzeker is en proberen ze zekerheid en duurzaamheid te vinden in "materiële bezittingen".

    Ik heb het reeds gezegd dat de organisatie en het besturende lichaam bij de rijkste georganiseerde religies gerekend worden, zeker met hun onroerende goederen wereldwijd.

    Jezus Christus zei op een gegeven moment het volgende: Johannes 15:15 "Ik noem U niet langer slaven, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet. Maar ik heb U vrienden genoemd, want alle dingen die ik van mijn Vader heb gehoord, heb ik U bekendgemaakt.

    Bij het openbare jaarverslag in de respectievelijke jaarboeken die zowat alle activiteiten in het veld weergeven worden wel de uitgaven vermeld, maar nooit de inkomsten. Hoe transparant is hun vriendschap t.o.v. diegenen die voor het geld en de onroerende goederen of materiele zaken zorgen?

    Hoeveel staat erop de rekening van de organisatie en het besturende lichaam?

    Maken zij in die gevallen geen vergissingen door die dingen gelijk te stellen met zekerheid en geluk? (Met de nadruk op "zekerheid").

    WOENSDAG  29  APRIL

    [Blijft] bij elke gelegenheid ... bidden. - Ef. 6:18.

    Je kinderen kunnen veel over Jehovah leren door naar je gebeden te luisteren. Als ze horen hoe je God bedankt voor de maaltijd en hoe je een gebed opzendt als het tijd is voor Bijbelstudie, welke conclusies zullen ze dan trekken? Ze zullen waarschijnlijk leren dat Jehovah in onze fysieke behoeften voorziet - waarvoor we hem moeten bedanken - en dat hij ons geestelijke waarheden onderwijst. Dat zijn waardevolle lessen (Jak. 1:17). Maar als je ook op andere momenten dan voor de maaltijd en de gezinsstudie met je gezin bidt, en als je in je gebed specifieke dingen noemt die jou en je kinderen aangaan, zul je nog meer bereiken. Je zult je kinderen het gevoel geven dat Jehovah deel uitmaakt van jullie gezin, dat hij heel veel om ieder van jullie persoonlijk geeft (1 Petr. 5:6, 7). Zou jij elke dag met je kinderen kunnen bidden? Zou je hen kunnen helpen Jehovah als een Vriend te zien, die hun niet alleen in fysiek en geestelijk opzicht het nodige geeft maar ook voor hun emotionele behoeften zorgt? - Fil. 4:6, 7. w07 1/9 2: 5, 6

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: er worden dagelijks miljoenen misschien wel miljarden gebeden opgezonden tot God, wie of wat die God voor velen ook mag zijn.
    Het feit dat er voor die velen weinig of geen verbetering in hun situatie komt is klaarblijkelijk zo ontmoedigend dat bidden eerder een sleur is geworden i.p.v. een persoonlijk intiem gesprek met God. Ik spreek niet over één dag, maar over alle dagen, zowel die van deze week als die van vorige week, vorige maand, vorig jaar en alle voorbije eeuwen. Juist omdat gebeden zo persoonlijk en intiem zijn kan geen mens de emotionele waarden ervan kennen, herkennen of erkennen.

    Jezus Christus zei in Mattheüs 21:22 En alle dingen die GIJ in gebed en met geloof vraagt, zult GIJ ontvangen. Hebben al die "biddende" dan absoluut geen geloof? Geen volharding? Is hun hart werkelijk zo slecht, hun motivatie volledig zelfzuchtig?

    Is toename in discipelen een bewijs van Gods zegen en verhoring van gebeden? Is de eigen gelukkig verklaring, eenheid, broederschap, urenaantallen, numerieke groeid, verspreiding en vrijwillige bijdragen en de liefde die een kenmerk zou zijn, een bewijs dat gebeden verhoord worden?

    Jazeker, wanneer je dit als een bewijs wilt zien.

    Wanneer er gebrek is aan vernoemde eigenschappen is dit dan een bewijs dat God zegen er niet op rust of gebeden alsnog niet verhoord worden?

    Het is volgens mij nooit verkeerd om te bidden en evenmin om het je kinderen te leren.

    Leer jij jezelf en je gezin tezelfdertijd dat God geen enkel gebed moet verhoren?

    Dat zelfs het tegenovergestelde kan plaats vinden?

    Dat diegenen die niet bidden er in wezen geen enkel verschil kunnen in zien?

    Leer jij jezelf en je kinderen dat een gebed iets is waar je echt zelf moet achterstaan?

    Dat je daadwerkelijk en persoonlijk moet optreden of inspanningen moet doen overeenkomstig je gebed of gebeden?

    Dat je een uiterst kritisch zelf onderzoek dient te doen of je gebeden wel kunnen verhoord worden?

    De Wachttoren die het artikel behandelt, geeft verschillende praktische suggesties en voorbeelden.

    Het schoolmodel dat zij gebruiken zou doeltreffend moeten zijn, maar de realiteit is in ieder gezin anders en men kan daar geen formule voor opstellen.

    Daarom wil ik voor de organisatie en het besturende lichaam paragraaf 14 kopiëren en plakken want ook zij vormen een gezin, met, in figuurlijke zin, zo'n 7.000.000 miljoen kinderen: w07 1/9 blz. 29-30 par. 14 Leer jullie kinderen van Jehovah te houden ***

    14 Natuurlijk zijn er momenteel op aarde geen volmaakte huwelijken, en dus ook geen volmaakte gezinnen. Soms leggen ouders misschien niet de vrucht van de geest aan de dag in de omgang met hun kinderen (Galaten 5:22,23). Wat moeten ouders doen wanneer dat gebeurt? Als ze een fout toegeven, zullen hun kinderen dan minder respect voor hen hebben? Denk eens aan het voorbeeld van de apostel Paulus. Hij was voor velen een geestelijke vader (1Korinthiërs 4:15). Toch gaf hij openlijk toe dat hij fouten maakte!

    (Romeinen 7:21-25). Maar door zijn nederigheid en eerlijkheid wordt ons respect voor hem eerder groter dan kleiner. Ondanks zijn tekortkomingen kon Paulus vol vertrouwen aan de gemeente in Korinthe schrijven: „Wordt navolgers van mij, zoals ik het ben van Christus” (1Korinthiërs 11:1). Als jij je fouten ook toegeeft, zullen je kinderen die waarschijnlijk door de vingers zien.

    In de 1e plaats zou de organisatie en het besturende lichaam zelf hun fouten dienen toe te geven. Niet in algemeenheden zoals "wij zijn niet onfeilbaar" en tezelfdertijd eisen dat men hen moet gehoorzamen.

    In de 2e plaats wanneer een fout gemaakt is dient die recht gezet te worden waar maar mogelijk.

    In de 3e plaats, wanneer veranderingen of vereenvoudigingen gebeuren dienen die duidelijk omschreven te worden waarom. Schriftuurlijk voorschriften, beginselen, geboden, verboden en regels kunnen alleen maar veranderen als duidelijk gemaakt wordt dat men voordien een verkeerde kijk had die meer met interpretatie dan met goddelijke inmenging is gebeurd.
    Zelfs organisatorische veranderingen dienen fundamentele redenen te hebben en iedere gemeente dient daar over ingelicht te worden. Het feit dat ouderlingen een apart en niet beschikbare publicatie voor de verkondigers hebben is een reden tot wantrouwen, welke logische redenen daar ook voor gegeven worden .

