Inhoud blog
  • De woordvoerders van God? mijn kloefen Louise
  • NEDERIGHEID EN LOYALITEIT, VOOR WIE?
  • NEDERIGHEID EN LOYALITEIT, VOOR WIE?
  • GIJ DIE ZEGT LIEG NIET, LIEG JIJ?
  • WAT IS WAARHEID?
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    seniorennet.be/eleutheros
    HERKENNEN - ERKENNEN
    03-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TEKENEN VAN MENSEN

    Commentaar op het ‘tekenen’ van mensen.

     *** w85 1/11 blz. 30-31  Vragen van lezers ***   Indien een christen meent dat er iemand in de gemeente is die vanwege zijn gedrag of houding niet de beste omgang voor hem vormt, moet hij die persoon dan in overeenstemming met 2 Thessalonicenzen 3:14, 15 persoonlijk ’tekenen’?

    De aangehaalde teksten zullen door mij voluit worden herhaald.

    Sommige gedeelten kunnen door mij benadrukt worden, door ze “vetjes, onderlijnd en of/cursief” weer te geven.

    De teksten uit de “vragen van lezers” worden weergeven in het oorspronkelijk lettertype vooraf gegaan door Vrvl, alsook de Bijbelteksten, maar deze staan cursief.

    Mijn commentaar zal voorafgegaan worden met Mc.  

    Vrvl   §1 Zij die een deel van de christelijke gemeente worden, doen dit omdat zij Jehovah liefhebben en oprecht volgens zijn beginselen willen leven. Het is beter met zulke personen om te gaan dan met wereldse mensen. Het kan zijn dat wij ons bij bepaalde christenen meer op ons gemak voelen, net zoals Jezus de apostel Johannes ’bijzonder liefhad’ en vooral met drie van de twaalf een intieme band had. Toch had hij hen allen gekozen en had belangstelling en liefde voor hen allen (Johannes 13:1, 23; 19:26; Markus 5:37; 9:2; 14:33). Alhoewel alle broeders en zusters tekortkomingen hebben waarvoor wij begrip en vergevensgezindheid moeten opbrengen, weten wij dat de meeste medegelovigen goed gezelschap vormen (1 Petrus 4:8; Matthéüs 7:1-5). Liefde voor elkaar is een identificerend kenmerk van de christelijke gemeente. — Johannes 13:34, 35; Kolossenzen 3:14.

    §2 Af en toe kan het echter voorkomen dat iemand een houding aan de dag legt of een bepaalde levenswijze volgt die wij persoonlijk niet goedkeuren. De apostel Paulus schreef over enkelen in Korinthe die een onjuiste persoonlijke zienswijze over de opstanding hadden en die een ’eet, drink en wees vrolijk’-houding aan de dag gelegd kunnen hebben. Rijpe christenen in de gemeente moesten voorzichtig zijn ten aanzien van zulke personen, want Paulus gaf de raad: „Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten.” — 1 Korinthiërs 15:12, 32, 33.

    1 Korinthiërs 15:12. “Indien er nu van Christus gepredikt wordt dat hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen dan sommigen onder U zeggen dat er geen opstanding van de doden is”?

    1 Korinthiërs 15:11-13. “Maar of ik het nu ben of zij het zijn, zó prediken wij en zó hebt GIJ geloofd. 12 Indien er nu van Christus gepredikt wordt dat hij uit de doden is opgewekt, hoe kunnen dan sommigen onder U zeggen dat er geen opstanding van de doden is? 13 Indien er werkelijk geen opstanding van de doden is, dan is ook Christus niet opgewekt”.

    Mc.   Het voorbeeld dat de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" hier aanhalen over de opstanding van Jezus Christus, noemt hij een ‘onjuiste persoonlijke zienswijze’. Zij stellen deze onjuiste Schriftuurlijke zienswijze echter gelijk met een ‘eet, drink en wees vrolijk’ houding die ze aan de dag gelegd zouden kunnen hebben. Waarom? Eten en drinken en vrolijk zijn, daar is absoluut niks mis mee, in tegendeel! Dus nogmaals, waarom? Omdat de subtiele, suggestieve indoctrinatie reeds in de voorgaande alinea verborgen zit. Ik herhaal en benadruk hun zinspeling: “Af en toe kan het echter voorkomen dat iemand een houding aan de dag legt of een bepaalde levenswijze volgt die wij persoonlijk niet goedkeuren”.

    Bijbels gezien is de opstanding een ‘leerstelling’ een christen die in Jezus Christus gelooft, zal ook in zijn opstanding geloven, een christen die daar nog aan twijfelt kan geholpen worden door het betoog van Paulus. Zijn eigen ervaring in Efeze gebruikend toont hij aan dat al het andere buiten beschouwing kan gelaten worden als Jezus Christus geen opstanding had gekregen. 

    Daarom zegt hij in 1 Korinthiërs 15:32-33. “Indien ik, gelijk mensen, te Efeze met wilde beesten heb gevochten, wat baat het mij? Indien de doden niet worden opgewekt, „laat ons [dan] eten en drinken, want morgen sterven wij”. 33 Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten”

    Neen,  wij zijn nog niet toe aan de procedure om iemand te ‘tekenen’, maar de eerste regel is ingelast. “wij persoonlijk niet goedkeuren”.  Noteer ook dat de "Wachttoren­organisatie" en het "Besturende Lichaam" door de woorden “Rijpe christenen” te gebruiken een strik spant. Wanneer je niet akkoord gaat met de verantwoordelijke broeders, kun je gemakkelijk het etiket opgeplakt krijgen “niet rijp”. Denk daar maar eens over na.

    Vrvl  vervolgt: §3 Die algemene raad geldt ook voor deze tijd. Een christelijk echtpaar bijvoorbeeld vindt misschien dat het een ongunstige uitwerking op hun kinderen heeft wanneer zij tijd doorbrengen met bepaalde andere jongeren, die de waarheid misschien nog niet zo ernstig nemen of die misschien wereldsgezind zijn. Deze andere kinderen kunnen best alsnog gunstig gaan reageren op een godvruchtige opvoeding. Maar totdat dit blijkt, zou het echtpaar ervoor kunnen zorgen dat hun kinderen niet met deze jongeren spelen of bij hen op bezoek gaan. Dit zou niet ’tekenen’ zijn in de geest van 2 Thessalonicenzen hoofdstuk 3. De ouders passen eenvoudig Paulus’ raad toe om „slechte omgang” te mijden.

    Mc.   En hier heb je dan de directe, correcte toepassing. Prima, een persoonlijke, gewetensvolle keuze.

    Vrvl  vervolgt: §4 Situaties die vereisen dat iemand wordt „getekend”, zijn ernstiger dan het boven­staande voorbeeld in verband met kinderen. Af en toe bewandelt iemand in een gemeente een onschriftuurlijke weg die zeer verontrustend is, ofschoon het nog niet gerechtvaardigd is tot de in 1 Korinthiërs 5:11-13 genoemde maatregel van uitsluiting uit de gemeenschap over te gaan. Een dergelijk gedrag vond plaats in de gemeente van het oude Thessaloníka. Paulus schreef daarom: „Wij horen dat zekeren onder u wanordelijk wandelen, in het geheel niet werkend, maar zich inlatend met wat hen niet aangaat.” — 2 Thessalonicenzen 3:11.

    1 Korinthiërs 5:11-13.” Maar nu schrijf ik U, niet langer in het gezelschap te verkeren van iemand, een broeder genoemd, die een hoereerder of een hebzuchtig persoon of een afgodendienaar of een beschimper of een dronkaard of een afperser is, en met zo iemand zelfs niet te eten. 12 Want wat heb ik te maken met het oordelen van hen die buiten zijn? Oordeelt GIJ niet hen die binnen zijn, 13 terwijl God degenen oordeelt die buiten zijn? “Verwijdert de goddeloze [man] uit UW midden”.

    Mc.   Waarschijnlijk waarde lezer heb je het zelf reeds opgemerkt? Juist, nu gebruikt de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" in deze “vraag van lezers” het woord “uitsluiting”, ofschoon het, ook volgens hen, nog niet gerechtvaardigd is.

    Maar tezelfdertijd is de tweede regel op een subtiele, suggestieve manier geïntroduceerd. Ja, de genoemde maatregel van uitsluiting. Nochtans staat dat woord niet in de tekst.

    En werkelijk, de tekst in 1 Korinthiërs 5: 13 zegt … “verwijdert de goddeloze [man] uit UW midden. En waarlijk, je zou het woord verwijderen als een synoniem van ‘uitsluiten’ kunnen gebruiken, ware het niet dat dit in strijd is met de procedure die Jezus Christus opdroeg aan de toekomstige gemeenten. Mattheus 18: 15-19. “Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner.

    Dat is mijn eerste tegenwerping, Jezus Christus repte in de originele procedure met geen woord over “uitsluiting”, noch over “verwijderen”.

    De tweede staat in de tekst zelf, namelijk dat Paulus zegt, niet langer in zijn gezelschap te verkeren , maar dat je een dergelijke zondaar nog steeds als broeder moest aanvaarden, al gebruikt men in de tekst ‘een broeder’ genoemd en er zelfs niet mee te eten.

    Dat doe je toch niet met Jan en alleman, maar zijn die daarom allemaal uitgesloten?

    Vrvl  vervolgt: §5 Wat moesten andere christenen in Thessaloníka doen? Paulus schreef: „Wij bevelen u nu, broeders, in de naam van de Heer Jezus Christus, u terug te trekken van iedere broeder die wanordelijk en niet overeenkomstig de overlevering die gij van ons hebt ontvangen, wandelt. Wat u aangaat, broeders, geeft het niet op te doen wat juist is. Maar is iemand niet gehoorzaam aan ons woord door middel van deze brief, houdt hem getekend, gaat niet meer met hem om, opdat hij beschaamd moge worden. Beschouwt hem evenwel niet als een vijand, maar blijft hem vermanen als een broeder.” — 2 Thessalonicenzen 3:6, 13-15.

    Mc.   Nu moet je eens goed opletten hoe het zich herhaalt , Paulus, Silvánus en Timótheus trekken aan hetzelfde zeel, namelijk volgens de richtlijnen die Jezus Christus had gegeven  2 Thessalonicenzen 3: 6 ”Nu bevelen wij U, broeders, in de naam van de Heer Jezus Christus, U terug te trekken van iedere broeder die wanordelijk en niet overeenkomstig de overlevering die GIJ van ons hebt ontvangen, wandelt”.

     Spraken die mannen Jezus Christus tegen? Zeiden die mannen dat die, “broeder genoemd”, uitgesloten diende te worden? Volgens de vermelde tekst niet, maar wat zij wel moesten doen was hem ‘getekend’ houden, er niet meer mee omgaan. Zij mochten hem zeker niet als een goddeloze of een vijand beschouwen, maar moesten hem ernstig vermanen als een broeder. 2 Thessalonicenzen 3: 13-15 “Wat U aangaat, broeders, geeft het niet op te doen wat juist is. 14 Maar is iemand niet gehoorzaam aan ons woord door middel van deze brief, houdt hem getekend, gaat niet meer met hem om, opdat hij beschaamd moge worden. 15 Beschouwt hem evenwel niet als een vijand, maar blijft hem ernstig vermanen als een broeder.

    Nu kun je verschillende interpretaties gebruiken om toch maar gelijk te krijgen, maar uitsluiten noch verwijderen is kan daarmee bedoeld worden. Daarom ga ik later ook een beetje dieper in op het woord “getekend”

    Vrvl vervolgt: §6 Zonder de namen van de luie bemoeials bekend te maken, stelde Paulus aldus hun ernstige handelwijze aan de kaak voor de gemeente. Alle christenen die wisten wie de wanordelijken waren, zullen hen vervolgens als „getekend” hebben beschouwd. Voor de raad „houdt hem getekend” werd in het Grieks een woord gebruikt dat betekende “plaatst een teken op”, dat wil zeggen ’neemt speciale notitie van iemand’ (New World Translation Reference Bible, voetnoot). Paulus zei: „Gaat niet meer met [de getekende] om, opdat hij beschaamd moge worden.” De broeders en zusters zouden hem niet volledig mijden want Paulus gaf hun de raad ’hem te blijven vermanen als een broeder’. Toch zouden zij, doordat zij hun sociale omgang met hem beperkten, hem misschien tot schaamte kunnen bewegen en hem misschien kunnen doordringen van de noodzaak zich naar Bijbelse beginselen te voegen. Ondertussen zouden de broeders en zusters tegen zijn ongezonde invloed beschermd worden. — 2 Timótheüs 2:20, 21.

    2 Timotheüs 2:20-21. “In een groot huis nu zijn niet alleen vaten van goud en zilver, maar ook van hout en aardewerk, en sommige voor een eervol doel, maar andere voor een doel waaraan geen eer verbonden is. 21 Indien iemand de laatste daarom uit de weg blijft, zal hij een vat zijn voor een eervol doel, geheiligd, bruikbaar voor zijn eigenaar, toebereid voor ieder goed werk.

    Mc.   Nu gebruikt Paulus weer een andere negatieve handelwijze, namelijk een “bemoeial”, als hij daar alle roddelaars en negatiefsprekers mee bedoeld zijn we er wel mee. Het belangrijkste is echter de uitleg van “houdt hem getekend”. Volgens de verwijzing naar de New World Translation Reference Bible, voetnoot, betekent het Griekse woord “plaats een teken op”, maar dat staat daar niet. Wat er wel staat is: 2Th 3: 14* Lett.:”tekent deze voordurend voor u”. dit is een feit dat ik letterlijk weergeef van blz 1425 van vermelde NW Translation Reference Bible . volgens mij is dit wel erg persoonlijk. Nochtans komt het overeen met hun commentaar uit voorgaande paragraaf, waar ik de woorden uit de zin “alle christenen die wisten wie de wanordelijken waren, …heb benadrukt. Dus waren er ook anderen die het niet wisten. Die zich dus niet bewust waren van het tekenen, maar in de praktijk gaat dat zeker niet op, daar kom ik direct nog op terug.

    Want ik bemerk dat de volgende paragraaf 7 in de aangehaalde Wachttoren het punt van de verantwoordelijkheid verlegt naar de door hen aangestelde verantwoordelijken. Dit hoeft niet direct fout te zijn, maar ook hier krijg je weer te maken met die subtiele, suggestieve indoctrinatie.

    Vrvl vervolgt: §7 De christelijke gemeente in deze tijd past deze raad ook toe. In De Wachttoren van 1 juni 1982 werd er op bladzijde 28, 29 de nadruk op gelegd dat iemand niet getekend mag worden op grond van zuiver persoonlijke meningen of omdat een christen persoonlijk verkiest geen nauwe omgang met iemand te hebben. Zoals uit de kwestie in Thessaloníka blijkt, gaat het bij tekenen om ernstige overtredingen van Bijbelse beginselen. Eerst trachten de ouderlingen herhaaldelijk de overtreder te helpen door hem te vermanen. Indien het probleem blijft bestaan, kunnen zij, zonder de overtreder bij name te noemen, een waarschuwende lezing voor de gemeente houden over het desbetreffende wanordelijke gedrag, net zoals Paulus de Thessalonicenzen waarschuwde. Daarna zullen individuele christenen de dwalende persoon „getekend” houden.

    Mc.   De vermelde Wachttoren en ook deze vragen van lezers maken duidelijk dat je niemand persoonlijk mag tekenen. Je moet dus wachten tot de “ouderlingen” beslissen een waarschuwende lezing over het wanordelijke gedrag te geven voor de gemeente, zonder de overtreder bij name te noemen. In de praktijk is het helemaal anders. Anderen, zelfs ouderlingen of de vrouwen van ouderlingen en zelfs hun kinderen hebben meestal reeds de nodige stappen gedaan om de gemeente in te lichten, meestal met de beste bedoelingen. Het herhaaldelijk vermanen blijft dikwijls achterwege waar niet echt Bijbelse beginselen zijn overtreden, maar waar eerder mistoestanden aan de kaak werden gesteld. Denkt a.u.b. niet dat de gemeenten oases van vrede zijn. De onderstromen wijzen duidelijk op het tegendeel.

    Het feit dat de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" je geen persoonlijk initiatief toestaan is niet Bijbels noch in overeenstemming met Jezus Christus’procedure uit Mattheus 18: 15-19.

    Het is zoals de vragen van lezers vervolgens zegt:

    Vrvl vervolgt: §8 Wat men nodig heeft, is een gezond oordeel, en niet zozeer een aantal van tevoren vastgestelde regels voor elk aspect van het tekenen. Paulus stelde geen gedetailleerde regels op voor dat probleem in Thessaloníka, en zei dus bijvoorbeeld niet hoe lang iemand moest hebben geweigerd te werken voordat hij getekend kon worden. Zo hebben ook de ouderlingen een goed contact met de gemeente en zij kunnen in alle redelijkheid en met onderscheidingsvermogen vaststellen of een bepaalde situatie zo ernstig en verontrustend is geworden, dat het noodzakelijk is een waarschuwende lezing voor de gemeente te houden.

    Mc.   Deze paragraaf lijkt correct, daarom heb ik het benadrukt, maar daar wordt jouw of mijn ‘gezond’ oordeel niet mee bedoeld, maar dat van de ouderlingen. In feite zegt de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" zijn er maar enkele mensen, maar ik spreek ook over vrouwen, in de gemeente die wijs en verstandig genoeg zijn om daar zelf over te beslissen. Die enkelen zijn, volgens de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam, uitsluitend de ouderlingen en die kunnen eventueel terugvallen op de kringopziener. Zowel de bovenstaande als de onderstaande paragraaf van Vvrl maakt dat duidelijk. Is dat ook voor u duidelijk?

    Vrvl vervolgt: §9 Eén oogmerk van het tekenen is, een christen die wanordelijk wandelt ertoe te bewegen zich beschaamd te voelen en zijn onschriftuurlijke weg de rug toe te keren. Afzonderlijke personen die hem hadden getekend, in het bijzonder de ouderlingen, zullen ermee voortgaan hem aan te moedigen en op zijn houding te letten wanneer zij op de vergaderingen en in de velddienst contact met hem hebben. Wanneer zij zien dat het probleem en de houding die het noodzakelijk maakten hem te tekenen een verandering ten goede hebben ondergaan, kunnen zij een eind maken aan de beperking met betrekking tot hun sociale omgang met hem.

    §10 Tekenen dient derhalve niet verward te worden met een persoonlijke of gezinstoepassing van Gods raad om slechte omgang te mijden. Hoewel het niet vaak nodig zal zijn iemand te tekenen, moet het duidelijk zijn dat tekenen een Schriftuurlijke stap is die genomen wordt als de situatie dit rechtvaardigt, een stap die genomen werd door onze broeders in Thessaloníka.

    Mc. Deze laatste paragraaf maakt nogmaals heel duidelijk dat tekenen geen persoonlijke zaak of zelfs een gezinstoepassing mag zijn. Maar dat zegt de bijbel niet.

    De "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" schrijven hier wel dat tekenen een Schriftuurlijke stap is die genomen werd door onze broeders. De hedendaagse feiten tonen aan dat met “onze broeders” de ouderlingen worden bedoeld, niemand anders, en dat is niet Schriftuurlijk. Ik herhaal nogmaals 2 Thessalonicenzen 3: 13-15 “Wat U aangaat, broeders, geeft het niet op te doen wat juist is. 14 Maar is iemand niet gehoorzaam aan ons woord door middel van deze brief, houdt hem getekend, gaat niet meer met hem om, opdat hij beschaamd moge worden. 15 Beschouwt hem evenwel niet als een vijand, maar blijft hem ernstig vermanen als een broeder.

    Nu heb ik de woorden “ons woord” benadrukt omdat deze van toepassing zijn gebracht op de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" en de door hen aangestelde “ouderlingen”.

    Het persoonlijk initiatief wordt volledig uit je handen genomen en eveneens wordt eens te meer je persoonlijk geweten aan banden gelegd.

    Dat gebeurt met voorbijgaan van de volgende tekst 2 Thessalonicenzen 3: 6 ”Nu bevelen wij U, broeders, in de naam van de Heer Jezus Christus, U terug te trekken van iedere broeder die wanordelijk en niet overeenkomstig de overlevering die GIJ van ons hebt ontvangen, wandelt”.

    Vanaf het moment dat men de bron, JEZUS CHRISTUS, voorbij gaat kun je alles interpreteren zoals het je uitkomt of in je kraam te pas komt.

    EN NU WIL IK HET NOGMAALS HEBBEN OVER  “TEKENEN”.

    Het Griekse woord in 2Thess. 3: 14  is sunanamignustai en wordt in de Interlinear vertaling (woord voor woord)  in het Engels weergegeven met  “to mix up selves with”, maar in de courante vertaling voor de NW vertaling lezen we: “stop associating with him”, dus de rechter kolom. In de NW vertaling, Nederlandse versie lezen wij: “houdt hem getekend” enz.

    Het Griekse woord in 1 Kor. 5: 11 is krak hetzelfde dus, sunanamignustai maar de Engelse vertaling daarvan is “to be mixing selves up with”, en in de courante vertaling van de NW vertaling lezen we: “quit mixing in company with anyone”, eveneens de rechter kolom. En in de NW vertaling, Nederlandse versie lezen wij: “niet langer in het gezelschap te verkeren van” enz.

    Met andere woorden gezegd beide teksten hebben dezelfde strekking en belangrijkheid en zijn gelijk wat hun achtergronden betreft en hebben uiteraard eveneens de zelfde strafmaatregel tot gevolg.

    LET NU EXTRA GOED OP!

    In het daarna komende vers van 1 Kor. 5: 13 staat er in het Grieks “Ekzaraté ton ponèron ex humoon autoon” Engelstalig is de woord voor woord vertaling: Lift you up out the wicked (one) out of you very (ones) De NW vertaling geeft het weer met, Remove the wicked (man) from among yourselves. In het Nederlands Verwijdert de goddeloze (man)  uit uw midden.

    Alhoewel reeds gezegd, herhaal ik het voor de nadruk. Het woord “verwijderen” is geen synoniem van ‘uitsluiten’. Waarom gebruikt de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" dan het woord ‘uitsluiten’? Even de synoniemen lijst openen: Synoniemen (NL)  Synoniemen van verwijderen (werkwoord)

    Synoniem van verwijderen: afhalen,  afleggen,  afnemen,  afreizen, afschaffen, afvegen, afzonderen, censureren, ecarteren, elimineren, lichten, lozen, opdoeken, opruimen, opstappen, schrappen, smeren, uitmaken, verplaatsen, vertrekken, vervreemden, wegbrengen, wegdoen, weggaan, weghalen, wegnemen, wegreizen, wegtrekken, wegwerken.

    Synoniemen van uitsluiten (ww): buitensluiten, diskwalificeren, royeren, uitzonderen

    Ik herhaal dat de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" zonder blikken of blozen de toepassing gebruiken die Jezus Christus veroordeelde, namelijk, de lastige mensen samen met de halsstarrige zondaars uit de Synagogen te werpen, met alle gevolgen van dien.

    Jezus Christus heeft in de procedure via het evangelie van Matth. 18: 15-19 met geen enkel woord gerept over uitsluiten of verwijderen. Dat Paulus dit wel doet moet geheel en al toepasselijk blijven op diegenen die hij vermeldt, namelijk de “GODDELOZE”, niet op zondaars.

    Het leed dat daardoor veroorzaakt wordt is niet te overzien en het rechtvaardigt diegenen die daarvoor weggaan en wegblijven. HOEVEEL?

    TOT SLOT: Het “verwijderen of uitsluiten” is geen Schriftuurlijke procedure, maar een vrije interpretatie van de Wachttoren organisatie en het Besturende lichaam. Deze interpretatie is geleidelijk ingebracht, maar is slechts een bewijs van een zelf gekozen elitair bestuur.

    Tekenen daarentegen is uiteraard nodig om de gemeente te beschermen.

    Maar de interpretatie, voor het privé initiatief voor iemand te tekenen mag niet afhangen van een organisatie. uiteraard kunnen de ‘ouderlingen’  beslissen om er een passende lezing voor de specifieke zonde(n) te geven wanneer persoonlijke initiatieven en hun waarschuwingen geen gunstig resultaat hadden. Het blijkt zeer duidelijk te zijn dat men tot zolang de betrokkene op alle mogelijke manieren dient te helpen, vooral op geestelijk gebied, niet op de door de organisatie verschafte regels of richtlijnen.

    Wanneer het zover komt dat men toch tot “verwijderen / uitsluiting” overgaat moet men de absolute bewijzen hebben dat de betrokkene een moedwillige zondaar is, die vooralsnog geen enkel bewijs van berouw toonde. Wat is berouw? Wat is bewijs ervan?

    Wat zeker niet in het Schriftuurlijke beeld komt zijn de maatregelen die de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" zich toe-eigenen om anderen te zeggen en te schrijven “alle contacten” te verbreken, met uitzondering van minderjarigen en eventuele familiale aangelegenheden. Het staat niet aan de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" om eventuele besmetting te voorkomen door iedereen over dezelfde kam te scheren, alsof men alleen maar negatieve omgang kan hebben. Ook hier is iedere christen verantwoordelijk voor wat hij zegt of doet ten overstaan van een ‘verwijderde / uitgeslotene’. Die christen moet zelf ondervinden of hij de betrokkene kan helpen, ja of neen, hij of zij is meestal best gepositioneerd voor deze taak, ik durf zelfs zeggen voor deze opdracht. Judas 22-23.” Gaat ook voort barmhartigheid te tonen jegens sommigen die twijfels hebben; 23 redt [hen] door [hen] uit het vuur te rukken”.

    Nu kun je zeggen dat het hier gaat over mensen die twijfels hebben, en dat is juist. Dat staat er. Maar er staat niet waarover men twijfels heeft. Neem maar aan dat die twijfel  veelal zaken betreft die met de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" te maken hebben i.v.m. zowel ‘organisatorische als Schriftuurlijke’ interpretaties van de Bijbel.

    Ik ga één voorbeeld aanhalen dat veel opheldering zal geven. Dat voorbeeld is gewoon de geschiedenis en het verloop in de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam".

    Er zijn maar weinig zaken die oorspronkelijk overeind zijn gebleven van alles wat ooit via de publicaties wereldwijd als absolute waarheid verkondigd werd. Zei ik de publicaties? En de miljoenen verkondigers dan met hun miljarden uren suggestieve verplichte prediking? En de wereldwijde openbare grote vergaderingen met hun “resoluties” die in werkelijkheid massasuggestief aangenomen werden? Voorlopig einde.

    03-04-2010 om 16:55 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.UITSLUITING bij één religieuze organisatie

    UITSLUITING anders bekeken! De Schriftplaatsen zijn genomen uit de Nieuwe Wereldvertaling, indien het anders is wordt dit vermeld.

    Om te beginnen, het woord 'uitsluiting' staat slechts eenmaal in de Bijbel Jesaja 66: 5 en lees het a.u.b. onbevooroordeeld: "Hoort het woord van Jehovah, GIJ die voor zijn woord beeft: „UW broeders die U haten, die U uitsluiten wegens mijn naam, hebben gezegd: ’Moge Jehovah verheerlijkt worden!’ Hij moet ook met verheuging van UW zijde verschijnen, en zij zijn degenen die beschaamd gemaakt zullen worden.”

    Zowel de schriftuurplaats zelf als de context toont aan dat deze 'uitsluiting' negatief werd gebruikt. Door wie? Door broeders die U haten. In dat geval was het uiteraard Jesaja die gehaat werd.

    Het inzichtboek it-1 blz. 794 spreekt over uitsluiting in  "De christelijke gemeente”: ik zet de aangehaalde Schriftplaatsen, voluit en cursief, niet alleen voor het gemak, maar vooral voor de volledigheid.

    DE WACHTTOREN ORGANISATIE SCHRIJFT IN  het boek “INZICHT in de schrift – deel 1” (vanaf hier) “IT-1” BLZ. 794:  De christelijke gemeente. “Hoewel de christelijke gemeente niet de wereldlijke bevoegdheid van een gerechtshof bezit, kan ze tegen wanordelijke leden in haar midden die in geestelijk opzicht streng onderricht nodig hebben, stappen ondernemen en hen zelfs uit de gemeente sluiten. Derhalve gebiedt de apostel Paulus de gemeente, dat wil zeggen degenen die haar als opzieners vertegenwoordigen, personen binnen de organisatie te oordelen” (1Kor 5:12, 13).

    Met de 'christelijke gemeente' bedoelt de Wachttorenorganisatie het overblijfsel van de belijdende gezalfde christenen. Juister gezegd "alle 9986 belijdende gezalfde christenen, wereldwijd, volgens hun jaarboek 2009". Maar specifieker is de “christelijke gemeente” het “Besturende Lichaam” dat binnen de Wachttorenorganisatie functioneert, en die deze kleine kudde van 9986 personen vertegenwoordigen. Noteer dat dit uitsluitend zonder inmenging of inspraak van deze 9986 personen gebeurt. Noteer eveneens dat: Het 'Besturende Lichaam' momenteel bestaat uit 10 belijdende gezalfden die met name bekend, gefotografeerd en gepubliceerd zijn. Dit besturende lichaam trad echter pas in 1976 in werking, alhoewel het reeds langer verwoord en gebruikt werd in hun publicaties, toespraken en lezingen. Ik herhaal dat dit “Besturende Lichaam” alle belijdende gezalfden vertegenwoordigen. Daardoor hebben zij zichzelf het opzicht toegeëigend over alle plaatselijke gemeenten wereldwijd met inbegrip van alle vertegenwoordigde ouderlingen, dienaren in de bediening en alle verkondigers.

    De 'bestuursraad' van de 'Wachttorenorganisatie' is echter niet algemeen bekend.

    De aangehaalde Schriftplaatsen worden vanaf nu voluit aangehaald, niet alleen voor het gemak van de lezers, maar vooral voor de duidelijkheid, het staat de lezer uiteraard vrij om vanuit zijn eigen Bijbel te lezen en te verifiëren, liefst zelfs. De eerste hierboven vermelde tekst is:

    1Kor 5:12, 13  Want wat heb ik te maken met het oordelen van hen die buiten zijn? Oordeelt GIJ niet hen die binnen zijn, 13 terwijl God degenen oordeelt die buiten zijn? „Verwijdert de goddeloze [man] uit UW midden.”

    Het enige dat u nu wilt noteren is dat het Besturende Lichaam, in plaats van de 'gemeente' de verantwoordelijkheid delegeert aan door haar wereldwijd aangestelde vertegenwoordigers in de verschillende ‘gemeenten’ de opzieners.

    LET WEL: het enkelvoud van ‘gemeente’ slaat niet uitsluitend op één gemeente, maar is eveneens toepasselijk gemaakt op de kleine kudde, het overblijfsel of de vermelde 9986 belijdende gezalfden. Daardoor komt die ‘gemeente’ of allen die ertoe behoren niet in een andere verhouding met God, maar alleen tot een andere bestemming, namelijk ‘hemels leven’. De andere schapen daarentegen staan in exact dezelfde verhouding met God maar hopen op eeuwig leven op een gereinigde aarde. Niks meer, niks minder.

    Het it-1 blz. 794 vervolgt:  “In brieven aan verschillende gemeenten en opzieners wijzen zowel Paulus als Petrus erop dat de ouderlingen angstvallig over de geestelijke toestand van de gemeente dienen te waken en zij iedereen die onverstandig handelt of een misstap doet, moeten bijstaan en vermanen” (2Ti 4:2; 1Pe 5:1, 2; vgl. Ga 6: 1).

    2 Timotheüs 4: 2 “predik het woord, houd u er als met een dringende zaak mee bezig, in gunstige tijd, in moeilijke tijd, wijs terecht, berisp, vermaan, met alle lankmoedigheid en [kunst van] onderwijzen”.

    Het prediken van het woord slaat hier in de eerste plaats op het religieuze en organisatorische onderwijs in de gemeente. En het onverstandig handelen slaat eerder op het niet correct navolgen van de instructies van de "Wachttoren Organisatie" en het "Besturende Lichaam". Met de juiste interpretaties die uitsluitend zij aan de Bijbel of het Woord God van kunnen en mogen geven. Een eigen mening mag men hebben, maar het openbaren van die andere mening kan en zal tot ernstige gevolgen leiden.

    1 Petrus 5:1-2.”Daarom geef ik aan de oudere mannen onder U deze vermaning, want ook ik ben een oudere man evenals [zij] en een getuige van het lijden van de Christus, ja, een deelhebber aan de heerlijkheid die geopenbaard zal worden: 2 Weidt de kudde Gods die aan UW zorg is toevertrouwd, niet onder dwang, maar gewillig; noch uit liefde voor oneerlijke winst, maar bereidwillig.

    De verantwoordelijkheid die 'oudere mannen' aanvaarden is geen sinecure, eerder een bewuste geestelijke aanvaarding om mensen te leiden op de manier van diezelfde "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam". Alhoewel het 'rolmodel' Jezus Christus in beeld komt is het eerder een boegbeeld, geen criterium.

    Galaten 6:1 6 Broeders, zelfs al doet iemand een misstap voordat hij zich ervan bewust is, tracht GIJ, die geestelijke hoedanigheden hebt, zo iemand in een geest van zachtaardigheid weer terecht te brengen, terwijl gij uzelf in het oog houdt, opdat ook gij niet verzocht wordt.

    Deze Schriftplaats legt de nadruk op het feit dat iemand zich niet bewust is van zijn misstap, wat al direct vraagtekens zet bij die 'misstap' terwijl 'zachtaardigheid' om mensen weer terecht te brengen een geestelijke rijpheid vereist. Terechtbrengen houdt zeker de bedoeling in om met bewijzen of getuigen de verkeerde handelwijze aan te tonen en de persoon in kwestie te overtuigen deze handelwijze de rug toe te keren. Tezelfdertijd houdt het de waarschuwing in voor de uitvoerders van de terechtwijzing om onbevooroordeeld te werk te gaan.

    Deze aangehaalde teksten tonen duidelijk aan dat er hulp moet gegeven worden, en er is in het geheel noch ten dele sprake van 'uitsluiten'.

    Het it-1 blz. 794 vervolgt:   Personen die verdeeldheid of sekten veroorzaken, dienen een eerste en een tweede maal gewaarschuwd te worden alvorens de gemeente stappen tegen hen onderneemt (Tit. 3:10, 11).

    Titus 3:10-11 10 Wat een mens betreft die een sekte bevordert, verwerp hem na een eerste en een tweede ernstige vermaning, 11 daar gij weet dat zo iemand van de weg is afgeweken en zondigt, terwijl hij zichzelf veroordeelt.

    In deze situatie gaat het duidelijk om een daad of daden teneinde mensen achter zich aan te trekken, niet om meningsverschillen. De Schriftplaats zegt duidelijk dat men hem moet verwerpen, ja toch. Het woord verwerpen is niet direct een synoniem van uitsluiten. Verwerpen heeft de directe toepassing op afkeuren. Uitsluiten is iemand buitensluiten, weren en uit- of afzonderen.

    De interpretatie van iemand afsnijden door geen enkel geestelijk contact te hebben is zeker geen christelijke instelling, integendeel. Terwijl de verplichting door de "Wachttorenorganisatie" en "Besturende Lichaam" om geen enkele geestelijke omgang te hebben het persoonlijk geweten van anderen eveneens uitsluit.

    De cruciale vragen in dat opzicht zijn dan ook: “wanneer is het sekte vorming? Welke zonde dan ook? Wie maakt dat uit”?

    Het it-1 blz. 794 vervolgt:   Hardnekkige zondaars moeten echter uit de gemeente verwijderd of uitgesloten worden. Dit is een vorm van streng onderricht waardoor de overtreders wordt getoond dat hun zondige handelwijze in de gemeente niet geduld kan worden (1Ti 1:20).

    1 Timotheüs 1:20 20 Tot hen behoren Hymeneüs en Alexander, en ik heb hen aan Satan overgegeven, opdat hun door streng onderricht geleerd moge worden niet te lasteren.

    Noteer in de eerste plaats dat deze Schriftplaats gebruikt wordt als de Bijbelse manier om kwaaddoeners uit te sluiten. Dat is de interpretatie volgens het boek “Georganiseerd om Jehovah’s wil te doen” blz. 152-154. Het feit dat iedere geestelijke omgang met een uitgeslotene tot moeilijkheden zal leiden creëert een klimaat van angst om zelf uitgesloten te worden. Nochtans zegt dezelfde Schriftplaats dat ‘hun door streng onderricht geleerd moge worden niet te lasteren’. Mij is geleerd dat streng onderricht op de Schrift of Gods Woord moet gebaseerd zijn. Hoe kun je iemand iets leren als je er niet mag tegen spreken of geestelijke omgang mee hebben. Minderjarige thuiswonende kinderen uitgezonderd.