    In de 4e plaats eist de organisatie en het besturende lichaam het volle vertrouwen van de verkondigers, maar de bijbel en het beginsel uit Psalm 146: 3 "Stelt UW vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens, aan wie geen redding toebehoort", maakt duidelijk dat zij dit niet mogen eisen en zelfs niet mogen verwachten en toch wordt die eis meermaals benadrukt.

    5e wanneer hun financiële beleid openlijk en openbaar zou gemaakt worden, zouden  zij hiermee te kennen geven dat ook zij op God vertrouwden.

    Het heeft uiteindelijk toch allemaal te maken met geloof, herkennen en erkennen.

    DONDERDAG  30  APRIL

    Laten wij ... het goede doen jegens allen, maar vooral jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof. -Gal. 6:10.

    Jakobus 2:15, 16 zegt: "Indien een broeder of een zuster zich in een naakte toestand bevindt en het toereikende voedsel voor de dag ontbeert, doch iemand van u tot hen zegt: 'Gaat heen in vrede, houdt u warm en goed gevoed', maar gij geeft hun niet wat zij voor hun lichaam nodig hebben, wat heeft dat voor nut?" Voor anderen zorgen en behoeftigen helpen is een kenmerk van ware religie. Onze aanbidding staat ons niet toe onze zorg voor anderen te beperken tot het uiten van de wens dat het hun goed zal gaan. In plaats daarvan worden we er door gevoelens van teder mededogen toe bewogen iets te doen om hen te helpen (1 Joh. 3:17, 18). Een maaltijd klaarmaken voor een zieke, een oudere helpen met karweitjes, voor vervoer zorgen naar de vergaderingen als dat nodig is en vrijgevig zijn tegenover degenen die het waard zijn: dat zijn allemaal daden van barmhartigheid waarin we overvloedig moeten zijn. - Deut. 15:7-10. w07 15/9 2: 3-5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: in de eigen publicaties maar ook in de wereldlijke media komen de organisatie en het besturende lichaam goed uit de bus. In de eerste plaats voor hun eigen mensen en waar mogelijk ook voor anderen. Dit gebeurt vooral bij rampen en in rampgebieden. Juist door hun organisatie en spreiding zijn zij uitermate gedisciplineerd en efficiënt. De publiciteit die daarmee gepaard gaat is daar beslist niet vreemd aan.

    In verband met het bovenstaande commentaar rijst toch de vraag: kunnen de organisatie en het besturende lichaam niet méér doen? De Schriftuurlijke verwijzing naar Jakobus zegt wel : "Indien een broeder of een zuster", maar de context, ook in het commentaar strekt zich wel degelijk uit tot onze evennaasten, en dat zijn duidelijk alle behoeftige mensen.

    Ik heb geen behoefte om ideeën te spuien noch suggesties te geven. Het enige wat ik hiermee bedoel is dat de enorme fortuinen en inkomsten van georganiseerde religies niet op een rekening hoeven te staan om een deel van die behoeftigen daadwerkelijker te steunen.

    Het probleem wordt grotendeels doorgeschoven en op de schouders gelegd van de aanhangers, zoals het bovenstaande commentaar duidelijk laat zien.

    Niet dat dit verkeerd kan zijn of is, maar het zou wel eens een éénzijdige benadering kunnen blijken. Terwijl de motivatie en het geloof, de mogelijkheden en de wil, samen met het vertrouwen in God eerder doorslaggevend zouden zijn dan "het appeltje" voor de toekomst.

    Ik besluit met de vraag in deze laatste kwestie: HOE GROOT MOET DAT "APPELTJE" ZIJN,

    Ik kan jullie wel zeggen dat je eigen leven in handen nemen je veel macht geeft. (en dat hoeft niet perse onafhankelijk van een organisatie te zijn).

    Maar je raakt de controle over je leven veel gemakkelijker kwijt dan dat je die terugwint. (zorg daarom dat je sterk genoeg bent zodat je op je eigen benen kunt staan en zorg voor vrienden).

    Deze gevolgtrekking komt uit het boek "DE TERECHTSTELLING" van Val McDermid.

    Wat cursief en tussen de (...) staat is mijn versie.

    EINDE VAN DE MAAND APRIL — en hartelijk bedankt voor het lezen en begrip.

    25-04-2009 om 16:51 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 21 april tot en met 25 april

    Dinsdag  21  april

    Wie zijn broeder, die hij heeft gezien, niet liefheeft, kan God, die hij niet heeft gezien, niet liefhebben. - 1 Joh. 4:20.

    Als je je kinderen leert van hun broeders en zusters te houden, leer je hun dus van God te houden. Ouders moeten zich afvragen: 'Is de algemene toon van mijn gesprekken over de gemeente aanmoedigend of kritisch?' Hoe kom je dat te weten? Luister goed naar de manier waarop je kinderen over de vergaderingen en de leden van de gemeente praten. Waarschijnlijk zul je in hun woorden jouw gedachten horen doorklinken. Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen van hun broeders en zusters te houden? Peter, vader van twee tienerjongens, zegt: "Vanaf de tijd dat de kinderen nog klein waren, hebben we geregeld rijpe broeders en zusters bij ons thuis uitgenodigd voor een maaltijd en gezellige omgang, en dat was heel leuk. Onze jongens hebben altijd nauwe omgang gehad met mensen die van Jehovah houden, en nu zien ze dat het dienen van God een fijne manier van leven is."        w07 1/9  2: 15, 16

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het is heel normaal dat kinderen de religie van hun ouders overnemen als ze die al hebben. Het thema van de vermelde wachttoren is dan ook "Leer jullie kinderen van Jehovah te houden".

    Ik heb het reeds gezegd dat "woorden wekken en voorbeelden strekken" wanneer ouders voorbeeldig zijn is er veel kans dat ook de kinderen die weg zullen opgaan. Het tegenovergestelde is uiteraard eveneens van toepassing.

    Dat is natuurlijk geen garantie dat het ook zo zal gebeuren. Bij Jehovah's Getuigen is er weinig verschil met gelijk welke religieuze organisatie. Het is zelfs frappant dat er zoveel jongeren afhaken door datgene wat zij hun ouders zien doen en laten. Niet dat het in theorie fout is met Jehovah's Getuigen, maar in de praktijk is het zo dat jongeren zolang zij onder het ouderlijk dak verblijven zij weinig of geen zeggenschap of inbreng hebben.

    Toch is de opvoeding van dien aard dat er wel degelijk serieuze normen en beginselen kunnen ingeprent worden wat ten goede zal zijn voor hun verdere leven. Daar tegenover zijn er zodanig veel beperkingen die de jongeren bijna dwingen om een dubbel leven te leiden. Eentje in de gezinskring en voor de dienst en vergaderingen en een tweede voor school en buiten het gezichtsveld van de ouders en verantwoordelijken.

    Zoals van Hendrik Conscience gezegd werd "dat hij zijn volk leerde lezen", kan van Jehovah's Getuigen gezegd worden "dat zij hun kinderen leren liegen". Vooral de laatste 20 jaar hebben schoolgaande kinderen en dan nog specifieker de kinderen van de verantwoordelijken het erg moeilijk om datgene te doen wat hun ouders verlangen, velddienst inbegrepen en te doen wat de schoolautoriteiten van hun leerlingen mogen verwachten.

    Er is voor beide zijden iets te zeggen, maar dat de organisatie en het besturende lichaam schrijven dat wanneer op de dag van een vergadering het beter is naar de vergadering te komen dan huiswerk te maken is geen opkikker voor de goeie gang van zaken.

    Zo werden wij in de vroege jaren zeventig geconfronteerd om onze kinderen niet naar de kleutertuin te sturen omdat dit niet verplicht was en diezelfde kinderen waarschijnlijk nooit de school zouden moeten afmaken omdat daartegen Armageddon achter de rug zou zijn.

    Hetzelfde gebeurde met onze oudere jongens, die zouden nooit opgeroepen worden om soldaat te worden.

    Ik was ervan overtuigd dat de organisatie en het besturende lichaam het bij het rechte eind hadden en geloofde de volle honderd procent wat zij publiceerde en suggereerden. Later besefte ik hoe fanatiek ik moet overgekomen zijn op anderen. Tegenwoordig voel ik mij goed in mijn vel.

    Woensdag  22  april

    Let op en hoedt u voor elke soort van hebzucht. - Luk. 12:15.

    Hebzucht is meer dan alleen het verlangen naar geld of bezittingen, dingen waarvan een gepast gebruik kan worden gemaakt en die een juist doel kunnen dienen. Volgens een woordenboek is hebzucht een "buitensporige begeerte naar rijkdom of bezittingen of naar andermans bezittingen". Het kan betekenen dat iemand een onverzadigbare, begerige drang heeft om dingen te bezitten - misschien zelfs dingen die van een ander zijn - uit pure hebberigheid, zonder erbij na te denken of hij ze wel nodig heeft en welke uitwerking het op anderen heeft. Iemand die hebzuchtig is, laat zijn denken en doen zo beheersen door het voorwerp waarnaar zijn begeerte uitgaat dat het in feite zijn god wordt. De apostel Paulus stelt een hebzuchtige gelijk met een afgodendienaar, die geen deel heeft in Gods koninkrijk (Ef. 5:5; Kol. 3:5). Het is interessant dat Jezus waarschuwde voor "elke soort van hebzucht". Waarom? Omdat hebzucht er in vele vormen is. w07 1/8  1: 7-9

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  en wij zitten weer op de materiële toer of liever, "hebben is hebben en krijgen is de kunst".
    Volgens het boven aangehaald woordenboek is hebzucht een
    "buitensporige begeerte naar rijkdom of bezittingen of naar andermans bezittingen".
    Volgens de Bijbel en de organisatie en het besturende lichaam is God de soeverein van het gehele universum en bijgevolg ook van alles wat zich rond, op en in de aarde bevindt, mensen inbegrepen. Nu heb ik meerdere malen meegemaakt dat nieuwe en ook gerenoveerde koninkrijkszalen aan Jehovah werden opgedragen. Terwijl de eigendomsrechten automatisch in handen van de organisatie en het besturende lichaam werden overgedragen.
    Evenwel zijn het de plaatselijke broeders en zusters die zowel het beginkapitaal aandroegen als de lening die
    de organisatie en het besturende lichaam verstrekte afbetaalden. Vroeger werd zelfs 6% interest gevorderd, maar die is afgeschaft.
    Wanneer een gemeente ontbonden wordt zal het eigendom volgens het inzicht van
    de organisatie en het besturende lichaam verkocht worden en het geld als bijdrage voor het wereldwijde werk worden gedeponeerd.

    In werkelijkheid is dus iedere koninkrijkszaal in eigendom, het eigendom van de organisatie en het besturende lichaam. En die " koninkrijkszaal in eigendom" wordt door de organisatie en het besturende lichaam verzekerd als "wederzijdse hulp", maar iedere gemeente, die het kan, zal een aangepast bedrag per jaar betalen. Dus buiten de vrijwillige bijdragen is er een morele bijdrage die je kunt vergelijken met "solidariteitsbijdragen". Je moet hen echt niets, maar dan ook niets leren.

    Niets voor niets zei Jezus Christus en waarschuwde hij voor "elke soort van hebzucht" en het commentaar stelt dan ook terecht de alom tegenwoordige vraag, WAAROM?

    En ik antwoord als een waanzinnige,
    omdat hebzucht er in vele "gecamoufleerde" vormen is.

    Zie ook het commentaar van de dagtekst van 14 maart.

     

    donderdag  23  april

    Deze weduwe heeft, ofschoon zij arm is, er meer in geworpen dan zij allen. - Luk. 21:3.

    Niet iedereen kan God als fulltime prediker dienen. Als je te kampen hebt met ouderdom, een slechte gezondheid of andere beperkingen, bedenk dan dat Jehovah veel waardering heeft voor je getrouwheid en wat je met hart en ziel aan dienst voor hem kunt doen (Luk. 21:2). Niemand van ons moet de uitwerking onderschatten die onze inspanningen, hoe beperkt ook, op anderen kunnen hebben. Stel dat we bij een paar huizen hebben aangebeld en niemand hebben getroffen die belangstelling scheen te hebben voor onze boodschap. Wie weet of de huisbewoners na ons vertrek niet nog uren of dagen over ons bezoek praten, zelfs als niemand de deur voor ons opendeed! We verwachten niet dat iedereen die het goede nieuws hoort, gunstig zal reageren, maar sommigen doen dat wel (Matth. 13:19-23). Anderen reageren misschien later, als de wereld toestanden of hun eigen omstandigheden veranderen. Hoe het ook zij, door in de openbare bediening te doen wat we kunnen, verrichten we Gods werk. We zijn "Gods medewerkers". - 1 Kor. 3:9. w07 1/l0  2: 9

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  om het nog eens met een spreuk te zeggen: "wie geeft wat hij heeft is waard dat hij leeft" of "wie doet wat hij kan dat is tenminste een man".
    Er zijn honderden ervaringen waarbij het christelijk gedrag anderen heeft geholpen om eveneens de bijbel te gaan bestuderen.
    En er zijn er nog veel meer waardoor mensen religie afstotend vinden omdat zij het wel zéggen, maar door hun gedrag en spreken Gods naam onteren.

    Ik heb het reeds gezegd, dat als diegenen die ooit met een gemeente van Jehovah's Getuigen verbonden zijn geweest, terug zouden komen, dan zouden er meer dan het dubbele kunnen geregistreerd worden.

    Hoe kan dit? Waarom, als zij de waarheid bezitten, verlaten er zovelen
    de organisatie?

    Vanaf het moment dat iemand opmerkt dat er morele druk wordt gestoken gaan, diegenen weg die het als een schending ervaren.

    Andreas Eschbach zegt in zijn boek "HET MESSIAS MYSTERIE" op blz. 99 het volgende:

    Hij had een tijdlang vragen gesteld, maar de antwoorden waren onbevredigend geweest, en als hij begon te discussiëren, moest hij vaststellen dat degenen die meenden hem de antwoorden te kunnen geven, niet bereid waren te discussiëren. Ze wisten alles immers al, omdat ze geloofden, en als hij op een inconsequentie wees, dan sloegen ze hem met het argument om de oren dat het er niet om ging om te twijfelen, maar om te geloven.

    Dat is volgens mij eentje onder de gordel, maar wel typerend voor wat men een "sekte" kan noemen.

    De organisatie en het besturende lichaam doen dit reeds vanaf het begin. Ik zeg niet het prille begin. Het werd duidelijker toen Rutherford aan de macht is gekomen, maar je kunt dit maar weten als je gaat grasduinen in het verleden, de tegenstrijdigheden noteert en zeer objectief blijft.