    Daarbij komt nog dat de veranderde terminologie van de aanzegging of bekendmaking dat iemand uitgesloten is volgens het vermelde organisatie boekje vanaf nu gezegd moet worden: [Naam van de persoon] is niet langer een van Jehovah’s Getuigen.

    Met andere woorden gezegd, vanaf nu kan de wereldlijke rechtspleging niet meer optreden tegen de "Wachttorenorganisatie".of het "Besturende Lichaam" want zij sluiten geen mensen meer uit. Alhoewel de gevolgen, voor de ‘niet Jehovah’s Getuige’ krak hetzelfde zijn en ook voor diegenen die hem of haar zouden willen of kunnen helpen.

    De daarbij horende Schriftplaats is 1Korinthiërs 5: 11 “Maar nu schrijf ik u, niet langer in het gezelschap te verkeren van iemand, een broeder genoemd, die een hoereerder of een hebzuchtig persoon of een afgodendienaar of een beschimper of een dronkaard of een afperser is, en met zo iemand zelfs niet te eten”.

    Nu mag jij mij eens zeggen hoe het mogelijk is dat de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" iemand kunnen uitsluiten terwijl de Bijbel hier duidelijk zegt dan hij nog één broeder genoemd wordt?

    Noteer hier dat deze Schriftplaats een zeer persoonlijk optreden van de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" weergeeft, iets wat niet in overeenstemming is met de Bijbelse procedure die Jezus instelde volgens Mattheus 18: 15-19: “15 Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner.

    18 Voorwaar, ik zeg u lieden: Welke dingen GIJ ook op aarde moogt binden, zullen dingen zijn die in de hemel gebonden zijn, en welke dingen GIJ ook op aarde moogt ontbinden, zullen dingen zijn die in de hemel ontbonden zijn. 19 Voorwaar, ik zeg U wederom: Indien twee van U op aarde het eens zijn omtrent iets belangrijks wat zij te verzoeken zouden hebben, wat het ook zij, het zal hun geschieden door toedoen van mijn Vader in de hemel”.  Jezus maakt hier de persoonlijke verantwoordelijkheid tussen twee of meer mensen duidelijk. Tevens de uitzonderlijke opdracht om in zoverre het van de verantwoordelijke afhankelijk was dat het “onder vier ogen” diende te zijn. Dit sluit geroddel en laster uit van de vermeende benadeelde. De daarop volgende stap moest met getuigen van het gebeurde herhaald worden en bij gebrek aan getuigen moesten er twee onbevooroordeelde personen toehoren bij het gesprek, zonder zich te bemoeien of te oordelen. Mocht zelfs deze stap niets uithalen diende hij of zij vóór de gemeente gebracht te worden. In deze procedure is er geen sprake van ouderlingen of een religieus comité, maar van de gehele gemeente of alle aanwezigen. Het resultaat in het slechtste geval was dat wanneer hij of zij de niet tot inzicht was gebracht moest hij of zij als een mens uit de natiën en als een belastinginner behandeld worden. Deze procedure is menselijk en in overeenstemming met menselijkheid.

    Daarentegen  is iemand  'verwijderen'  of  'uitsluiten'  het  niet, omdat  niet  alleen  de zondaar getroffen wordt, maar zowat alle gezins- en familieleden, vrienden, kennissen, collega’s en zakenpartner zijn er eveneens de dupe van. (zie de universele rechten van de mens eleuthera.aggelia.be).

    Het negeren van een verstokte zondaar zou een logisch gevolg kunnen zijn van de handelwijze van een Christen, niet een opgelegde verplichting. Een bepaalde omgang is daarom nog geen bewijs dat je iemands handelwijze goedkeurt.

    Iemand 'verwijderen' of 'uitsluiten' heeft volgens woordenboeken zo op het eerste gezicht dezelfde betekenis, maar de betekenis die de "Wachttorenorganisatie". en het "Besturende Lichaam". er aan geven is geheel iets anders.

    De betekenis van 'verwijderen' of 'uitsluiten' is een procedure die overeenkomt met de procedure die de religieuze Joodse leiders toepasten door volgelingen uit de synagogen te werpen waardoor de uitgeworpene totaal afgesneden werd van sociale en familiale, omgang en zelfs broodloos gemaakt werd, zelfs handel drijven was erg moeilijk of onmogelijk. .

    Het it-1 blz. 794 vervolgt:  Paulus gelast de mannen die in de gemeente de verantwoordelijkheid hebben om als rechters op te treden, bijeen te komen teneinde zo’n zaak te behandelen (1Kor 5:1-5; 6:1-5). Zij mogen de beschuldiging alleen dan als waar beschouwen wanneer er twee of drie getuigen zijn, en moeten de feiten zonder vooroordeel afwegen en niets doen overeenkomstig een neiging tot vooringenomenheid. — 1Ti 5:19, 21.

    Het volgend Bijbels historisch schoolvoorbeeld toont duidelijk aan dat de gemeente in Korinthe tekort schoot om op te treden wanneer de situatie uit de hand liep.  

    1 Korinthiërs 5:1-5 “          Er wordt zowaar hoererij onder U bericht, en zulk een hoererij als zelfs onder de natiën niet voorkomt, dat een zekere [man] de vrouw heeft van [zijn] vader. 2 En zijt GIJ opgeblazen en hebt GIJ niet veeleer getreurd, opdat de man die deze daad heeft bedreven, uit UW midden werd weggenomen? 3 Ik voor mij, hoewel lichamelijk afwezig, maar in de geest tegenwoordig, heb stellig reeds, als was ik tegenwoordig, het oordeel geveld over de man die op zulk een wijze heeft gehandeld, 4 dat in de naam van onze Heer Jezus, wanneer GIJ te samen vergaderd zijt, ook mijn geest met de kracht van onze Heer Jezus, 5 GIJ zo iemand aan Satan overgeeft voor de vernietiging van het vlees, opdat de geest behouden moge worden in de dag des Heren.

    Wanneer ik de gang van zaken zoals weergegeven in deze tekst volg, blijkt dat de 'gemeente' tolerant was. Het gevolg dat de gemeente opgeblazen was zoals Paulus het schrijft, terwijl de gemeente eerder verdrietig zou zijn mocht die man uit hun midden verwijderd zijn. Ook nu neemt Paulus een persoonlijk standpunt in, ten gevolge van het getuigenis, en velt tezelfdertijd zijn oordeel in de naam van Jezus om die man aan 'Satan' over te geven, maar waar legt hij de verantwoordelijkheid?

    Door duidelijk te stellen dat 'GIJ' te samen vergaderd zijt ... GIJ zo iemand aan Satan overgeeft. Hij legt duidelijk de verantwoordelijkheid waar zij ook volgens Jezus moet liggen, bij de gehele gemeente!

    Het Inzicht boek, of juister gezegd de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam", niet de Bijbel, legt de verantwoordelijkheid bij de ouderlingen die als rechters optreden.

    Wanneer ik de gang van zaken zie, die de "Wachttorenorganisatie". en het "Besturende Lichaam"  volgen, dan gaat het hier over een zonde met name genoemd die door de ouderlingen of opzieners getolereerd werd. Mogelijk zijn zij verantwoordelijk voor de goede gang van zaken, maar de gemeente blijft verantwoordelijk voor de reinheid van de gemeente en die verantwoordelijkheid op enkele mensen afschuiven is, volgens oorzaak en gevolg om moeilijkheden en mistoestanden vragen.

    1 Korinthiërs 6:1-6. “Durft iemand van U die een zaak tegen een ander heeft, naar het gerecht te gaan [om] voor onrechtvaardigen [te verschijnen] en niet voor de heiligen? 2 Of weet GIJ niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En indien de wereld door U geoordeeld zal worden, zijt GIJ dan ongeschikt voor het berechten van zeer onbeduidende zaken? 3 Weet GIJ niet dat wij engelen zullen oordelen? Waarom dan niet zaken van dit leven? 4 Indien GIJ derhalve zaken van dit leven te berechten hebt, stelt GIJ dan degenen als rechters aan op wie in de gemeente wordt neergezien? 5 Ik spreek om U tot schaamte te bewegen. Is het waar dat er onder U niet één wijs man is die tussen zijn broeders zal kunnen oordelen, 6 maar dat de ene broeder met de andere broeder naar het gerecht gaat, en dat voor ongelovigen?

    Deze Schriftplaats toont in werkelijkheid aan wat niet of nooit mag ‘kunnen’ gedaan worden op enkele uitzonderingen na. Toch maakt Paulus duidelijk dat het zou kunnen zijn dat er geen bekwame rechters in de gemeente zijn. Het is niet omdat iemand lang met de gemeente verbonden is en de Bijbel zowat van buiten kent, hij daarom als rechter moet optreden, temeer daar de Bijbel dat niet zegt, wel verwijst Paulus naar “één wijs man”. Zelfs in religieuze rechterlijke comités die door de "Wachttorenorganisatie"  en het "Besturende Lichaam"  zijn georganiseerd is meer vereist dan kennis. Deze ‘religieuze rechterlijke comités, worden zelfs niet rechtstreeks in de Bijbel vernoemd.

    1 Timotheüs 5:19-21.” Aanvaard geen beschuldiging tegen een oudere man dan alleen op grond van de verklaring van twee of drie getuigen. 20 Wijs personen die zonde beoefenen, voor alle aanwezigen terecht, opdat ook de overigen vrees mogen hebben. 21 Ik gelast u plechtig voor het aangezicht van God en Christus Jezus en de uitverkoren engelen, deze dingen zonder vooroordeel in acht te nemen en niets te doen overeenkomstig een neiging tot vooringenomenheid”.

    Deze Schriftuurlijke grond, om minstens twee getuigen op te brengen is geen algemene regel. Er zijn beslist zaken waar geen getuigen van zijn, maar dat maakt het onrecht zonder getuigen niet recht. Ik denk vooral aan "kindermisbruik" en "verkrachting". Hou dan nog in gedachten dat zelfs bij meerdere getuigen er ook nog misverstanden en valse getuigenissen zijn, bewust of onbewust. Ook hier krijgen wij nogmaals een "gemeentebeleid" door iemand die zonde beoefent voor alle aanwezige, dus de gemeente, terecht te wijzen. Wij bedoelen dat hierdoor ook de gemeente verantwoordelijk wordt gehouden en medezeggenschap moet hebben aan recht en onrecht.

    Het feit dat alleen ouderlingen zulke rechterlijke beslissingen nemen is niet Bijbels.

    Het it-1 blz. 794 vervolgt:   Jezus gebood zijn discipelen om indien iemand tegen een ander zondigde, eerst moeite te doen de kwestie persoonlijk onder elkaar recht te zetten. Als die pogingen mislukten en de kwestie van ernstige aard was, dienden zij deze ter beslechting aan de gemeente voor te leggen (dat wil zeggen, aan degenen die waren aangesteld om de gemeente in verantwoordelijke posities te leiden). Paulus spoorde christenen er later toe aan moeilijkheden op deze wijze op te lossen en elkaar niet voor wereldse rechtbanken te dagen. — Mt 18:15-17; 1Kor 6:1-8;

    Mattheüs 18:15-17. Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner.

    De "Wachttorenorganisatie". en het "Besturende Lichaam". schrijven in het “Inzicht boek” “Jezus gebood zijn discipelen om wanneer iemand tegen een ander zondigde, eerst moeite ... (Zie hierboven). Maar dat is niet juist, of dit nu moedwillig is of niet. Jezus zei “wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, …dit is niet uitsluitend een persoonlijk zaak, maar een persoonlijke verantwoordelijkheid.

    Deze Schriftplaats toont in werkelijkheid de procedure die praktisch altijd moet gevolgd worden, maar in de praktijk bijna nooit.

    Waarom niet? Omdat de "Wachttorenorganisatie" en het "Besturende Lichaam" die verantwoordelijkheid hebben gedelegeerd en alzo hun macht consolideren.

    Er zijn weinig of geen zaken die buiten deze procedure vallen, er is wel altijd iemand de dupe van. Mijn persoonlijke ervaring is dat deze procedure niet de aandacht gegeven wordt en dus ook niet krijgt die ze verdient. In de eerste plaats omdat zij Bijbels gezien rechtstreeks door Jezus Christus is gegeven en vervolgens omdat de betrokkenen, zowel de zondaar(s) als de benadeelde(n), verantwoordelijk zijn voor de geest in de gemeente(n). daarbij komt nog, en dat is niet het minst belangrijke, de strafuitvoering. Deze is zelfs voor degenen die er niet rechtstreeks bij betrokken zijn aanvaardbaar.

    De strafuitvoering, hoe simpel of ingewikkeld ze door de "Wachttorenorganisatie" of het "Besturende Lichaam". ook is gemaakt, wordt veranderd en aangepast. Het is vooral voor mensen die liefde hebben voor hun gezinsleden, familieleden, vrienden, broeders of zusters genoemd en zelfs voor de evennaaste praktisch onaanvaardbaar. Die strafuitvoering van uitsluiting is niet Bijbels en onverenigbaar met de Universele Rechten van de mens. (eleuthera.aggelia.be). Herhaling voor nadruk!

    1 Korinthiërs 6:1-8. “Durft iemand van U die een zaak tegen een ander heeft, naar het gerecht te gaan [om] voor onrechtvaardigen [te verschijnen] en niet voor de heiligen? 2 Of weet GIJ niet dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En indien de wereld door U geoordeeld zal worden, zijt GIJ dan ongeschikt voor het berechten van zeer onbeduidende zaken? 3 Weet GIJ niet dat wij engelen zullen oordelen? Waarom dan niet zaken van dit leven? 4 Indien GIJ derhalve zaken van dit leven te berechten hebt, stelt GIJ dan degenen als rechters aan op wie in de gemeente wordt neergezien? 5 Ik spreek om U tot schaamte te bewegen. Is het waar dat er onder U niet één wijs man is die tussen zijn broeders zal kunnen oordelen, 6 maar dat de ene broeder met de andere broeder naar het gerecht gaat, en dat voor ongelovigen? 7 Ja, werkelijk, het betekent een volkomen nederlaag voor U dat GIJ rechtsgedingen met elkaar hebt. Waarom laat GIJ U niet liever onrecht doen? Waarom laat GIJ U niet liever te kort doen? 8 Integendeel, GIJ doet onrecht en GIJ doet te kort, en dat aan UW broeders”.

    Deze Schriftplaats hebben wij reeds gedeeltelijk gehad, tot en met het vers zes. De verzen zeven en acht benadrukken in feite iets tegenstrijdig. Wanneer je jezelf onrecht moet laten aandoen, dan komt dat op hetzelfde neer als de schuld op je nemen van wat een ander verkeerd gedaan heeft. Als er echt niemand in de gemeente is die het kan uitmaken dan is en blijft het je eigen verantwoordelijkheid.

    Uiteindelijk is Jezus Christus, Bijbels gezien, de enige die de zonde van anderen kan en heeft opgenomen, niemand anders!

    Is er twijfel, dan ligt de zaak anders. Bij twijfel kun je het jezelf permitteren om aan de ander "het voordeel van de twijfel te geven". Is er geen twijfel, dan hoef je dit voordeel niet te geven. en wanneer er dus aan het einde van die zin staat "en dat aan UW broeders" dan gaat dat ook voor jou op of moet het van één kant komen?

    Ontelbare Getuigen van Jehovah zijn weggegaan uit de organisatie omwille van deze niet strikt Bijbelse interpretatie. Wanneer de "Wachttoren Organisatie" en het "Besturende Lichaam"  de interpretatie via de van Paulus afkomstige brieven wilt blijven behouden, dienen zij te beseffen en te publiceren dat ook de canon van de Griekse Geschriften via de autoriteit van de christenheid is vastgelegd. Dan dient eveneens vooropgesteld te worden dat er geen enkel origineel van de Griekse Geschriften momenteel beschikbaar is.

    Tot slot van deze zaak wil ik de nadruk leggen dat Religie in het algemeen eerder een lucratieve bedrijfstak is. Daarmee bedoel ik dat er beslist goeie dingen kunnen uit voortkomen, maar dat er eveneens veel misbruik van gemaakt wordt.

    Volgens 1 Timótheus 6: 6a “Ze is ongetwijfeld een middel tot groot gewin”.  En  6b toont aan wat het vereiste is om via Godvruchtige toewijding op de juiste manier tot groot gewin te komen. 6b “[deze] godvruchtige toewijding gepaard aan het genoegen nemen met wat men heeft”.

    Niet dat ik zonden goedkeur, maar wel de manier waarop zondaars door de "Wachttoren Organisatie" en het "Besturende Lichaam" veroordeelt worden.

    Al met al een nadenkertje dat onderzoek vereist.

     

    09-02-2010 om 12:08 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ongelofelijke lezing van S.Herd, lid van het besturend lichaam

    De ongelofelijke lezing van Samuel Herd

     

    Lid van het Besturend Lichaam.

     

     

    Bent u er klaar voor om de eindstreep te halen ?

     

     

    De ervaren en vastbesloten renner traint intens om de eindstreep te halen.  Elke zenuw, elke spier, elke gewrichtsband moet getraind worden.  Zijn longen moeten in “conditie” zijn indien hij wil winnen.

    Hij beseft dat het ergste wat hem overkomen kan, is, dat hij zou starten en lopen als een wervelwind om daarna te moeten ervaren dat zijn benen hem parten spelen, zijn longen hem verraden, terwijl hij zo dicht bij het doel is.

    Wat doet hij dus ?

    Lang vóór de wedstrijd, traint hij hard.  Hij gaat ervoor om kracht te verwerven, om te volharden, een goede techniek aan te leren, om te leren gehoorzamen aan de regels, want het is alleen maar op die manier dat hij kans maakt om te slagen.

    De bedachtzame renner loopt, en beseft dat er op zijn pad herkenningstekens staan aangegeven die hem zullen vertellen waar hij zich bevindt in de wedloop.  Deze herkenningstekens helpen hem om zijn energie te beheersen, wijzen hem erop dat hij al dicht zijn doel is genaderd of indien het nodig is zijn tempo krachtiger en langer moet maken en indien hij zich vol energie in de koers moet smijten of indien hij meer de manier van lopen moet berekenen.

     

    Zo is het ook met ons, christenen.  Naarmate we dichter het einde van dit samenstel van dingen, - dus de eindstreep - naderen, zijn er ook overal op ons pad herkenningstekens te zien die ons zullen vertellen waar we staan en wat we verstandelijk kunnen doen.

     

    Ik zou graag hebben dat jullie samen met mij jullie bijbel openslaan bij Mattheus hoofdstuk 24.  Deze avond zal het voornaamste van wat er gezegd wordt, over deze passage gaan.  We zullen ons dus concentreren op Mattheus 24, zelfs indien we er andere teksten bijhalen. We zullen ons concentreren op de beweringen van Jezus, in Mattheus 24.

     

    In dit hoofdstuk zegt Jezus iets dat zeker en vast onze aandacht zal opeisen aangezien het hier gaat over één van de herkenningstekens.  Hij vertelt ons waar we staan en wat we redelijkerwijze aan het doen zijn.

    In Mattheus 24 : 21,22 zegt Jezus : “Want er zal dan een grote verdrukking zijn zoals er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, neen, en ook niet meer zal voorkomen. Indien die dagen trouwens niet werden verkort, zou geen vlees worden gered; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort.”

    Jezus plaatst een kilometer herkenningsteken.  Eerst zegt hij, naarmate je het einde nadert, dan zal je iets zien wat genoemd wordt, ‘de grote verdrukking’.  Hij zegt dat dit ‘iets’ afgrijselijk zal zijn.  En indien het niet zou ingekort worden, zou niemand het overleven want het zou nu eenmaal verschrikkelijk zijn.

    Juist nadien, in het vers 29 zegt hij : “Onmiddellijk na de verdrukking van die dagen zal de zon worden verduisterd, en de maan zal haar licht niet geven, en de sterren zullen van de hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen worden geschokt.”  Ha, nu hebben we een ander herkenningsteken.

     

    Snel komen we weer bij een ander herkenningsteken, in de verzen 30 en 31 : “En dan zal het teken van de Zoon des mensen in de hemel verschijnen, en dan zullen alle stammen der aarde zich in weeklacht slaan, en zij zullen de Zoon des mensen op de wolken des hemels zien komen met kracht en grote heerlijkheid.  En hij zal zijn engelen uitzenden met een luid trompetgeschal, en zij zullen zijn uitverkorenen bijeenvergaderen van de vier windstreken, van het ene uiteinde der hemelen tot het andere uiteinde daarvan.”

     

    Daarna is dat wat Jezus aan ons beschrijft de op zich uiteindelijke finale.  De herkenningstekens zullen naarmate we vooruitgaan naar het einde van dit samenstel van dingen beetje bij beetje duidelijker worden.

     

    De reden waarom we bij dit punt zullen stilstaan, is dat, eenmaal het eerste teken gepasseerd, de rest er onverbiddelijk snel zal uit voortvloeien zoals wanneer men iets vanaf een heuvel naar een doel laat rollen. We zullen niet meer de tijd hebben om onze stappen aan te passen, of om onze positie te heroverdenken.  De tijd zal heel snel gaan.  Er zal dit en dat gebeuren, en dan opnieuw weer iets anders, enzovoort…totdat het afgelopen zal zijn.  Wat je niet zult gedaan hebben, zul je niet meer kunnen doen op dat moment.  Als je je dan al niet in orde hebt gebracht, zul je het niet meer kunnen doen.  Op dat moment zul je geen nieuwe veronderstelde kracht vinden.  Je zult lopen zoals je altijd gelopen hebt.  Heb je meegelopen met de wereld ?

    Het zou zijn alsof men zou vragen aan een renner die zich al jaren traint op een bepaalde manier, om plots van stijl te veranderen, op de dag van de wedstrijd.  Het is daar nu te laat voor !

    Zelfs indien hij zou veranderen van techniek, hij zou bijgevolg toch verliezen, want hij zou te verward zijn.

     

    Het eerste herkenningsteken presenteert zich met de vernietiging van Babylon de Grote.  Dit is wanneer alles verslechtert.  Op het moment van de vernietiging van Babylon de Grote, juist op dit moment, zullen jij en ik in de strijd van ons leven zijn.

     

    Open nu jullie bijbel bij Openbaring, dan zul je zich een idee kunnen vormen van wat er zal gebeuren wanneer de grote verdrukking zal beginnen.  Neem Openbaring 17 en je zult de meeslepende dingen zien gebeuren.  Op het eind van het vers 1, en dan het vers 2 staat er : „Kom, ik zal u het oordeel tonen over de grote hoer, die op vele wateren zit, met wie de koningen der aarde hoererij hebben bedreven, terwijl zij die de aarde bewonen, dronken werden gemaakt van de wijn van haar hoererij.”

     

    Goed.  Laat je blik nu eens vallen op de verzen 10 en 11 : “En er zijn zeven koningen : vijf zijn gevallen, één is er, de andere is nog niet gekomen, maar als hij gekomen is, moet hij een korte tijd blijven.   En het wilde beest dat was maar niet is, is ook zelf een achtste [koning], maar spruit voort uit de zeven, en het gaat de vernietiging tegemoet.  En in het vers 13 : “Dezen hebben één gedachte, en daarom geven zij hun kracht en autoriteit aan het wilde beest.”

    En wat doen ze met die nieuwe macht, met die ene gedachte ?  Vers 16 : “En de tien hoorns die gij gezien hebt, en het wilde beest, die zullen de hoer haten en zullen haar woest en naakt maken, en ze zullen haar vleesdelen opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden.”   Vers 17 : “Want God heeft [het] hun in het hart gegeven zijn gedachte uit te voeren, ja, [hun] ene gedachte uit te voeren door hun koninkrijk aan het wilde beest te geven.”

    Met andere woorden, Jehovah God zal in de nabije toekomst een soort van waanzin scheppen, een soort van dolleman waanzin die zich meester zal maken van de wereldlijke machten en zij zullen Babylon de Grote aanvallen en haar verscheuren omdat ze krijgt wat ze verdient.

    Indien je heel goed aandacht schenkt, dan zijn de dingen al bezig met zich te ordenen om aldus te geschieden. Ze zijn nu al in een nukkige stemming.  Ze sluiten nu al geestelijken op in de gevangenis.  Ze hebben geen enkel beetje respect noch enig gevoel van sentiment voor de geestelijken, ze beroven en vallen hen zo maar aan in de straten van New York.  De dieven breken binnen in de kloosters en stelen wat ze kunnen krijgen, de nonnen worden verkracht.  Ze plunderen zelfs de kerken leeg, en de predikers op de straten.  Zo zien we dat de neiging om Babylon de Grote aan te vallen er al is.  Jehovah alleen zal maken dat ze hun mond wijd zullen openen zodat ze haar in stukken zullen scheuren en zullen verbranden wat er van overblijft.

     

    Wanneer deze herkenningstekens er zullen zijn, zal het het ergste tijdperk zijn, broeders.  Zelfs de wereld zal onthutst zijn wanneer ze zullen zien wat er allemaal in de kerken zal gebeuren.  Kijk met mij mee in Openbaring 18 : 9,10 : “En de koningen der aarde die hoererij met haar hebben bedreven en in schaamteloze weelde hebben geleefd, zullen over haar wenen en zich in droefheid om haar slaan, wanneer zij naar de rook kijken die van haar verbranding afkomt, terwijl zij uit vrees voor haar pijniging op een afstand staan en zeggen: ’Wat jammer, wat jammer, gij grote stad, Ba̱bylon, gij sterke stad, want in één uur we zullen geen Kerstmis meer hebben, geen Pasen, en we zullen geen politieke verkiezingen meer kunnen hebben in uw kerken !

     

     

    (De audio opname begint hier)   zie hiervoor www.aggelia.be

     

     

    …En Babylon zal vernietigd worden.  Het zal voor ons ook niet grappig zijn, want wanneer de politieke leiders zullen zien hoe het met  de geestelijken is afgelopen, dan zullen ze weten dat het nu hun beurt is.

    Ze blijven op de achtergrond omdat ze zien dat het de hand Gods is die ingrijpt.  Ze zullen beseffen dat er iets heel anders aan het gebeuren is wanneer ze hun religieuze groepen en anderen zien vernietigd worden

    Dan wordt het heel belangrijk, want wanneer dit uur is geslagen, wat zal jij en ik nodig hebben ? Wat zullen we nog nodig hebben wanneer we het samenstel ten einde zien lopen ?

     

    Een nieuwe auto ?

    Een nieuw huis ?

    Een nieuw paar schoenen ?

    Een nieuwe mantel ?

    Een nieuw parfum ?

    Modieuze kleren ?

    Geld voor de studies van je kinderen ?

     

     

    Wanneer dat alles staat te geschieden, zul je geen geld meer nodig hebben. Het kostbaarste bezit wat je dan zult hebben zal je geloof in God zijn.  Wanneer het uur is geslagen, dan zal het erg zijn, en niemand zal het overleven tenzij door goddelijk ingrijpen.  De vraag is dan ook : “ Ben je daarop getraind ? Zul je de moed hebben om naar buiten te komen en om het even wat te verkondigen, met gelijk welke boodschap die God je zal opdragen te doen ?

    Als we nu al beven en het moeilijk vinden om het Goede Nieuws te gaan prediken, en als onze training in dat opzicht maar ‘zo en zo’ is, dan moet je niet gaan denken dat je plots een miraculeuze moed zult krijgen om op te staan terwijl men terzelfder tijd bezig is Babylon de Grote in stukjes te kappen en ook iedereen die maar iets over een religieus onderwerp te zeggen zal hebben.

    Denk maar niet een speciale miraculeuze kracht te hebben om de waarheid te vertellen wanneer je het nu nog niet kunt.

     

    Juist na de vernietiging van Babylon, bijna zonder uitstel, kijk met mij in

    Mattheus 24 :29 wat er staat vermeld : “zal de zon worden verduisterd, en de maan zal haar licht niet geven, en de sterren zullen van de hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen worden geschokt”.

    In welke zin zal de zon worden verduisterd en de maan haar licht niet meer geven, en de sterren uit de hemel zullen vallen, en de hemelen zullen worden geschokt ?

     

    Zonder twijfel zullen er in de eerste fase van deze grote verdrukking, verschillende lichtgevers zijn, de graag geziene geestelijken van de wereld, de politieke en economische lichten, diegenen waarvan men weet dat ze een uitkomst zouden bieden, de geestelijkheid die op een verstandige manier met God zou onderhandelen zodat je gered kon worden ; de economische voorspellers die je zeggen hoe je geld kunt verdienen en je verrijken ; misschien de politieke goeroes die je zullen uitleggen hoe ze de wereld uit de problemen zullen halen…

     

     

    Wanneer dit uur geslagen is, zal de Bijbel onthullen dat ze niets of niemand zijn en dat ze niemand zullen kunnen redden.  Het zal zijn alsof alle sterren uit de hemel hun licht zullen doven en de krachten van de hemelen geschud zullen worden.  Kun je je voorstellen welke verwarring er dan zal heersen onder diegenen die al hun daden en hun geloof in de geestelijken stelden om alleen maar te zien hoe ze vernietigd zullen worden vanaf het begin van de grote verdrukking ?

    Kun je je een beetje voorstellen hoe de mensen de straten zullen doorkruisen op zoek naar een priester die het overleefd heeft ?

    Op zoek naar hen, ja ! “ Wij komen u zoeken want u wist dat we een gratis bijbelstudie konden krijgen, gedurende zo’n 19 weken.  En u hebt ons gezegd dat we ons niet moesten inlaten met de getuigen van Jehovah.  U hebt ons gezegd alleen maar naar hier te komen, ons neer te zetten, naar u te luisteren en dat we dan gered zouden worden.  Maar nu bestaat de kerk niet meer, ze is volledig verbrand ! … Nu hebben we geen gebeden meer, geen kans meer.  Jullie hebben ons bedrogen !”

    En dan zullen ze een eind maken aan degenen die het nog overleefd hebben.

     

    Dan zullen ze de universiteitsprofessoren opzoeken : “U hebt ons gezegd dat terwijl we naar u luisterden, wij van de goede dingen van de aarde zouden kunnen profiteren.  Maar nu is de beurs in elkaar gestort, het geld heeft geen waarde meer.  U hebt ons gezegd dat we door zo’n onderwijs te ontvangen, we een rustig leventje zouden leiden en ziedaar, we hebben bij God geen enkele schat verzameld …Tegenwoordig staan we voor dat groot ding, Armageddon genaamd, die gebeurtenis waarvan de getuigen van Jehovah steeds melding maakten.”

     

                En dan zullen ze ook komaf maken met deze laatste.

     

    Broeders, er zal geen licht meer zijn wanneer dit alles staat te gebeuren.  Zul je gereed zijn ? Zul je iets te zeggen hebben ? Iets wat nog de moeite waard is ? Zou je het bewijs kunnen geven dat je op de juiste wijze aan het rennen bent ?  Waarom is dat zo belangrijk ? Mattheus 24 : 29,30 : Omdat de Bijbel vertelt dat “onmiddellijk nadat de zon, de maan, de sterren zullen verduisterd zijn”, dan zal het teken van de Zoon des mensen in de hemel zal verschijnen, en dan zullen alle stammen der aarde zich in weeklacht slaan…(…)”

     

    Maar wat betekent dat verschijnen van de Zoon des mensen in de hemel ?  Het gaat over dezelfde gebeurtenis als deze uit Mattheus 25 : 31-32 : “Wanneer de Zoon des mensen gekomen zal zijn in zijn heerlijkheid, en alle engelen met hem, dan zal hij op zijn glorierijke troon plaats nemen.  En alle natiën zullen vóór hem vergaderd worden, en hij zal de mensen van elkaar scheiden, zoals een herder de schapen van de bokken scheidt.”

    Waarom is dat zo ?  Wel, Mattheus 24 toont het bewijs dat mensen van de wereld zullen weten en begrijpen dat ze bezig zijn te leven in de finale oordeelsperiode ; ze zullen het bewijs zien ; ze zullen iets onderscheiden dat hen zal overtuigen dat het inderdaad wel zo is !  Ze zullen schreeuwen en wenen want op dat moment zullen ze geen veranderingen meer kunnen aanbrengen, of een studie krijgen uit de Bijbel, of een nabezoek hebben, of op verzachtende omstandigheden kunnen rekenen.

     

    Bent u er klaar voor, broeders ?  Begrijpen jullie zelf wel wat dit in werkelijkheid betekent ?  Wanneer dit teken van de Zoon des mensen in de hemel zal verschijnen, wanneer Jezus op zijn glorierijke troon zal komen, dan zal hij ons oordelen.  Hij zal jou en mij oordelen en op dat moment van de geschiedenis zullen we aangekomen zijn op het punt waar we ofwel een schaap ofwel een bok zullen zijn.  Jij en ik zullen op dit precieze moment het verdict niet kunnen aanpassen, veranderen of in der minne schikken.

     

    Je zult tegen Jezus niet kunnen verklaren : “Oh, Jezus, wacht nog een momentje, ik ben uitgesloten, geef me eerst de tijd om te worden hersteld.”  Oh, neen, neen, neen !  Alle bewijzen zullen klaar en duidelijk bloot liggen die zullen aantonen welk soort van persoon je in werkelijkheid bent.  En wanneer hij zich zal neerzetten, zul je niets meer aan je strafblad kunnen veranderen, geen jota !

    Je zult niet kunnen zeggen, “’t Is te zeggen, Jezus…, ik was onregelmatig, geef mij nog wat tijd, laat me nog…”. NEEN !  “Ik bedoel veranderen van…”.  NEEN !  Want dan, wanneer dat staat te gebeuren, dan zal al wat je geweest zijt in die audiëntiezaal bloot liggen en Jezus zal op dat moment oordelen, punt andere lijn.

     

    Jij noch ik zullen er iets aan kunnen veranderen.  Geen jota !  Het zal afgelopen zijn !  De uitspraak zal gegeven zijn, het zal klaar en duidelijk zijn;  Ge zult ofwel een schaap ofwel een bok zijn. 

    Je zult aan het oordeel niets kunnen veranderen.  Dat is een erge zaak !

     

    Ben je er klaar voor ?  Wat voor iemand zul je zijn op dit moment ?  Welk soort van persoon ben je nu ?  Probeer je je zoveel mogelijk bij de wereld te scharen ?

     

    Om haar look na te bootsen

    Haar manier van kleden

    Haar gedrag,

    Haar dansstijl,

    Haar manier van spreken?

     

    Eens dat Jezus op de oordeelstroon zal hebben plaats genomen, zult je niet meer kunnen zeggen : “Oh, laat mij me ontdoen van dit ‘ding’”, Njet, njet ; Je had het tot zover aan, wel je zult het behouden.  Het is voor wat je geweest bent, dat je geoordeeld zult worden.

    Het getuigenis dat je hebt gegeven tussen vandaag en het moment waarop Jezus op zijn troon gaat zitten zal het getuigenis zijn dat zal onthouden worden, het zal de beslissende factor zijn om te bepalen of je een schaap of een bok zult zijn.  Begrijpt dat, broeders, begrijpt dat.

     

    Laat mij dat eens op een andere manier illustreren : Je hebt zeker en vast al die reclame gezien van die gespierde mannen.  Ze geven je een beeld en vertellen je : “je lichaam kan hierop gaan lijken”. Ze doen je geloven dat door enkele halters te hanteren en een specifiek voedseldieet te volgen, je ook zo’n ferme spieren en ook zo’n voorkomen zult krijgen.  Zeg dat het niet waar is, dat je dat gelooft !

    Er zijn jaren oefenen mee gemoeid en een uitgestippelde manier van eten .  Denk niet dat je in enkele dagen of weken door dit dieet te volgen, je zo’n voorkomen kunt bereiken.  Jaren, vele jaren zijn er voor nodig !  Wanneer dan de Grote Verdrukking zal komen, vergeet niet dat het zo zal aflopen : Klap ! Klap ! Klap !  Uitzonderlijk vlug, je zult niet de tijd hebben om je dan een geestesgezindheid op te bouwen, als je het nog niet hebt bereikt.  Denkt daaraan !