    Jef Geeraerts schrijft ongeveer hetzelfde in zijn boek "DE PROCUREUR GENERAAL" blz. 121: "Dank zij de CVP werd volgens het principe van de backlash* de schuldige toch benoemd en degenen die de flaters aan het licht hadden gebracht, systematisch in diskrediet gebracht of zelfs gerechtelijk vervolgd wegens eerroof".  (* = verzet, reactie of achterwaartse beweging).

    In boven vermelde gevallen is het een religieuze kerkelijke vervolging 't zij door monddood maken, uitsluiting of het bijbelse misbruik van de schriftplaats uit  2 Petrus 2: 22  "Hun is overkomen wat het ware spreekwoord zegt: „De hond is tot zijn eigen uitbraaksel teruggekeerd, en de gebade zeug tot het rollen in de modder.”

    Waarbij volgens mij "de hond" op de man slaat, en de "zeug" op de vrouw. (Schrijft dit maar toe aan mijn slecht karakter).

    vrijdag  24  april

    Ik werd afgunstig op de pochers, toen ik maar steeds de vréde der goddelozen zag.

    Ps. 73: 3.

    Op een bepaald moment in zijn leven raakte Asaf, de schrijver van Psalm 73, ontmoedigd. Hij zag de materiële voorspoed van goddeloze mensen, en hij merkte dat ze vaak tevreden leken met hun leven en geen nadelige gevolgen van hun goddeloosheid ondervonden. Hij kon niet helemaal bevatten waarom de goddelozen ongestraft kwaad schenen te kunnen doen terwijl rechtgeaarde mensen het vaak moeilijk hadden. Uiteindelijk ging die getrouwe man uit de oudheid begrijpen wat de goddelozen te wachten stond - dat Jehovah te zijner tijd de dingen zou rechtzetten (Ps. 73:17-19). Het is zonder enige twijfel Jehovah's voornemen om op zijn bestemde tijd goddeloosheid en het ermee gepaard gaande onrecht op aarde uit te bannen (Ps. 37:9). Dat is iets waaraan zelfs loyale christenen zichzelf geregeld moeten herinneren. Jehovah zal degenen die tegen zijn wil ingaan, verwijderen, en hij zal degenen die er in overeenstemming mee leven, belonen. - Ps. 11:4-7. w07 15/8  1: 9-12

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ik denk nu te weten waarop de organisatie en het besturende lichaam hun manier van schrijven baseert.
    Waarom zegt Asaf dat hij de "materiële" voorspoed van de goddeloze mensen zag, precies of zij allemaal, omdat zij goddeloos waren materiële voorspoed genoten.

    Deze veralgemening vind ik steeds terug in de publicaties van
    de organisatie en het besturende lichaam.
    Het bestaat gewoon niet dat iemand  goddeloos is omdat hij meer materiële voorspoed geniet.
    Het kan evenmin dat goddelozen gespaard zouden worden van zorgen en ziekten dan  gelovigen. Het is wel zo dat goddelozen schijnbaar ongestraft door het leven gaan, dit is ook in onze tijd merkbaar. Wij weten dat veel criminelen door de mazen van het net ontkomen en dat is dan dikwijls de reden dat iemand met zijn slechte praktijken verder blijft doen.

    Zie Prediker 8:11-13 "Omdat het vonnis over een slecht werk niet spoedig is voltrokken, daarom is het hart der mensenzonen in hen er volkomen op gericht kwaad te doen. 12 Hoewel een zondaar misschien honderdmaal kwaad doet en lange tijd blijft zoals hij verkiest, ben ik mij er toch ook van bewust dat het goed zal aflopen met hen die de [ware] God vrezen, omdat zij hem hebben gevreesd. 13 Maar het zal volstrekt niet goed aflopen met de goddeloze, noch zal hij zijn dagen verlengen, die als een schaduw zijn, omdat hij God niet vreest".


    Omdat er in het eigen leven bijna nooit een verandering ten goede komt, tenzij je dat zelf doet of met de hulp van anderen, zal het ook niet veranderen.

    Dat de organisatie en het besturende lichaam een hulp kunnen zijn is zeker waar, maar aan die hulp mogen geen verplichtingen zijn verbonden.

    Vanaf het moment dat de organisatie en het besturende lichaam zichzelf als heersers opstellen gaan zij buiten datgene wat geschreven staat. In de plaats van een instrument in Gods handen worden zij, of verlagen zij zich tot datgene wat zij andere organisaties, zowel politieke als religieuze, meestal terecht verwijten.

    Het is duidelijk uit de manier waarop de organisatie en het besturende lichaam zich opdringen als het geweten van het individu waardoor zij zich in werkelijkheid  het leven van dat individu toeëigenen.

    Om het nog duidelijker uit te drukken zeg ik dat de organisatie en het besturende lichaam hun eigen geweten opdringen aan het individuele geweten van al hun leden, zo'n zeven miljoen stuks, gemanipuleerd en geconditioneerd door die enkele mannen die alzo heersen over de meute, want jachthonden maken zij er van.

    Ga ik werkelijk te ver? En deze dan:

    1) De Wachttoren, 1 oktober 1994, blz. 8

    "Allen die de bijbel willen begrijpen, dienen in te zien dat de "rijk gevarieerde wijsheid van God" uitsluitend bekend kan worden via Jehovah’s communicatiekanaal, de getrouwe en beleidvolle slaaf.

    2) De Wachttoren, 1mei 1995, blz. 19

    "Natuurlijk dient bijbellezen niet in de plaats te komen van het gebruik dat u maakt van het voortreffelijke studiemateriaal dat via „de getrouwe en beleidvolle slaaf" beschikbaar is gesteld".

    3) De Wachttoren, 15 maart 1998, blz. 19

    "Teneinde misverstanden te voorkomen, proberen Jehovah's Getuigen nauwkeurig te zijn als zij zich uiten. In plaats van te zeggen "Het Genootschap leert", geven veel Getuigen er de voorkeur aan om uitdrukkingen te gebruiken als "de bijbel zegt" of "ik begrijp dat de bijbel leert". Op deze wijze beklemtonen zij de persoonlijke beslissing die iedere Getuige heeft genomen om de bijbelse leringen te aanvaarden en vermijden zijn ook de verkeerde indruk te wekken dat Getuigen hoe dan ook gebonden zijn aan de voorschriften van de een of andere religieuze sekte".

    Nog één vraag, wat versta jij onder "persoonlijke beslissing"?

     

    Zaterdag  25  april

    Van u is het koninkrijk, 0 Jehovah, gij die u ook als hoofd over alles verheft.

    1 Kron. 29:11.

    Nadat Jehovah de engelen had geschapen, breidde hij zijn heerschappij uit door het uitgestrekte en ingewikkelde stoffelijke universum te scheppen, met inbegrip van de aarde (Job 38:4, 7; Ps. 148:5, 6). Met de schepping van het eerste mensenpaar oefende God Zijn soevereiniteit op nog een andere manier uit. Jehovah voorzag de mensen van alles wat ze nodig hadden om een zinvol en voldoening schenkend leven te leiden en schonk hun daarnaast het gezag over de lagere aardse schepselen: hij delegeerde autoriteit (Gen. 1:26-28; 2:8, 9). Adam en Eva hadden het vooruitzicht eeuwig in een aards paradijs te wonen (Gen. 2:15-17). Wat kunnen we uit dit alles concluderen? Ten eerste dat Jehovah altijd zijn soevereiniteit over heel zijn schepping heeft uitgeoefend. Ten tweede dat Gods heerschappij weldadig is en waardigheid verleent. En tot slot dat het tot eeuwige zegeningen zal leiden als we Gods heerschappij gehoorzamen en steunen. w07 1/12  1: 3-5

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de mogelijkheden van de aarde, de voorzieningen en de enorme variëteiten, de natuur en de manieren waarop de mens van heel de schepping zou kunnen genieten zijn legio.