     

    Hoeveel tijd vergt het voor iemand om in de waarheid te komen, tegenwoordig ?  Is het niet een strikt minimum van 19 weken (ongeveer 6 maanden) ?  Vervolgens moet je gaan prediken.  Dus, denk niet dat je als bij toverslag, Babylon de Grote zult zien vallen en je dan heel je verleden zult kunnen achter je leggen, met al je verlangens !  NEEN !  Je zult dan rennen zoals je je steeds hebt getraind.

     

    Over het algemeen, in crisis - of kritieke tijden, verschuilen mensen zich achter een houding die ze gewoon zijn.  Ze zullen geen vernieuwingen invoeren.  Ze houden zich aan datgene wat ze weten.

    Wel, als je tot nu toe onregelmatig bent geweest, rebels, op de rand van je principes hebt geleefd, als je in de wereld leefde, dan zul je niet plotseling, in een oogwenk, de waarheid beleven !  Je zult je verschuilen in je gewone manier van doen.

     

    Ben je klaar om de finale te halen ?  Maak je een afstand tussen jezelf en de wereld ? Beweer je Jehovah te dienen en toch dichter bij de wereld van Satan te komen ?

    Laat mij je iets interessants tonen uit de Bijbel.

    Lezen we maar eens Efeziërs 4 :20.  Sprekend over Jezus, wordt er gezegd : “Maar GIJ hebt de Christus zo niet leren kennen.”

    Toen ik in de kringdienst stond kon ik duidelijk waarnemen dat velen van ons zich niet trainen zoals het zou moeten door te geloven zoals wij, dat Armageddon binnenkort komt.  Sommigen onder ons staan te dicht bij de wereld.  Velen onder ons lopen niet met de geestdrift die ze zouden moeten hebben.  Herinner je wat je hebt geleerd in de Koninkrijkszaal, wat je hebt bestudeerd in de boeken, al wat je hebt geleerd door de Bijbel, je hebt niet geleerd dat Christus zo is -zoals de wereld -. Christus schaarde zich in geen enkel opzicht dicht bij de wereld.

    Indien Jezus vandaag hier zou zijn, denk je dat hij hier zou rondwandelen met een wapperende broek en een ringetje in zijn oor ? Je zult nergens in de Bijbel een tekst vinden die je maar een idee geeft dat Jezus zo’n look zou hebben gehad.

    Indien hij hier bij ons zou zijn, denk je dat hij zich zo zou kleden en de indruk zou wekken om te behoren bij enkele radicale bewegingen van deze wereld ? Hij zou nooit zo iets gedaan hebben !

     

    De wereld is gewoon om te zeggen : “Kijk naar mij !”.

     

    Om je eens een gedacht te geven,- ik was op een dag in de supermarkt-, ik zie die vrouw, betaald aan ik weet niet hoeveel per uur (en je weet wel dat de wereld groot belang hecht aan efficiëntie.  Ze willen dat de mensen efficiënt zijn)… en wat doet die vrouw ?  Ze probeert me te bedienen, maar ze kan haar handen niet gebruiken door haar nagels !

     

    Wel, indien Jezus hier zou zijn, zou hij de zusters of de broeders er doen aan denken om naar uitersten te streven ?  Heb je ooit ergens in de Bijbel gelezen dat er sprake van zou zijn dat Jezus zoiets zou goedkeuren ?

    Dit is een punt om te overwegen, broeders, want Armageddon zal zo iets groots zijn dat jij en ik nog nooit hebben beleefd.  Hoe meer we ons oefenen om Jehovah innig te dienen, hoe beter we zullen toegerust zijn wanneer het uur is geslagen.  Maar geloof me, wanneer dit moment gekomen zal zijn, dan zul je je niet kunnen omkeren en een manier te pakken krijgen als je niet hebt getraind.  Denk daar eens ernstig over na.

     

    Je hart, je geestelijke longen, je heupen zouden zich moeten oefenen om zo dicht mogelijk tot Jezus te naderen en dat soort mens te worden waarvoor hij zich heeft uitgegeven.  Het is inderdaad de enige manier om die race te winnen.

     

    Juist nadat Jezus dit scheidingswerk tussen de schapen en de bokken zal geklaard hebben, zal er een interessante gebeurtenis plaats hebben…Hij zal bijeenbrengen… Laten we eventjes Mattheus 24: 31 lezen, want de gebeurtenissen zullen heel vlug geschieden, zoniet zou, zoals Jezus heeft gezegd, ‘geen vlees worden gered.’

    GEEN vlees zou gered worden indien deze gebeurtenissen zich niet vlug zouden afspelen.

    Mattheus 24 : 31 : “En hij zal zijn engelen uitzenden met een luid trompetgeschal, en zij zullen zijn uitverkorenen bijeenvergaderen van de vier windstreken, van het ene uiteinde der hemelen tot het andere uiteinde daarvan.”

    Op dit moment zal men zich niet afvragen wie de gezalfden zijn.  Wie de echte gezalfden zullen zijn ?  Soms zien we mensen die amper in de waarheid zijn en ze nemen van de symbolen.  We moeten hen niet oordelen, dat zijn onze zaken niet, maar wij zullen weten wie ze zijn, daar ze eens zullen verzegeld worden.  Er zal geen enkele twijfel over bestaan, dat ze zullen vergaderd worden op dat moment.  Je zal met grote zekerheid weten wie de echte gezalfden zijn en wie de valse.

     

    Wanneer ik me verplaatste van hier naar daar - ik oordeel absoluut niet – zag ik soms bij diegenen die beweerden gezalfden te zijn, geen enkel teken dat ik anders wel zie bij gezalfden.  Soms zijn ze de grootste onruststokers in de gemeenten.  Soms zorgen ze voor  strijd, een strijd in de ware zin van het woord.  Ik ben eens getuige geweest, om het zo te zeggen, van de moeilijkheden en de herrie die ze veroorzaakten in de gemeente.  Ik heb eens een bijbelstudie meegemaakt waar de leerling niet gedoopt was, maar zie, hij zat zich daar af te vragen of hij gezalfd was of niet.

     

    Kortom, Jezus zal zijn gezalfden vergaderen, en dat zou nog een grotere beproeving kunnen zijn dan je zou denken, wist je dat ?  Als jij en ik vandaag niet de gewoonte hebben om te gehoorzamen, wel, wanneer de meeste van de gezalfden de aarde zullen verlaten hebben en er zogezegd alleen maar leden van de Grote Schare zullen overblijven, zullen we hen dan gehoorzamen op dat moment ?

    Zul je zeggen : “Ja, maar, gij zijt toch niet gezalfd met de geest !  Ze zijn allen naar de hemel.  Wie ben jij om mij te zeggen wat ik moet doen en laten ?  Ik gaf al geen rapport van activiteit in wanneer ze nog op aarde waren, en denk je dat ik het dan aan jou zal geven ?”

     

    Zie je, broeders, deze belachelijke geestestoestand of dit gebrek aan samenwerking kan grote vervelende situaties scheppen en een slechte geest doen ontstaan binnen in jezelf.  Jezus heeft gezegd : “wie getrouw is in kleine dingen zal getrouw zijn in de grote”.  Dit alles maakt deel uit van onze training.

     

    Een andere gebeurtenis zal ook nog plaats vinden : je moet je niet voorstellen dat Satan de Duivel, wanneer hij ziet hoe de valse religies zijn verwoest, het economische stelsel dat hij heeft opgericht in ruïnes ziet vallen, als hij ziet hoe de politieke wereld die hij heeft gemaakt en gemanipuleerd, volledig op zijn kop zal staan, denk dan niet dat hij niet naar jou op zoek zal gaan !  Denk dan maar niet dat hij niet zal proberen om Jehovah in zekere zin in de schaduw te stellen, dat hij niet zal proberen om ruzie te stoken zelfs onder Jezus (zijn gemeente).  Denk niet dat hij zal toekijken zonder iets te proberen.  Dat hij zomaar zal weggaan, het strijdperk verlaten en toegeven dat hij is verloren.  Alhoewel hij zal weten dat hij verloren is, denk maar niet dat hij zo vlug zal opgeven, want dat zal hij niet doen.

     

    Vervolgens zal er de aanval zijn van Gog van Magog.  De enige manier waarop Satan Jezus en Jehovah zal proberen te raken, zal zijn door JULLIE te raken.  Wie zijn jullie ?  Wat zijt

    gij ?  Indien je iets hebt kunnen verbergen tot dan toe, dan zul je dat niet meer kunnen doen op dat moment.  Want alleen diegenen die een volstrekt geloof in Jehovah hebben en die absoluut hun vertrouwen in Hem hebben gesteld zullen zich niet afvragen of Jehovah hen zal beschermen.  Indien je de minste twijfel hebt, dan zul je er heel eenvoudig weg niet geraken.  Indien je de minste twijfel zult hebben, zal Satan je opslokken.  Je zult willen vluchten uit schrik, je zult geïsoleerd raken of gevangen worden zoals een kleintje in de grote poten van een leeuw.  De verborgen zonden, het gebrek aan geloof, de slechte beweegredenen, de spijt, , de onzekerheden, wanneer Gog van Magog zal toeslaan, en je dan niet de absolute zekerheid zult hebben je best te hebben gedaan…Wel !…

     

    Zoals je ziet, het zal op zo’n moment zijn dat men een definitief antwoord zal geven op de vraag of we, ja of neen Jehovah hebben gediend met onze hele ziel.  Het zal niet het predikingrapportje of een ouderling zijn die het antwoord zal verschaffen.  Het antwoord zal op dat moment daar verschijnen.  De vraag is dus, ben je er klaar voor ?  Want wanneer Satan zijn aanval zal beginnen, dan zal Jehovah in zijn volle woede toeslaan en het zal eindelijk Armageddon zijn.  Het zal het laatste van de hoera’s zijn.  Wanneer Gog Gods volk zal aanvallen, dan zal Armageddon beginnen.  Het zal als de eindstreep zijn.

     

    Oh, wat zal dat een prachtig moment zijn, broeders !  Indien jij en ik hard hebben gewerkt, indien we ons hebben geoefend, indien we hebben samengewerkt, dan zullen we onder elkaar kunnen zeggen : “Weet je, ik ben verrukt dat ik al mijn geld heb gebruikt voor de Koninkrijkszaal en dat ik me daar heb kunnen neerzetten om onderwezen te worden.  Ik zat daar in de Koninkrijkszaal tijdens de overlevingsles voor Armageddon.  Er waren lessen op dinsdag, donderdag en zondag.  Ik was daar aanwezig totdat de laatste onder hen wegging.  Nu ben ik er klaar voor om Armageddon te overleven, want ik ben er zeker van dat ik op een correcte manier ben onderwezen.  Ik heb me geoefend voor de wedloop en ik ben klaar voor Armageddon want ik heb alles gebruikt waarover ik beschikte om de zaak van het Koninkrijk te ondersteunen.  Ik heb mijn fondsen gebruikt, ik heb niet geprobeerd iets achter te houden, wetend dat geld van geen enkel nut meer zal zijn.”

    Ah ! Je kunt er eens goed mee lachen omdat je weet dat je financiële mogelijkheden gebruikt zijn geweest om Jehovah te eren en te loven. Terwijl al die anderen dat van hen hebben behouden, zullen ze zien hoe de beurs in elkaar stort, ze zullen waarschijnlijk de dollars zien vliegen in de straten zoals gemene vodjes papier ! Het jouwe echter zal gediend hebben om Jehovah gestaag te hebben geëerd.

     

    Oh ! Wat een heerlijk moment zal dat zijn ! En dààr, en dààr, wanneer de Grote Verdrukking is begonnen, de zon en de maan en de sterren gevallen zullen zijn, het teken van de Mensenzoon zichtbaar in de hemel zal komen, eens de gezalfden zullen afgescheiden zijn, eens de aanval van Gog is begonnen, eens de strijd van Armageddon voorbij, en dààr…is dan de NIEUWE WERELD !

    En u zult dan neerkomen aan de andere kant van de lijn, de kant van de Nieuwe Wereld !  Oh, zal dat niet heerlijk zijn ?

     

    Maar, ben je er klaar voor ?

    Dan, op dat gegeven moment is het niet de tijd om te oefenen, want alles zal te snel gaan.  Het is NU de tijd om je te trainen, broeders. We moeten ons inspannen om tegenwoordig te zijn op de vergaderingen, want elke vergadering is een trainingsles voor Armageddon.  Zoals bij het opdrukken van je lichaam.  Het is niet omdat je je één keer opdrukt of pompt dat je spierstelsel gevormd wordt, zo gaat dat nooit.  Slechts één keer pompen zul je niet doen.  Het komt door je aanhoudende inspanning en de regelmaat dat de geestelijke borstspieren worden gevormd, je nek, de armen, de benen, dat je zo een mooi gestel krijgt. Met slechts die ene keer is het niet voldoende, het is de regelmaat die je bekwaamheid om te lopen ontwikkelt, de manier hoe je moet lopen.  Dat brengt dan sterke benen voort, een robuust hart, alsook sterke longen.  Dat ontwikkelt het geloof, geen angst hebben en vastberadenheid kweken.  Je kunt dat niet beginnen te doen wanneer het al begonnen is.  Je moet het NU doen.

     

     

    Zo, ben je er klaar voor om de eindstreep te halen ? Oefen je je nu ? Wanneer de verdrukking morgen komt, ben je er zeker van dat je het soort van persoon bent die Christus zal goedkeuren ?  Heb je de zekerheid dat je zonder voorwaarden en onherroepelijk bewezen hebt dat je je hebt opgedragen aan Jehovah met heel je ziel ?

    Bent je niet tevreden dat we nog enkele minuten respijt hebben voor het einde ?  En misschien daar waar je stijl nog iets te wensen overlaat, je je nog kunt aanpassen, je harmoniseren met je manier van lopen, en te leren gehoorzaam zijn?  Gehoorzaamheid is iets wonderbaarlijks…

     

     

    Sta me toe om jullie nog een anekdote te vertellen vooraleer ik zal eindigen. Deze ervaring is onuitwisbaar in mijn geheugen gegrift en ik zal het nooit vergeten.  Ze heeft me een les bijgebracht.  Ik kan me nog herinneren dat ik letterlijk deelgenomen heb aan een wedloop.  Dat was toen ik nog op school zat.  Er waren daar enkele jongens opgesteld klaar om te starten.  In mijn geest kon ik ze wel tien keer verslaan.  Ik wist dat ik ze kon verslaan.  Toen de leraar het startsein gaf, was ik vertrokken.  En natuurlijk, ik had ze verslaan !

    Maar ondanks de overwinning had de leraar mij toen gezegd dat ik een nul kreeg.  Ik was er ondersteboven van, en ik zei tegen mezelf : “Wat ?  Niet gewonnen ?” … Ik had dan niet alleen gewonnen, maar nog een nul erbij gekregen.  Ik zat aan de grond.

     

    Zie je, in een wedren zijn er zo van die zaken die men banen noemt, waar men moet gehoorzamen aan de regels, en de regel is zo dat, als je moet lopen dan loop je in jouw baan, niet die van je buur.  Wel, ik was bezig met de banen te overschrijden en wanneer de wedren ten einde liep, had ik in die banen gelopen waar ik niet mocht zijn, en ik had verloren.

     

    Misschien zult je daar mee lachen, maar ziehier de les : Jezus vraagt niet alleen om op een goede manier de wedren te lopen, maar ook zo te lopen dat je de regels respecteert. Je mag dan zo snel lopen als je wilt en kunt, maar als je op het moment dat Jezus zijn troon heeft bestegen, zult aankomen, en hij ziet dat je nogal zigzaggend liep, en door de linies zijt gebroken, dan zou het goed kunnen zijn tot je grote verwondering dat hij je eerder als een bok zal beschouwen dan een schaap,.  Dit, broeders, wensen we jullie niet toe !

     

    Leer te lopen met volharding.  Leer te lopen in gehoorzaamheid.  Leer hard te lopen.  Leer al trainend, want als je het herkenningsteken van de Grote Verdrukking zult voorbijgelopen zijn, dan zul je niet iemand zijn die je nu niet meer bent.  Ik hoop dat we elkaar goed verstaan !

     

    Het is NU het moment waarop je je moet voorbereiden op Armageddon, het is slechts door  intensieve training dat je zult openbaren of je een winnaar bent en dat je de eindstreep van eeuwig leven zult bereiken, tot glorie van Jehovah. 

     
                          ------------------------------------------------------
    Wilt u commentaar geven, wendt u dan tot eleutheros.genaioshupar@laposte.net

    04-09-2009 om 12:41 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.(vervolg van de commentaren op de lezing van David Splane)

     

    Nu komen er eens te meer twee voorbeelden, en welke?

    Het eerste dat verhaal van Jona die van Jehovah een opdracht kreeg, maar de andere kant opging.

    De gezellige sprookjesachtige en overtrokken verteltrant die onze geroutineerde spreker nu aan de dag legt trekt aller aandacht, zelfs van diegene die anders altijd in slaap vallen.

    Ik bedoel o.a. ook de jongsten.

    Dat Jona bang was om zijn oren te verliezen kan waar zijn. Het feit dat hij de wijk nam naar Tarsis toont alleszins aan dat hij niet van plan was om te doen wat hem werd opgedragen.

    En nu ga je zien dat Jehovah wel degelijk iemand kan dwingen te doen wat hij zegt. Jehovah zorgde tijdens zijn vlucht naar Tarsis voor een storm waardoor Jona overboord werd gesmeten door de bemanning en in de buik van een grote vis terechtkwam.

    Versta je deze les, dit onderwijs, deze terechtwijzing? Als het erop aankomt moet jij je kinderen dwingen om naar de vergaderingen te gaan, om velddienst te doen, om zich voor te bereiden enz., of anders de zee in?

    Tot onze schande en verdriet heb wij dit gedaan met als resultaat dat onze zoon mettertijd uitgesloten werd en jarenlang het contact met hem verbroken moest worden. Shame on you.

    Terug naar Jona. Hij moest van Jehovah dus naar Ninevé en wonder boven wonder Jona richtte daar op 40 dagen tijd 120.000 bijbelstudies op.

    Wonder boven wonder zei ik, want het eerste wonder was dat er toentertijd nog geen enkele bijbel was. Het tweede wonder was dat hij gewoon langs de straten liep en al roepend aankondigde: "nog maar 40 dagen en Ninevé zal ondersteboven worden gekeerd".

    Volgens mij is deze manier van prediken en discipelen maken heel wat efficiënter dan de van huis tot huis en van deur tot deur prediking.

    Enfin, het ging over dwingen of niet dwingen. Het eerste voorbeeld is dus wel dwingen.

    Het tweede voorbeeld wordt in de lezing geschetst.

    Dit "vooropgezette" voorbeeld is zo duidelijk dat bijna iedere Getuige van Jehovah direct zal zeggen "eerst Jehovah en dan het andere".

    Maar de vragen zijn eerder: wat wilt Jehovah zelf? En wat interpreteert de organisatie en het besturende lichaam?

    Wat Jehovah betreft kun je verschillende bijbelteksten aanhalen. Maar volgens mij zijn deze teksten vanzelfsprekend.

    Micha 6:8. "Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God"?

    Mattheüs 7:12 "Alle dingen dan die GIJ wilt dat de mensen voor U doen, moet ook GIJ insgelijks voor hen doen; dit is trouwens de betekenis van de Wet en de Profeten".

    Lukas 10:27 ’"Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand’, en: ’uw naaste' als uzelf".

    Wat de organisatie en het besturende lichaam betreft, moet je alleen maar de vraag stellen:

    Waar staat het volgende in de Bijbel? Bijvoorbeeld: de vijf vergaderingen. Kledingsvoorschriften? Welk bewijs is er dat Jezus en zijn discipelen van deur tot deur gingen. (Goed weten dat je zelf vragen hebt).

    Alhoewel David Splane niet in het hart kan lezen zoals Jezus Christus blijkt uit de volgende ervaring met die broeder en zijn acht kinderen dat hij de "lichaamstaal" machtig is. Bij de eerste oogopslag zag hij dat die zestien jarige zoon geen goede houding had. Bij zijn volgende bezoek zes maanden later was dat geheel en al omgeslagen, want diezelfde jongen nu 17 jaar, liep met een microfoon tijdens de vergadering. Hij kwam te weten dat de ouders met hem gesproken hadden omdat hij niet deed wat de andere kinderen deden en de "waarheid" niet op dezelfde manier beleefde. Die jongen besefte op slag dat hij geen keus had en schikte zich naar de anderen.

    Naar wat riekt dat? Of moet ik zeggen 'stinkt dat'?

    Dus, geef je kinderen een microfoon en ze zijn direct aanvaardbaar voor Jehovah? En twee jaar later was hij getrouwd.

    David Splane zegt niet of weet niet of die jongen ondertussen wel gedoopt is, maar dat zal wel.

    Klaarblijkelijk heeft die jongen ook zijn geheim wapen gebruikt.

    Er staan nu nog twee REUZEN op het menu.

    (ik gebruik deze aanduiding omdat het voedsel te rechter tijd schijnt te zijn).

     

    Negatieve publiciteit (en Wijzelf).

    Laat ik het eerst eens hebben over de voorstelling van de mediaberichten door David Splane: hij beweert dat die verschrikkelijk zijn en dat er iets vreemds is met die berichten.

    Dat wereldse mensen die berichten snel vergeten, maar dat Gods volk er het meest last van heeft.       Hij bedoelt klaarblijkelijk dat de organisatie en het besturende lichaam er last van hebben vermits sommigen naar Bethel bellen of schrijven.

    Dat zal wel zo zijn, maar dan is het om te vragen hoe het met bepaalde "berichten" zit.

    De conclusie die hij hier over zulke vragen trekt, trekt op niks. Broeders of zusters zeggen zelden "het moet wel waar zijn, want het staat in de krant"! Zij zullen eerder zeggen "het staat in de WT of GO en dan moet het wel waar zijn", maar dat is niet altijd waar.

    Voordat wij raad gaan vragen aan Saul, al heeft die heeft daar niks mee te maken, ga ik zelf een voorbeeld aanhalen. Het is een extreem voorbeeld, maar de feiten liegen er niet om.

    De pedofilie kwestie.  Dit heeft zowel in de krant gestaan als op TV getoond en het werd opgenomen. Bij ons in België was dat "Panorama" die deze uitzending van de BBC overgenomen had. Daar waren duizenden rechtstreeks bij betrokken en duizenden hebben de organisatie en het besturende lichaam de rug toegekeerd. Dat was negatieve publiciteit, maar op feiten en getuigenissen gebaseerd.

    En zulke zaken aan de kaak stellen, dáár moet je moed voor hebben. Moed om een organisatie hun zonden en hun fouten aan te zeggen, die organisatie die zelf werkelijk een REUS is. Maar in werkelijkheid uit onvolmaakte mensen bestaat.

    David Splane brengt abrupt de uitsluitings-procedure in het strijdperk en gebruikt Saul als medium. Hij stuurt alle aanwezigen de "mist" in door af te wijken van de realiteit en hen op een zijspoor te zetten door naar de tijd vóór 1952 te verwijzen.

    Ik verwijs naar de procedure die Jezus Christus als basis heeft gelegd. In Mattheüs 18:15-17 "Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16Luistert hij echter niet neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner".

    Jezus Christus sprak niet van een "religieus rechterlijk comité" maar van de gemeente. Jezus Christus sprak niet over uitsluiting en dat je met de zondaar niet meer mocht spreken en niks geen geestelijk hulp meer mocht geven.

    Hij sprak niet over "voorwaarden of uitsluiting".

    Al wat ik kan zeggen is, "denk diep over deze dingen na" want de "uitsluitings-procedure" is een letterlijke en geestelijke marteling zelfs voor diegenen die niet zondigden maar er bij betrokken zijn.

    Die negatieve publiciteit is niet door de zondaar geopenbaard, maar door de menselijke rechters die door de organisatie en het besturende lichaam aangesteld zijn.

    En zonder boe of ba springt David Splane over naar nog een heter hangijzer.

    DE BLOEDKWESTIE.

    Deze is sedert 1945 een aanvaardbare medische behandeling geworden volgens de lezing. Maar wat valt er te zeggen over de periode daarvoor? Toen hielden de mensen ook niet van ons".

    En hij doet het weer hé! Hij verandert weer van thema. "want we gingen niet naar de oorlog".

    Nu ga ik eens zeggen waarom de mensen voordien ook niet van ons hielden. Voordien mochten de Getuigen van Jehovah geen "vaccinaties noch orgaantransplantaties" ondergaan. Wie het wel liet doen werdt uitgesloten. Al werd er een andere terminologie gebruikt. En dat was lang vóór 1952.

    En later mocht dat ineens wel. Was de Bijbel aangepast of veranderd?

    Neen, de organisatie en het besturende lichaam waren verkeerd, maar geven het niet en nooit toe.

    Met een beetje moeite kun je dat allemaal achterhalen.

    En als David Splane zegt dat wij niet naar de oorlog gingen is dat NIET waar, dus weer een leugen. Het waren de "STANDFASTERS" in de organisatie die niet naar de oorlog gingen en daardoor uit de boot vielen. Maar wat hij niet zegt is dat de organisatie en het besturende lichaam jaren lang hebben volgehouden dat "vervangende dienstplicht" bijbels niet toelaatbaar was en dat het een compromis was. Diegenen die het wel aanvaardden werden uitgesloten. En pas in 1996 werd in de Wachttoren van 1 mei afgekondigd dat vervangende dienst een gewetenskwestie is. Met andere woorden al die jaren hebben vooral onze jongeren nutteloos in de gevangenis gezeten en sommigen hun leven gelaten.

    En weer rangeert hij ons op een ander spoor, namelijk de van deur tot deur prediking, en dat is een andere versie dan het van huis tot huis werk.

    Er is geen enkel Bijbelse ondersteuning voor de "van deur tot deur" prediking. En zelfs de "van huis tot huis" prediking is zeer discutabel.

    Voor de rapportjes is er zelfs geen enkele spoor te vinden in de Bijbel.

    Dat de duivel heel erg overeen komt met de klasgenoten is een smerige vergelijking en kan slechts bedoeld zijn om onze jongeren wereldvreemd te maken.

    Mijn vraag is "wie gaat er "duivels" te werk?

    Daarmee bedoel ik niet dat alle omgang goed is, maar ook niet verkeerd en is juist daarom een persoonlijke beslissing. Of vertrouwen zij onze jongeren niet? Of zijn zijzelf onbetrouwbaar?

    Nu komt de meest indrukwekkende vijand ten tonele.

    Wijzelf, (gij en ik, wij en zij).

    De veralgemening die uit deze manier van presenteren uitgaat is alleen maar van toepassing op verdeelde gezinnen. O.K. die zijn er veel, maar niet algemeen zoals de voorstelling suggereert.

    En zijn conclusie dat je nooit of te nimmer iets goeds kunt doen is eveneens afwijkend van het normale en redelijke.

    David Splane zegt nu zelf "wat is er verkeerd met deze redenatie" en komt terzake met de misleiding en het enige goede. "Maar wij zijn de schepping van Jehovah en Jehovah heeft ons naar zijn organisatie getrokken".

    Één ding is zeker namelijk dat alle mensen Zijn schepping zijn en dat Jehovah ons naar zijn organisatie getrokken heeft is een uitspraak van de organisatie en het besturende lichaam.

    En dat God geen 'waardeloze' mensen tot zich trekt is evenmin een juiste uitspraak. Er zijn uiteraard geen "waardeloze mensen" in Gods ogen, zij zijn allemaal zijn schepping. Er zijn wel goddeloze mensen of mensen die tegen Gods Geest zondigen, maar die laatste vaststelling is niet aan mensen gegeven om dit te beoordelen noch te veroordelen.

    De zinsbouw die de spreker gebruikt is om de schuldgevoelens die je jezelf eventueel aan gepraat heb, teniet te doen. Het bijbelse voorbeeld dat David Splane nu aanhaalt is er eens te meer opgericht om, waar je ouders in te kort zijn geschoten, niet zoals zij te doen. In de praktijk doen kinderen dat praktisch nooit, zeker niet in hun tienerjaren. Zelfs wanneer zij wel het goede voorbeeld hebben gegeven.
    Hij noemt echter alle ouders die niet het goede voorbeeld hebben gegeven eveneens "de Sauls en de Eliabs" van deze wereld en voegt daar nog eens extra aan toe dat zij "onwetend" zijn.

    Onwetend van wat? Van uw problemen jongeren?

    Jehovah der legerscharen is in staat je met je problemen te helpen

    Niet je ouders, maar Jehovah.

    In het algemeen weten ouders heel goed hoe zij jou kunnen en willen helpen, maar dat is weer een kwestie tussen jou en hen.

    En let nu op de subtiele inschakeling van wat hij "een geheim wapen" noemt.

    Hoe helpt Jehovah je dan?

    Door de kennis van Jehovah.

    En dat is een probleem waar niemand van ons nog mee geconfronteerd wordt. Denk jij dat ook?

    Door kennis zegt hij, ik zeg "nauwkeurige kennis".

    Ik zeg ook je dat er weinig Getuigen van Jehovah zijn die "nauwkeurige kennis" hebben. Wees a.u.b. niet gechoqueerd. Ik probeer het te verduidelijken door een simpele vergelijking. Hoeveel kanten zijn er direct gezien aan een medaille? Ik zeg twee, maar bij nader toezien zijn er drie.

    Wel de meeste Getuigen van Jehovah kennen alleen maar de kant die de organisatie en het besturende lichaam hen laat zien. En zelfs die kant is reeds meermaals veranderd zonder dat zij de Getuigen er hun eigen gedachten laten overgaan.

    Zij vragen zich nooit af waarom die verandering.

    En was die verandering vroeger "niet-bijbels" en nu wel? Of andersom, vroeger wel en nu niet?

    Dat wij niet meer naar "de waarheid" moeten zoeken blijft een open vraag vermits heel wat geopenbaarde waarheden veranderden en aangepast moesten worden.

    In feite zegt David Splane dat zij, de organisatie en het besturende lichaam, de waarheid en God voor ons gevonden hebben en daarom moeten wij dat niet meer doen, zij hebben dat gedaan en nu moeten wij hen gehoorzamen. Evenwel zegt de bijbel duidelijk in
    1 Thessalonicenzen 5: 21 "Vergewist U van alles, houdt vast aan dat wat voortreffelijk is".

    En die 1000 jaar die er nodig zou kunnen zijn om tot volmaaktheid te komen?
    Dan is mijn vraag, loopt die duizend jaar nog steeds parallel met de voorgaande zes duizend jaar om één scheppingsdag vol te maken? Dat kan al niet meer vermits die stelling van 7000 jaar voor één scheppingsdag niet meer houdbaar was. (Zie "Inzicht in de Schrift blz. 825 en de misleidende herinterpretatie op blz. 526 eerste § plus de ontbrekende redenen waarop de verkeerde interpretatie was gebaseerd.
    En zijn de geologische bewijzen nu aanvaardbaar omdat zij in hun kraam te pas komen?).

    Dat de Heer nabij is, was in de eerste eeuw G.T. reeds een feit. Zoals Jezus Christus zelf bevestigde in Mattheüs 18:20 "Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben ik in hun midden"

    De vrede van God waarover de Bijbel spreekt, is een strikt persoonlijke zaak en kan alleen maar voortvloeien uit een intieme en vertrouwelijke band met God. Filippenzen 4:7 "en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal UW hart en UW geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus".

    De Bijbel maakt heel duidelijk dat die vrede niet door de organisatie en het besturende lichaam komt noch door gelijk welke organisatie.

    Religieuze organisaties kunnen hooguit slechts een middel zijn, een instrument.

    De illustratie die de spreker, David Splane, nu vertelt is een eigen ervaring. En die gaf hem een ontroerende boodschap mee, namelijk dat zij, de zuster, ondanks haar miserabele toestand, door Jehovah gezegend was. En op zijn vraag HOE? Verwees die gehandicapte zuster naar haar "regeringspensioen". Dat verwonderde mij wel, want zo moeten er beslist duizenden zijn die een "regeringspensioen" ontvangen.
    Wat meer op een zegen van God berust, is dat die zuster mensen kende die geen toelage hadden om voedsel te kopen.

    Hoe bleven die in leven?

    En om op deze toer te blijven, deelt David Splane zijn gevoelens met ons, hij zegt dat hij zich nederig voelde nadat hij met deze zuster had gepraat. Volgens mij was dit een moment opname, want het was maar een "gevoel" iets dat hij voordien dus niet had. Ik was en ben ervan overtuigd dat "nederigheid" een eigenschap moet zijn voor een Christelijke persoonlijkheid.

    Vervolgens leidt David Splane ons via alcoholisme naar depressiviteit.

    Zoals alcoholisme begint met één glas, zo ontwikkelt depressiviteit zich met één negatieve gedachte. Dat klopt als een bus, maar dan een heel erg klein busje. Negatieve gedachten zijn praktisch altijd verbonden met negatieve ervaringen of handelingen. Dat hangt sterk af van persoon tot persoon, de omgeving, het milieu de omstandigheden enz..

    En zoals hij benadrukt dat de eerste negatieve gedachte moet onderdrukt worden is dit eveneens een misleiding. Want, niet iedere negatieve gedachte leidt tot een depressie.
    Het omgekeerde is evengoed mogelijk, namelijk dat een negatieve gedachte tot bevrijding kan leiden, gelijk welke oorzaak.

    Bijvoorbeeld, iemand heeft je bedrogen, wat is jouw reactie? Uiteraard negatief en wat is het positieve? Antwoord a.u.b. voor je eigen.

    Het lijstje dat Splane aanvoert is positief, niet moeilijk, het komt uit de bijbel.

    Dat de wereld en haar wijsheid dat niet zo ziet is eveneens een misleiding.

    Denk jij dat heel de wereld, alle mensen die geen getuigen van Jehovah zijn, want dat wordt er mee bedoeld, al zegt hij dat niet, stil staan bij negatieve dingen?

    En dan nog negatieve dingen uit onze jeugd. Kunnen juist die negatieve ervaringen niet tot ons gezond verstand spreken om het beter te doen?

    David Splane vergelijkt negatieve gedachten met porno en waarom?

    En wanneer hij toch over gezond verstand wilt spreken, getuigt deze negatieve lezing van gezond verstand?

    Waarom zegt hij dat wij niet sterk genoeg zijn om negatieve gedachten om te zetten in positieve handelingen?

    Omdat zij niet leren uit hun fouten! Kunnen wij dat ook niet? en met leren bedoel ik welverbeteringen.

    Dat David Splane is zeker een misser!

    Hoe zet je adrenaline om in positieve energie?

    Dat de problemen van vandaag steeds groter worden is gelijklopend met de groei en misleiding van de bevolking.

    Dat heel het "systeem van de wereld van de duivel" tegen de getuigen van Jehovah, in het gareel is gebracht is eveneens een misleiding.

    Want alle mensen die geloven, wat afhankelijk is van de plaats en de omstandigheden, zijn Gods schepping.

    Bijna alle mensen zouden vrede willen, maar velen KUNNEN daar weinig of niets aan veranderen.

    In dit opzicht zou zelfs de organisatie en het besturende lichaam een reus kunnen zijn. Evenals alle andere, vooral religieuze organisaties. Waarom?

    Omdat organisaties werktuigen zijn in de handen van God, wie of wat Hij ook zou zijn.

    De parallel die de organisatie en het besturende lichaam gebruiken in deze lezing met de wapenuitrusting van Saul is zeker en vast voor meerdere uitleggingen vatbaar.

    Vergeet echter niet dat Saul de gezalfde van Jehovah was. Waarom zijn wapenrusting gebruiken in negatieve zin?

    Jezus Christus deed dit alleszins niet.  Niet Saul noch een andere figuur uit de bijbel staat model voor een "Christelijke Persoonlijkheid" maar Jezus Christus.

    bedankt voor het lezen. mettertijd wil ik een dergelijke lezing op mijn blog zetten. maar dan zonder commentaar. in de hoop dat u zelf het commentaar geeft.
    Die lezing is ook gebracht door een lid van het besturende lichaam van Jehovah's Getuigen.

    19-07-2009 om 18:00 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaar op de lezing van David Splane

    MIJN PERSOONLIJKE COMMENTAREN van de lezing  "Zou jij Sauls wapenrusting aan doen" door David Splane een belijdend gezalfde van het besturende lichaam van Jehovah's Getuigen. Gegeven op 20 mei 2007. 