    Met deze geneugten geconfronteerd is het bijna onbegrijpelijk dat het eerste mensenkoppel het liet afweten temeer daar zij volgens de Bijbel volmaakt waren.

    Zij kregen zelfs het gezag over de lagere aardse schepselen: God delegeerde autoriteit.

    En die "gedelegeerde autoriteit" geeft mij weer het gevoel dat er iets meer mee bedoeld wordt dan autoriteit over 'alleen' die lagere schepselen, tenzij daar ook mensen mee bedoeld worden.

    Maar soit we zitten ermee en moeten er mee leven. En niet morgen, maar vandaag.

    Daarmee bedoel ik dat gisteren gepasseerd is en misschien hebben wij weer wat bijgeleerd.

    Morgen moet nog komen en zoals Jezus Christus zei in Mattheüs 6:34. "Weest dus nooit bezorgd voor de volgende dag, want de volgende dag zal zijn eigen zorgen hebben. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad".

    De context toont aan waarom Jezus Christus dat op deze manier onder onze aandacht bracht.
    Hij vestigde de aandacht op Mattheüs 6:33 "het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid".

    Dus op het middel dat morgen of mettertijd dit paradijs zou herstellen.

    Echter niet alleen op het koninkrijk, maar vooral op Gods rechtvaardigheid en dat is veel belangrijker dan het instrument dat HIJ zou gebruiken.

    De aandacht die de organisatie en het besturende lichaam op het koninkrijk leggen is duidelijk overtrokken, omdat zij volgens eigen zeggen, daar nu reeds deel van uitmaken.

    In alles waar de organisatie en het besturende lichaam ook maar wat te zeggen of te schrijven heeft is of zijn de koninkrijksbelangen betrokken.

    Ondertussen kunnen wij concluderen, zoals het commentaar van de organisatie en het besturende lichaam hierboven zegt, dat God nog steeds Zijn soevereiniteit over Zijn schepping uitoefent, dat Zijn heerschappij weldadig en waardigheid verleent, en dat gehoorzaamheid ten slotte tot eeuwige zegeningen zal leiden.

    In De Wachttoren van 2007 15/8 blz. 26 par. 16 wordt een 'bewijs' gegeven dat onder Jehovah's Getuigen reeds als een feit aanvaard is, ik citeer:

     § 16 De „nieuwe hemelen”, Gods hemelse regering onder Christus, zijn al geïnstalleerd. Degenen die de kern zullen vormen van de „nieuwe aarde”, een nieuwe aardse samenleving van rechtgeaarde mensen, worden in deze laatste dagen bijeengebracht. Ze zijn al met bijna zeven miljoen mensen in op zijn minst 235 landen en in zo’n 100.000 gemeenten. Die miljoenen mensen hebben de rechtvaardige wegen van Jehovah leren kennen, en als gevolg daarvan verheugen ze zich wereldwijd in een eenheid die op christelijke liefde gebaseerd is. Hun overduidelijke en duurzame eenheid is ongekend in de geschiedenis van de wereld en overtreft alles wat Satans onderdanen ooit hebben ervaren. Die liefde en eenheid zijn een voorproefje van de schitterende tijd die zal aanbreken in Gods nieuwe wereld, waarin rechtvaardigheid en gerechtigheid zal heersen.

    In werkelijkheid is die liefde en eenheid gebaseerd op gehoorzaamheid aan de organisatie en het besturende lichaam. En de voorstelling ervan berust niet op waarheid, want de verdeeldheid in de afzonderlijke gemeenten zijn legio, wat de organisatie en het besturende lichaam ook maar zegt of schrijft.

    Wie niet akkoord kan gaan met wat de organisatie en het besturende lichaam zegt of schrijft, wordt onherroepelijk uitgesloten.

    Daar kun jij klaarblijkelijk gemakkelijk achter komen, vooral wanneer jij je eigen geweten volgt.

    Ondertussen blijkt dat de geleidelijk vermindering van het aantal belijdende gezalfde, dat
    jarenlang als een bewijs van de tijd van het einde gold, eerder een vermeerdering van

    maar liefst 1462 belijdende gezalfde in de laatste drie jaar (2006, 2007 en 2008) te zien
    geeft.

    Van wat is die vermeerdering dan een bewijs?

    20-04-2009 om 09:45 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 16 april tot en met 20 april

    donderdag  16  april

    Wie van u kan door bezorgd te zijn één el aan zijn levensduur toevoegen? - Matth. 6:27.

    Er is niet echt veel nodig om ons leven in stand te houden. We hebben alleen wat voedsel nodig, iets om aan te trekken en een slaapplaats. De rijken hebben een overvloed van deze dingen, en de armen moeten er misschien voor ploeteren. Maar alle eventuele verschillen worden vereffend als er een eind komt aan het leven; dan worden al die dingen onbelangrijk (Pred. 9:5, 6). Wil het leven dus zin en waarde hebben, dan kan en moet het niet enkel bestaan uit dingen die je kunt verwerven of bezitten. Of we nu rijk zijn of arm, we hebben niet in de hand hoe lang we leven. We weten zelfs niet of we morgen nog in leven zullen zijn. De Bijbel laat duidelijk zien dat alleen Jehovah "de bron van het leven" is, en alleen hij kan getrouwen "het werkelijke leven", of "het eeuwige leven", geven: leven zonder einde, in de hemel of op aarde. - Ps. 36:9; 1 Tim. 6:12, 19. w07 1/8  1: 13, 14

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  er is een gangbare uitdrukking en ik veronderstel dat die mondiaal kan weergegeven worden, namelijk: wij zijn in ons blootje ter wereld gekomen en wij zullen in ons blootje ervan verdwijnen. Deze figuurlijke uitdrukking maakt duidelijk wat het commentaar hierboven bedoelt.

    De zin van het leven hangt dus absoluut niet af van de luxe en het comfort dat iemand zich kan of niet kan permitteren, alhoewel materiële zaken en het bezit van geld, het leven kunnen veraangenamen, maar dat blijkt in de praktijk niet altijd waar te zijn. Diezelfde dingen kunnen het leven ook enigszins verlengen en ook hier is dit in de praktijk evenmin altijd waar.

    Maar zonder geld is het zeker niet gemakkelijker, eerder veel moeilijker. Waar ligt dan het probleem?

    Het antwoord ligt waarschijnlijk gedeeltelijk in  Spreuken 30:7-8." Twee dingen heb ik van u gevraagd. Onthoudt ze mij niet voordat ik sterf. 8 Onwaarheid en het leugenachtige woord, doe ze ver van mij. Geef mij noch armoede noch rijkdom".

    Hoe houden die twee verschillende vragen nu verband met het thema?

    Laat mij eens proberen:  onwaarheid heeft de betekenis van iets dat niet waar is. In de reclamewereld is het schering en inslag om producten verkeerd voor te stellen, maar daarom liegen ze nog niet. Op de keper beschouwd is dit voor mij op zijn minst hetzelfde, eerder erger. Het misleidt zowel de gebruiker van het product als de wetgever.