     

    Deze parallel is gebaseerd op het verslag van 1 Samuel hoofdstuk 17.

     

    Laat mij opmerken dat Saul de "Gezalfde" van Jehovah was. Hou dus in gedachten dat hij een "Christus" was, want dit is de betekenis van gezalfde.

    Zoals wij lezen was Saul "vanaf zijn schouders" groter dan gelijk welke man in het huis van Israël.

    De grootste man in Israël zal toch ten minste 1m80 of 1m90 geweest zijn. En als Saul daar met kop en nek bovenuit kwam mogen wij toch aannemen dat Saul minstens 2m10 groot was.

    Dat van Goliath laten wij gewoon in het midden.

    Wij zien in de lezing dat hij met zijn 'ongeveer' 3m onwaarschijnlijk heel groot moet zijn geweest. Dienovereenkomstig mat, zijn wapenuitrusting, volgens de bijbel zes el en een span.

    Dat is volgens het "Inzichtboek" deel 1 blz.873, 2m90.

    David was waarschijnlijk nog maar een tiener.

    De beide legerkampen moeten redelijk dicht bij elkaar hebben gelegen daar zelfs de gevechtslinies op gehoorafstand lagen. Wanneer David dus het woord nam om te vragen wie die onbesneden man was die de dienstknechten van de Almachtige hoonden zeiden zijn toehoorders "Sshhhhhtttt!!!. Hij kan je horen". Maar in 1 Sam. 17: 26 staat niks van "Sshhhhhtttt!!! Hij kan je horen". Dat is geen overdrijving, maar een bewerken van je toehoorders, een auditieve beïnvloeding en suggestieve manipulatie.

    Waarom? Omdat zijn volgende woorden dit eveneens zijn: "David liet zich niet ontmoedigen" is een hint naar de toehoorders zich eveneens niet te laten ontmoedigen in hun vermeende "geloofsstrijd". 2 Timotheüs 2:24 "Een slaaf van de Heer behoeft echter niet te strijden".

    David drong aan en Saul aanvaardde het voorstel. Meer zelfs, Saul dwong David om de wapenuitrusting van hemzelf aan te trekken.

    Zoals David Splane zegt: je kon twee Davidjes in die wapenrusting steken. Om de duidelijkheid citeer ik dit vers: 1 Samuël 17:39 "Toen gordde David zijn zwaard aan over zijn kleren en maakte aanstalten om te gaan [maar kon niet], omdat hij ze niet had geprobeerd. Ten slotte zei David tot Saul: „Ik kan in deze dingen niet gaan, want ik heb ze niet geprobeerd.” David ontdeed zich er dus van".

    Kun je dit voorstellen? Dat hij de wapenuitrusting van een volwassen man en dan nog de grootste van geheel Israël moest aantrekken. David die nog niet eens volwassen was, alhoewel niet te onderschatten, vermits hij reeds een leeuw en een beer had gedood.

    En wat lezen wij vervolgens? David kon de wapenrusting niet dragen. Maar David reageerde spontaan volgens het vers 40: "Daarop nam hij zijn staf in zijn hand en koos zich uit het stroomdal vijf van de gladste stenen en deed ze in zijn herderstas, die hem tot gereedschapstas diende, en zijn slinger had hij in zijn hand. Toen trad hij op de Filistijn toe".

    En nu komt de praktische toepassing naar het publiek toe. Want wie gaat nu een gevecht aan met een reus met alleen maar een slinger en een paar stenen? Ja, wie is nu zo dom en overmoedig om zoiets te riskeren? En nu komt de hamvraag: "maar was dat het enige wat hij tot zijn beschikking had? En David Splane brengt zijn toehoorders tot een climax waardoor de inprenting gegarandeerd is.

    O neen! David had een geheim wapen. En zoals het een kunstenaar eigen is met de stem van volleerd orator onthult David Splane dit geheime wapen. Zelfs de oudere broers van David hadden er geen weet van. David die nog zo jong was en niks afwist van techniek en technologie, maar alleen van schapen verstand scheen te hebben, had een geheim wapen ontwikkeld.

    En David, met opgericht hoofd en de borst vooruit onthult zijn tegenstander dit geheim wapen in het vers 45: "Gij komt tot mij met een zwaard en met een speer en met een werpspies,

    Zulk banaal en voorbijgestreefd speelgoed, maar ik kom tot u met de naam van Jehovah der legerscharen". Dit was het geheim wapen van David "Jehovah".

    En let nu op de parallelle toepassing: "Omdat wij allemaal met reuzen worden geconfronteerd". Zegt de spreker.

    Heel de zaal, alle aanwezigen zullen zich vereenzelvigen met David, heel hun leven is er mee gemoeid en deze voorstelling van zaken is zo indringend dat het "geloofs problemen" moeten worden. Met andere woorden, al de problemen die er zijn en zullen komen, hebben te maken met het feit de zij Getuigen van Jehovah zijn.

    De spreker David Splane, de organisatie en het besturende lichaam, gaan voorbij aan de schriftplaats uit 1 Korinthiërs 10:13 "Geen verzoeking is over U gekomen behalve die welke mensen gemeen is. Maar God is getrouw, en hij zal niet toelaten dat GIJ wordt verzocht boven hetgeen GIJ kunt dragen, maar met de verzoeking zal hij ook voor de uitweg zorgen, opdat GIJ ze kunt doorstaan". (ik benadruk).

    Noem mij nu één probleem dat u overkomen is maar nog nooit aan iemand anders is gebeurd, "geloofs problemen" inbegrepen. Geen vertelde of geschreven ervaringen van iemand anders.

    Nu wordt er gezegd dat "Saul 's wapenrusting hier te vergelijken is met de manier van denken die de wereld aanreikt om problemen op te lossen". Ik heb vroeger reeds gezegd dat parallellen aangepast kunnen worden volgens wat je het best uitkomt, maar zo werk het niet. of wel?

    Vergeet in de eerste plaats niet dat Saul Gods 'gezalfde' was, en dat zelfs David niet de euvele moed had om zich aan Saul te vergrijpen.

    Wij zullen zien hoe de organisatie en het besturende lichaam die wapenuitrusting van één van de 'gezalfde' van Jehovah gebruikt om alle Getuigen van Jehovah wereldwijd te misleiden.

    Teneinde de reuzen waarmee zij geconfronteerd worden tegemoet te treden. Die eerste reus blijkt het ECONOMISCH STELSEL te zijn.

    En dat is een gloeiend heet hangijzer. Uiteraard worden wereldse problemen altijd gebruikt om de profetieën uit de bijbel aan te dikken en in de verf te zetten. Uiteindelijk hangen die 'profetieën' reeds aaneen van die verschillende soorten 'verf' te rechter tijd.

    En nu ter zake. David Splane brengt Saul op het podium en wilt weten wat hij op dit moment over het economisch stelsel te zeggen heeft? En Saul volgt de aangeduide weg en verklaart onomwonden dat het vandaag de dag niet gemakkelijk is om je kost te verdienen.

    (David vraagt dat niet voor zichzelf, want zijn broodje is gebakken, als je van Amerika naar hier kunt komen met een vliegtuig, om een lezing te geven die dan nog moet vertaald worden. En omdat hij het niet zelf moet betalen, zit David Splane klaarblijkelijk "gebeiteld op rozen").

    Dat jij jouw kinderen moet helpen om hun kost te verdienen is vanzelfsprekend. Saul is wel heel voorzichtig, maar zegt toch plompverloren, "Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen pionieren. Maar met pionieren zul je echter de rekeningen niet betalen". Let wel, niet Saul zegt dat, maar David Splane legt Saul die woorden in de mond. Hij gaat verder en zegt: Sauls raad lijkt misschien wel praktisch. Maar zou dit de juiste manier zijn om de vijand tegemoet te treden?

    Ik vraag welke vijand? Is de kost verdienen voor je gezin niet een eerste vereiste. 1 Timotheüs 5:8 "Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige.

    De illustratie die nu volgt is zo overtrokken en zo eenduidig dat het aan het ongelooflijke grenst dat niet alle aanwezigen de zaal hebben verlaten. Dat zij dat niet doen is de duizendvoudige realiteit van het onderwijs. En door die misleiding hebben de toehoorders weinig of geen eigen verwerkingsdrang.

    De stelligheid waarmee David Splane hier suggereert dat Jehovah je zal helpen een betrekking te vinden is terug te vinden in al de beweringen van de organisatie en het besturende lichaam. Dat God dit kan doen is buiten kijf, maar dat hij dit altijd en voor iedereen  ZAL DOEN is een GROTE LEUGEN.

    Neen, Splane zegt dit niet, maar hoe nemen de toehoorders het op?

    Splane zegt "denk hierover na". Wat zegt de bijbel hierover? En ik ben hier volledig mee akkoord, doe dat a.u.b.ook. Maar ik ga eerst één voorbeeld geven wat God allemaal zou moeten doen om mensen ter wille te zijn: "een boer wilt regelmatig regen voor zijn opbrengsten. Mensen over het algemeen willen veel zon en geen regen, vooral tijdens de verlofperiodes en de weekends". Dat is een simpel voorbeeld, maar je kunt dit vermenigvuldigen met ieder getal. Let ook op het aantal keren dat Splane het woordje "misschien" gebruikt.

    En al is het waar dat er oudere mensen ontslagen worden en vervangen door jongeren is dat geen algemene regel. Dat minder en meer betalen gaat op voor firma's die hun bedrijvigheid verplaatsen naar lagere loonlanden, maar dat is een verantwoorde verplaatsing op lange termijn. Al speelt ook winst grotendeels mee.

    Ja, dat moet je nu eens zelf doen. Vergelijken met het dienen van Jehovah.

    Aan de hand van ervaringen die te boek zijn gesteld door een geloofswaardige Getuige van Jehovah. Broeder Raymond Franz ex-lid van het besturende lichaam. Zie hiervoor zijn boek "Gewetensconflict". Buiten zijn eigen ervaringen beschrijft Raymond treffend de ervaring van Edward Dunlap die op 70 jarige leeftijd het hoofdbureau diende te verlaten. Die is beslist niet de enige.

    Ga naar 'Google' typ 'Raymond Franz' en beter nog bestel zijn boek.

    Wat zeg je, dat mag je niet, liegen mag ook niet en dat doen de organisatie en het besturende lichaam op hetzelfde moment dat zij het jou verbieden. En daarbij, dat verbieden riekt teveel naar methoden van de vroegere katholieke kerk.

    En ja, daar zijn mensen voor uitgesloten, maar die waren daar blij mee, niet met de uitsluiting, maar met hun vrijheid.

    Onze Splane heeft net gezegd dat Jehovah jouw werk niet vergeet en geeft het woord weer aan Saul. Die vindt dat erg fideel van Jehovah, maar je zou toch eerst naar de universiteit moeten gaan en daarna de volle tijdsdienst doen. Het voorbeeld van die computertechnicus is weer zo fantasievol vermassacreerd omdat het in het geheel niet in hun kraam te pas komt. En onze enthousiaste spreker heeft nog een passende ervaring.

    Pas op voor Saul, want die doe je de das om.

    Een ijverige broeder, op alle gebied, heeft na 18 jaren fulltime op Bethel gewerkt te hebben één steek laten vallen. Enfin, volgens de organisatie en het besturende lichaam, want Jehovah had dat juist geboden. Genesis 1:28. "Weest vruchtbaar en wordt tot velen". Wie ben ik om kritiek te hebben op de organisatie en het besturende lichaam. Bijbels gezien moest hij nu voor zijn gezin gaan zorgen, wat de organisatie en het besturende lichaam, ongeveer 18 jaar lang voor hem hadden gedaan. Iets wat zij niet meer doen wanneer er een kind in het gezin komt.

    En zoals je kunt lezen heeft die waarschijnlijk 32 jarige man een werkje gevonden dat alleen een Bethelwerker kan bezetten. Dit wil zeggen dat hij beter was dan al die universitaire wereldse gediplomeerde betweters.

    Heb je opgemerkt waarom hij beter was dan al die anderen? Dank zij de Theocratische Bediening School, allemaal met hoofdletters, anders telt het niet.

    Als ik het goed voor heb, dan is er geen enkele werkloze in de gehele organisatie, niet één.

    Omdat alle zeven miljoen leden, normaal toch, allemaal de Theocratische Bediening School voortdurend doorlopen.

    En de plaats die hij bezette was bijzonder interessant, hij besliste wie van die gediplomeerde, toekomstige wereldregeerders, aangenomen of ontslagen zouden worden. De echte reden was echter dat hij het "goed kon uitleggen en hoe je anderen kunt laten werken". Hij gebruikt het woord "omgaan". En dit met Jehovah's zegen. Dus zegt onze welbespraakte orator met veel meer woorden, een wonder!

    Hij zegt vervolgens dat Jehovah van het woord "onmogelijk" houdt. Hoe kan Jehovah nu houden van het woord "onmogelijk" vermits het niet eens in zijn "vocabulaire" staat.

     

    En nu, uiteindelijk krijgt de gehele vergadering de lang verwachte vrijgave van?? Ja, Hallelujah.

    Het geheime wapen, een wapen waar de Sauls en de Eliabs van vandaag, dus alle wereldse mensen, helemaal niets over hebben gehoord.

    Neen, daarmee mag je niet lachen want de Getuigen van Jehovah geloven dit allemaal, allée bijna de helft, de andere helft is weggegaan.

    Vervolgens zegt David Splane in naam van de organisatie en het besturende lichaam, dat wanneer je de koninkrijksbelangen de eerste plaats in je leven stelt, dan zal Jehovah in de noodzakelijke levensbehoeften voorzien.

    Dat klopt aan geen kanten, want God laat het regenen en de zon opgaan voor alle mensen. En het verschil in 'levensbehoeften' hangt af van de plaats en de omstandigheden waarin men leeft op het moment.

    Maar in werkelijkheid gaat deze inleiding rechtstreeks over het feit dat we moeten denken dat we niet in staat zijn om te pionieren. En dan gaat deze, misschien oprechte spreker er van uit, dat wij te veel dingen nodig hebben om te leven.

    En nu mijn leergierige lezer gaat Splane weer eens buiten zijn boekje. "Veel jonge echtparen zijn echt in het rood gegaan" (...) ze zijn soms € 20.000 of 30.000 schuldig aan de bank". Wat hij zegt is geen leugen, maar de suggestieve manier is zo subtiel dat het eerder misleiding moet genoemd worden. Er is een enorm groot verschil tussen "in het rood" staan en "geld schuldig zijn". Hij moet dat niet alleen weten, maar ook duidelijk het verschil aantonen. Mensen die geld lenen, zijn geld schuldig, maar staan daarom zeker nog niet in het rood.

    Diegenen die bijvoorbeeld voor een dak boven hun hoofd hebben geleend zijn absoluut niet verkeerd. De huishuren zijn op veel plaatsen zo uit de pan gerezen dat het verantwoord kan zijn om een eigen huis te willen bezitten.

    Om zijn eigen woorden te gebruiken: "Hoeveel hebben we nodig om gelukkig te zijn? Is het waar dat hoe meer we bezitten hoe gelukkiger we zijn".

    Hoeveel koninkrijkszalen zijn eigendom van de plaatselijke gemeente? Evenwel hebben de gemeenteleden alles uit hun eigen zak betaald.

    De aanhaling van Deuteronomium 2:7 is zuivere muggenzifterij en beïnvloeding, want zo gelukkig waren de Israëlieten niet. En Mozes mocht dan zeggen en schrijven "Jehovah uw God heeft u gezegend".

    En nu speelt de spreker mij in de kaart door de tekst van 1 Tim 6:8 waar Paulus zegt: “Wanneer we daarom voedsel,kleding en onderdak hebben, zullen we daarmee tevreden zijn”.

    Moet ik nu uitweiden over de vereiste van "onderdak" of ga je dat voor je zelf uitmaken? Of dit nu door middel van huur of afbetaling gebeurt is een privé-zaak.

    En telt tezelfdertijd de mensen maar eens die wel tevreden kunnen zijn met wat ze hebben.

    En terwijl je toch goed bezig, bent telt dan ook diegenen die lijden met wat zij NIET hebben aan levensbehoeften.

    TV nieuws sprak over minstens één miljard mensen die alleen nog maar honger lijden.

    De volgende vijand die onze "aanbiddelijke" spreker ten tonele voert is 'groepsdruk'

    De kwetsbare individuen zijn de jongeren.

    Hij beschrijft hun zwakke punten tijdens de tienerjaren maar dan in het algemeen, zeker niet alle jongeren hebben daar problemen mee. Maar zegt hij, en hij betrekt alle aanwezigen daar bij, "wij zijn Jehovah's volk";

    Daarmee zet hij alle anderen buiten spel, maar speelt in op het eigen belang en de eigendunk van alle luisteraars.

    Zijn vraag: hoe zullen we deze reus tegemoet treden? Is niet als vraag bedoeld, maar als een "inscherping", zoals ouders hun kinderen beginselen en normen inscherpen of inprenten.

    En Saul zou daar in het geheel niks over zeggen omdat hij onder geheel andere omstandigheden leefde, een andere omgeving en wetgeving.

    Hij, onze spreker legt gewoon zijn, of juister gezegd, de woorden van de organisatie en het besturende lichaam in Saul's mond. Het enige wat de organisatie en het besturende lichaam hiermee betrachten is dat iedere Getuige van Jehovah anders is door te gehoorzamen aan de organisatie en het besturende lichaam. En met gehoorzamen bedoel ik in alles wat zij suggereren, voorschrijven en zeggen, in alles en met hun interpretatie over 'alles'.

    En David, de zoon van Isaï, die zou ook niks zeggen. En weet je waarom niet? Omdat hij alleen voor zichzelf kan spreken. 40 dagen lang was Goliath het leger van Saul, Saul inbegrepen, aan het uitdagen en provoceren, en geen kat reageerde. David toonde moed en om te reageren moet je moed hebben.

    De ervaring van die jongere Jason is ook een persoonlijke ervaring.

    Deze manier waarop de organisatie en het besturende lichaam met hun suggestieve manieren onze jongeren dwingen hun collega's te benaderen en te behandelen, maakt eerder leugenaars van hen. In werkelijkheid zegt deze ervaring het duidelijk. 

    "Hij stond stil bij de verschillende.mogelijkheden die hij had. Hij kon gebaren dat hij een week lang ziek was. Een week thuis blijven van ‘t school. Hopend dat na een week de andere studenten het vergeten waren. Of hij zou een snor kunnen laten staan en naar Brazilië gaan en uitgaan van het standpunt dat niemand hem zou herkennen".

    Ik herhaal dat de beslissing die Jason nam een persoonlijke beslissing is.

    Daarbij kan en is er zelfs meer mogelijkheid dat hij beïnvloed is door vroegere "lezingen van dat soort", waardoor een persoonlijke beslissing, een beslissing is van de organisatie en het besturende lichaam.

    Het vervolg van de lezing is een vervolg dat je in alle religies en in alle organisaties, zelfs in naaikransjes zult meemaken.

    En dat David, de zoon van Isaï, gelijk had, is geen conclusie, maar een belachelijk maken van al die 'wereldse' jongeren. lees maar,

    "Je noemt dat een reus? Kijk eens hoe hij omvalt eenmaal dat je hem tegemoet treedt?”

    Ik zeg jullie jongeren, maar ook alle Getuigen van Jehovah, dat dit geen "Christelijk handelwijze" is.

    Manipuleren is ook wreedheid, of wil David Splane dat niet weten. Al de drogredenen die hij vervolgens opnoemt zijn een bewijs van zijn autoritair optreden.

    En het feit dat hij al die 'wereldse jongeren' lafaards en angsthazen noemt, is het toppunt van arrogantie, een misleide Hitler waardig.

    Zijn volgende woorden zijn erop gericht je een imago aan te meten van zelfzekerheid die niet voorvloeit uit wat wij van Jezus Christus kunnen leren. Jezus Christus trad onverschrokken in het strijdperk tegen "de priesters" en "Farizeeërs" en de "oudere mannen" die hem vals beschuldigden. En dat is helemaal iets anders, en dáár is moed voor nodig.

    Dat Jehovah's getuigen de gevechtslinie van de Almachtige God zouden uitmaken en die 'gevechtslinie' belachelijk zou maken, zou hen, zelfs niet in gedachte, de euvele moed mogen geven hun evennaaste als vijanden te bezien en te beledigen.

    In feite gebruikt de organisatie en het besturende lichaam niets anders dan een andere "terminologie" voor het woord "bokken" dat de verkondigers niet meer mogen gebruiken. En tot wat zetten zij die verkondigers nu aan?

    Met andere woorden gezegd: geef nooit een "wereldse" mens het overwicht, nooit gelijk, zelfs het voordeel van de twijfel is in het geheel niet nootzakelijk.

    Dat is zelfs zo ver en diep binnen gedrongen in de geest en het hart van het merendeel van de Getuigen van Jehovah dat die geest zelfs de gemeenten besmet heeft.

    De volgende ervaring van Wesley is geen ervaring die uitsluitend en alleen in de organisatie van Jehovah's getuigen plaats vindt. Voor de Getuigen van Jehovah klaarblijkelijk wel, want zij mogen praktisch geen andere lectuur lezen of het moet de drukperzen van de organisatie gepasseerd zijn. Zelfs het vervolg is gelijklopend met andere ervaringen bij andere religies. Ik kan zelfs mijn eigen ervaringen daar mee vergelijken, alhoewel niemand van mijn vroegere studies in Brooklyn bij de Bethelfamilie werkt. Maar ik heb verschillende gezinnen tot de opdracht en doop gebracht, waarvan de kinderen en kleinkinderen ondertussen volwassen getuigen van Jehovah zijn geworden.

    Dat blijkt zelfs een gevolg te zijn waarom jongeren op de vergaderingen aanwezig  zijn.

    Ook deze ervaringen zijn slechts een inleiding naar het komende relaas.

    Wij kunnen hierbij reeds opmerken dat het met de opleiding te maken heeft, dus met u 'ouders'.

    En hou je nu maar vast aan je bretellen.

    Hier komt de eerste schuldvraag: Als je zoon 12, 13 of 14 jaar oud is en nog geen 'niet-gedoopte' verkondiger is, kan je dan zeggen dat je hem echt goed opleidt?

    En alles wat je nu als excuus of zelfs als reden zult aanvoeren wordt direct uit je handen genomen door ZIJN woorden in jullie mond te leggen, "je zou 'misschien' kunnen zeggen", laat nog veel open voor wat je eventueel zou willen zeggen (...).

    Toch is dit nog niet eens het belangrijkste. Het belangrijkste is dat hij of zij nog geen "verkondigerskaart" op zijn of haar eigen naam heeft. Waar mijn beste lezer of lezeres staat dat in de Bijbel? Wanneer heeft Jezus Christus aan zijn discipelen verkondigerskaarten uitgeschreven?

    Ben je echt vergeten dat ook niet gedoopte verkondigers het aangroeicijfer vergroten, en daar gaat het om. Tezelfdertijd lig je visueel vast in het systeem, snappen jullie dat niet?

    Maar gij zijt er nog niet vanaf hoor.

    Als je zoon 14, 15 of 16 jaar is, is hij dan al gedoopt? En als hij nog niet gedoopt is, waarom is hij dan nog niet gedoopt.

    En onze 'inquisiteur' de 'gezalfde' broeder David Splane, vraagt aan jullie, ouders, met een zeemzoete stem, maar met een beschuldigende wijsvinger, "waar is de opleiding"?

    En opnieuw worden al jullie excuses en redenen met één zin, en welke een zin dan nog, van de tafel geveegd: "dat is erg, erg onverstandig".

    En voor ene keer moet ik hem gedeeltelijk gelijk geven. Dat is erg, erg onverstandig, van hem. Meer nog, want David Splane vertegenwoordigt de organisatie en het besturende lichaam en de 9986 andere 'belijdende gezalfden', die niks in de pap te brokken hebben.

    Je moet maar durven.

    Volgens mij, en volgens zijn ouderdom zou hij toch minder onverstandig moeten zijn.

    En waarom is het erg, erg onverstandig? Omdat er behoefte is aan dienaren. Precies of alle 18 jarigen er behoeften aan hebben om dienaar te worden.

    En weer worden de ouders op de korrel genomen en de trekker overgehaald. "Gedurende heel zijn tienerleeftijd heeft hij nooit geleerd om te streven naar voorrechten". Niet de onrechtvaardigheden van hun kant, maar de slechte opvoeding krijgt de schuld.

    Ik verwonder mij al lang niet meer dat er zovelen de organisatie verlaten.

    En als toetje krijgen de ouders nog een trap na. Alhoewel David Splane in het enkelvoud spreekt, gaat het over praktisch alle jongeren die niet streven naar een ambt, maar wel verkering willen. Of het nu om een werelds meisje gaat of een zwakke gedoopte zuster, en voila, het is een probleemkoppel.

    Ik vraag mij af of dit nog raad en onderwijs geven is? Het komt bij mij meer over als inmenging in privé-zaken door mensen die de kinderen van anderen als hun kinderen beschouwen.

    Erger nog, het zijn ouders die de problemen niet hebben kunnen voorkomen door hun gebrekkige  opleiding.

    De zin "Zie je de problemen die kunnen komen" en de zin "Hij wil alleen dat het met een vrije wil gebeurt en niet onder dwang".

    Heb Ik die beide zinnen in de lezing vetjes gezet.

    En wanneer de spreker David Splane nu zijn conclusies onder woorden brengt is het zowel in vragende als in beschuldigende vorm.

    Ik citeer: "Ouders, indien je die instelling hebt", ik vraag welke instelling, die hij je aangepraat heeft? En hoe weet hij dat je kinderen niet meer in de waarheid geïnteresseerd zullen zijn en vooral waarom dan niet.

    En dan of Jehovah alleen gewillige dienst wilt is uiteraard exact. En niet alleen van kinderen, maar van alle mensen. Met in achtneming van de omstandigheden en mogelijkheden.

    Er is een groot verschil tussen "moeten gehoorzamen" en "willen gehoorzamen".

    En het belangrijkste is niet de vraag: waarom moeten en waarom willen, maar de antwoorden!

    Nu komen er eens te meer twee voorbeelden, en welke?

    (wordt vervolgd)

    17-07-2009 om 22:32 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lezing van David Splane "Zou jij Sauls wapenrusting aan doen"?


    Zou jij Sauls wapenrusting aan doen?

     

    Saul, de zoon van Kis, de Koning van Israël was een zeer groot man. De bijbel vertelt dat hij vanaf zijn schouders groter was dan gelijk welke man in het huis van Israël.

    Eliab, de zoon van Isaï en een broer van David was ook een indrukwekkende persoon (1 Sam 16:6,7 en 17). Toen de Filistijnse reus Goliath uit Gath de legers van de Almachtige God hoonde, zou je gedacht hebben dat Saul of Eliab de uitdaging zouden hebben aangegaan. Er was geen twijfel over dat Goliath een vrees inboezemende man was. De bijbel vertelt dat hij ongeveer 3 meter groot was, een wapenrusting droeg van ongeveer 60 kg. De zwaarste wapenrusting thans bedraagt ongeveer 40 kg. En Goliath ging heen en weer voor de legers van Israël. Hij deed dat zo gedurende een periode van 40 dagen. Hij zei tot de Israëlieten:“Kies voor jezelf een man die met mij een gevecht aan kan”.  Als gij mij verslaat worden wij uw dienaren, maar als ik hem aankan en hem neersla worden jullie mijn dienaren. Dit duurde zo een hele tijd. 

    1 Sam.17: 8,9. 

    David was een jonge schaapherder. Toen was hij waarschijnlijk nog een tiener. Je moest minstens 20 jaar oud zijn om in het leger ingelijfd te worden. Indien hij 20 jaar was dan zou hij zonder twijfel in het leger ingelijfd zijn geweest. Maar David hoorde wat Goliath tegen de Israëlieten zei. Hij zei: “wie is deze onbesneden man dat hij de dienstknechten van de Almachtige zou honen?”1 Sam 17: 26. Maar de Israëlieten antwoordden:“Sshhhhhtttt!!! Hij kan je horen.” Maar David liet zich niet ontmoedigen. Hij was gekrenkt dat deze man de legers van de Israëlieten hoonde En hij antwoordde:“ik zal de uitdaging aangaan”. Saul was niet ingenomen met wat David voorstelde. Hij antwoordde David:“Je bent niet in staat om het tegen hem op te nemen. Want jij bent maar een jongen en hij is sinds zijn jeugd een soldaat”. Maar David.drong aan en niemand anders bood zich aan als vrijwilliger en uiteindelijk aanvaardde Saul het voorstel. In 1 Sam. 17:38 merken we op dat Saul David wou helpen want hij dacht dat David ermee geholpen zou zijn.

    Heb je dit opgemerkt? Saul trok hem zijn kleren aan. Hij zette een koperen helm op Davids hoofd.

    Saul, de zoon van Kis, koning van Israël, die van zijn schouders af groter was dan iedere man van Israël, plaatste zijn helm op Davids hoofd. Die moet ongetwijfeld tot op zijn schouders zijn gezakt. Maar nadien probeerde hij ook nog om zijn maliënkolder aan te trekken. Heb je dit opgemerkt? Maar David was maar een jongen en Saul was meer dan 40 jaar. Je kon twee Davids in de wapenrusting steken. Niet te verwonderen wat we lezen in vers 39.

    David kon de wapenrusting niet dragen. Maar dat wil niet zeggen dat hij niet in staat was om de confrontatie aan te gaan met de reus. Zie het vers 40 Het verslag zegt dat hij 5 gladde stenen uitkoos. En hij nam een slinger in zijn hand, en hij trad op de Filistijn toe. Dat lijkt wel heel onpraktisch om te doen en heel gewoontjes. Niet modern en onrealistisch, absoluut niet gesofisticeerd. Wie gaat nu een gevecht aan met een reus met alleen maar een slinger? Maar was dat het enige wat hij tot zijn beschikking had? Alleen 5 gladde stenen en een slinger? O neen, David had een geheim wapen. Dit was iets waar Saul en Eliab nog nooit over hadden gehoord. Toen hij in het gericht ging met Goliath onthulde hij wat dat geheim wapen was. Hij zei “ Gij komt tot mij met een zwaard en een speer en met een werpspies, maar ik kom tot u in de naam van Jehovah der legerscharen.” Ja, Jehovah was Davids geheime wapen.

    Waarom bespreken wij dit verslag over David en Goliath? Omdat wij allemaal met reuzen worden geconfronteerd. Met problemen die we moeten overwinnen. Sommige kunnen overkomen als een reus en zijn te vergelijken als met een confrontatie die we moeten aangaan met zo’n reus als Goliath  De vraag is: hoe zullen we onze problemen proberen op te lossen? De wereld biedt wel oplossingen aan.Ze zien er realistisch uit, ze lijken praktisch, goed en haalbaar.

    Zo een beetje te vergelijken met het aandoen van een wapenrusting als je een reus moet bekampen. Maar ook Jehovah reikt oplossingen voor onze problemen aan. Het kan zijn dat als we die oplossingen die Jehovah aanreikt bekijken dat we denken: “dat zal niet werken, dat is niet realistisch”. Een beetje te vergelijken met een reus bekampen met enkel 5 gladde stenen en een slinger. De uitdaging waarmee we dus geconfronteerd worden als we met problemen te maken hebben, wiens raad zullen we opvolgen? Die van Saul of die van David? Zullen we de wapenrusting van Saul aantrekken? Wat bedoelen we eigenlijk met deze wapenrusting van Saul? Voor het doel van deze toespraak? Sauls wapenrusting is hier te vergelijken met de manier van denken die de wereld aanreikt om problemen op te lossen. Die oplossingen kunnen erg realistisch en praktisch lijken. Terwijl de oplossingen die Jehovah ons aanreikt geestelijk moeten bekeken worden. Met welk soort van reuzen worden wij geconfronteerd?

     

    Economisch stelsel

    Wat valt er te zeggen over het economisch stelsel van deze wereld?

    Wat zou Saul hierover te zeggen hebben? Hij zou zeggen: “het is moeilijk om aan de kost te komen vandaag. Als je een zoon of een dochter hebt, dan moet je ze goed voorbereiden om hen te helpen aan de kost te komen in deze wereld.” Saul voegt misschien toe: “Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen pionieren. Maar met pionieren zul je echter de rekeningen niet betalen. Je hebt geld nodig in dit samenstel van dingen om te leven. Als je afstudeert van het middelbaar onderwijs, kun je beter maar naar de universiteit gaan.”

    Maar een jongere zou vragen: “Maar Saul, en de volle tijdsdienst dan?” Saul antwoordt misschien: “dit is helemaal niet praktisch”. Hij zou kunnen zeggen: “veronderstel dat je na je middelbaar onderwijs met pionieren begint en dat doe je gedurende 5, 10 of 15 jaar. Je trouwt ondertussen. En daarbij verwacht je vrouw een kindje. Nu moet je een voltijdse betrekking gaan zoeken. Wie zal je in dienst nemen?

    Het is onmogelijk om thans een job te vinden zonder universitaire opleiding. En daar sta je dan, niet in staat je gezin te onderhouden?”

    Sauls raad lijkt misschien wel praktisch. Maar zou dit een kwestie zijn om de vijand tegemoet te treden met Sauls wapenrusting? Tegenwoordig in de V.S. gaan velen naar de universiteit en sommigen studeren 4, 5 of 6 jaar . Een man die van de universiteit kwam en werk zocht zei: “waar zijn al die goede betrekkingen? Ze hebben me gezegd dat als ik van de universiteit kom ik een goede job zou krijgen”. Ha! Maar ze vertelden dat ook aan iedereen dat ze ook een goede betrekking zouden krijgen. Iedereen volgde dezelfde opleiding. En nu schuiven wel 50 à 100 mensen aan om dezelfde job te kunnen krijgen. Sommigen in de V.S. hebben hun aanbevelingsbrieven weggedaan. Omdat sommige werkgevers vinden dat je geen werk kunt krijgen met zo’n hoge diploma’s. Sommigen die een universitaire opleiding hebben gehad, werken thans als kelner in een restaurant en vragen aan de klanten nu of ze ‘biefstuk friet’ willen hebben. Zo, hoe waardevol was die raad in werkelijkheid?

    Wat valt er te zeggen over Sauls zienswijze? Stel je voor dat je 5, 10 of 15 jaar pioniert! En dan moet je plots werk vinden. Wel, zal Jehovah niet in staat zijn om voor me een betrekking te helpen vinden?

    Denk hier eens over na. Wat zegt de bijbel hierover? “God is niet onrechtvaardig dat hij vergeet wat je voor hem hebt getoond. Dat betekent dat het vanuit Jehovah’s zienswijze onrechtvaardig zou zijn om één van zijn dienstknechten te vergeten. Jehovah gelijkt niet op de wereldse werkgevers. Sommige werkgevers proberen in te krimpen. Misschien kiezen ze iemand uit die al 15, 18 of 20 jaar voor de firma heeft gewerkt. En ze ontslaan hem en nemen iemand nieuw aan met minder ervaring. Die moet je ook minder betalen. Er zijn zelfs boeken geschreven over‘hoe je mensen moet ontslaan. Bijvoorbeeld: één van die aanbevelingen is: “nodig hem uit in jouw bureau. Als ze in jouw bureau komen, kom je er niet van af.” Na zoveel jaren getrouw te hebben gewerkt, krijgen ze soms één uur de tijd om alles op te ruimen en twee veiligheidsmensen begeleiden hem naar de uitgang. Dat is het ‘dank u wel’ voor 20 jaar dienst.

    Vergelijkt dat nu eens met het dienen van Jehovah. Als ik Jehovah 20 jaar getrouw dien, dan zullen er  geen veiligheidsmensen naar me toe komen die ingehuurd zijn om me buiten te zetten. Jehovah. zal jouw werk niet vergeten. Dat is wat de bijbel belooft. Saul antwoordt misschien: “Dat klinkt mooi.  Maar eerst zou je naar de universiteit kunnen gaan en dan volle tijddienst doen.” Is dat altijd praktisch? Je hebt er bijvoorbeeld computer technologie gestudeerd en dan ga je pionieren en misschien ga je naar Bethel. Daar word je echter toegewezen om in de keuken te werken. En dat heeft niets met computers te maken. Veronderstel dat ik daar 5, 10 of 15 jaar werk? Dan verlaat ik Bethel. Nu moet je in je eigen levensonderhoud voorzien. Wat zal je met al je computer technologie dan nog uithalen?

    Misschien ben je dan in staat om les te geven in de oude geschiedenis van de computertechniek. Die techniek verandert zo snel, als je niet up to date blijft, je achterop geraakt.

    Ik sprak vorig jaar met een broeder die 18 jaar op Bethel had gediend. Na zijn middelbare school was hij direct naar Bethel gegaan. Gedurende die 18 jaar dat hij daar was, huwde hij. Waarom verliet hij Bethel? Omdat zijn vrouw zwanger.

    van middelbaar onderwijs. Hij moest nu in de wereld een volle tijd betrekking vinden. Hij zei tegen me: “Ik heb er een gevonden”. “Weet je waar ik werk? Bij een firma die alleen universitair afgestudeerden in dienst neemt?” Ik vroeg: “hoe is dat mogelijk? Jij enkel met je middelbaar onderwijs?” “Ze hebben voor mij een uitzondering gemaakt. Er waren twee vereisten waar je moest aan voldoen om het werk te krijgen. Je moest goed kunnen praten en weten hoe je met anderen moet omgaan. Wel op de Theocratische Bediening School heb ik geleerd hoe te spreken. En ik heb omgegaan met mensen terwijl ik op Bethel diende. De organisatie heeft me de opleiding gegeven voor de hoedanigheden die ik nodig had voor deze betrekking” .Hij zei “ Wil je weten wat ik op mijn werk doe? Weet je wat ik moet doen? Ik ben op een plaats om de universitair afgestudeerden aan te nemen of te ontslaan.” Hield Jehovah zijn belofte jegens deze broeder?

    Nadat hij Jehovah 18 jaar had gediend, vergat Jehovah hem? Neen, helemaal niet. En alhoewel het onmogelijk was een betrekking te vinden in dat bedrijf zonder universitair diploma, was Jehovah in staat om onmogelijke dingen

    mogelijk te maken. Jij zegt aan Jehovah wat onmogelijk is en hij zal jou tonen wat mogelijk is. Jehovah houdt van het woord ‘onmogelijk’. Bij God zijn alle dingen mogelijk! Je hoeft je helemaal niet bezorgd te maken. Vanuit werelds standpunt kan het dan wel lijken dat we helemaal niet goed uitgerust zijn om de economische reus het hoofd te bieden. Wie treedt in het gericht met het economische systeem met een wereldse opleiding? Wij beschikken over een geheim wapen.

    Een wapen waar de Sauls en de Eliabs van vandaag helemaal niets over hebben gehoord. Als Jehovah de hemelen en de aarde kan scheppen, kan hij ongetwijfeld in staat zijn een betrekking te vinden voor je als je er een nodig hebt. Als je de koninkrijksbelangen de eerste plaats in je leven stelt, zal Jehovah in de noodzakelijke behoeften van het leven voorzien. Hier is soms een uitdaging. Op welk niveau? Met andere woorden, Jehovah weet wel dat er bepaalde dingen zijn die ik nodig heb om te kunnen leven. Het punt is dat Jehovah’s zienswijze met betrekking tot wat de noodzakelijke levensbehoeften zijn én onze zienswijze, heel verschillend kunnen zijn. Het kan zijn dat we denken dat we niet in staat zijn om te pionieren. Omdat we uitgaan van het standpunt dat er te veel dingen zijn die we nodig hebben om te kunnen leven. Heel veel jonge echtparen zijn echt in het rood gegaan met hun kredietkaart. Ze zijn soms 20.000 of 30.000 euro schuldig aan de bank, terwijl ze nog niet eens 25 jaar oud zijn. Hoeveel van die dingen hebben we echt nodig? Hoeveel hebben we nodig om gelukkig te zijn? Is het waar dat hoe meer we bezitten hoe gelukkiger we zijn? Het is echt interessant Jehovah’s zienswijze te krijgen m.b.t. wat we echt nodig hebben. Lees eens met mij: “Deuteronomium 2:7 Want Jehovah, uw God, heeft u gezegend in al het werk van uw hand. Uw trekken door deze grote wildernis is hem heel goed bekend. Deze veertig jaar is Jehovah, uw God, met u geweest. Het heeft u aan niets ontbroken Deze woorden wil ik benadrukken: “Jehovah uw God heeft u gezegend”, “hij is met u geweest”, “het heeft u aan niets ontbroken”. Wat aten de Israëlieten gedurende 40 jaar in de wildernis? Als ontbijt, manna, voor lunch, manna, voor ‘t avondmaal nog eens manna. En als ze nog een kleinigheid wilden voordat ze naar bed gingen, weer manna. Ze aten gedurende 40 jaar altijd hetzelfde. En toch zei Mozes: “Jehovah uw God heeft u gezegend.” Misschien is uw lievelingsmaaltijd‘biefstuk friet’ en je moet het gedurende een maand lang eten. s’Morgens, ‘s middags en ‘s avonds. Maar zou je het gedurende 40 jaar willen eten? En als je vrouw dan deze maaltijd bereidt, zou je dan zeggen “Jehovah God heeft me gezegend?” Wat we nodig hebben is heel eenvoudig. In 1 Tim 6:8 zegt Paulus daar: “Wanneer we daarom voedsel,kleding en onderdak hebben, zullen we daarmee tevreden zijn.”

    De sleutel is derhalve tevreden te zijn met wat we hebben en niet telkens meer en meer en meer te willen. Dat brengt immers geen tevredenheid met zich. Laten we een tweede vijand bekijken, een reus waar jonge mensen mee worden geconfronteerd.


    Groepsdruk

    Jonge mensen zijn heel gevoelig. Als ze tieners zijn, voelen ze zich niet altijd gemakkelijk in hun lichaam. Een beetje verlegen. Ze willen niet graag uitspringen als anders zijnd en zeker willen ze niet worden uitgelachen Maar wij zijn Jehovah’s volk. Mensen zullen zien dat we verschillend zijn. Hoe zullen we deze reus tegemoet treden?

    Wat zou Saul hierover te zeggen hebben: “Je moet anderen helemaal niet vertellen dat je een

    getuige van Jehovah bent. Je kunt je kleden zoals

    iedereen, spreken als zij. En veel van de dingen die de andere jongeren doen ook doen Misschien zal niemand weten dat je een getuige bent. Misschien kun je wel je hele schoolperiode doorlopen zonder dat iemand weet dat je een getuige bent?”

    Dat is wat Saul zou zeggen. Wat zou David zeggen? David zou zeggen: “jij bang van hen?” “Maar zij honen Jehovah’s volk. Ze weten helemaal niet waarover ze spreken! Waarom zou jij benauwd zijn voor deze jongeren?” Wiens raad zou je te harte nemen?.David zou zeggen: “raap al je moed bij elkaar. Confronteer jezelf met de reus.”

     

    Een jongere, Jason genaamd besloot dat te doen. Op een zaterdagmorgen werkte hij van deur tot deur. Hij belde ergens aan, had een Ontwaakt en Wachttoren in zijn hand. Wie opende de deur? Monica, het populairste meisje van de klas maar ook het meest praatzieke. Monica zag wat hij in zijn handen had. Ze zag zijn tijdschriften. Hij wist dat maandag iedereen op school zou weten wat hij had gedaan gedurende het weekend. Hij stond stil bij de verschillende.mogelijkheden die hij had. Hij kon gebaren dat hij een week lang ziek was. Een week thuis blijven van ‘t school. Hopend dat na een week de andere studenten het vergeten waren. Of hij zou een snor kunnen laten staan en naar Brazilië gaan en uitgaan van het standpunt dat niemand hem zou herkennen.

    Of hij zou de reus tegemoet kunnen treden en standvastig blijven. Dit besloot hij te doen. Gedurende het weekend dacht hij na over de vraag: “wat zullen de klasgenoten allemaal zeggen op maandag?” Dan bereidde hij zijn antwoord voort. En ja, een klasgenoot kwam naar hem toe. En zei: “Wel, (spottend) Jason, Monica zei dat je zaterdag bij haar aan de deur stond met de Wachttoren?” En bliksemsnel zei Jason wat hij had overdacht in het weekend. Hij zei: “Dat is inderdaad zo, maar weet je, ik waardeer niet de toon waarop je dat zegt. Hij zei: “volgende zaterdag om 10 uur zal ik bij jou aan de deur staan. Ik zal de Wachttoren mee hebben en je kunt zorgen dat je thuis bent.” Ik ben er zeker van dat die jongen de volgende zaterdag zo bevreesd was dat hij zorgde dat de deuren gesloten waren en de ramen geblindeerd waren, ingeval Jason zou langskomen.

    David had gelijk. “Je noemt dat een reus? Kijk eens hoe hij omvalt eenmaal dat je hem tegemoet treedt?”

    Jongeren, dit is wat jullie dienen te beseffen. Jonge mensen op school kunnen wreed zijn. Als zij denken dat je je op je ongemak zult voelen, dan zullen ze je namen geven Ze zullen je uitlachen en alles uitproberen om het je maar ongemakkelijk te maken, omdat ze lafaards zijn. Als je opstaat en hen tegemoet treedt en als je hen een goed antwoord weet te geven zullen ze angstig weglopen. Sta ze dus niet toe in het voordeel ten opzichte van jou te zijn. Je moet in feite trots zijn op het feit dat je één van Jehovah’s .getuigen bent Zij maken immers de gevechtslinie van de Almachtige God belachelijk. Eigenlijk brengen zij zichzelf in een zeer zeer moeilijke positie

    Een jong zusje van ons, Lesley die 12 jaar oud was, besloot om op school niet langer een slachtoffer te zijn. Ze was altijd een beetje onzeker van zichzelf, en telkens ze met het nieuwe schooljaar naar een nieuwe klas ging had ze een beetje schrik om te zien wanneer de klasgenootjes zouden uitvinden dat ze een getuige van Jehovah was. Een keer, op de eerste dag van school besloot Lesley daar een eind aan te maken. Ze besloot zelf naar de leerkracht toe te stappen en te zeggen dat ze een getuige van Jehovah was vooraleer de leerkracht er zelf achter zou komen. Onmiddellijk na de les ging ze naar Doris, haar lerares en vroeg haar: “heeft iemand u al gezegd dat ik een getuige van Jehovah ben?” “Ja, inderdaad” zei ze. “Oh maar dat is goed en hebt u soms vragen?” “Ja” zei Doris. “Ik heb vragen. Je kunt naar mij thuis toe komen en mijn vragen beantwoorden. Echter op één voorwaarde: je moet alleen komen, geen volwassenen meenemen”.

    Dit is precies wat Wesley deed. Een heel jaar lang studeerde ze alleen met haar lerares, Doris. Een tijdje geleden sprak ik met Doris. In feite zie ik haar geregeld. Ze is geen lerares meer, maar een lid van de Brooklyn Bethelfamilie. Ik vroeg Doris: “heeft deze ervaring nog een vervolg?” “Ja,” zei ze: “Lesley en haar broers waren zo enthousiast wanneer ik gedoopt werd, dat ze besloten met elke volwassene in de school over het goede nieuws te praten. En het  resultaat is dat in die school drie leraars en twee secretarissen de waarheid aanvaardden.” Dit allemaal als gevolg van een 12-jarig meisje dat de moed had om te vragen: “hebt u vragen over Jehovah’s  getuigen?”

    Jason en Lesley zijn eigenlijk heel erg gewoon. Wat heeft hen in staat gesteld om dit te kunnen volbrengen? Goede opleiding thuis. Zo, we zouden de ouders kunnen vragen: “hoe staat het met de opleiding die je aan je kinderen geeft?” Als je zoon 12, 13 of 14 jaar oud is en nog geen

    niet-gedoopte verkondiger is, kan je zeggen dat je hem echt goed opleidt? Wel, je zou misschien

    kunnen zeggen: “hij vergezelt ons toch in de dienst?”  Ja, maar als hij nog geen niet-gedoopte verkondiger is, dan is hij zelf nog niet in het beeld gekomen. Hij zou twee of drie zaterdagen achtereen niet in de dienst kunnen gaan en het zou geen verschil maken want er is nog geen verkondigerskaart op zijn naam. De vraag is derhalve: als de kinderen de tienerleeftijd naderen en ze zijn nog geen niet-gedoopte verkondiger waar is dan de opleiding die je hen geeft? En als je zoon 14, 15 of 16 jaar oud is, is hij dan al gedoopt, en zo niet, waarom niet?  Waar is de opleiding?

    Sommigen zeggen: “hij is te jong Het is beter dat je wacht totdat je je middelbaar onderwijs hebt voltooid Dan kun je aan de doop denken.” Dat is erg erg onverstandig Maar denk daar eens over na. In vele gemeenten bestaat er een behoefte aan dienaren in de bediening. Als je een 18 jarige hebt maar hij is nog niet gedoopt, dan komt hij niet in aanmerking voor deze dienstvoorrechten. Is het niet? Gedurende heel zijn tienerleeftijd heeft hij nooit geleerd om te streven naar voorrechten. Hier is een ander probleem Die 18-jarige van u kan denken dat hij te jong is om gedoopt te worden, maar hij zal heus nooit denken dat hij te jong is om afspraakjes te maken.

    Daar heb je dan een 18 jarige ongedoopte jongere die verkering wil hebben. Met wie zal hij verkering willen? Een werelds meisje op school? Of een ander ongedoopt meisje? Want als zij gedoopt is, is ze misschien geestelijk zwak, want als zij gedoopt is, dan zal zij geen verkering moeten beginnen met deze niet-gedoopte verkondiger.

    Zie je de problemen die kunnen komen? En veronderstel dat je zoon dan verliefd wordt op een werelds meisje? Hoe zul je je dan voelen als hij met haar wil trouwen?

    Zo broeders, het heeft echt nut je jonge mensen vroeg op te leiden in Jehovah’s dienst. Sommige ouders zeggen: “ik wil ze helemaal niet dwingen om in de dienst te gaan of naar de vergaderingen als ze dat zelf niet willen. Als ze op zaterdagmorgen bijv.vermoeid zijn en ze raken niet uit bed, dan wil ik ze niet dwingen om mee te gaan in de velddienst. Of als ze huiswerk hebben wanneer er boekstudie-avond of de Theocratische School is, dan is het beter eerst hun huiswerk te doen i.p.v. naar de vergaderingen te gaan. School is immers belangrijk. En eenmaal afgestudeerd hebben ze alle tijd om erover na te denken om Jehovah te dienen. En daarbij, als ik ze dwing om in dienst te gaan, wel daar houdt Jehovah niet van.

    Hij wil alleen dat het met een vrije wil gebeurt en niet onder dwang.”

    Ouders, indien je die instelling hebt, waarom denk je dat je zoon of dochter nog in de waarheid geïnteresseerd zal zijn? Wat valt er over te zeggen dat Jehovah alleen gewillige dienst wilt of dat we niet moeten aandringen om naar de vergadering te gaan?

    Twee voorbeelden, waarvan één een bijbels.

    Je kent het verhaal van Jona. Tegen Jona zei Jehovah: “ga naar Ninevé!” Jona wilde niet naar Ninevé. De Ninevieten hadden de slechte gewoonte, als ze iemand niet waardeerden, dan sneden ze zijn oren af. Hij hechte heel veel waarde aan zijn oren. Hij wou ze niet kwijt Hij draaide zich om en ging de andere kant op. Je kent het verhaal. Er was een grote storm en hij werd in de zee geworpen. En hij bracht 3 dagen door in de buik van de vis. Wanneer hij uiteindelijk uitgebraakt werd wat zei Jehovah tegen hem? Zei Jehovah dan: “Ik geloof niet in dwingen om iets te doen waar je geen zin in hebt? Jona wil niet naar Ninevé, en daar is de profeet Amos. Ik ga eens kijken of Amos bereid is die toewijzing om naar Ninevé te aanvaarden? Misschien wil hij wel gaan?” Neen neen, hij zei: “Sta op en ga naar Ninevé!” De Ninevieten waren nog niet veranderd. Ze sneden nog altijd de oren af. Denk je echt dat Jona in zijn handen wreef en zei: “Wauw! Ik kan niet meer wachten om naar Ninevé te gaan?” De enige reden waarom hij nu naar Ninevé ging, was dat hij geen tweede keer meer in die vis wilde zijn! Maar zegende Jehovah.zijn bediening? Hij predikte 40 dagen in Ninevé en hij startte 120.000 bijbelstudies. In een periode van slechts40 dagen!! 120.000 Ninevieten kwamen tot berouw en vielen op hun knieën. Ze brachten Jehovah lof. Hoeveel studies zou hij gestart zijn indien hij in Israël zou gebleven zijn? In Israël kon je 40 jaar lang prediken en geen enkele studie oprichten. Omdat Jehovah wist wat nodig was en hij verwachtte van Jona dat hij zich zou schikken.

     

    Nu het tweede voorbeeld:

    De zomer nadert. Veronderstel dat je zoon gedurende de zomer gaat werken en je zoon Jan werkt bij de Mc Donalds. De eerste dag wanneer hij moet gaan werken, kom je in de kamer van je zoon en je zegt: “Jan, opstaan! Tijd om naar je werk te gaan!” En Jan opent een oog en zegt: “Oh mamma, ik ben te moe, ik ga niet vandaag.” Wat zou je dan doen? Zou je naar de beheerder van de Mc Donalds bellen en zeggen: “bij ons thuis is het de gewoonte dat we onze kinderen niet dwingen iets te doen waar ze geen zin in hebben. Nu, Jan heeft helemaal geen zin vandaag om hamburgers voor jou te maken.  Zo, zijn vader en ik zullen proberen zijn hart te bereiken en we zijn er zeker van dat tussen nu en het eind van de maand hij gemotiveerd zal zijn om te komen naar zijn werk.  Je zult toch zijn plaatsje vrijhouden, hé? 

    Denk je dat hij nog zijn werk zal behouden?

    Je zou eerder tegen je zoon zeggen: “Je moet eens goed luisteren:’er zijn nu eenmaal dingen in het leven die moeten gebeuren, zelfs als we het niet graag doen. Sta op en kleed je aan” zul je zeggen.  “Je gaat vandaag gaan werken.” Je zult waarschijnlijk tegen jezelf zeggen: “ik verdien een pluim. Ik ben een goede ouder.”Broeders, als je dit zou doen voor een Big Mac? Zou je het dan ook niet doen voor iets wat echt belangrijk is, voor Jehovah?

    Een tijdje geleden sprak ik met een broeder. Die had 8 kinderen De 20-jarige was een pionier, de 19 jarige eveneens, de 18 jarige keek er naar uit om te beginnen De 17 jarige eveneens. Maar ik keek naar die 16 jarige en hij had geen goede houding. Hij nam de waarheid niet “au serieux”. Ik maakte me zorgen om hem We waren in de reizende dienst op dat ogenblik en wij gingen weg uit de gemeente, maar na zes maanden kwamen we terug. Toen we terugkwamen was die jongen van16, ondertussen nu 17 geworden en hij maakte zich nuttig in de zaal en hij bediende nu de microfoon tijdens de vergadering en zijn koninkrijksdienst was onderlijnd en voorbereid. Ik was benieuwd. Ik vroeg hem mee te komen in de dienst op zaterdagochtend. Ik zei: “jij en ik, we weten beiden hoe je was zes maanden geleden. Wat heeft je vader gedaan?” Hij lachte en zei: “Ik had geen goede instelling, zes maanden geleden. Op een dag vroegen mijn ouders me eens rustig te gaan zitten en ze zeiden: ‘We merken op dat je de dingen niet doet zoals de andere kinderen.ze doen. Je beleeft de waarheid niet op dezelfde manier zoals de anderen het doen. Iets moet je weten: we houden te veel van jou om je toe te laten dat je de waarheid zou verlaten. Dit zal niet gebeuren.’ Ik werd me ervan bewust dat ik geen keus had. Ik schikte me naar de anderen.” Ik zag diezelfde jongen twee jaar later. Hij is getrouwd nu. Staat met zijn vrouw samen in de pioniersdienst. Hij is heel echt dankbaar dat zijn ouders zo met hem gesproken hadden.

    We zullen het nu nog hebben over twee andere reuzen:


    Negatieve publiciteit

    Het gebeurt dat de media,T.V., radio, de kranten verschrikkelijke berichten doorgeven over ons. Er is iets vreemds met deze berichten. Wereldse mensen lezen ze, maar vergeten ze heel snel, maar het is vaak Jehovah’s volk dat er het meest last van heeft. Het gebeurt wel eens dat sommigen naar Bethel bellen of schrijven en vragen: “Is dat écht waar wat in de krant staat? Het moet wel waar zijn, want het staat in de krant?”

    Soms zijn onze broeders meer van streek door die berichten dan mensen van de wereld. De duivel spreekt al 6000 jaar leugens. We moeten dan ook niet verbaasd zijn dat er heel wat leugenachtige verslagen in staan. Hoe zullen we daar mee omgaan? Wat voor raad zou Saul geven?

    “Wel” zou hij zeggen: ”iets begrijp ik niet.”

    Hij antwoordt misschien: “Er is iets dat mensen niet begrijpen over Jehovah’s getuigen.

    De kwestie van ‘uitsluiting’”.

    Zo, misschien kunnen we dat onderwerp wat meer gaan uitdiepen. Is dat echt zo? Door die grondige studie merken we dat uitsluiting niet noodzakelijk is. En als we de regeling van uitsluiting zouden afschaffen zouden de mensen ons dan liever zien? Hoe lang hebben we deze regeling van uitsluiting al? Eigenlijk, pas sedert 1952. En wat valt er te zeggen over de tijd daarvoor? Tot op die tijd moeten de mensen toch wel van ons hebben gehouden? Niet? Wel neen, zie je, want er was nog een kleinigheid die ze toen niet goed begrepen?

    De kwestie van bloedtransfusie.

    Mensen begrijpen dat niet. Misschien kunnen we dat onderwerp ook beter bestuderen. En misschien merken we uiteindelijk wel dat we bloedtransfusies kunnen aanvaarden. Eenmaal dat we mensen niet meer uitsluiten en

    bloedtransfusies aanvaarden, dan zullen ze misschien van ons houden? Hoe lang worden

    bloedtransfusies al gebruikt? Sinds 1945. En wat valt er te zeggen over de periode daarvoor?

    Toen hielden ze ook niet van ons. Want we gingen toen niet naar de oorlog. Als we nu een lichtflits zouden krijgen waardoor we zouden zien dat we ook naar het leger kunnen gaan? Dan zouden ze van ons houden. Wanneer werd de zienswijze met betrekking tot neutraliteit uitgelegd? In 1938. En voordien hield iedereen toen van ons? Neen, want met dat van deur- tot- deur- gaan, jullie vallen mensen lastig! Hoe lang gaan we al van deur tot deur? Sedert 1920. En wat over de tijd daarvoor? Heb je het vast? Het feit dat de wereld ons haat heeft niets met onze geloofsovertuiging te maken. De wereld haat ons omdat de god van deze wereld ons haat. En dat gevoel is wederzijds. Dat zal ook nooit veranderen. De grote kloof die er tussen ons en de wereld is, is door God ingesteld. Het is Jehovah die zegt dat er “vijandschap zou zijn tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad.” Zo, er is niets wat wij kunnen doen aan dat geschil. Dus, je zou kunnen zeggen: “mensen vervolgen ons omdat ze ons niet verstaan.” En dat kan soms inderdaad zo zijn, maar de duivel begrijpt ons absoluut niet verkeerd. En de duivel moeten we tegemoet treden. De duivel komt heel erg overeen met de klasgenoten. De bijbel zegt: “Neem een krachtig standpunt jegens hem in.”1 Petrus 5:9 Met andere woorden, we moeten een krachtig standpunt innemen voor wat juist is. De duivel moet begrijpen dat hij niets kan doen om ons weg te trekken van Jehovah God.

     

    Nog een vijand. Onze ergste vijand! Nog een reus. Wie denk je dat het is? Het meest indrukwekkende?

    Wijzelf

    Soms hebben we spijt van de manier waarop we opgegroeid zijn of van de dingen die gebeurd zijn in onze jeugd. Misschien hadden we een broer en een zus die liever gezien werden dan wijzelf? De ouders zullen dit ontkennen. Moeder zal zeggen: “neen, neen, neen, je hebt helemaal geen gelijk, ik hield van jou evenveel!” Jij weet dat je broertje het lievelingetje was. Dat kan er toe leiden dat je het gevoel hebt dat je je niet bemind voelt, dat je niets goeds kunt doen.

    Misschien hebben je ouders op een of andere manier daartoe bijgedragen? Ze lieten je misschien in de steek? Je dacht hen te behagen door de garage helemaal te kuisen en toen ze thuis kwamen wilde je hen trots de garage tonen? Maar de reactie was “waarom ook niet het huis geschilderd?” Met andere woorden, ze zijn nooit tevreden. Je kon nooit genoeg doen. Soms gebeurt het dat je opgroeit en ze een tekort aan zelfrespect hebben en als het slecht gaat, dan zeggen ze: “ik deug niet.” “Ik zal nooit iets tot stand brengen. Ik zal toch in Armageddon vernietigd worden. Jehovah wil me niet in zijn nieuwe wereld! Waarom moet ik het dan proberen?”

    In de eerste plaats, wat is er verkeerd met deze redenatie? We bekritiseren onszelf, we beschuldigen onszelf. We zeggen tegen onszelf dat we niet deugen. Maar wij zijn de schepping van Jehovah en Jehovah heeft ons naar zijn organisatie getrokken. Hij trekt geen waardeloze mensen naar zich toe. De bijbel zegt dat Satan de beschuldiger is van onze broeders. Hij beschuldigt ze dag en nacht voor onze God.En ook voor Gods troon. Als jij jezelf beschuldigt, dan doe je het werk van de duivel door zo te redeneren. Sommige bijbelse figuren hadden een verschrikkelijke jeugd. Koning Achaz was 11 jaar oud toen hem een kind,Hizkia werd geboren. Welke goede opleiding kun je aan je zoon dan geven op zo’n leeftijd? Koning Achaz offerde een van zijn zonen op door hem levend in het vuur aan Molech te schenken. Wat zou jij ervan vinden indien je vader je oudere broer zou offeren aan een valse god in het vuur?

    Hizkia had zeker en vast geen erg mooie jeugd. Maar hij koos wel erg bewust om de dingen niet te doen zoals zijn vader. Ook jij kunt besluiten niet zoals je ouders te zijn indien zij niet het

    goede voorbeeld hebben gegeven

    Hoe? Hoe is dat mogelijk?
    Jij hebt een geheim wapen ter beschikking. De Sauls en Eliabs van deze wereld weten het niet. Jehovah der legerscharen is in staat je met je problemen te helpen. In Filip 4 : 4 geeft Paulus heel erg goede raad. Hij schreef naar christenen “Verheugt u altijd in de Heer. Nogmaals zal ik zeggen: Verheugt u!” Ze werden met problemen geconfronteerd. Hoe kun je je dan verheugen?

    Ze konden zich in de Heer verheugen.
    In de kennis van Jehovah verheugen. Dat is een probleem waar niemand van ons nog mee wordt geconfronteerd. Wij moeten niet meer zoeken naar de waarheid, niet meer naar Jehovah.

    We hebben hem gevonden.
    Vers 5 “Laat uw redelijkheid aan alle mensen bekend worden. De Heer is nabij.” Paulus zegt dus dat we redelijk moeten omgaan met onze problemen.

    Is het niet zo dat we met moeilijkheden worden geconfronteerd omdat we niet redelijk te werk gaan? Sommigen zijn perfectionisten. Als we iets niet perfect kunnen doen, dan doen we liever

    niets. Als we niet kunnen hulppionieren, dan liever helemaal geen dienst. Maar, is het redelijk volmaaktheid te verwachten van een erg onvolmaakt lichaam? Of zal het 1000 jaar vragen om de volmaaktheid te bereiken? Schenk aandacht aan het laatste deel van  vers 5.  “de Heer is nabij.” Als je een probleem hebt, waarom je bezorgd maken? Als “de Heer nabij is”, dan moet hij het toch zien en je daarbij helpen? Hoe?

    Vers 6,7  “Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te samen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden; en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” Jehovah zal je probleem niet altijd oplossen maar wel de vrede van God schenken. En als je je niet echt bezorgd maakt over je problemen en ze in zijn handen laat, dan is het beste wat we kunnen doen, de volgende oplossing: Vers 6  Paulus zegt: “Bidden en smeekbeden tezamen met dankzegging”.

    Dat is een duidelijke opmerking.

    Paulus zegt: “Vergeet niet je zegeningen te tellen. Ik weet dat je problemen hebt. Maar tel ook je zegeningen.” Ik werd op een heel erg gevoelige manier benaderd op een één dags vergadering door broeders en zusters en onder hen was er een zuster in een rolstoel. Ze kon noch haar armen noch haar benen gebruiken. Ze zei: “ik weet dat ik ben gezegend door Jehovah.” “Hoe?” zo vroeg ik. “Wel, ik heb een klein pensioen van de regering en zo kan ik daarmee een studio huren en eten kopen. Als ik wil eten, dan moet ik iemand vragen om eten te brengen. Ik ken mensen in dezelfde situatie en die hebben geen toelage, geen geld om voedsel te kopen. Dus? Ik voel dat ik door Jehovah gezegend word.” Ik voelde me nederig toen ik met deze zuster had gepraat.

    Nu, u kent het probleem alcoholisme. Een alcoholist drinkt een glas en het leidt tot een tweede glas. En van het tweede glas komt er een derde en van een derde, een vierde….Wanneer hij totaal dronken op de grond ligt, welk glas was het verkeerde voor hem? Het eerste of het laatste? Natuurlijk, het was het eerste glas. Want het is dat eerste glas dat ertoe leidde dat hij dronken op de grond terecht kwam. Negatieve gedachten komen daar heel erg goed mee overeen. Soms denken we iets negatiefs. “Ben weer niet geslaagd”. Het leidt tot een tweede gedachte: “ik ben niet goed. Ik kan niets goed doen.” Een derde,“ik zou niet inzien dat God nog van me houdt” en het één leidt tot het andere. Totdat je helemaal depressief bent. Want wat was de gedachte die moest vermeden worden? Niet de laatste gedachte, maar de eerste.

    Vers 8 :”Ten slotte, broeders, al wat waar is, al wat rechtvaardig is, al wat eerbaar is, al wat lieflijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken.”

    Bekijk eens dat lijstje  Hoeveel negatieve zaken staan er op dat lijstje ? Geen enkele. Paulus zegt ons als het ware: “als we gelukkig willen zijn moeten we ons focussen op positieve gedachten.” De wereld en haar wijsheid ziet dat niet zo. De wereld kan ons aanmoedigen om uitgebreid stil te staan bij de negatieve dingen uit onze jeugd. Maar is dat de manier die leidt tot de vrede van God? Er zijn misschien dingen tussen nu en Armageddon waar we beter niet bij stil staan? Het kan even slecht zijn als kijken naar pornografie. Wie, die over gezond verstand beschikt, zou Jehovah willen behagen en naar pornografie kijken? Wie zal zeggen:“ik ben sterk genoeg, ik kan daar naar kijken?” We zijn niet sterk genoeg om naar porno te kijken. En we zijn ook niet sterk genoeg om opnieuw en opnieuw stil te staan bij negatieve gedachten. Dus, komt dat eens op, dan kun je bidden tot Jehovah en vragen: “ je weet hoe ik ben en ik blijf denken aan negatieve dingen. Help me a.u.b. om positief te denken.” En bid en blijf bidden totdat deze negatieve gedachten verdwijnen.

    Vandaag staan wij oog in oog met een reus groter dan Goliath. Heel het systeem van de wereld van de duivel is tegen ons in het gareel gebracht.  Maar we moeten de confrontatie aangaan. We moeten sterk staan tegenover de duivel en zijn organisatie. De wapens van onze oorlogvoering zijn misschien niet zo kunstig verzonnen. Mensen mogen dan lachen met onze 5 stenen en een slinger. Maar vergeet nooit, dat is niet het enige wat we tot onze beschikking hebben.

    Wij bezitten een geheim wapen. Waar de Eliabs en de Sauls niets van af weten. Wij gaan de confrontatie aan met Jehovah der legerscharen.  In zijn naam zal de wereld overwonnen worden. Dus, we moeten niet de methoden van de wereld en hun middelen gebruiken om te slagen. Doe veeleer de gehele wapenrusting van God aan en blijf het aanhouden. En probeer nooit Sauls wapenrusting aan te doen.

     

    ik herhaal dat u gemakshalve deze lezing best af print zodat u het kunt vergelijken met het commentaar dat ik op het einde van de week zal plaatsen. bedankt voor het lezen.

    De lezing werd in het Nederlands vertaald door David Vandendriessche.  

    15-07-2009 om 10:05 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.INLEIDING tot de lezing van David Splane

    Ik had gezegd de lezing van David Splane samen te vatten. Daarmee bedoelde ik dat deze Engelstalige lezing die door David Vandendriessche als tolk in het Nederlands gelijktijdig werd vertaald, nu zonder de Engelse tekst weergegeven wordt.

    Het is niet mijn bedoeling om mensen hun geloof te ondermijnen of uit te hollen en nog minder om het af te nemen, integendeel. De manier waarop de organisatie en het besturende lichaam echter inbreuk maken op zowel de universele rechten van de mens als op de privacy van hun leden is hemeltergend.
    Hierdoor leggen zij niet alleen een struikelblok voor hun eigen leden, maar identificeren en profileren zij zich als gelijk aan of zelfs boven alle andere religies, maar zeker niet beter.

    Gij lezer, indien jij een Getuige van Jehovah bent, moet zelf uitmaken in hoeverre jij nog een eigen persoonlijke keuze hebt. In hoeverre jij nog een eigen geweten kunt en mag laten beslissen over levenskwesties en sociale omgang.
    Ondanks de ogenschijnlijke vrijheid, de morele hoogstandjes en de normen die je leerde van en via de organisatie en het vermeende besturende lichaam.
    Met het woord "hoogstandjes" bedoel ik de uitzonderlijke prestaties i.v.m. het anders zijn dan de andere religies vooral met betrekking tot:

    "Het aannemen van de naam van God, Jehovah, alhoewel daar geen zekerheid over is dat het werkelijk zijn naam is.

    De prediking 'van huis tot huis' of juister gezegd 'van deur tot deur' en het daarbij horende maandelijks rapportje. Nergens is er een bijbelse richtlijn i.v.m. deze regel.

    Het niet opvolgen van de militaire dienstplicht om eventueel aan een oorlog deel te nemen. Wat één van de sterkste argumenten is in vergelijking met gelijk welke andere religie. Zelfs burgerdienst werd als een compromis gelijkgesteld met militaire dienst en uitsluiting was toen regel voor diegenen die wel burgerdienst deden alhoewel er geen bijbels bewijs kon voorgelegd worden.

    Het compromis om "burgerdienst of vervangende dienst" te doen werd pas in 1996 als een gewetenskwestie toegelaten.

    Dus was er al die tijd voordien geen bijbelse ondersteuning waardoor honderdduizenden in de gevangenis zijn geworpen en zelfs meerderen hun leven hebben moeten geven. Wie delgt die bloedschuld?

    Zie de wachttoren van 1 mei 1996 blz. 19 Aan caesar terugbetalen wat van caesar is  "Burgerdienst".

    Een overeenkomend probleem, maar dan voor de minderjarigen i.p.v. de voornoemden, is de kinderdoop. Alhoewel de organisatie en het besturende lichaam zeggen dat zij geen kinderen dopen bewijst de praktijk het tegendeel. De "baby doop" doen zij niet, maar kinderen dopen is frequent en wordt aangemoedigd door voorbeelden die zij wereldwijd publiceren en demonstreren.

    Wat parallel loopt met deze kwestie zijn de verjaardagen die vooral voor jongeren een "anderszijn" betekent en een niet te onderschatte uitdaging die nergens voor nodig is dan om "anders te zijn".

    Niet om beter te zijn of moreel op een hoger niveau te komen.

    In het boek " Blijf in Gods liefde " uitgeven door WTBTS of New York 2008 blz. 150 §9 wordt gezegd dat nergens in de bijbel gezegd wordt dat een dienstknecht zijn verjaardag vierde. Maar nergens in de bijbel wordt evenmin gezegd dat hij die niet mag vieren.

    De twee verjaardagen waarvan de bijbel wel gewag maakt zijn negatief, maar dan moet je wel weten dat die vermeld worden omwille van de feiten waarom die negatief zijn.
    Ik laat dat aan jou over waarde lezer om dat uit te maken.