    Het leugenachtige woord daarentegen is een opzettelijke onwaarheid met een motief en doel. Het verschil zit voor mij in het feit dat een "leugen" gemakkelijker aangetoond en aangeklaagd kan worden. Wat echter niet van het motief of het doel kan worden gezegd.

    In de religieuze wereld is het nog veel erger dan in de reclamewereld. Ieder georganiseerde religie heeft zowel een kerkelijk gezag als het beroep dat zij kan doen op de wereldlijke autoriteiten. Rom. 13. Het omgekeerde is ook waar, maar in veel mindere mate.

    Ik besluit met de aanhaling uit hun commentaar hierboven: De Bijbel laat duidelijk zien dat alleen Jehovah "de bron van het leven" is, en alleen hij kan getrouwen "het werkelijke leven", of "het eeuwige leven", geven.

    De meeste mensen zullen God, of wat het ook moge betekenen, als die bron erkennen, ik ook. dat Hij en alleen HIJ het "werkelijke leven of het eeuwige leven" kan geven aan getrouwen, daar twijfel ik evenmin aan.

    Waar ik evenmin aan twijfel is dat, volgens de organisatie en het besturende lichaam, alleen Jehovah's Getuigen gered zullen worden omdat alleen zij prediken overeenkomstig de richtlijnen van de organisatie en het besturende lichaam. Ik heb het reeds gezegd dat de prediking van huis tot huis, van deur tot deur tot een leerstelling is verheven door de organisatie en het besturende lichaam, niet omdat het een Bijbelse leerstelling is, want dat is het niet, maar omdat het de enige manier is waarop zij hun publicaties wereldwijd gratis en voor niks kunnen laten verspreiden door lichtgelovigen.

    Uiteraard zal ook hun prediking mensen tot God brengen. of ze als groep zullen overleven is eerder een vraagteken omdat zij eerder mensen gehoorzamen en voor hen laten beslissen.


    Het blijft een feit dat niet alle Getuigen van Jehovah Christenen zijn en niet alle Christenen zijn daarom Jehovah's Getuigen.

    Psalm
    37:29. "De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven.

    Handelingen 10:34-35. "Toen opende Petrus zijn mond en zei: „Ik bemerk zeer zeker dat God niet partijdig is, 35 maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem".

    Vrijdag  17  april

    Hoe goed en hoe aangenaam is het als broeders in eenheid te zamen wonen!
    Ps. 133: 1.

    Satan gebruikt onderlinge conflicten als een valstrik om verdeeldheid onder Jehovah's volk te zaaien. Sommigen worden levend door de Duivel gevangen doordat ze toelaten dat onderlinge conflicten de vrede en eenheid verstoren en afbreuk doen aan de schitterende geestelijke voorspoed die Jehovah tot stand heeft gebracht. Tijdens de Eerste Wereldoorlog probeerde Satan het aardse deel van Jehovah's organisatie te vernietigen door een frontale aanval te ondernemen, maar zonder succes (Openb. 11:7-13). Vanaf die tijd probeert hij op sluwe manieren onze eenheid  te verstoren. Als we toelaten dat onderlinge conflicten verdeeldheid veroorzaken, bieden we Satan een houvast. We zouden daardoor de werking van de heilige geest in ons eigen leven en ook in de gemeente kunnen belemmeren. Satan zou daar heel blij mee zijn, want elke verstoring van de vrede en eenheid van de gemeente vormt een belemmering voor de prediking. - Ef. 4:27, 30-32. w07 1/10  3: 15, 16

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ik heb het reeds eerder gezegd en geschreven dat het "wreed" gemakkelijk is om Satan de schuld te geven.

    Dus ook van de conflicten in de afzonderlijke gemeenten en ik ga erbij zeggen, van de conflicten in de bijkantoren en het hoofdkantoor. Ik heb dat niet uit mijn duim gezogen want dat staat zowel in de jaarboeken als in het Verkondigersboek.

    Daarom is het ook een contradictie dat die conflicten de vrede en eenheid verstoren en afbreuk doen aan de schitterende geestelijke voorspoed die Jehovah tot stand heeft gebracht. De Bijbel benadrukt dat
    het resultaat van Gods Heilige Geest merkbaar zou zijn aan datgene wat hij tot stand laat komen in de gemeenten en bij de individuele personen.

    Galaten 5:22-23. "De vrucht van de geest daarentegen is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, 23zachtaardigheid, zelfbeheersing".

    2 Korinthiërs 3:1. "Jehovah nu is de Geest, en waar de geest van Jehovah is, daar is vrijheid".

    Jakobus 3:18. "Bovendien wordt het zaad van de vrucht der rechtvaardigheid gezaaid onder vredige omstandigheden voor hen die vrede maken".

    De tegenstrijdigheden die de organisatie en het besturende lichaam in de loop van hun moderne geschiedenis hebben geschreven spreekt meer tegen hen dan voor hen met al het goede dat zij over zichzelf schrijven. Alleen zijn niet al Jehovah's Getuigen daar van op de hoogte of willen ze het zien.

    Toch zegt de Bijbel volgens Mattheüs 10: 26 "Vreest hen daarom niet, want er is niets bedekt dat niet ontdekt zal worden, en verborgen dat niet bekend zal worden". Zou de organisatie en het besturende lichaam dat niet geloven?  Of staan zij ook hierboven?

    Die situatie in hun commentaar verwijst naar de vervolging tijdens de eerste Wereldoorlog waardoor 7 leden voor 9 maanden in de gevangenis terecht kwamen.

    Wat je niet mag vergeten of niet kon weten is dat de natiën hun vernietiging was voorzegd en er wel degelijk heel wat aantijgingen, terecht of onterecht, over die natiën wereldomvattend (?) waren verspreid juist door de organisatie en het 'besturende lichaam.

    Wat de vervolging tijdens de tweede Wereldoorlog betreft, vooral in nazi Duitsland, die is grotendeels uitgelokt door de brieven van Rutherford naar Hitler. Zie voor deze inlichtingen de website http://www1.tip.nl/t661020/index.html

    Deze hebben uiteraard niets te maken met de conflicten binnen de organisatie en het besturende lichaam. Alleen zijn die problemen niet in overeenstemming met de prediking. Zoals het commentaar van hen zegt, "elke verstoring van de vrede en eenheid van de gemeente vormt een belemmering voor de prediking".

    Ik zeg, dat iedere gemeente waar geen vrede en eenheid is, niet zou mogen prediken. En daar komt nog bij dat, iedere verkondiger die met een conflict in zijn gezin of met een geloofsgenoot geconfronteerd wordt, evenmin zou mogen prediken.

    Zulk een gemeente of zo 'n verkondiger kan onmogelijk met "vrijmoedigheid" van deur tot deur gaan. Maar daar zal de organisatie en het besturende lichaam niet van wakker liggen want dan ligt de prediking plat.

    Het is dus niet dat men een Christen moet zijn, maar een prediker. En dat klopt aan geen kanten.

    zaterdag  18  april

    Jehovah staat aan mijn zijde; ik zal niet vrezen. - Ps. 118:6.