    Maar dat jongeren hiervoor een standpunt moeten innemen waardoor zij "anders" moeten zijn is voor discussie vatbaar. Teneinde mensen te overtuigen van "waarheid" moet je redelijk zijn en niet fanatiek.

    De verwijzingen die de organisatie en het besturende lichaam dienaangaande doen zijn zeker niet bijbels. Als eerste "The World Book Encyclopedia" en vervolgens het boek "The lore of Birthdays" zijn een duidelijk bewijs dat de bijbel aan de kant mag gezet worden als het hen uitkomt.

    Volgens mij is een geboorte één van de mooiste en doeltreffendste manieren om God te verheerlijken. Het wonder van de geboorte en de daarmee gepaard gaande verjaardagen zijn evenwel dagen om dankbaarheid ten toon te spreiden die tot liefde voor zowel God als voor je gezin, familie en evennaaste kan leiden.

    Het verbieden en sanctioneren is geen christelijke handelwijze. Wat anderen van een verjaardag zeggen of met een verjaardag doen is hun zaak en hun verantwoordelijkheid. Als je ieder misbruik van goede instellingen zou moeten beteugelen dan moet je alles afschaffen en sanctioneren.

    Gelukkig voor de mensheid kan alleen de Schepper dat doen.

    Nog een van die frappante maar wereldomvattende "anderszijn dan anderen" is de "bloedkwestie".

    De koninkrijksdienst van november 2006 zegt volmondig en ontegensprekelijk dat het onaanvaardbaar is om "volbloed, plasma, rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes" te aanvaarden. Waar staat dat in de bijbel?

    Toch wordt nu met heel wat "kunst en vliegwerk" toegelaten om een keuze te maken tussen de fracties die uit de vier hoofdcomponenten gewonnen worden.

    Bij nader onderzoek blijkt dat juist die elementen die uit volbloed gewonnen worden een gewetenskwestie zijn en het minder belangrijke, grotendeels water, onaanvaardbaar blijkt te zijn.
    Daarbij komt dat twee hoofdcomponenten, witte bloedcellen en bloedplaatjes samen, zelfs maar dan 0,18% van het volbloed volume uitmaken. Met andere woorden gezegd: er zijn dus toelaatbare fracties die heel wat groter zijn dan deze twee hoofdbestanddelen samen.

    Noteer dat voor bepaalde fracties honderden liters "volbloed" nodig zijn.

    De subtiele beïnvloeding benadrukt de teksten: Leviticus 17: 13, 14; Deuteronomium 12:13, 24 die uiteindelijk onder de Wet uitsluitend op de Israëlieten van toepassing waren, maar voor Christenen niet toepasselijk mogen zijn. Waarom dan deze onderschrijvende teksten?

    Minstens de helft van alle Jehovah's Getuigen, verantwoordelijken inbegrepen, aanvaarden gewoon wat de organisatie schrijft, maar doen niet de moeite om zichzelf te overtuigen ondanks dat dit een niet overdraaglijke persoonlijke verantwoordelijkheid is.

    Over dit alles kan nog veel en veel meer worden gezegd, maar laat dit voldoende zijn om met de lezing van David Splane te kunnen volgen.

    Het beste zou zijn dat je alles uitprint en er een studie van maakt. Uw eigen mening is en blijft je verantwoordelijkheid.

    Is, wat ik schrijf hierbij een hulp dan ben ik best tevreden.

    Tot hier de inleiding voor de lezing van een van de belijdende gezalfden van het vermeende besturende lichaam.

    Hou er rekening mee dat ik eerst de lezing zal openbaar maken en daarna het commentaar.

    Gemakshalve is het dus aan te raden alles uit te printen om het daarna te vergelijken.

    Uiterlijk woensdag begin ik met de lezing.

    13-07-2009 om 09:50 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 26 JUNI tot en met 30 JUNI

    VRIJDAG  26  JNI

    Jezus keek hem aan en koesterde liefde voor hem. - Mark. 10:21.

    §8 (...) Jezus gaf zo veel om mensen dat hij de rust die hij nodig had opofferde om hen te onderwijzen (Mark. 6:30-34). Die innige en liefdevolle belangstelling voor anderen maakte Jezus er ongekend doeltreffend in mensen tot de ware aanbidding te trekken.

    §9 Ook de apostel Paulus bekommerde zich intens om de mensen tot wie hij predikte. Zo vertelde hij degenen die in Thessalonika christenen waren geworden: "Daar wij dus tedere genegenheid voor u hadden, hebben wij u gaarne niet alleen het goede nieuws van God meegedeeld, maar ook onze eigen ziel, want gij zijt ons lief geworden." Als resultaat van Paulus' liefdevolle inspanningen keerden sommigen in Thessalonika 'zich van hun afgoden af om de levende God als slaven te dienen' (1 Thess. 1:9; 2:8). Als wij ons net als Jezus en Paulus oprecht om mensen bekommeren, kunnen ook wij de vreugde smaken te zien dat het goede nieuws het hart bereikt van mensen die "de juiste gezindheid voor het eeuwige leven" bezitten. - Hand. 13:48. De Wachttoren van 2007 15 november 1e studieartikel blz. 21 §8, 9.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      er zijn miljoenen mensen die in navolging van Jezus Christus dezelfde zelfopofferende liefde hebben tentoongespreid.

    Die vindt men niet alleen in de organisatie met hun besturende lichaam, maar door de tijden heen en in alle religies.

    Ik heb het dan wel over "zelfopofferende liefde" en met dezelfde instelling als Jezus Christus om eventueel hun leven te geven. Vooral religieuze verbeteraars hebben dat gedaan en blijven het doen. Zelfs op politiek en nationaal vlak.

    Daarentegen zijn de meeste leiders, ook regeringsleiders en andere organisaties, die religies hebben misbruikt voor hun eigen belangen en hun eigen ego. Misschien was dat niet altijd de bedoeling maar zoals men algemeen weet, "macht corrumpeert".

    Ik zou zeggen, het kan niet anders, want de oppositie en de concurrentie dwingt hen. En toch?

    De religieuze oorlogen hebben wel veranderingen gebracht, maar geen verbeteringen. Hoe kunnen, gelijk wat voor oorlogen, ooit verbeteringen brengen.

    Alleen de Schepper kan dit doen en zal dit ook doen. Maar de manier waarop en wanneer ligt niet in de hand van de mens. Wat de bijbel en andere heilige boeken ook zeggen.

    Het zal boven elke verwachting zijn.

    De manier waarop tot nu toe voorzeggingen zijn gemaakt, zijn voorzeggingen van menselijke interpretatie. één uitspraak van Jezus Christus maakt dit duidelijk in Handelingen 1:7 "Het komt U niet toe kennis te verkrijgen van de tijden of tijdperken die de Vader onder zijn eigen rechtsmacht heeft gesteld",

    Een tweede uitspraak zegt in 1 Thessalonicenzen 5:2 "Want GIJ weet zelf heel goed dat Jehovah’s dag precies zo komt als een dief in de nacht.

    Waarom zijn er door diegenen, die zichzelf "gezalfden" noemen in de door Gods geest geleide organisatie en het besturende lichaam, zoveel verschillende data genoemd en gesuggereerd?  

    Het derde vers van 1 Thessalonicenzen 5:3 is meermaals de aanleiding geweest van gespannen verwachtingen 3"Wanneer zij zeggen: „Vrede en zekerheid!”, dan zal een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk over hen komen zoals het [barens]wee over een zwangere vrouw, en zij zullen geenszins ontkomen.

    Het feit dat de organisatie en het besturende lichaam er een etiket hadden opgeplakt is gebaseerd op het vierde vers 4"Maar GIJ, broeders, GIJ zijt niet in duisternis, zodat die dag U zo zou overvallen gelijk hij dieven zou [overvallen]".

    Mijn vrouw was met de vrouw van een kringopziener in de dienst in 1973.

    Zij werden geconfronteerd met de vraag dat toch niemand het kon weten wanneer Jehovah's dag komt. En de vrouw van de kringopziener haalde die tekst uit 1 Thessalonicenzen 5: 4 aan als bewijs dat de broeders van de organisatie en het besturende lichaam het wel wisten, want de bijbel zei het.

    Wij hebben dit altijd als een foutieve uitleg bezien, maar ja, de vrouw van een kringopziener?

    Onze zienswijze op die tekst is dat iedereen die dag als een ingrijpen van God kan erkennen. Maar daar staat geen enkele data bij. Het samengestelde teken van Jezus Christus is betrekkelijk en kan op heel wat tijdperken van toepassing worden gebracht.

    Hoeveel slechter het nog moet worden kan geen mens inschatten.

    Het enige wat het criterium uitmaakt is of men persoonlijk klaar is om individueel voor de rechterstoel van God te staan.

    De voorwaarden die de organisatie en het besturende lichaam stellen zijn niet Gods voorwaarden. Het urenaantal in de prediking, de geplande vergaderingen, de lectuur, de gezins- en bijbelstudies, de verschillende voorrechten, titels en verantwoordelijkheden kunnen een hulp zijn, maar zijn geen verdiensten om redding te verdienen of te verwerven.

    Ik herhaal het voor de zoveelste keer:

    Micha 6:8 "Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God"?

    Vergelijk het met deze tekst uit: 

    Psalm 37:29 "De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven".

    En de tekst uit:

    Handelingen 10:34-35 "Toen opende Petrus zijn mond en zei: „Ik bemerk zeer zeker dat God niet partijdig is, 35 maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem".

    Met je beide voeten op de grond, dan blijf je geestelijk gezond.

    En volgens mij is men pas dom, als je een ander voor je eigen laat denken. Dat is geen verwijt, maar een vaststelling.

    ZATERDAG  27  JUNI 

    Blijft door geest wandelen. - Gal. 5:16.

    §16 Als we Jehovah steeds voor ogen houden, zal hij ons via zijn heilige geest leiden.(...)

    §17 Jehovah's heilige geest speelde een belangrijke rol bij de bouw van de tabernakel in de wildernis. Jehovah gaf Bezaleël bij die bouw de voornaamste functie en beloofde hem te "vervullen met de geest van God inzake wijsheid en verstand en kennis en allerlei kunstvaardigheid" (Ex. 31: 3-5 ). Mannen die "wijs van hart" waren hielpen Bezaleël en zijn assistent Oholiab bij die prachtige taak. Daarnaast zette Jehovah's geest mensen "met een gewillig hart" aan tot het geven van gulle bijdragen (Ex. 31:6; 35:5, 30-34). Diezelfde geest motiveert Gods aanbidders in deze tijd om alles te doen wat ze kunnen om de Koninkrijksbelangen te bevorderen (Matth. 6:33). Misschien hebben we bepaalde talenten, maar om het werk te kunnen uitvoeren dat Jehovah zijn volk in deze tijd te doen heeft gegeven, moeten we om heilige geest bidden en ons erdoor laten leiden. - Luk. 11:13.
    De Wachttoren van 2008 15 februari 1e studieartikel blz. 3 §16, 17.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      ik heb ervaren, vooral door te lezen en te observeren, dat het gemakkelijker is een mens voor zijn karre te spannen dan een ezel. Een echte ezel zal zich niet zwaarder laten belasten dan dat hij kan dragen. Neem daarbij de uitdrukking dat een "ezel" zich geen tweemaal aan dezelfde steen zal stoten.

    En wat denk je van Job 12:7 "Maar vraag alstublieft de huisdieren, en ze zullen u onderrichten; Ook de gevleugelde schepselen des hemels, en ze zullen het u vertellen".

    Wat heeft dit nu te maken met de dagtekst?

    Orthodoxe Joden zullen je zeker vertellen dat dit allemaal bij de bouw van Gods eerste tempel is gebeurd en door Zijn wijsheid tot stand is gekomen.

    En nu komt de parallel: daarnaast zette Jehovah's geest mensen "met een gewillig hart" aan tot het geven van gulle bijdragen. Diezelfde geest motiveert Gods aanbidders in deze tijd om alles te doen wat ze kunnen om de Koninkrijksbelangen te bevorderen.

    Eerst een vraagje: Al de religieuze kunstwerken die er wereldwijd bestaan en hebben bestaan, is dit van en door dezelfde God?

    Zelfs de piramiden kunnen hier in opgenomen worden.

    Ik denk dat wij niet altijd de omvang beseffen hoe winstgevend 'religie' kan zijn. Het werk wordt meestal gedaan door vrijwilligers en is dus gratis. Al de liquide gelden die nodig zijn voor de aankopen van het materiaal worden eveneens opgebracht door vrijwillige giften. De vele manieren om die binnen te krijgen zijn legio.

    In dit opzicht is de organisatie en het besturende lichaam, afgeweken van het oorspronkelijk idee om nooit geld te vragen.

    Nu is vragen zeer betrekkelijk, waardoor het juist de kunst is, om de verschillende manieren van vragen dusdanig in te kleden dat zowel het verstand als het hart gemanipuleerd wordt.

    Wanneer wij o.a. het katholieke instituut nemen als voorbeeld, kunnen wij ons het schandaal van de Ambrosia bank nog steeds herinneren.

    De processen aangespannen tegen de "Scientology kerk", zijn up to day en tonen duidelijk aan dat 'Religie' een lucratief bedrijf kan zijn.

    Hoe neutraal de organisatie en het besturende lichaam zich schijnbaar willen opstellen, is zeker niet te merken aan de moeite die men doet om waar mogelijk toch maar als ''religie" erkend te worden. Zoek deze situatie eens op via Google met de verwijzing naar Oostenrijk.

    Wanneer het gaat om de vrijheid van prediken te verkrijgen is de toelating van gelijk welke regering geen vereiste.

    Is het geweten van de "verantwoordelijken" in orde, dan vraag ik mij toch af waarom het geweten van diegenen die "vervangende dienst" hebben gedaan en uitgesloten werden dan nooit in aanmerking genomen?

    Iemand uitsluiten op een verkeerde interpretatie van de bijbel is geen kleinigheid. Iemand 'geestelijk' doden is onrechtvaardiger dan letterlijk doden.

    Het beginsel in Jakobus 4:4 "Overspeelsters, weet GIJ niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap met God is? Al wie daarom een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God" laat toch geen compromissen toe, tenzij er verschillende maten zijn?

    En als het doel de middelen heiligt, waar is dan het vertrouwen in en op God?

    Op die manier kun je met duizend maten meten.


    ZONDAG  28  JUNI

    Gij hadt geen hoop. - Ef. 2:12.

    §5 Verreweg de meeste mensen zijn niet op de hoogte van de werkelijke betekenis van de wereldgebeurtenissen. Bovendien maken het verlies van dierbaren in de dood en andere persoonlijke tragedies veel mensen radeloos. Zonder nauwkeurige kennis van de oorzaak van zulke dingen en van de oplossing ervoor zijn deze mensen zonder hoop.

    §6 "Babylon de Grote", het wereldrijk van valse religie, heeft de mensheid weinig troost verschaft. Integendeel, door "de wijn van haar hoererij" zijn heel veel mensen het spoor bijster geraakt. Bovendien heeft de valse religie, door zich te gedragen als een hoer, "de koningen der aarde" verleid en naar haar hand gezet. Ze heeft gebruikgemaakt van valse leerstellingen en spiritistische praktijken om de grote meerderheid in passieve dienstbaarheid aan hun politieke meesters te houden. De valse religie heeft zo macht en invloed gekregen, maar tegelijkertijd heeft ze de religieuze waarheid volledig verworpen. - Openb. 17:1,2,5; 18:23. De Wachttoren van 2007 15 januari 1e studieartikel blz. 4 §5, 6.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      dit is beslist waar dat de meeste mensen niet op de hoogte zijn van de werkelijke betekenis van de wereldgebeurtenissen. Toch vragen die zelfde mensen zich af waar het naartoe gaat.

    De antwoorden die de Getuigen van Jehovah reeds meer dan honderd twintig jaar geven zijn al meerdere keren veranderd.

    Nu kun je natuurlijk zeggen dat toegenomen licht, lichtflitsen en een beter inzicht het alleen maar duidelijker maakt, maar dat is niet overeenkomstig wat men geschreven en gepredikt heeft.

    Ik heb het reeds over dat jongetje en die boze wolf gehad, maar dat geldt eveneens voor wat men zegt en schrijft, tenzij je het allemaal uitgomt, ook uit je geest, maar dat doen mensen niet zomaar.

    Uiteindelijk blijft alleen maar de gedachte dat het einde nabij is, de voorbarige bewijzen kunnen alleen maar vervangen worden door nieuwe bewijzen. En dan?

    Nu wordt in §6 gezegd dat de valse religie de grote meerderheid in passieve dienstbaarheid aan hun politieke meesters houden. Is dat omdat die religieuze leiders voordien "die grote meerderheid" in actieve dienstbaarheid hadden.

    Zou het niet veeleer zijn om de aandacht af te leiden van de "actieve dienstbaarheid" die de organisatie en het besturende lichaam uitoefent over de Getuigen van Jehovah?

    Met overeenkomstige redenen, want ongehoorzaamheid aan de organisatie en het besturende lichaam is ongehoorzaamheid aan God.

    Dat is niet mijn overtuiging en ook niet die van miljoenen anderen. Laten wij eerlijk zijn, heeft Jezus Christus ooit in zijn bediening veranderingen aangebracht? Heeft hij de bijbelse bewijzen gebruikt om later anderen te gebruiken om het tegendeel te bewijzen?

    Sta mij toe om §7 af te drukken en te belichten:

    §7 "Jezus leerde dat het grootste deel van de mensheid zich bevindt op de brede weg die naar de vernietiging voert (Matth. 7: 13,14). Sommigen bewandelen die brede weg omdat ze er doelbewust voor gekozen hebben dat wat de Bijbel leert te verwerpen, maar heel wat anderen bevinden zich erop omdat ze misleid of in duisternis gehouden zijn ten aanzien van wat Jehovah echt van hen verlangt. Mischien zouden sommigen veranderingen in hun leefwijze aanbrengen als ze daar deugdelijke Bijbelse redenen voor kregen. Maar degenen die in  Babylon de Grote blijven en de Bijbelse maarstaven blijven verwerpen, zullen "de grote verdrukking" niet overleven". – Openbaring 7:14. "Daarop zei ik onmiddellijk tot hem: „Mijn heer, gíj weet het.” En hij zei tot mij: „Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen, en zij hebben hun lange gewaden gewassen en hebben ze wit gemaakt in het bloed van het Lam".

    Zoveel Getuigen van Jehovah die er nu zijn, evenveel of zelfs meer, zijn er weer weggegaan.

    Niet de oorzaken zijn van tel, alleen het feit dat zij weggegaan zijn, is voor de organisatie en het besturende lichaam voldoende om hen te veroordelen tot de vernietiging. Als jij het anders geleerd heb weet het mij dan te zeggen a.u.b.?

    Dan hebben wij het feit dat de helft van de mensheid niet de gelegenheid of de moeite kunnen doen om min of meer de gesproken of gedrukte boodschap te leren.

    Zelfs als een prediker één of meerdere keren aan de deur is geweest of een gesprek heeft kunnen doen, wie bepaalt dan dat hij de boodschap heeft verworpen, als hij het al begrepen heeft?

    Als de Grote Verdrukking "binnenkort" begint, als Armageddon achter de rug zal zijn, zal één ding heel duidelijk blijken: niet wat mensen over God zeggen en wat God zal doen zal gebeuren, maar wat Hij zal zeggen en wat Hij zal doen, dat zal gebeuren. En dat zijn twee verschillende zaken.

    God is liefde en God is rechtvaardig. Dat is geen excuus om te doen wat je wilt, maar een reden om te doen wat je kunt om je evennaaste lief te hebben, want diegene die zijn evennaaste lief heeft, heeft God lief. En dat is wederkerig.


    MAANDAG  29  JUNI

    Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven. – Rom. 15:4.

    §16 De Bijbel geeft voorbeelden van mensen die voor het doen van Gods wil leefden en van hen die dat niet deden. De lessen die in die voorbeelden opgesloten liggen, gelden in alle omstandigheden voor mensen van alle leeftijden en culturen (1 Kor. 10:6, 11). Nimrod bouwde grote steden maar ging daarmee tegen Jehovah in (Gen. 10:8-12). Er waren echter ook heel wat goede voorbeelden. Mozes bijvoorbeeld maakte het niet tot zijn levensdoel zijn status als Egyptische edelman te behouden. Integendeel, hij achtte zijn geestelijke voorrechten 'een grotere rijkdom dan de schatten van Egypte' (Hebr. 11:26). De arts Lukas hielp Paulus en anderen waarschijnlijk als ze ziek waren. Maar Lukas leverde zijn grootste bijdrage als evangelieprediker en Bijbelschrijver. Paulus op zijn beurt staat niet als wetgeleerde bekend maar als zendeling, "een apostel der natiën". - Rom. 11:13.
    De Wachttoren van 2007 1oktober 1e studieartikel blz. 16 §16.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      met dit commentaar, dat de voorbeelden uit de Bijbel als lessen opgevat kunnen worden en die voorbeelden gelden in alle omstandigheden, leeftijden en culturen, kan ik volkomen instemmen. Zo kunnen wij lessen leren zowel uit de negatieve als de positieve voorbeelden.

    Laat ik eerst Nimrods voorbeeld uit de doeken doen. Die toren was een rechtstreekse en beslist erg menselijke trek. Volgens de organisatie en het besturende lichaam diende die toren om de volgende vloed te overleven en zodoende God een loer te draaien. Maar God had tegen de grootvader van Nimrod, dus Noach, beloofd dat Hij dat nooit meer zou doen.

    Hoe kon hij nu als mens iets doen waardoor God machteloos zou gemaakt kunnen worden? Wat een arrogantie, hoe kleinburgerlijk, om die uitdrukking te mogen gebruiken! Volgens de bijbel zouden zij een toren bouwen tot in de hemel, en dan? Om zich een beroemde naam te maken? Nimrod leeft nog altijd voort, want hij is de beschermheilige van de jagers.

    de werkelijke reden was dat God gezegd had dat zij zich op de aarde moesten verspreiden en dus was stedenbouw verboden. Door een groot gedacht van zijn eigen te krijgen kwam hij in conflict met God, spijtig voor hem, maar toch goed voor ons.

    Mozes was daarentegen vooruitziende en in plaats van een Prins in Egypte, met het vooruitzicht van Farao te worden, wilde hij gewoon doen wat God hem opdroeg.

    Volgens Hebreeën 11:24-26 "Door geloof heeft Mozes, toen hij opgegroeid was, geweigerd de zoon van de dochter van Farao genoemd te worden 25 en verkoos hij veel liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan de tijdelijke genieting der zonde te hebben, 26 omdat hij de smaad van de Christus een grotere rijkdom achtte dan de schatten van Egypte, want hij hield het oog oplettend gericht op de beloning".

    De smaad van de Christus, of gezalfde, sloeg uiteraard op hemzelf. Dat hij, Mozes, de minst gemakkelijke weg koos was zeker goed te praten door de beloning die hem in het vooruitzicht werd gesteld.

    Zo hebben ook wij het vooruitzicht een beloning te ontvangen door zoals ik reeds meermaals heb benadrukt te zorgen om een Christelijke persoonlijkheid te cultiveren.

    Ik zei "cultiveren", ik zei niet dat je die "Christelijke persoonlijkheid" gewoon ontvangt door JA te zeggen op de vragen voordat je gedoopt wordt.

    Nog een belangrijke reden van Mozes was dat hij "geestelijk voorrechten" van grotere waarde achtte dan de rijkdom van Egypte.

    Nu moet ik wel zeggen dat velen in de organisatie die een titel voeren, die titel, zo'n groot voorrecht vinden, dat zij liever doen wat de organisatie en het besturende lichaam zeggen, al is het tegen hun geweten, zelfs als het echt verkeerd is.

    Zij hebben niet de moed om hun gedacht openlijk te zeggen.

    Daarom neem ik Openbaring 21:8 "Maar wat de lafhartigen betreft en degenen die geen geloof hebben en degenen die walgelijk zijn in hun vuiligheid en moordenaars en hoereerders en degenen die spiritisme beoefenen en afgodendienaars en alle leugenaars, hun deel zal zijn in het meer dat met vuur en zwavel brandt. Dit betekent de tweede dood".

    De uitdrukking "die geen geloof" hebben, slaat op het feit dat zij geen "eigen geloof" hebben, maar zich baseren op het geloof van een ander, dat van de organisatie en het besturende lichaam. Het zijn nochtans ook maar mensen.


    DINSDAG  30  JUNI

    Moest ik geen deernis gevoelen met Ninevé, de grote stad, waarin meer dan honderd twintig duizend mensen zijn? - Jona 4:11.

    §13 Het geweten kan gevormd worden door de overheersende cultuur waarin iemand leeft of de omgeving waarin hij woont, net zoals iemand een accent of dialect van zijn omgeving overneemt (Matth. 26:73). Dat moet met de Assyriërs uit de oudheid gebeurd zijn. Die stonden bekend om hun militarisme, en op hun reliëfs is te zien dat ze gevangenen martelden (Nah. 2:11, 12; 3:1). De Ninevieten uit Jona's tijd worden beschreven als mensen die 'het verschil niet wisten tussen hun rechterhand en hun linker'. Dat betekent dat ze geen juiste maatstaf hadden om te beoordelen wat van Gods standpunt uit bezien goed of slecht was. Stel je eens voor hoe die omgeving van invloed geweest kan zijn op het geweten van iemand die in Ninevé opgroeide! (Jona 3:4, 5; 4:11) Zo kan ook in deze tijd iemands geweten beinvloed worden door de houding van de mensen om hem heen.
    De Wachttoren van 2007 15 oktober 1e studieartikel blz. 20 §13.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      Het geweten, dat heb ik reeds uit ten treuren herhaald, in verschillende opzichten en op verschillende manieren.

    Je kunt mensen niet zomaar ombouwen alsof zij een mechanisch object zijn. In de eerste plaats, als je iemand wilt omvormen, moet je met jezelf beginnen en in alles eerlijk zijn.

    Als het is om te ronselen of om de mensen hun geloof af te nemen zou ik het op een anderen wijze doen. En waarschijnlijk met veel minder moeite.

    De organisatie en het besturende lichaam zullen volgens de lijn der verwachtingen blijven groeien, juist zoals andere religies uitdijen en met momenten inkrimpen. Bij de overheersende cultuur behoord inherent de religie terwijl ook de omgeving, de omstandigheden en de omgang bindende factoren kunnen zijn.

    De organisatie en het besturende lichaam zeggen dat dit met de Assyriërs uit de oudheid moet gebeurd zijn. Het is niet omdat ik het zeg, maar die zijn nog steeds vertegenwoordigd en wereldwijd verspreid, want het militarisme en martelen blijft doorgaan. En dat hoeft niet in die volgorde gebeuren of door militairen.

    De Ninevieten komen ook nog eens aan bod omdat die niet eens het verschil kenden tussen hun linker- en hun rechterhand.

    Volgens de organisatie en het besturende lichaam betekende het dat ze geen juiste maatstaf hadden om te beoordelen wat van Gods standpunt uit bezien "goed of slecht" was.

    Als ik het goed voor heb, en daar ben ik van overtuigd, hadden die 120.000 Ninevieten allemaal hun geweten verloren of waren die zonder geweten geboren.

    Wat veel waarschijnlijker was, is dat hun geweten "misvormd" was. En zeker niet doordat er een atoomcentrale lek was. Ook niet doordat hun drinkwater of hun eten of het hele milieu besmet waren.

    Weet je wat mij in het verslag van Jona heel erg opvalt, want de situatie hierboven vermeld komt uit de Bijbel en dan specifiek in Jona's tijd, er worden geen priesters en geen tempels vermeld.

    Het enige dat het Inzichtboek te kennen geeft is: *** it-2 blz. 442 Nineve ***

    Een stad in Assyrië die door Nimrod, „een geweldig jager gekant tegen Jehovah”, werd gesticht. Samen met Rehoboth-Ir, Kalah en Resen vormde Nineve „de grote stad” (Ge 10:9, 11, 12; Mi 5:6). Lange tijd daarna werd het de hoofdstad van het Assyrische Rijk. Als zodanig was het een „stad van bloedvergieten” (Na 3:1), want de Assyriërs voerden vele veroveringsoorlogen en doodden hun krijgsgevangenen op gruwelijke wijze. Ongetwijfeld had de stad haar rijkdom voor een groot deel aan haar veldtochten te danken (Na 2:9). De hoofdgod van Nineve schijnt Isjtar te zijn geweest, een godin van de liefde en de oorlog.

    Ik heb benadrukt dat de hoofdgod van Ninevé SCHIJNT  ISJTAR te zijn geweest. Zij zijn het is dus nog niet eens zeker.

     

    Wikipedia geeft weer dat de Bezienswaardigheden o.a. de

    Ishtartempel,   Nabutempel   en   de  Bibliotheek van Ninevé  zowat de bijzonderste zijn.

    De echte reden is dan volgens mij dat de niet genoemde priesters ofwel uitgerangeerd waren door de Koning of dat hij ze monddood of letterlijk had gedood.

    Maar dit land zonder priesters of religieuze leiders zou dan een land zonder oorlog of problemen moeten geweest zijn. En dat bleek het helemaal niet te zijn, integendeel.

    En daarmee bedoel ik dat die Ninevieten wel degelijk een geweten hadden, maar totaal misvormd door 't zij de Koning of de priesters of beiden.

    En wereldwijd is er nog niets veranderd al zeggen de organisatie en het besturende lichaam dat zij wel vrede hebben zowel onder mekaar als met hun evennaaste. En het is zeker waar dat zij geen openlijke oorlog voeren, met niemand en toch zijn hun mensen niet vrij om een eigen mening te hebben.

    Was en is Jezus Christus dan een Tiran?

    In tegendeel, zelfs nog niet bij benadering.  (Ik benadruk het).

     

    Ik ga het voorlopig stoppen met commentaar op de dagteksten.

    Een van de eerste verhandelingen of commentaren waar ik terug mee begin heeft betrekking op de lezing van David Splane, een van de negen bestuursleden van het besturend lichaam. (Op dit moment toch).

    Deze lezing werd gegeven in mei 2007.

     

    Nogmaals bedankt voor het lezen en hopelijk heb je er iets aan gehad.

    03-07-2009 om 12:27 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 21JUNI tot en met 25 JUNI

    ZONDAG  21  JUNI

    [Wees] altijd gereed u te verdedigen voor een ieder die van u een reden verlangt voor de hoop die in u is. -1 Petr. 3:15.

    §10 Om erachter te komen wat de religieuze overtuiging van een huisbewoner is, zou je kunnen vragen: "Denkt u dat er echt iemand is die naar gebeden luistert?" Het antwoord kan heel wat over het standpunt en de religieuze achtergrond van de huis bewoner onthullen. Is hij godsdienstig, dan kun je misschien meer over zijn zienswijze te weten komen door te vragen: "Zouden er gebeden zijn die God niet goedkeurt?" Zulke vragen kunnen tot een ontspannen gesprek leiden. Wanneer het op zijn plaats is een Bijbelse gedachte te delen, moet je dat tactvol doen en dat wat de huisbewoner gelooft niet afkammen. Als hij graag naar je luistert, zal hij het misschien fijn vinden je terug te zien. Maar stel dat hij een vraag stelt die je niet kunt beantwoorden? Dan kun je wat nazoekwerk doen en voorbereid teruggaan om 'een reden te geven voor je hoop, en dat met zachtaardigheid en diepe achting'. - 1 Petr. 3:15.
    De Wachttoren van 2007 15 november 2e studieartikel blz. 26 §10.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      de tekst van 1 Petrus 3: 15 is eerder een defensieve opstelling vermits er van u een reden wordt verlangd voor de hoop die in u is.

    De van huis tot huis prediking daarentegen is een offensieve regeling. Dat wil niet zeggen dat het daarom verkeerd zou zijn.

    Heel de Wachttoren is zelfs heel positief in de benadering, maar de situatie die door de van huis tot huis prediking wordt geschetst, is volledig omgedraaid.

    Niet vergeten dat de van huis tot huis prediking, bezoeken betreft die niet aangekondigd zijn. Men komt meestal ook op een tijd die de mensen ongelegen is. In gebieden die veelvuldig bewerkt worden zal het voor de meeste huisbewoners zelfs enerverend zijn. En in de plaats van een goed getuigenis zal het eerder afbreuk doen aan het imago van de gemeente.

    Het is zelfs tot de organisatie en het besturende lichaam doorgedrongen dat in die gebieden de groei eerder door familiebanden plaats vindt.

    Nieuwe gebieden en pas bewerkte velden zijn in dit opzicht meestal vruchtbaarder dan veelvuldig bewerkte gebieden, ondanks de verschillende manieren en tactieken die worden gebruikt. België bijvoorbeeld had een status-quo wat het percentage betreft, maar toch waren er volgens het jaarboek 2009 in het dienstjaar 2008 gemiddeld 23603 verkondigers en in het dienstjaar 2007 waren dat er 23701. Dus 23701-23603= 98.

    98 verkondigers minder in de dienst dan in het dienstjaar 2007, ondanks dat er in hetzelfde jaar 2008, 470 nieuwelingen werden gedoopt. Dit betekent dat er in België in dat jaar 568 verkondigers er zowat de brui aan hebben gegeven.

    De geijkte vraag is nu weer: "WAAROM"?

    Om terug te komen op het commentaar en de Wachttoren, hoe positief het ook schijnt te zijn, de werkelijkheid is heel anders.

    In §10 zoals hierboven afgedrukt staat de zin "wanneer het op zijn plaats is een Bijbelse gedachte te delen, moet je dat tactvol doen en dat wat de huisbewoner gelooft niet afkammen".

    Dat is de theorie en de inleiding. Wanneer de huisbewoner met zijn vragen komt en reageert zoals het de verkondiger, of liever de organisatie en het besturende lichaam past, is alles prima in orde.

    Is de huisbewoner daarentegen niet akkoord en argumenteert hij dan zal het gesprek een einde nemen. In veel gevallen is het zelfs zo dat wanneer de huisbewoner zijn argumenten steekhoudend zijn of hij kan bewijzen dat wat hij zegt waar is, maar het past niet in het kraam van de verkondiger, en weer of liever, niet voor de organisatie en het besturende lichaam, is er veel kans dat hij als een dwarsligger en vroeger zelfs, als een bok bestempeld werd.

    MAANDAG  22  JUNI

    [U zal] rijkelijk de ingang worden verschaft in het eeuwige koninkrijk van onze Heer en Redder Jezus Christus. - 2 Petr. 1:11.

    §17 Gezalfde christenen in deze tijd, die waardig gerekend zijn om een koninkrijk te ontvangen, zien er vol verlangen naar uit tijdens de Oordeelsdag te regeren. Dat vooruitzicht alleen al motiveert hen om de raad op te volgen die Petrus aan hun eerste-eeuwse broeders en zusters gaf: "Doet des te meer uw uiterste best om uw roeping en verkiezing voor uzelf vast te maken; want indien gij deze dingen blijft doen, zult gij beslist nooit falen" (2 Petr. 1:10). §18 De andere schapen verheugen zich met hun gezalfde broeders. Ze zijn vastbesloten hen te ondersteunen. Als vrienden van God in deze tijd zijn ze gemotiveerd hun uiterste best te doen in hun dienst voor God. Tijdens de Oordeelsdag zullen ze heel graag Gods regelingen ondersteunen terwijl Jezus hen naar bronnen van wateren des levens leidt. Dan zullen ze eindelijk waardig gerekend worden om Jehovah op aarde te dienen tot in alle eeuwigheid! - Rom. 8:20, 21; Openb. 21:1-7.
    De Wachttoren van 2008 15 januari 5e studieartikel blz. 24 §17, 18.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      volgens wat ik weet en ook reeds geschreven heb is Jezus Christus niet in 1874 op de troon geplaatst, maar in 1914.

    Normaal zou een Koning bij zijn kroning en de plaatsneming om zijn troon gelijktijdig ook beginnen te regeren.

    Behalve dat hiervan op aarde weinig of niets van te zien is, buiten dat wat Jehovah's getuigen beweren dat gebaseerd is op de schriftplaats in Psalm 110:2 "De staf van uw sterkte zal Jehovah uit Sion zenden, [zeggend:] „Ga onderwerpen te midden van uw vijanden”.

    De parallelle situatie is weer te vinden in de prediking van huis tot huis of van deur tot deur. Vervolgens in de teksten van:

    Mattheüs 24:14 "En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.