    Het zal niet lang meer duren of we zullen geweldige en ontzag inboezemende gebeurtenissen meemaken. Ze houden allemaal verband met de rechtvaardiging van Jehovah's recht om te regeren, zijn universele soevereiniteit. En bedenk wel: als we loyaal blijven aan Jehovah en pal staan voor zijn soevereiniteit, zullen we in de gelegenheid zijn een aandeel te hebben aan de heiliging van Jehovah's naam en de vervulling van zijn voornemen. Wat een onschatbare vreugde zal dat zijn! Zijn we voorbereid op die betekenisvolle gebeurtenissen? Hebben we geloof in Jehovah's reddende macht? Vertrouwen we erop dat hij ons op het juiste moment en op de beste manier te hulp zal komen? Bij de beantwoording van zulke persoonlijke vragen kunnen we in gedachte houden wat de apostel Paulus tegen zijn medechristenen in Rome zei: "Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben." - Rom. 15:4. w07 15/12  2: 5, 6

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het is bijna ongelooflijk dat mensen, ook ik, geloof stelde in een belofte die het zelfs in Paulus tijd goed deed. Hebreeën 10:37-38. "Want nog „een zeer korte tijd” en „hij die komt, zal komen en zal niet uitblijven”. 3!"Maar mijn rechtvaardige zal wegens geloof leven” en "indien hij terugdeinst, heeft mijn ziel geen behagen in hem”. In werkelijkheid heeft tijd geen enkele betekenis i.v.m. geloof, daarom heb ik zowel 'tijd' als 'geloof' benadrukt.

    Om het jou gemakkelijk te maken druk ik hier een gedeelte af uit De Wachttoren, 15 november 1968, blz. 691-92 paragraaf 30: "Moeten wij uit deze studie opmaken dat de strijd van Armageddon tegen de herfst van 1975 geheel achter de rug zal zijn en dat de langverwachte duizendjarige regering van Christus dan zal beginnen? Mogelijk, maar wij moeten nog afwachten hoe nauwkeurig de zevende duizendjarige periode van 's mensen bestaan samenvalt met de op een sabbat gelijkende duizendjarige regering van Christus. (...) Het zal hooguit een verschil van weken of maanden, niet van jaren, betreffen" (   )

    Ondanks deze boute verzekering is het einde niet gekomen daarom komt zoveel jaren later de ONTWAAKT VAN 93 22/3 blz. 4 Waarom zo vaak een vals alarm?

    Jehovah’s Getuigen hebben in hun vurige verlangen naar Jezus’ tweede komst jaartallen genoemd die onjuist zijn gebleken. Daarom hebben sommigen hen valse profeten genoemd. In geen van deze gevallen hebben zij zich echter aangematigd voorzeggingen ’in de naam van Jehovah’ te uiten. Nooit hebben zij gezegd: ’Dit zijn de woorden van Jehovah.’

    In De Wachttoren, het officiële tijdschrift van Jehovah’s Getuigen, is gezegd: „Wij hebben niet de gave van profetie” (...)

    Dit impliceert geen excuses van de organisatie en het besturende lichaam, maar een aantijging tegen diegenen die hen "valse profeten" noemden.

    In deze aantijging wordt duidelijk afstand gedaan van Gods Woord de Bijbel door te beweren dat zij nooit in de naam van "JEHOVAH de gepubliceerde inlichtingen wereldwijd hebben gebracht en brengen.

    IN WIENS NAAM IS HET DAN WEL? In de naam van de heerser van deze wereld?

    Wanneer de organisatie en het besturende lichaam nog altijd de tijd benadrukt is het zeer onwaarschijnlijk dat dit oprecht is. Het enige dat zij er mee bereiken is dat hun mensen gewoon wachten op die dag uit angst dat zij anders uit de boot zullen vallen terwijl de essentie van hun geloof verloren gaat.

    zondag  19 april

    Wij weten dat de gehele schepping tot nu toe voortdurend te zamen zucht en te zamen pijn lijdt. -Rom. 8:22.

    Jehovah heeft geen schuld aan het enorme lijden dat al zo lang bestaat (2 Sam. 22:31). Een deel van de schuld ligt bij de mensen. "Zij hebben verderfelijk gehandeld, zij hebben verfoeilijk gehandeld in hun gedragingen" (Ps. 14:1). Jehovah heeft onze eerste ouders een goede start gegeven. Het enige wat nodig was om het zo te houden, was gehoorzaamheid aan hem. Maar Adam en Eva kozen voor onafhankelijkheid. Omdat onze eerste ouders zich van Jehovah afkeerden, zou hij hun volmaaktheid niet langer in stand houden. Ze zouden achteruitgaan totdat de dood hen opeiste. Wij hebben die onvolmaaktheid van hen geërfd (Gen. 3:17-19; Rom. 5:12). Bij het ontstaan van alle lijden is ook het geestelijke schepsel betrokken dat als Satan bekend kwam te staan. Hij bracht Adam en Eva ertoe onafhankelijk te willen zijn van Jehovah, alsof ze daardoor "als God [konden] zijn, kennend goed en kwaad". - Gen. 3:5.    w07 15/8  2: 4-6

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het thema van boven vermelde wachttoren artikel is "Het verduren van lijden kan ons tot voordeel strekken". En dat is zeker waar, maar dat is ook het geval met alles wat iemand ervaart wanneer hij of zij er iets willen uit leren.

    Volgens de gegevens uit De Wachttoren van november 1968 blz. 691 zou de mens in 4026 geformeerd zijn geworden en bijgevolg in 1975 de gerespecteerde ouderdom van ~6000 jaar hebben gehad. Op deze dag zou dit dan 4026 + 2009 = 6035 jaar moeten zijn.

    Het Bijbels gegeven dat onze eerste volmaakte ouders in de fout gingen en wij als ongeboren nageslacht eveneens, was het begin van het lijden. Ik of wij, kunnen ons geen voorstelling maken van al het lijden dat tussen "toen en nu" ten hemel moet opgestegen zijn.

    In De Wachttoren van  1970  1 januari blz. 14-15 par. 39 staat onder het onderkopje "De naderende vrede van duizend jaar" het volgende:

    § 39 In recentere tijd zijn ernstige bijbelonderzoekers de chronologie van de bijbel opnieuw nagegaan. Volgens hun berekeningen zouden de zes millennia van ’s mensen bestaan op aarde in het midden van de jaren zeventig eindigen. Het zevende millennium van ’s mensen schepping door Jehovah God zou dus binnen nog geen tien jaar beginnen.

    De voetnoot van De Wachttoren verwijst dan ook nog naar:

    Het boek Aid to Bible Understanding, bladzijde 333 onder „Chronologie”. Ook het boek Eeuwig leven — in de vrijheid van de zonen Gods, de bladzijden 27-37, onder het onderkopje „Zesduizend jaar van menselijk bestaan lopen ten einde”, uitgegeven in 1968.

    Voeg hier de duizendjarige regering van Jezus Christus bij dan heb je zevenduizend jaar of één scheppingsdag. Juist of niet juist?

    Tenzij die schepping van Adam en Eva nog veel vroeger in zijn werk is gegaan? Uiteindelijk zijn de scheppingsdagen van 7000 jaar geen vast gegeven meer.

    Het Inzicht boek zegt op 2 blz. 826 over de Schepping:

    Dat elk van de scheppingsdagen niet slechts 24 uur heeft geduurd maar zich over een langere tijdsperiode heeft uitgestrekt, zelfs over duizenden jaren, strookt beter met het geologische bewijsmateriaal dat in de aarde zelf is aangetroffen.