    Mattheüs 28:19-20 "Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, 20 en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb".

    Dus regeert Jezus Christus door middel van onderwerping. Iets wat de Islam in feite als grondbetekenis heeft.

    Maar in feite gaat het niet daarom, maar eerder over hun verlangen om tijdens de "oordeelsdag" te regeren. Die oordeelsdag loopt vanaf het moment dat  Jezus Christus daadwerkelijk ingrijpt in de aangelegenheden van de aarde en is identiek aan het millennium of de duizendjarige regering van Hem.  Zie het Inzicht boek blz. 497-499.

    Wanneer de organisatie en het besturende lichaam dus zeggen dat 'redding' uitsluitend door bemiddeling van hen komt gaan zij hun eventuele bevoegdheden ver te buiten.

    Het enige dat zij kunnen doen is, wat alle organisaties doen, nml. mensen binnen halen of uitsluiten op basis van hun eigen interpretaties van de procedures uit of niet uit de Bijbel.

    Vermits de "oordeelsdag" een individueel oordeel zal zijn van zowel de levende als de doden, hoeft niemand die niet echt moedwillig zondigt bang te zijn voor die dag, noch voor God.

    Ik heb ondervonden dat de getuigen van Jehovah eerder bang zijn om een slechte getuige van de organisatie en het besturende lichaam te zijn, dan een goede en rechtvaardige getuige van God.

    Dat de organisatie en het besturende lichaam zo dikwijls als ze willen, schrijven dat ongehoorzaamheid aan de organisatie en het besturende lichaam, gelijk staat met ongehoorzaamheid aan God, is een flagrante leugen.

    Alleen reeds het feit dat zij zich dat aanmatigen is een, volgens mij, even grote zonde als de pauselijke onfeilbaarheid. En dan mogen zij ook nog eens honderd keren zeggen dat zij onvolmaakt zijn en wel feilbaar.

    Nu nog even een gedeelte uit §18 De andere schapen verheugen zich met hun gezalfde broeders. Ze zijn vastbesloten hen te ondersteunen. Als vrienden van God in deze tijd zijn ze gemotiveerd hun uiterste best te doen in hun dienst voor God.

    Die eerste zin, "verheugen zich met hun gezalfde broeders" kan volgens mij alleen maar betrekking hebben op de organisatie en het besturende lichaam vermits er alleen maar sprake is van "gezalfde broeders". Toch zijn er ook "gezalfde zusters" of zijn die uiteindelijk ook reeds uitgerangeerd en op een zijspoor gezet.

    Misschien mag ik voorstellen om bij de gedachtenisviering een onderscheid te maken tussen 'gezalfde broeders en zusters' en hun respectievelijke aantallen apart te vermelden?

    Wanneer de organisatie en het besturende lichaam nu een onderscheid maken tussen de gezalfde zusters en gezalfde broeders, geef ik hun weinig kans om ooit mederegeerders met Jezus Christus in de hemel te kunnen zijn.

    Dan heb ik het nog niet over de discriminatie van die 'gezalfde zusters' hier en nu.

    Hoe kan de organisatie en het besturende lichaam artikelen schrijven over vrouwen in het algemeen als die vrouwen geen zeggenschap hebben over specifieke artikelen over vrouwen?

    De tweede zin uit §18 is in feite onzin §18 "Tijdens de Oordeelsdag zullen ze heel graag Gods regelingen ondersteunen terwijl Jezus hen naar bronnen van wateren des levens leidt.

    Wanneer de organisatie en het besturende lichaam beweren dat ongehoorzaamheid aan hen gelijk staat met ongehoorzaamheid aan God, dan moet gehoorzaamheid aan God nu toch reeds een deel van hun persoonlijkheid zijn?

    Ha ha! Nu heb ik het vast, het is maar tijdens de oordeelsdag dat wij Gods regelingen dienen te ondersteunen, voordien kun je niet altijd weten of het Gods regelingen wel zijn, en moet je volgens je eigen geweten en nauwkeurige kennis handelen. Dat klopt, want Jezus Christus heeft het gezegd, 'en gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken'.

    Dank u wel organisatie en besturende lichaam.

    DINSDAG  23  JUNI

    Let op en hoedt u voor elke soort van hebzucht, want ook al heeft iemand overvloed, zijn leven spruit niet voort uit de dingen die hij bezit. -Luk. 12:15.

    §10 Terecht leidde Jezus de bovenstaande waarschuwing voor hebzucht in met de woorden "let op". Waarom? Omdat mensen het direct in de gaten hebben als een ander begerig of hebzuchtig is, maar zelden toegeven dat ze zich daar zelf schuldig aan maken. Toch wijst de apostel Paulus erop dat 'de liefde voor geld een wortel is van allerlei schadelijke dingen' (1 Tim. 6:9, 10). De discipel Jakobus legt uit dat een onjuiste begeerte 'als ze vruchtbaar is geworden, zonde baart· (Jak. 1:15). In overeenstemming met Jezus' aansporing moeten we 'opletten': niet door te kijken of anderen hebzuchtig zijn maar door te onderzoeken waar we zelf ons hart op hebben gezet, zodat we 'ons hoeden voor elke soort van hebzucht'.
    De Wachttoren van 2007 1 augustus 1e studieartikel blz. 21 §10.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      ik denk dat dit commentaar heel erg kort mag zijn. Eerst wil ik benadrukken dat Jezus Christus zegt dat men zich dient te hoeden voor elke soort van hebzucht. Vervolgens dat iemands leven niet afhankelijk is van datgene wat hij bezit.

    Ik ga dan beginnen met het persoonlijke aspect. Dat is een onoverzichtelijk terrein, maar ik splits het op in twee: de materiële kant en het spirituele van de mens, verwar het laatste a.u.b. niet met "spiritisme".

    Zoals een schriftplaats het zegt in 1 Timotheüs 6:8 "Wanneer wij daarom voedsel, kleding en onderdak hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn".

    Wanneer iemand tevreden is met wat hij heeft zit hij uiteraard goed. Men is daarom nog geen materialist als hij zich meer kan permitteren. En men kan toch ook een materialist zijn als men weinig bezit. Het hangt dus van de instelling af en soms van de omstandigheden.

    Meestal ligt het evenwicht tussen de twee, het materiële en de spirituele zijde. Zoals Jezus Christus benadrukte in de bergrede en specifieker in de gelukkig verklaring in het evangelie van Mattheüs 5:3 "Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood".

    Het unieke van de mens komt wellicht het duidelijkst naar voor door zijn vermogen om over het leven na te denken. Zowel over het verleden als het heden en de toekomst. Uit het verleden kan men lessen leren en in het heden toepassen. Voor de toekomst kan men plannen maken. Zelfs diegenen die God uit hun leven hebben geschrapt, meestal door de handelwijze van religies uit het verleden of met de onrechtvaardige ervaringen en toestanden in de wereld.

    Nu wil ik het toepassen op de organisatie en het besturende lichaam. Wanneer een organisatie groeit ontstaat de neiging, maar ook de noodzaak om, juist in een hebzuchtige wereld, het doel voorbij te streven. Zoals zij zelf beweren zijn zij de door "Gods geest geleide organisatie". Met andere woorden, zij zijn een instrument in Gods handen.

    Wanneer dit instrument ondertussen een doel is geworden rijzen er vele vragen. Door het instrument blindelings te gehoorzamen, zelfs wanneer het volgens jouw geoefend geweten, buiten de schreef gaat, word je zelfs een volger van dit instrument.

    Als je de mensen die dit "instrument" vertegenwoordigen wetens en willens volgt ben je mee verantwoordelijk voor wat zij je opdragen, vragen en verplichten.

    Denkt aan het proces van Neurenberg.

    Zoals de organisatie en het besturende lichaam zelf zeggen en schrijven "niemand heeft zich opgedragen aan een zaak of een organisatie".

    Het is beslist de moeite waard hierover grondig, grondiger en zeer grondig na te denken.

    In het commentaar staat ook de reden waarom Jezus Christus deze waarschuwing gaf. Ik citeer: "Omdat mensen het direct in de gaten hebben als een ander begerig of hebzuchtig is, maar zelden toegeven dat ze zich daar zelf schuldig aan maken".

    Ik zeg je, dat het beslist NIET waar is dat mensen direct in de gaten hebben als een ander begerig of hebzuchtig is.

    En het is ZEKER waar, vooral in hun geval, dat ze zelden toegeven dat ze zich daar zelf schuldig aan maken.

    HERKENNEN EN ERKENNEN zijn twee verschillende zaken en maken een wereld van verschil.

    WOENSDAG  24  JUNI

    Ik wil uw zaad maken als de stofdeeltjes van de aarde. - Gen. 13:16.

    §6 Abraham kreeg te horen dat zijn zaad zich zou vermenigvuldigen en zou worden "als de sterren aan de hemel" (Gen. 22:17). Met andere woorden, in Abrahams tijd konden mensen nog niet weten uit hoeveel leden dit zaad zou bestaan. Maar uiteindelijk werd onthuld hoeveel leden dit geestelijke zaad zou omvatten. Naast Jezus zouden dat er 144.000 zijn (Openb. 7:4; 14:1).

    §7 Gods Woord zegt over Abrahams geloof: "Hij stelde geloof in Jehovah; voorts rekende hij het hem als rechtvaardigheid toe" (Gen. 15:5, 6). Natuurlijk is geen enkel mens volkomen rechtvaardig (Jak. 3:2). Maar vanwege Abrahams uitzonderlijke geloof behandelde Jehovah hem als een rechtvaardige en noemde hij hem zelfs zijn vriend (Jes. 41:8). Degenen die samen met Jezus het geestelijke zaad van Abraham vormen zijn ook rechtvaardig verklaard, en ze zullen nog grotere zegeningen ontvangen dan Abraham.
    De Wachttoren van 2008 15 januari 4e studieartikel blz. 20 §6, 7.

     
    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ik ben er weer eens aan toe om zand uit de ogen te halen, omdat de schriftplaats zelf zegt, na de sterren vermeld te hebben, "en als de zandkorrels die aan de zeeoever zijn".

    Daarom staat er in Efeziërs 1:13 "Door bemiddeling van hem werdt ook GIJ, nadat GIJ hadt geloofd, met de beloofde heilige geest verzegeld".

    En in de Openbaring 7:3 "Brengt geen schade toe aan de aarde noch aan de zee noch aan de bomen tot nadat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben".

    Volgens de organisatie en het besturende lichaam is er een verschil tussen deze twee teksten. In Efeziërs zou het om de 'verzegeling' als een eerste keuze gaan door God. maar in de Openbaring is het de 'definitieve verzegeling' en opname in de hemel bij hun verscheiden.

    Met andere woorden, na hun verzegeling zouden zij het moeten bewijzen het waard of niet waard te zijn om uiteindelijk in de hemel opgenomen te mogen worden.

    In de eerste plaats is er geen enkele 'gezalfde' die kan bewijzen aan een ander dat hij een gezalfde is. Dat wil zeggen dat hij vanuit die ander zijn standpunt 'belijdt een gezalfde te zijn'.

    Nadat hij gestorven is kan hij, pardon, of zij  het nog minder bewijzen.

    Het is zelfs een van de missers van de organisatie en het besturende lichaam vermits in 1935 het aantal "belijdende gezalfde" vol was. Terwijl het tezelfdertijd, met de afname van hun aantal, het een  bewijs vormde voor de tijd van het einde.

    Ondertussen is de toename van belijdende gezalfden in volle expansie en daar zal of heeft de organisatie en het besturende lichaam reeds een gewijzigde uitleg voor.

    §7 zegt ook: "Degenen die samen met Jezus het geestelijke zaad van Abraham vormen zijn ook rechtvaardig verklaard",

    Nu moet ik wel het begin van §8 aanhalen, want hier zeggen de organisatie en het besturende lichaam: "Gezalfde christenen worden rechtvaardig verklaard omdat ze geloof oefenen in Jezus' loskoopoffer".

    Ik heb altijd geleerd uit de Bijbel dat er geen enkel verschil is tussen "belijdende gezalfden" en de andere schapen, behalve hun bestemming. Derhalve kan ik alleen maar besluiten dat ook de andere schapen rechtvaardig verklaard worden door hun geloof en levenswijze als die van Jezus Christus die ook voor hen is gestorven.

    Dat blijkt ook de reden te zijn volgens Openbaring 7:9-10 "Na deze dingen zag ik, en zie! een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam, gehuld in lange witte gewaden, en er waren palmtakken in hun handen. 10 En zij blijven met een luide stem roepen en zeggen: „Redding [hebben wij te danken] aan onze God, die op de troon is gezeten, en aan het Lam”.

    Hierdoor vervalt het gehele systeem dat door de organisatie en het besturende lichaam in het leven is geroepen van titels en verantwoordelijkheden.

    Op zichzelf niet verkeerd, maar doordat het niet volledig gebaseerd is op dienend leiderschap is het geen haar beter dan gelijk welk ander systeem.

    In theorie en op papier gestaafd met bijbelteksten is het dik in orde, maar in de praktijk blijft het schromelijk, maar bedrieglijk, in gebreke.

    De broederschap die zij hanteren is niet realistisch omdat het geen spontane, maar opgelegde en ingestudeerde emotie is. Alhoewel dit niet opgaat voor iedere broeder of zuster.

    Zelfs een biljartclub heeft een broederschap.

    DONDERDAG  25  JUNI

    Neem, 0 mijn zoon, het gebod van uw vader in acht, en verlaat de wet van uw moeder niet. - Spr. 6:20.

    §16 (...) Kinderen moeten hun ouders beslist gehoorzamen. Maar open communicatie geeft ouders de gelegenheid hun kinderen te helpen redenatievermogen te ontwikkelen. Vincent, vader van vier kinderen, zegt: "Vaak namen we de voor en nadelen van een situatie door, zodat onze kinderen zelf konden zien wat het beste was. Dat hielp hen hun denkvermogen te ontwikkelen" (Spr. 1:1-4).

    §17 Natuurlijk zal geen enkele ouder de Bijbelse raad over het opvoeden van kinderen volmaakt kunnen toepassen. Toch kun je er zeker van zijn dat je kinderen heel dankbaar zullen zijn voor je pogingen om hen op een geduldige, vriendelijke en liefdevolle manier op te leiden. Jehovah zal je inspanningen beslist zegenen (Spr. 3:33). Per slot van rekening willen alle christelijke ouders dat hun kinderen net zo veel van Jehovah leren houden als zij.
    De Wachttoren van 2007 1 september 1e studieartikel blz. 21 §16, 17.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      over het algemeen doen kinderen dit spontaan. En een open communicatie is een perfecte manier om het redenatievermogen van kinderen te ontwikkelen. Maar het begrip open communicatie is erg flexibel. Ik wil een voor de hand liggend voorbeeld gebruiken al is het extreem. Vincent een vader vraagt aan zijn kinderen: wat zou je willen "een appel" of "een muilpeer"? Wat denk je dat het antwoord zal geweest zijn? Kinderen zonder ervaring zullen in gemakkelijke situaties het juiste doen en zeggen. Later met een ruimere ervaring en daarmee bedoel ik wanneer zij, buiten wat hun ouders hen hebben geleerd, ook andere meningen en zienswijzen kunnen vergelijken ook een eigen mening en zienswijzen kunnen bijschaven of bijsturen. En dat zou en zal wel eens kunnen afwijken of zelfs in strijd met dat van hun ouders.

    Daarenboven is de mening en zienswijze van de ouders, vooral wanneer het met geloof te maken heeft erg explosief.

    Iets waar ouders en ook de organisatie en het besturende lichaam rekening mee dienen te houden is dat jonge kinderen, voor zij besmet zijn, een aangeboren gevoel voor rechtvaardigheid hebben. Wanneer ouders met twee maten meten, soms juist door hun geloof, hebben kinderen dat snel door. Als de ouders dat niet inzien of zichzelf niet corrigeren maken zij van hun kinderen klonen.

    Sommigen van die kinderen zullen, zolang zij bij hun ouders zijn, hen naar de mond praten en ontwikkelen een dubbele persoonlijkheid.

    Eens de 'volwassen' leeftijd bereikt zullen velen van hen 'afhaken'. De schuld daarvoor wordt aan de ouders toegeschreven en aan de wereld, nooit aan de organisatie en het besturende lichaam, alhoewel de ouders de richtlijnen naar vermogen hebben toegepast.

    Nu moet ik zeggen dat een opvoeding door de getuigen van Jehovah altijd iets nalaat aan zulke jongeren. De praktische kant is dat die jongeren meestal een juist begrip hebben van normen en waarden terwijl verschillende beginselen hen levenslang zullen helpen om juistere beslissingen te nemen.

    Dat heb je uiteraard bij alle geloofsovertuigingen. De positieven samen met de negatieven en is dus grotendeels afhankelijk van het kind of de persoon ter zelf.

    Zo is er een beginsel van Jezus Christus die in Mattheüs 5:37 zei "Laat UW woord Ja gewoon Ja betekenen, [en] UW Neen, Neen; want wat daar nog bij komt, is uit de goddeloze".

    Met andere woorden, als je vandaag zegt het is wit en morgen zeg je het is zwart, en dat herhaalt zich enkele malen dan bedrieg je in de eerste plaats jezelf en zul je praktisch altijd bedrogen uitkomen.

    Als je dit beginsel gaat toepassen op de organisatie en het besturende lichaam met dat wat zij in het verleden hebben onderwezen als waarheid, en met een veranderde waarheid die zij vandaag onderwijzen en morgen en overmorgen met gewijzigde waarheden, dan zul je meer moeten hebben dan een gevoel voor rechtvaardigheid.

    28-06-2009 om 09:50 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 16 JUNI tot en met 20 JUNI

    DINSDAG  16  JUNI

    Dat niet, alstublieft, Jehovah! - Gen. 19:18.

    §10 Wanneer ouders huisregels opstellen, willen ze in sommige gevallen misschien wel met hun kinderen overleggen. Als jongeren mee mogen doen aan besprekingen over die regels, zullen ze wellicht eerder bereid zijn die op te volgen. Wanneer de ouders bijvoorbeeld een tijd willen vaststellen waarop de kinderen thuis moeten zijn, zouden ze een specifiek tijdstip kunnen kiezen. Als de kinderen een ander tijdstip voorstellen, kunnen de ouders besluiten aan de wensen van hun kinderen toe te geven als er geen Bijbelse beginselen in het gedrang komen. Wil dat zeggen dat de ouders afstand doen van hun gezag?

    §11 Laten we eens stilstaan bij de liefdevolle manier waarop Jehovah zijn gezag uitoefende in het geval van Lot en zijn gezin (Gen. 19:17-22). Jehovah nam Lots verzoek om naar een nabijgelegen stad te vluchten in overweging en besloot hem in dit geval ter wille te zijn. Kun jij als ouder af en toe rekening houden met de wensen van je kinderen bij het opstellen van gezinsregels?
    De Wachttoren van 2007 1 september 1e studieartikel blz. 21 §10, 11.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      huisregels zijn meestal tijdelijke voorschriften die omwille van de vrede, communicatie, ordelijkheid, het voorkomen van misverstanden en dergelijke kunnen opgelegd worden. Die kunnen individueel zijn, maar ook algemeen zodat de oplegger er eveneens rekening dient mee te houden. In bepaalde gevallen kan het opleggen van huisregels een sanctie zijn volgens de omstandigheden en kunnen verschillen van persoon tot persoon, zelfs in het eigen gezin. Hoe minder regels er nodig zijn hoe gemakkelijker en vrijer iedereen zich zal voelen. Hoe meer regels er zijn, en zeker zonder noodzaak, hoe dwangmatiger het zal aanvoelen, met alle gevolgen van dien.

    Een niet alledaags voorbeeld is te vinden in het Judaïsme die buiten de van God ontvangen 10 geboden en de plus minus nog zo'n 600 andere wetten, er zelf een boek, de Talmoed moesten bijmaken. Volgens het boek "De mens op zoek naar God", uitgegeven door het Wachttorengenootschap.

    Volgens de Joden is de Tenach, of Joodse bijbel, niet het belangrijkste boek. Zou de 'Tenach' de hoeksteen zijn, dan is de 'Talmoed' de middenzuil, die vanaf het fundament oprijst en het gehele geestelijke en intellectuele bouwwerk ondersteunt.

    De Talmoed wordt gewoonlijk verdeeld in twee hoofddelen: de misjna en de gemara.

    De misjna is een verzameling aanvullende commentaren op de Tenach gebaseerd op de uitleg van de rabbijnen.

    De gemara is dan weer een verzameling commentaren op de misjna eveneens door rabbijnen, maar uit een latere periode afkomstig. Zelfs op de gemara zijn er dan weer commentaren.

    Al met al kun je daarmee hele bibliotheken vullen. Zie o.a. het boek "De waterval van Kaaterskill"  door Allegra Goodman.

    Wanneer je hier dan weer een parallel wilt trekken met de organisatie en het besturende lichaam dan kun je dat gerust doen.

    Want ook de organisatie en het besturende lichaam hebben enorme commentaren op de Bijbel gepubliceerd en later commentaren op die commentaren. Daarom schroom ik niet om zelf ook commentaren te geven.

    Ik ben nu een beetje afgeweken, maar het is een feit dat de organisatie en het besturende lichaam zelf redelijk veel regels hebben ingevoerd. Daarmee gaan zij niet alleen buiten hun boekje, maar oefenen ook subtiele druk uit op het gezins- en privé-leven van hun schapen.

    §11 is het rechtstreeks voorbeeld van Job, maar zoals de organisatie en het besturende lichaam zeggen, hebben wij de gehele Bijbel ter beschikking, en daarom zal God nu niet meer rechtstreeks ingrijpen.

    Doen zij het daarom?

    WOENSDAG  17  JUNI

    Uw eigen oren zullen een woord achter u horen, dat luidt: "Dit is de weg. Wandelt daarop" Jes. 30:21.

    §4 Jehovah is onze Grootse Onderwijzer (Jes. 30:20). Via het zichtbare deel van zijn organisatie verschaft hij zijn dienstknechten op aarde leiding ten aanzien van de manier waarop ze zich van hun predikingsopdracht moeten kwijten. Met het oog daarop heeft elke gemeente wekelijks de theocratische bedieningsschool, die bedoeld is om alle ingeschrevenen te helpen doeltreffende verkondigers van Gods koninkrijk te worden. Het belangrijkste leerboek op die school is de Bijbel. J ehovah's geïnspireerde Woord vertelt ons wat we moeten onderwijzen. Bovendien geeft het aan welke onderwijsmethoden doeltreffend en gepast zijn. De theocratische bedieningsschool herinnert ons er geregeld aan dat we betere onderwijzers zullen worden als we ons onderwijs baseren op Gods Woord, een doeltreffend gebruik maken van vragen, ons onderwijs eenvoudig houden en oprechte belangstelling voor anderen tonen.
    De Wachttoren van 2008 15 september 2e studieartikel blz. 8 §4.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      volgens Jesaja 30: 21 is Jehovah onze grootse onderwijzer, maar dan via het zichtbare deel van zijn organisatie.

    Nu staat het eerste gedeelte wel in Jesaja, maar dat het via het zichtbare deel van zijn organisatie zou gebeuren, dat staat er beslist niet.

    Wanneer wij onderwezen zijn en tot rijpheid of nauwkeurige kennis zijn gegroeid is dat niet uitsluitend door de organisatie en het besturende lichaam. Wereldwijd zijn er Bijbelscholen en Zondagsscholen die een fundament kunnen leggen voor een Christelijke levenswijze.

    Zoals in alle religies is het grotendeels afhankelijk van de leraar die uw religie vertegenwoordigt welke vruchten je persoonlijk zult opleveren.

    Ik zei 'grotendeels', maar uiteindelijk is het jouw persoonlijke inzet en verantwoordelijkheid om je houding te bepalen en te vervolmaken.

    Daarom ga ik Jesaja 30: 21 uit een ander bijbelvertaling weergeven: "HET LEVEN praktische lessen uit Het Boek", dus Jesaja 30: 21 "En als u Gods paden verlaat en afdwaalt, zult u een stem achter u horen zeggen: "Nee, dit is de weg, hier moet u lopen."

    Het commentaar op dit vers staat onder aan diezelfde blz. en zegt: "Als de inwoners van Jeruzalem Gods weg zouden verlaten, zou Hij hen corrigeren. Hij zal voor ons hetzelfde doen. Maar als we Zijn corrigerende stem horen, moeten we bereid zijn Hem te volgen".

    Noch in die tijd noch in deze tijd komt God persoonlijk tussen beide. Maar door ons geoefend geweten en de nauwkeurige kennis die wij ons eigen hebben gemaakt, zullen we terechtgewezen worden, als wij gehoor willen geven aan die terechtwijzing.

    Juist daarom is nauwkeurige kennis een vereiste alhoewel niet in eerste instantie.
    Wat als eerste moet liggen is het fundament  Jezus Christus: 
    Efeziërs 3:19 "en de liefde van de Christus te kennen, welke de kennis te boven gaat, opdat GIJ vervuld moogt worden met alle volheid die God geeft".

    Het is niet de liefde voor de Christus, alhoewel dat samen kan gaan, maar de liefde VAN de Christus. Daar is een wezenlijk verschil tussen.

    Liefde voor de Christus en klaarblijkelijk voor zijn offer kunnen uit dankbaarheid en zelfs met een tikkeltje zelfzucht opgebracht worden.

    Daarentegen is de liefde van de Christus in feite de zelfverloochenende kracht die ook Hij bezat om je evennaaste lief te hebben.

    Wanneer men die liefde van de Christus bezit zal je uiteraard alles wat menselijk mogelijk is doen naar vermogen en draagkracht.

    In deze context wil ik graag enele bijpassende beginselen introduceren: 2 Korinthiërs 8:10-12 "En ik opper hierover een mening: want deze aangelegenheid is nuttig voor U, daar GIJ reeds een jaar geleden niet alleen begonnen zijt met het doen, maar ook met het willen [doen]; 11 voleindigt nu dan ook het doen ervan, opdat, evenals de bereidheid om te willen er was, het ook voleindigd mag worden naar wat GIJ hebt. 12 Want indien de bereidheid er eerst is, dan is ze vooral aanvaardbaar naar hetgeen men heeft, niet naar hetgeen men niet heeft".

    Weet je wat het enorme voordeel hier van is? Je hoeft geen rekenschap af te leggen aan mensen, maar rechtstreeks aan God via Zijn Zoon.

    Als slot herhaal ik Johannes 8:32 "en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken”.

    Voel jij je vrij?  Ben je vrij?

    DONDERDAG  18  JUNI

    Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen. - Gen. 3:15.

    §9 (...) Door het bovenstaande te zeggen, onthulde Jehovah dat het zijn voornemen was een "zaad" te machtigen om Satan en zijn legers te verpletteren en de rechtmatigheid van Zijn soevereiniteit te bewijzen (Ps. 2:7-9; 110:1, 2).

    §10 Dat "zaad" bleek Jezus Christus te zijn, samen met een selecte groep mederegeerders. Met elkaar vormen ze Gods Messiaanse koninkrijk (Dan. 7: 13, 14, 27; Matth. 19:28; Luk. 12:32; 22:28-30). Dat alles werd echter niet onmiddellijk onthuld. De verwezenlijking van de eerste profetie bleef in feite 'een tijdenlang verzwegen heilig geheim' (Rom. 16:25). Eeuwenlang zagen gelovige mannen uit naar de tijd dat "het heilige geheim" onthuld zou worden en de eerste profetie in vervulling zou gaan ter rechtvaardiging van Jehovah's soevereiniteit. - Rom. 8:19-21. De Wachttoren van 2007 1 december 1e studieartikel blz. 21 §9, 10.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      de bijbel zegt het, dus moet het waar zijn.

    De bijbelse profetieën die op de Messias of de beloofde bevrijder van toepassing werden gebracht zijn voor Christenen vervuld.

    En alhoewel er meer dan 300 profetieën in Jezus Christus werden vervuld konden de joden in het algemeen hem niet als de Messias aanvaarden en verwachten hem nu nog steeds.

    Daar de organisatie en het besturende lichaam Jezus Christus reeds in 1874 verwachtten en de grote verdrukking in 1914 haar werk zou doen, werden hun verwachtingen niet vervuld.

    Een van de goede kanten was, volgens de organisatie en het besturende lichaam dan toch, dat de datum wel juist was, maar het resultaat niet. Toch is 1874 geen vaste datum gebleven, maar 1914 wordt nog steeds als datum gehandhaafd als het begin van de tijd van het einde. Zo heeft de organisatie en het besturende lichaam het geslacht dat met 1914 verbonden was moeten loskoppelen van die datum en de daarmee gelijklopende profetieën en parallellen moeten aanpassen.

    1914 blijft tot nu toe het vaste gegeven. De tijd zal het uitwijzen, zoals de tijd reeds zoveel heeft uitgewezen.

    Er is over data reeds zoveel gezegd en veranderd, op 1914 na, dat het weinig of niets uitmaakt wat je gelooft. Één ding is zeker, niet wat je wenst te zijn, zal de doorslaggevende factor zijn, maar wat je als mens bent en doet.

    Nog veel erger is het dat je iemand bent geworden die een ander wilde dat je werd.

    De kans wanneer men met een organisatie verbonden is, is natuurlijk veel groter om gelijkvormig te denken en te handelen. Maar dat mag niet gelijk opgaan met vervreemding van jezelf en anderen buiten de groep.

    Vanaf dit moment zal dit werken als een gestadig groeiende wurggreep die zelfs je emoties   ingrijpend zullen veranderen. Nu zul je natuurlijk opmerken dat emoties juist de grondslag van het leven uitmaken, maar het gaat over negatieve emoties die alles buiten de groep als niet wenselijk zullen afwijzen zonder onderscheid, dus het is wit of zwart, goed of slecht.

    Hoe kan men het onderkennen? De belangrijkste opmerking volgens mij zijn de regels van dit moet, en dit mag niet. Het zonder meer gehoorzamen aan de autoritaire leiding, die soms maar door één persoon of één lichaam van personen doorgedrukt wordt zonder ook maar een weerwoord te kunnen of te mogen geven.

    De drogredenen zoals, het is voor 'uw best wil', de 'bijbel zegt het', 'God wilt het', 'alle mensen doen het of juist niet', 'verstandige mensen zullen....' enz., enz..

    Wanneer iemand beweert een christen te zijn dan moet hij of zij op zijn minst menslievend zijn. Niet oppervlakkig of beredeneerd, niet opgedeeld in vakjes of als klasse, maar met de wil om redelijk te zijn ten aanzien van allen. Dit kan uiteraard maar zo verreikend zijn als het van jou afhangt.

    Persoonlijk associeer ik 'Christelijk' met 'menselijkheid'. En menselijkheid staat nauw in verband met redelijkheid, en dat is een beginsel of fundamentele waarheid. Filippenzen 4:5 "Laat UW redelijkheid aan alle mensen bekend worden"

    Zo is bijvoorbeeld de uitsluitingsprocedure die Jezus Christus instelde in Mattheüs 18:15-17 heel menselijk: "Wanneer voorts uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen. 16 Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd wordt. 17 Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente. Indien hij zelfs naar de gemeente niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner".

    In het vers 17 staat duidelijk dat de zaak voor de 'gemeente' diende gebracht te worden ingeval aan de voorgaande stappen geen gevolg was gegeven. Er staat niet aan 'ouderlingen' of ook niet aan 'het rechterlijk comité'. Er staat wel de gevolgen die een onberouwvolle zondaar zou ervaren.

    Voor een uitgebreide voorlichting aangaande de "uitsluitingsprocedure" zie hiervoor blog.seniorennet.be/eleuthera/zoeken.php

    Over die selecte groep mederegeerders wil ik nu alleen maar zeggen dat die hun werk vanuit de hemel zullen moeten doen, niet nu.

    Diegene die daarop vooruitlopen zijn klaarblijkelijk uit de boze.

    VRIJDAG  19  JUNI

    Wie op geld uit is, krijgt er nooit genoeg van. - Pred. 5:9 [10], "Groot Nieuws Bijbel".

    §6 (...) Is het mogelijk materialistische doelen na te streven en toch God met onze hele ziel te dienen? Nee, dat gaat niet. Jezus verklaarde:

    "Niemand kan twee meesters als slaaf dienen, want hij zal óf de een haten en de ander liefhebben, óf zich aan de een hechten en de ander verachten. Gij kunt niet God en de Rijkdom als slaaf dienen." Jezus drong er bij zijn volgelingen op aan om in plaats van materiële goederen op aarde "schatten in de hemel" te vergaren, dat wil zeggen, een goede naam op te bouwen bij God, die "weet welke dingen gij nodig hebt voordat gij hem er ook maar om vraagt" (Matth. 6:8, 19-25).

    §7 (...) Paulus schreef aan Timotheüs: "Beveel hun die rijk zijn ... hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten; ... vrijgevig te zijn, mededeelzaam, voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggend, opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen." - 1 Tim. 6:17-19.
    De Wachttoren van 2007 1 oktober 1e studieartikel blz. 16 §6, 7.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      de titel van het artikel is "Streef een zinvol doel na in je leven". En de leitekst "Al wat adem heeft, love Jah". – Psalm 150: 6.

    Maar de dagtekst heeft een andere "leitekst" ik herhaal hem uit de Nieuwe Wereldvertaling: Prediker 5:10 "Iemand die enkel het zilver liefheeft, zal van zilver niet verzadigd worden, noch wie maar ook die rijkdom liefheeft, van inkomsten".

    Dat is weer een van die subtiele inplantingen van de organisatie en het besturende lichaam. Jij mag zeggen of ik het te ver zoek ja of neen.

    De titel suggereerde "een zinvol" doel, ja toch?

    De dagtekst suggereert (...) Is het mogelijk materialistische doelen na te streven ...

    Enkelvoud en meervoud, dat is een verschil. Toch kan men ook verschillende "zinvolle doeleinden" stellen in zijn leven, zelfs tezelfdertijd.

    De teksttoepassing dat "niemand twee meesters kan dienen" is een veralgemening die alleen opgaat als je materiële zaken de boventoon gaat geven. Daarmee bedoel ik dat je uitgaven gaat doen boven je budget en dus in een schuldenlast komt die je niet kunt betalen.

    Daarom zijn er kredietverleners die tegen een redelijke interest geld kunnen voorschieten. Uiteraard moet je het evenwicht kunnen bepalen wat je met je verdiensten kunt aflossen. Het is een steeds wederkerend probleem dat mensen, zoals men zegt, boven hun stand leven met alle problemen van dien.

    De doorsnee met verstand begaafde mens weet heel goed dat 'geld lenen of op krediet kopen' duurder is dan sparen tot men de volledige som heeft.

    Voor de werkende mens is bijvoorbeeld een huis kopen niet mogelijk, tenzij met een lening neemt van 20 of 30 jaar. Die weten meestal op voorhand dat zij zo ongeveer het dubbele zullen moeten opbrengen van de aankoopprijs. Waarom doen zij het dan? Omdat zij nooit zullen kunnen sparen tot zij de volledige som bij elkaar hebben. De huishuren zijn doorgaans zo hoog dat men niet kan sparen. Er zijn natuurlijk nog andere factoren.

    Diegenen die 5, 10,15 of 20 jaar geleden de stap om een huis te kopen hebben gedaan plukken nu reeds de resultaten.

    Dat heeft echter niets met twee meesters te maken, maar met gezond verstand.

    Laat ik maar één van de belangrijkste zaken belichten die met een 'gezin' te maken hebben:   1 Timotheüs 5:8 "Ja, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige".

    De organisatie en het besturende lichaam geven regelmatig voorbeelden van pioniersgezinnen en anderen die omwille van het koninkrijk zowat alle materiële beslommeringen van zich hebben afgezet.

    Dat kan dan in overeenstemming zijn met Jezus Christus woorden in Mattheüs 19:12 "Wie er plaats voor kan maken, make er plaats voor".

    Maar ik zou niet graag diegenen te eten moeten geven die onder emotionele druk één of meer jaren met financiële problemen hebben moeten afrekenen, scheidingen hebben veroorzaakt, depressief en in behandeling zijn moeten gaan en dan nog diegenen die naast hun schoenen zijn gaan lopen doordat zij enkele etages hoger dachten te wonen.

    De organisatie en het besturende lichaam moedigen wel aan om God dienen, maar vertel mij eens wat God ook maar van een mens nodig heeft?