    Nu kun je de subtiele manier van de organisatie en het besturende lichaam eens op een voor hun praktische manipulatie en indoctrinatie van heel dichtbij bekijken, en daar heb je echt geen vergrootglas voor nodig.

    Ik benadruk de zin "Dat elk van de scheppingsdagen niet slechts 24 uur heeft geduurd".(...)

    Dit moet zijn "Dat elk van de scheppingsdagen niet slechts7000 jaren  heeft geduurd"(...).

    Omdat niet de organisatie en het besturende lichaam, maar de Creationisten die "24 uur" stelling gebruiken, maar de organisatie en het besturende lichaam gebruikten 7000 jaar voor één scheppingsdag.

    Ik zei en schreef "gebruikten" want door de druk van buitenaf dienden zij hun Bijbels standpunt te verlaten en te herzien.

    Met andere woorden gezegd en geschreven, is een scheppingsdag dan 70.000 jaar of 700.000 jaar of nog veel langer? Dat weet ik niet, de organisatie en het besturende lichaam ook niet, maar van hun standpunt dat wij in de laatste dagen leven gaan zij niet af.

    En misschien hebben zij gelijk, maar de organisatie en het besturende lichaam hebben reeds zoveel moeten herzien en aanpassen dat hun manier van doen niet te verontschuldigen is.


    Subtiliteit is door hen tot een kunstvorm verheven.

    Maandag  20  april

    Heer, wees ons barmhartig, Zoon van David! - Matth. 20:31.

    Toen Jezus Jericho verliet, zaten er aan de kant van de weg twee blinde mannen die hem smeekten of hij door een wonder hun gezichtsvermogen wilde herstellen. Dat deed hij, maar hij verrichtte het wonder niet op een koele, zakelijke manier. "Door medelijden bewogen," zegt de Bijbel, "raakte Jezus hun ogen aan, en onmiddellijk kregen zij het gezichtsvermogen" (Matth. 20:30-34). Medelijden bewoog Jezus ertoe veel wonderen te doen voor blinden, door demonen bezetenen, melaatsen en ouders met een ziek kind (Matth. 9:27; 15:22; 17: 15; Mark. 5: 18, 19; Luk. 17: 12, 13). Uit het voorbeeld van Jehovah God en Jezus Christus blijkt dat barmhartigheid twee aspecten heeft: gevoelens van mededogen of medelijden met behoeftigen, en daden waardoor deze mensen geholpen worden. Beide elementen zijn nodig wil iemand barmhartig zijn. In de Bijbel duidt barmhartigheid meestal op een positieve uiting van vriendelijke consideratie tegenover behoeftigen. w07 15/9  1: 6, 7

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  wanneer ik Jezus Christus 'handelingen tegenover de behoeftigen vergelijk met wat mensen in het algemeen doen zie ik werkelijk veel gelijkenis. Het is duidelijk dat er nu numeriek gezien veel meer behoeftigen zijn dan in Jezus tijd. De motivatie van Jezus Christus kwam vanuit zijn hart zoals het commentaar hierboven duidelijk maakt. Voor Jezus Christus was het geen éénmalige affaire, maar een deel van zijn levenswijze. Hij deed dit eveneens zonder onderscheid te maken tussen rijk of arm, man of vrouw en zelfs kinderen konden op hem rekenen. Zijn woorden waren volmaakt in overeenstemming met zijn daden.

    Natuurlijk is er weer het één en het ander dat mij intrigeert, dat kan niet anders.

    Ik, maar gij ook, ziet toch dat er in onze westerse samenleving die relatief rijk is veel geld en goederen gevraagd en gekregen worden. Er zijn verschillende organisaties en vrijwilligers die zich daadwerkelijk inzetten om anderen te helpen.

    Nu kan men zeggen dat dit de "beruchte druppel op een hete plaat is" maar het wordt toch  maar gedaan. Soms zelf met redelijke inspanningen en zelfopoffering.

    Aan de andere kant heb je dan veel organisaties die rijk en machtig zijn en niets of sporadisch iets bijdragen aan de noden die gelenigd moeten te worden, au contraire, er zijn er die het zelfs veroorzaken en in de hand werken.

    De tegenstellingen in de wereld zijn enorm en zelfs in bepaalde landen schrijnend door het ten toon spreiden van persoonlijke luxe en rijkdom, terwijl naast de deur mensen creperen van de honger. Dood gaan door gebrek aan verzorging. Nog niet gesproken van oorlogen en oorlogsmateriaal dat bijna alle menselijke behoeften zou kunnen dekken, inbegrepen het ruimteonderzoek enz.

    Hierdoor is dan ook een klimaat gecreëerd waar religie handig gebruik van maakt om mensen een toekomst voor te spiegelen dat er mettertijd een paradijs zal zijn voor de getrouwen. Hiermee kom ik waar ik naar toe wilde. Praktisch alle grote religies bezitten een rijkdom die niet te overzien is, maar praktisch nooit ingezet zal worden om het voor anderen beter te maken.

    Daar bedoel ik mee dat in de meeste gevallen waar zij dat wel doen het via een speciale en specifieke omhaling verkregen wordt, terwijl het eigen kapitaal en de onroerende goederen aangroeien.En vergeet ook niet de macht van de "RECLAME".

    Moet ik nog eens aanhalen dat via de nieuwsmedia, de BBC ooit gezegd is geweest dat de organisatie en het besturende lichaam één van de rijkste religieuze organisaties zijn?

    Waarom viseer ik hen? Omdat zij beweren door Gods geest geleid te worden, dat zij
    Jezus Christus als hun leider volgen, dat zij ooit hebben gezegd nooit geld, of wat er mee overeenkomt, te zullen vragen. Maar regelmatig, minstens eens per jaar verschijnt er een artikel hoe je op verschillende manieren geld erfenissen of eigendommen kunt overmaken aan de organisatie en het besturende lichaam.

    Ziehier een voorbeeld: w04 1/11 blz. 22 Kent u het geluk dat voortkomt uit geven? ***

    BIJDRAGEN VOOR HET WERELDOMVATTENDE WERK

      Velen zetten een bedrag opzij dat ze deponeren in de bijdragenbussen met het opschrift: „Bijdragen voor het wereldomvattende werk — Mattheüs 24:14”.

      Elke maand maken de gemeenten deze bijdragen over naar het plaatselijke bijkantoor. Vrijwillige bijdragen kunnen ook overgemaakt worden naar het bijkantoor dat het opzicht over uw land heeft. Kijk voor het adres op bladzijde 2 van dit tijdschrift.

    LENING ONDER SPECIALE VOORWAARDEN

      Geld kan in bewaring worden gegeven met de bepaling dat het aan de gever kan worden geretourneerd als hij erom vraagt.

    OVERIGE MANIEREN VAN GEVEN

      Hiertoe behoren:

    Verzekering: Het Wachttorengenootschap kan worden genoemd als begunstigde van een levensverzekeringspolis of van een pensioenregeling.

    Aandelen en obligaties: Aandelen en obligaties kunnen als gift aan het Wachttorengenootschap worden overgedragen.

    Testamenten: Bezittingen en geldmiddelen kunnen aan het Wachttorengenootschap worden vermaakt door middel van een rechtsgeldig testament.

      Schrijf voor nadere inlichtingen betreffende deze kwesties naar het plaatselijke bijkantoor van Jehovah’s Getuigen.

    Je kunt zelf je conclusies trekken.

    15-04-2009 om 17:08 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 31/08-06/09 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!