    Hoe subtiel en suggestief zijn de in de context gebruikte schriftplaatsen?

    Mattheüs 6:20 "Vergaart U veeleer schatten in de hemel".

    1 Timotheüs 6:17-19 "Beveel hun die rijk zijn in het tegenwoordige samenstel van dingen, niet hooghartig te zijn en hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten; 18 goed te doen, rijk te zijn in voortreffelijke werken, vrijgevig te zijn, mededeelzaam, 19 voor zichzelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat wegleggend, opdat zij het werkelijke leven stevig mogen vastgrijpen".

    Vergeet niet dat God niets anders wilt dan wat Micha 6:8 vertelt: "En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God"?

    Als ge op de kap en de zak van een ander leeft komen er uiteraard weer andere vragen.

    ZATERDAG  20  JUNI
    De god van dit samenstel van dingen I heeft] de geest van de ongelovigen verblind.

    2 Kor. 4:4.

    §7 We moeten niet denken dat "diepe dingen"  per definitie moeilijke

    dingen zijn. Kennis van "de diepe dingen Gods" is voor de meeste mensen verborgen, niet omdat het te moeilijk is de wijsheid van God te verwerven maar omdat Satan mensen misleidt, zodat ze de hulp die Jehovah via zijn organisatie geeft, afwijzen (1 Kor. 2:10; 2 Kor. 4:3).

    §8 Het derde hoofdstuk van Paulus' brief aan de Efeziërs laat zien dat "de diepe dingen Gods" veel waarheden omvatten die de meesten van Jehovah's volk heel goed begrijpen, zoals de identiteit van het beloofde Zaad, de uitverkiezing van personen met een hemelse hoop, en het Messiaanse koninkrijk. Paulus zei dat hij was aangesteld om "mensen I te I doen zien hoe het heilige geheim volvoerd wordt, dat sinds het onbepaalde verleden verborgen is geweest in God". - EL 3:5-9.
    De Wachttoren van 2007 1 november 2e studieartikel blz. 27 §7,.8.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      laat ik nogmaals beginnen met de leitekst van deze dagtekst. "De god van dit samenstel van dingen I heeft] de geest van de ongelovigen verblind".

    Wij hebben het reeds gezegd, maar met andere woorden dat de organisatie en het besturende lichaam volgens dat het hun uitkomt "wit of zwart" denkt en zelfs schrijft.

    Ook in deze tekst, al staat het er niet, is het woord 'gelovige' van toepassing op iedereen die met de organisatie en het besturende lichaam verbonden is. Het woord 'ongelovigen' is voor al de andere mensen, ongeacht hun geloof.

    Daar bedoel ik niet mee dat alle andere mensen aanvaardbaar zijn voor en door God.

    Met het gebruik van een Christelijke persoonlijkheid bedoelde ik ook niet dat alle christenen die persoonlijkheid bezitten. Ook niet dat niet-christen die Christelijke persoonlijkheid niet kunnen bezitten.

    Even herhalen in vraagvorm, al is het een dubbel gebruik: zijn alle Getuigen van Jehovah christenen? En zijn alle Christenen Getuigen van Jehovah? Kunnen ook niet-christenen een Christelijke persoonlijkheid bezitten?

    Dit is geen filosofie, maar gewoon drie vragen, alhoewel je er zelf ook nog enkele kunt bij maken.

    Voor mij is het zo dat, om voor een keer in overeenstemming met het commentaar te blijven, de diepe dingen Gods door nauwkeurige kennis te verkrijgen en te verstaan zijn. Maar nauwkeurige kennis is dan weer geen kwestie van intellect alleen. Ook en zeker niet uitsluitend van bijbelkennis. Niet dat die absoluut geen rol zullen spelen, toch wel, maar meer zul je bereiken door open te staan voor wat goed is in Gods ogen. Gewetensvol handelen, rechtvaardigheid betrachten.

    Door kennis op zich heeft men de neiging om meer van zichzelf te denken dan nodig is en kan het zelfs een strik vormen: 1 Korinthiërs 8:1 "Kennis blaast op, maar liefde bouwt op".

    Het commentaar laat uitkomen dat veel van de "diepe dingen Gods" waarheden omvatten die de meesten van Jehovah's volk heel goed begrijpen.

    Dat is niet juist uitgedrukt. Dat de meesten van de Getuigen van Jehovah "de uitleg die de organisatie en het besturende lichaam aan die diepe dingen geeft" dat zullen zij begrijpen.

    Ik spreek uit ervaring.

    En voor de zoveelste keer richt ik de aandacht op één van de diepere dingen Gods, volgens mij dan toch.

    In de Wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na:  Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat God wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen.

     Waar ter wereld zij ook maar met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Psalm 37: 29 …De rechtvaardigen, die zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven. Eveneens een schriftplaats om in gedachten te houden is Hand 10: 35 …maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor HEM.

     

    24-06-2009 om 20:02 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 11 JUNI tot en met 15 JUNI

    DONDERDAG  11  JUNI
    De zegen van Jehovah - die maakt rijk, en hij voegt er geen smart bij. - Spr. 10:22.

    §14 Kun jij voor het doen van Gods wil leven door de volletijddienst tot je carrière te maken? Als dat zo is, zul je beslist veel zegeningen ontvangen. Als je huidige omstandigheden het niet toelaten, kun je misschien veranderingen aanbrengen. Bid als Nehemia toen hij graag een belangrijke taak op zich wilde nemen: 'Ach Jehovah, laat uw knecht toch alstublieft succes hebben' (Neh. 1:11). Ga dan vol vertrouwen in de "Hoorder van het gebed" tot actie over (Ps. 65:2). Als je wilt dat Jehovah je moeite om hem vollediger te dienen zegent, moet je die moeite eerst doen. Heb je eenmaal besloten om in de volletijddienst te gaan, blijf dan bij je beslissing. Na verloop van tijd krijg je meer ervaring en zal je vreugde toenemen. §17 Wat zullen we blij zijn dat we God en anderen hebben gediend en echt voor het doen van Gods wil hebben geleefd! - Matth. 24:21; Openb. 7:14, 15. w071/10 2:14,15,17

    De Wachttoren van 2007 oktober 2e studieartikel blz. 21 §14, 15, 17.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  kun jij je een gedacht vormen van de vele pioniers die begonnen zijn en het werkelijk tot een carrière hebben gemaakt? Hoeveel van hen die je gekend hebt zijn nog met de organisatie en het besturende lichaam verbonden? Hebben allen wel die zegeningen ontvangen die hier gesuggereerd worden?

    Besef je wat de organisatie en het besturende lichaam hier echt voorstellen? Het onderkopje van §14 geeft het antwoord: "Het doen van Gods wil tot onze carrière maken" (ik benadruk).

    Alhoewel het dienen van God voor de meest doorslaggevende aanzet kan zijn, mag je de beïnvloeding van de organisatie en het besturende lichaam en van anderen niet uit het oog verliezen. Het voorrecht deel te mogen uitmaken van een elite groep is daarbij een factor die beslist een grote invloed zal hebben op de beslissing die genomen wordt.

    Moet ik voorbeelden aanhalen van pioniers wier gezins- en financiële problemen tot echtscheidingen hebben geleid. Wat denk je van een kringopziener die zeven jaar lang een overspelige verhouding had? Dit is niet de regel, maar uitzonderingen zijn het zeker ook niet.

    Uiteraard zijn er zeker die er echt mee gelukkig kunnen zijn. Juist zoals de prediking van deur tot deur er enkelen gelukkig mee zijn, doen de meeste het gewoon omdat het een verplichting is in de plaats van een vrijwillig offer.

    Klaarblijkelijk heb ik het reeds geschreven, maar de dag dat de organisatie en het besturende lichaam de rapportjes niet meer verplichten valt de prediking van deur tot deur op zijn achterste. Vanaf het moment dat het aantal uren prediking van deur tot deur niet meer het criterium is voor voorrechten zal het uren aantal drastisch verminderen.

    Het is duidelijk dat de organisatie en het besturende lichaam de prediking van deur tot deur blijven stimuleren, omdat dit een serieuze vermindering van de publicatie zou inleiden en hun trotse toren, de drukkerijen, er onder lijden. Niet de drukkerijen op zich natuurlijk, maar hun persoonlijke tempel, hun trots. Ik heb enkel vraagjes: waarom wordt de Ontwaakt maandelijks uitgegeven i.p.v. om de veertien dagen? Waarom één Wachttoren voor het publiek en één voor de members?

    Bij deze nieuwe regelingen wordt in de Wachttoren voor het publiek de "oplage van elke uitgave vermeld" en uiteraard per maand. In de Wachttoren die niet voor het publiek beschikbaar is wordt geen melding gemaakt van de oplage. Ik neem aan dat die voor het publiek "beide oplagen" vermeldt. Het feit dat er nu niet kan uitgemaakt worden aan de hand van de cijfers hoeveel er voor de kudde beschikbaar zijn doet mij weer vragen waarom?

    Bij navraag wordt de Wachttoren die voor het publiek bestemt is minder gelezen omdat deze niet voorbereid moet worden.

    Waarom is de hoeveelheid geestelijk voedsel zo ongeveer gehalveerd?

    Je mag mij niet om het antwoord vragen, ik weet het niet, maar rantsoeneren is misschien een manier om gezonder te worden.

    VRIJDAG  12  JUNI

    Beveel hun die rijk zijn in het tegenwoordige samenstel van dingen, niet hooghartig te zijn en hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten. -1 Tim. 6:17.

    §17 Het is onverstandig onze hoop op rijkdom te vestigen, want die is 'onzeker'. De patriarch Job was heel rijk, maar toen hij plotseling door tegenslag werd getroffen, konden zijn bezittingen hem niet helpen; ze waren van de ene op de andere dag verdwenen. Zijn sterke band met God hielp hem door alle beproevingen en ellende heen (Job 1:1, 3, 20-22). Abraham liet zich er niet door zijn vele materiële bezittingen van weerhouden een moeilijke opdracht van Jehovah te aanvaarden, en hij werd gezegend doordat hij de "vader van een menigte natiën" werd (Gen. 12:1, 4; 17:4-6). Deze en andere voorbeelden zijn het navolgen waard. Of we nu jong zijn of oud, we moeten bij onszelf nagaan wat echt belangrijk is in ons leven en waar we onze hoop op vestigen. - Ef. 5: 10; Fil. 1:10.

    De Wachttoren van 2007 1 augustus 1e studieartikel blz. 21 §16, 17.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: 
    er is zelfs een gezegde dat geld een meester moet hebben, anders kan het geld meester zijn over jou en dan is het hek gemakkelijk van de dam. En zoals het commentaar zegt zou het onverstandig zijn onze hoop op rijkdom te vestigen.
    In de eerste plaats is de doorsnee Getuige van Jehovah niet rijk, de meesten zijn arbeiders of bedienden en uiteraard zijn er ook zelfstandigen en universitairen, maar die zijn veel minder dik gezaaid.
    Toch worden die door de organisatie en het besturende lichaam graag gewild omwille van hun bekwaamheid om vooral met mensen om te gaan. Natuurlijk ook omdat hun financiële draagkracht merkelijk ondersteunend kan zijn, tenminste als zij niet te steeg van afgaan zijn.

    Nu is het ook niet zo dat iedere rijkaard bij de getuigen met de "Jobstijding" geconfronteerd zal worden. En het is ook niet zo dat iedere rijkaard bij de getuigen zijn hoop op zijn rijkdom zou vestigen. De rijkdom die ze hebben is soms zelfs de aanleiding om het een beetje kalmer aan te doen en nog een beetje van het leven te genieten. Maar die rijkdom wordt gemakkelijk aangesproken en gebruikt om de belangen van de organisatie en het besturende lichaam te dien, want God heeft dat absoluut niet nodig, alles is van Hem.

    Dan is er nog de vraag: wat is rijkdom? Is dat een eigen huis hebben, zo nu en dan een nieuwe auto kopen of een ander vloer leggen? Regelmatig een restaurantje bezoeken? Een voetbal match bekijken of andere sport activiteiten, misschien zelf actief eraan deelnemen.

    Noem je iemand rijk wanneer hij of zij, of samen, reizen naar exotische toeristische vermaardheden, zoals de Machu Pichu beklimmen, naar India, de Dominicaanse Republiek, Kenia en noem maar op.


    Ik noem iemand rijk die in eigen land, zoals in de VS, een lezing gaat geven, niet met de auto, maar met een vliegtuig.
    Ik noem iemand rijk die op andere continenten lezingen geeft die iedere ouderling van het land, zonder tolk of vertaler, kan geven, dat is pas 'n rijke stinkerd.


    Wacht eventjes, want ik ben weer aan het doordraven. De laatste groep die ik vernoemd heb is beslist niet rijk, maar ze gedragen zich als zodanig.
    En dat kunnen zij ook om de eenvoudige reden dat niet zij het betalen, maar de organisatie of het besturende lichaam. D. w. z. de broeders en zusters wereldwijd en niemand anders.
    De globale onkostennota vindt je ieder jaar terug in het jaarboek en bedroeg in 2009 het petieterige bedrag van ruim $ 141 miljoen.

    En vermits die onkosten moeten gerecupereerd worden is het voor jou en mij en alle anderen getuigen van Jehovah een voorrecht om iedere week een luttele vrijwillige bijdrage te geven. 

    Het markante van de gehele zaak is dat Jezus Christus een heel andere instelling heeft geleerd: Mattheüs 6:3-4 "Maar gij, wanneer gij gaven van barmhartigheid schenkt, laat dan uw linkerhand niet weten wat uw rechter doet, 4 opdat uw gaven van barmhartigheid in het verborgene mogen zijn; dan zal uw Vader, die in het verborgene toeziet, het u vergelden".


    Zoals Mattheüs au fond duidelijk maakt zijn de uitgaven voor vrijwilligers een ondersteuning, en geen onkosten nota op het einde van het jaar.

    En tezelfdertijd, als de uitgaven dan toch vermeld worden, waarom dan ook niet de inkomsten? Of is het dan weer een andere subtiele vorm om geldelijke ondersteuning te verkrijgen?

    Als, ja als de organisatie en het besturende lichaam werkelijk de spreekbuis zouden zijn van de Vader en Jezus Christus en wanneer zoals zij beweren en schrijven "heel veel van ons te houden", waarom vertrouwen zij ons dan niet? Als wij hen moeten vertrouwen, waarom vertrouwen zij ons dan niet?

    Het contract dat ieder getuige van Jehovah met een JA en nog een JA aanvaardt is dat dan alleen bindend voor ons en zijn zij dan de partij die het contract éénzijdig interpreteren zoals het hen uitkomt? 't Zal wel zijn zeker?


    Johannes
    15:15 "Maar ik heb U vrienden genoemd, want alle dingen die ik van mijn Vader heb gehoord, heb ik U bekendgemaakt". Zoals uit deze tekst van Johannes blijkt was Jezus Christus niet zo achterbaks.


    Is het dan toch waar dat zij bij de rijkste organisaties behoren?

    Dan is het echt niet moeilijk om de Grote Jan uit te hangen en de meute tot euforische hoogten te brengen met mooie woorden en beloften.


    ZATERDAG  13  JUNI 

    Er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen. - 2 Petr. 3:13.

    §16 De "nieuwe hemelen", Gods hemelse regering onder Christus, zijn al geïnstalleerd. Degenen die de kern zullen vormen van de "nieuwe aarde", een nieuwe aardse samenleving van rechtgeaarde mensen, worden in deze laatste dagen bijeengebracht. Ze zijn al met bijna zeven miljoen mensen in op zijn minst 235 landen en in zo'n 100.000 gemeenten. Die miljoenen mensen hebben de rechtvaardige wegen van Jehovah leren kennen, en als gevolg daarvan verheugen ze zich wereldwijd in een eenheid die op christelijke liefde gebaseerd is. Hun overduidelijke en duurzame eenheid is ongekend in de geschiedenis van de wereld en overtreft alles wat Satans onderdanen ooit hebben ervaren. Die liefde en eenheid zijn een voorproefje van de schitterende tijd die zal aanbreken in Gods nieuwe wereld, waarin rechtvaardigheid en gerechtigheid zal heersen. - Jes. 2:2-4; Joh. 13:34,35; Kol. 3:14.

    De Wachttoren van 2007 15 augustus 1e studieartikel blz. 22 §15, 16.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      dat de "nieuwe hemelen" of Gods hemelse regering onder Christus reeds is geïnstalleerd, is niet zo vanzelfsprekend als de organisatie en het besturende lichaam doen voorkomen. Het feit dat Gods hemelse regering in 1874 reeds geïnstalleerd was en opgeschoven moest worden omdat de gepubliceerde voorzeggingen niet uitgekomen zijn, verplichten hen om die data op te schuiven. Niet dat het uiteraard zo 'n verschil zou uitmaken voor ware Christenen, maar dat de organisatie en het besturende lichaam doen alsof nieuw licht en toenemende licht het vervolmaken, dat is niet rechtvaardig. Dat is iets dat je van onvolmaakte mensen ook niet mag verwachten.

    Met kunst en vliegwerk kun je een tijdje zand in de mensen hun ogen wrijven, maar je kunt dat niet blijven doen al zijn de organisatie en het besturende lichaam daar wel van overtuigd.

    Abraham Lincoln heeft ooit gezegd: "men kan sommige mensen steeds weer bedriegen, en alle mensen soms, maar men kan niet alle mensen altijd bedriegen"

    Citaat uit het boek "Dertig jaar in de greep van? Geciteerd door Th. Delleman.

    Nu gaat het niet om het werk en de onderscheiden manier waarop dit verwezenlijkt wordt in vergelijking met andere religies. Het gaat evenmin over wat de organisatie en het besturende lichaam schrijft en ook niet diegenen die er loffelijk over berichten omwille van de moment opnamen bij congressen of bepaalde manifestaties. Zelfs hun welbespraaktheid in de van deur tot deur prediking of hun oratorische lezingen, hun goede manieren en redelijk hoge normen. Noch om hun niet aflatende ijver en volharding om de boodschap van Gods hemelse koninkrijk te brengen.

    Ondanks dat zij de naam van Jehovah gebruiken als schild en toevlucht, rijst de vraag of zij wel een CHRISTELIJKE PERSOONLIJKHEID aankweken?

    Waarom die vraag? Omdat de autoritaire manier van optreden van de organisatie en het besturende lichaam absoluut geen kenmerk kan zijn van een Christelijke levenswijze.

    Zoals ooit in vraag werd gesteld over de Paus van de katholieke kerk: is de Paus wel een christen?

    En dat kun je klaarblijkelijk op alle religieuze organisaties toepassen. T.t.z. op diegene die er de leiding over hebben, niet op al hun leden.

     

    ZONDAG  14  JUNI

    Deze mensen, die de bewoonde aarde ondersteboven hebben gekeerd, zijn nu ook hier. - Hand. 17:6.

    §2 Vroege zendelingen hebben velen geholpen om het christendom

    te aanvaarden. Filippus bijvoorbeeld ging naar Samaria, waar een grote menigte aandacht schonk aan zijn woorden (Hand. 8:5-8). Paulus maakte met verscheidene metgezellen verre reizen en predikte de christelijke boodschap op Cyprus en in delen van Klein-Azië, Macedonië, Griekenland en Italië. In de steden waar hij predikte, werden grote aantallen Joden maar ook Grieken gelovigen (Hand. 14:1; 16:5; 17:4). Titus was actief op Kreta (Tit. 1:5). Petrus werkte in Babylon, en tegen de tijd dat hij zijn eerste brief schreef, rond 62-64 G.T., had de activiteit van de christenen bekendheid gekregen in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bithynië (1 Petr. 1:1; 5:13). Wat waren dat opwindende tijden! Die christelijke predikers uit de eerste eeuw waren zo ijverig dat hun vijanden beweerden dat ze 'de bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd'. - Hand. 28:22.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 3e studieartikel blz. 13 §2.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      vanuit hun tijd en hun standpunt bezien is het zeker geen kleinigheid geweest om al die vernoemde streken te bereiken. Ook de zendingsreizen van Paulus zijn een enorme bijdrage aan het bijbelse verslag inzonderheid de prediking en Paulus 'specifieke en onderlegde methoden. 1 Kor. 4: 17. Petrus verzorgde een speciaal gebied waar veel Joden waren gebleven ten tijde van de terugkeer uit de ballingschap, Babylon. Dat zullen beslist opwindende tijden zijn geweest.

    Dat hun vijanden beweerden dat die predikers de bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd kan toch iets anders betekenen dan dat er gezegd werd?

    Eventjes die tekst en de context aan halen: Handelingen 17:5-7 "Maar de joden, die jaloers werden, namen zekere boosaardige mannen van de leeglopers die zich op de marktplaats ophielden, in hun gezelschap op en vormden een samenscholing en gingen ertoe over de stad in opschudding te brengen. En zij bestormden het huis van Jason in een poging hen voor het gepeupel te brengen. 6 Toen zij hen niet vonden, sleepten zij Jason en zekere broeders naar de stadsbestuurders, terwijl zij schreeuwden: „Deze mensen, die de bewoonde aarde ondersteboven hebben gekeerd, zijn nu ook hier, 7 en Jason heeft hen gastvrij ontvangen en al deze [mensen] handelen in strijd met de verordeningen van caesar door te zeggen dat er een andere koning is, Jezus”.


    Wanneer je deze overdrijving, dat die mensen de gehele bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd', als een werkelijkheid gaat publiceren, dan brengen zij hun lezers en leden op een dwaalspoor.


    Laat mij dat liever eens wat duidelijker maken door een vergelijking. Ken je een rangeerstation en het daarbij horende rangeerterrein? Je zult die altijd vinden bij de NMBS en vooral bij de grotere stations om treinen te ordenen, schikken en herschikken op de verschillende sporen en voor de wisselende bestemmingen.
    Die bestemmingen zijn een doel en daarom kun je die afzonderlijke wagons niet lukraak of naar believen gaan indelen, tenzij je eropuit bent om verwarring te stichten.

    Vooral in industriegebieden kunnen die terreinen enorme oppervlakten en kilometers spoorlijnen omvatten. De werkmensen die dat doen worden "rangeerders" genoemd.


    Wel daar kun je de organisatie en het besturende lichaam best mee vergelijken, maar dan op het gebied van gedrukte en gesproken informatie, interpretatie en herinterpretatie.

    Hun doel is niet om jou op het juiste spoor te zetten, maar op een zijspoor. Ken je die uitdrukking? Het woordenboek geeft als eerste definitie, misleiden.


    In hun beweringen en dat reeds meer dan 120 jaar, hebben zij niet veel meer gedaan dan "rangeren" van het ene spoor op het andere en weer terug, terug en nog eens terug.
    In werkelijkheid kom je niet vooruit tenzij je zelf uitstapt en je eigen weg zult gaan, ja met de verworven kennis en als je het meent, met een Christelijke Persoonlijkheid.


    Even herhalen: "dat die mensen de gehele bewoonde aarde ondersteboven hadden gekeerd". Wat blijkt hiervan de bedoeling te zijn?

    In de derde paragraaf van de vermelde Wachttoren wordt gezegd dat "Ook in moderne tijden is de christelijke gemeente met een opmerkelijke groei gezegend". (...) ...in het dienstjaar 2007 ruim zes miljoen bijbelstudies. ... hebben geleid?

     

    Nu vermeldt het jaarboek van 2008 een kleine 300.000 dopelingen.

    In theorie en in vergelijking met die zes miljoen bijbelstudies reageren er 300.000 positief 5.700.000 reageren niet of misschien later. Maar ....


    Ik reken 1 uur per week per studie, dus 52 weken maal 6.000.000 studies = 312.000.000 miljoen uren.

    Hoeveel kost dit aan de verkondiger qua tijd en onkosten?

    Voor de organisatie en het besturende lichaam is er echter een bepaalde winst aan lectuur en bijdragen, maar niets aan onkosten.


    Dat is zoals ik zei, in theorie.


    Daarentegen is er eveneens een numerieke groei voor de meeste andere religies.

    Als de organisatie en het besturende lichaam hun groei een opmerkelijke zegen noemen, is de groei van de andere religies dan ook een zegen?


    En in die dertig landen waar, in 2008 een achteruitgang geboekt wordt, hoe noem je dat fenomeen?

    Terwijl de zevende paragraaf van vermelde Wachttoren zegt dat: "Jehovah heeft Jezus Christus als Rechter aangesteld; wij hebben dus niet het recht een oordeel over een ander te vellen".


    Wie zijn wij? En wat is het verschil tussen oordelen en aan de kaak stellen?

     

    MAANDAG  15  JUNI

     [Farao] zal hen stellig najagen. - Ex. 14:4.

    §11 Farao komt tot de conclusie dat hij een fout heeft gemaakt door de Israëlieten toe te staan Egypte te verlaten en hij zet de achtervolging in. Als het Egyptische leger in zicht komt, worden de Israëlieten doodsbang en gaan ze luid tot Mozes roepen. Mozes antwoordt:

    "Weest niet bevreesd. staat vast en ziet de redding van J ehovah, die hij vandaag voor u zal bewerken" (Ex. 14:5-14).

    §12 (...) Gehoorzaam aan Gods gebod strekt Mozes nu zijn hand uit. Het verslag vervolgt: "Jehovah [deed] de zee door een sterke oostenwind, die de hele nacht waaide, ... teruggaan ... Ten slotte trokken de zonen van Israël midden door de zee over droog land." De Egyptenaren hervatten de achtervolging, maar Jehovah brengt het kamp van de Egyptenaren in verwarring. Hij zegt vervolgens tegen Mozes: "Strek uw hand uit over de zee, opdat de wateren terugkeren over de Egyptenaren." Zo totaal is de vernietiging van Farao's strijdkrachten dat geen enkele soldaat het er levend afbrengt! - Ex. 14:21-28; Ps. 136:15. w07 15/12 2:11, 12

    De Wachttoren van 2007 15 december 2e studieartikel blz. 16 §11, 12.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:
      de uitspraak die Mozes als woordvoerder van God doet, "Weest niet bevreesd. Staat vast en ziet de redding van Jehovah, die hij vandaag voor u zal bewerken" was voor de belaagde Israëlieten bijzonder hartverwarmend. Temeer daar zij direct het resultaat van Gods ingrijpen konden waarnemen. Wanneer je hier een parallel wilt maken en dat mag je, dan is zowel de redding enerzijds en de vernietiging anderzijds een kwestie van perfecte planning en uitvoering.
    In onze situatie is de ene niet vervulde verwachting na de andere met telkens een ander excuus, geen redenen, maar excuses.


    Ik neem de Ontwaakt van '
    93 22/3 blz. 3 Waarom zo vaak een vals alarm? ***

    ER BESTAAT een verhaal over een jongen die de schapen van de dorpelingen hoedde. Om wat leven in de brouwerij te brengen, riep hij op een dag „Wolf! Wolf!”, terwijl er geen wolf was. De dorpelingen kwamen aangestormd met knuppels om de wolf te verdrijven, maar ontdekten dat er geen wolf was. Het was zo leuk dat de jongen later zijn kreet nogmaals liet horen. Weer kwamen de dorpelingen aangestormd met hun knuppels, om te ontdekken dat het ook nu vals alarm was. Enige tijd later kwam er wel een wolf en de jongen liet de waarschuwing horen: „Wolf! Wolf!”, maar de dorpelingen deden zijn geroep af als weer een vals alarm. Zij waren te vaak voor de gek gehouden.


    Wat ik abnormaal erg vindt is dat
    de organisatie en het besturende lichaam heel goed weten waarover en waarom zij deze illustratie neerpennen, maar nooit of te nimmer op zichzelf van toepassing willen brengen.


    Een verbeterde zienswijze is absoluut geen veranderde zienswijze en toegenomen licht is geen veranderd licht.

    Hieruit besluit ik dat niemand erger geïndoctrineerd is dan diegene die anderen indoctrineert.

    Om het met Jezus Christus woorden te zeggen: Mattheüs 15:14 "Zij zijn blinde gidsen. Indien nu een blinde een blinde leidt, zullen beiden in een kuil vallen".

    Dezelfde Ontwaakt zegt op blz. 4  Jehovah’s Getuigen hebben in hun vurige verlangen naar Jezus’ tweede komst jaartallen genoemd die onjuist zijn gebleken. Daarom hebben sommigen hen valse profeten genoemd. In geen van deze gevallen hebben zij zich echter aangematigd voorzeggingen ’in de naam van Jehovah’ te uiten. Nooit hebben zij gezegd: ’Dit zijn de woorden van Jehovah.’ In De Wachttoren, het officiële tijdschrift van Jehovah’s Getuigen, is gezegd: „Wij hebben niet de gave van profetie” (Engelse uitgave van januari 1883, blz. 425). „Noch zouden wij willen dat onze geschriften werden vereerd of als onfeilbaar werden beschouwd” (Engelse uitgave van 15 december 1896, blz. 306). In De Wachttoren werd ook gezegd dat het feit dat sommigen Jehovah’s geest bezitten, niet wil zeggen „dat zij die thans als Jehova’s getuigen dienen, geïnspireerd zijn. Het wil niet zeggen dat het geschrevene in dit tijdschrift De Wachttoren geïnspireerd en onfeilbaar en zonder fouten is” (1 augustus 1947, blz. 245). „De Wachttoren beweert . . . niet dat zijn uitspraken zijn geïnspireerd, noch is het tijdschrift dogmatisch” (15 november 1950, blz. 365). „De broeders die deze publikaties verzorgen, [zijn] niet onfeilbaar . . . Hun geschriften zijn niet geïnspireerd, zoals wel het geval was met de geschriften van Paulus en de andere bijbelschrijvers (2 Tim. 3:16). En daarom is het soms nodig geweest om, naarmate het inzicht duidelijker werd, gezichtspunten te corrigeren (Spr. 4:18).” — 15 mei 1981, blz. 19.

    Hun vurig verlangen? Astemblieft, de hormoontjes spelen op! De catecholaminen van enkele mensen bij de organisatie en het besturende lichaam dicteren en primeren boven het verstandelijk vermogen van zo'n zeven miljoen mensen die hen onvoorwaardelijk moeten gehoorzamen.


    En die doen het dan ook nog op enkele uitzonderingen na.


    Neen, nu onderdrijf ik uiteraard, want dat getuigen de miljoenen die uittreden of gewoon weggaan en wegblijven.
    En wanneer je hen vraagt of zij ooit zullen terugkomen zal hun antwoord heel duidelijk en heel schriftuurlijk luiden: moet ik in overeenstemming met 2 Petrus 2:22 zijn als  "De hond die tot zijn eigen uitbraaksel teruggekeerd, en de gebade zeug tot het rollen in de modder”.

    Als de jaartallen die de organisatie en het besturende lichaam meermaals hebben aangepast, of juister gezegd, moesten aanpassen "onjuist" bleken te zijn, was het niet hun "vurig" verlangen, maar hun verkeerde interpretaties.
    Die interpretaties hebben beslist niks met Gods Heilige Geest te maken hadden, maar met hun eigen menselijke geest en instelling.


    En al die verwijzingen naar de publicaties om hun onvolmaaktheid te excuseren zijn gewoon uitvluchten om op hun troon te kunnen blijven zitten, alhoewel dat uiteindelijk pas in de hemel zal geschieden. Als?????

    Een van de dagelijkse uitspraken van de organisatie en het besturende lichaam zou moeten zijn en zelfs vóór de dagtekst besproken mag worden is: "mijn God, mijn God waarom hebt u ons verlaten"

    20-06-2009 om 08:52 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 6 JUNI tot en met 10 JUNI

    ZATERDAG  6  JUNI

    Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën. Matth. 28:19.

    Als we onze tijd, energie en talenten gebruiken voor de Koninkrijksprediking en het maken van discipelen, en niet om er zelf beter van te worden, kan dat vergeleken worden met het doen van een investering. Degenen die dat hebben gedaan, hebben daar in geestelijk opzicht veel voor teruggekregen. Een christelijke man in Oost-Azië bijvoorbeeld had een goed betaalde baan als computertechnicus. Maar zijn werk nam praktisch al zijn tijd in beslag en daardoor voelde hij zich in geestelijk opzicht arm. Uiteindelijk nam hij ontslag in plaats van te proberen vooruit te komen in zijn werk. Hij ging ijs maken en dat op straat verkopen, zodat hij meer tijd zou hebben voor zijn geestelijke behoeften en verantwoordelijkheden. Zijn vroegere collega's lachten hem uit, maar wat bleek? "Eigenlijk I kreeg I ik het financieel beter", zei hij. "Het maakte me gelukkiger omdat ik niet de stress en de zorgen had die ik in mijn vorige baan had. En wat het allerbelangrijkste is: ik voel me nu dichter bij Jehovah."
    De Wachttoren van 2007 1 augustus 2e studieartikel blz. 26 §15, 16.


    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR: 
    je moet dat maar eens gaan beredeneren met al diegenen die in de loop van de geschiedenis de suggesties en de waarschuwingen van de organisatie en het besturende lichaam in vol vertrouwen hebben opgevolgd.

    Wat valt er te zeggen over allen die in 1874 vol verwachting uitzagen naar de grote verdrukking die in 1914 zou beginnen en zou leiden tot Armageddon. Terwijl zij reeds hoopvol uitzagen naar hun opname in de hemel om als Koningen over de aarde te regeren. Misschien, maar dat kan niet meer, zou je willen spreken met diegenen die gehoor hebben gegeven om nog enkele jaren geduld te hebben tot 1918-1919. Die periode waarin de valse religies vernietigd zouden worden met het onvermijdelijke gevolg dat ook hun vernietigers, de natiën, niet alleen hun dag hadden gehad, maar hun tijd en verdwijning plaats zouden moeten maken voor Gods duizendjarige Regering.

    Waarom van 1914 opschuiven naar 1918-1919? De organisatie en het besturende lichaam moesten het wel opschuiven omdat er niets veranderde. En juist omdat er niks veranderde moest er een mouw aan gepast worden. En dat deden de organisatie en het besturende lichaam prompt. Ik ben er zelfs van overtuigd dat zij een heel atelier hebben om zulke mouwen te fabriceren.

    Om het concreet weer te geven: In de plaats dat Jehovah's geest hen "te rechter tijd" het voedsel verstrekte, verkoos Jehovah's geest het hun daarna te geven, en nog eens daarna en daarna nog eens 5 keren. Als het niet om te wenen was, zou ik er nog mee kunnen lachen.

    Ofwel was Jehovah een beetje de clown aan 't uithangen, en dat geloof ik niet, ofwel was Jehovah niet de God van de organisatie en het besturende lichaam, en daar is veel meer kans voor. Dat blijft klaarblijkelijk van kracht voor alle later gepubliceerde verwachtingen.

    Moet ik het nog hebben over het boek "Kinderen"? De kinderen die speciaal uitgenodigd werden op het congres in St. Louis in Missouri om vooraan te komen zitten, voor het podium. En die allemaal het boek cadeau kregen. Hoeveel van hen hebben gedaan wat hierin gesuggereerd werd om niet te trouwen en geen kinderen te hebben.

    De ervaring die vervolgens in hun commentaar wordt verteld is publicitair verantwoord, maar geen uniek of inherent voorrecht voor de organisatie en het besturende lichaam.

    Diezelfde en andere ervaringen zijn legio met alle religies en denominaties.

    Zoals met veel ervaringen, en ik beweer niet dat dit met het vermelde het geval is, worden ervaringen gemakkelijk kleurrijker en meer overtrokken gebracht, soms zelfs onvolledig vermeld of gedeeltelijk gefantaseerd.

    Neemt het voorbeeld in het zevende deel van de Finished Mystery blz. 84-86. daar wordt Job 40: 15-24; 41:34 uitgelegd, dat de Bohémoth de stoommachine afbeeldt en de Leviathan de locomotief. En dat allemaal onder leiding van Gods geest?

    Hetzelfde geldt eveneens voor bepaalde lezingen en demonstraties.

     

    ZONDAG  7  JUNI

    Doe het werk van een evangelieprediker, volbreng uw bediening ten volle.
    2 Tim. 4:5.

    §2 Jehovah vindt het leven kostbaar. Hij spoort Zijn aanbidders aan zich in te spannen om zo veel mogelijk levens te helpen redden. Iedere dienaar van God moet de levensreddende boodschap bekendmaken die in Gods Woord staat. Onze taak komt overeen met die van een wachter die een waarschuwing laat klinken als hij een dreigend gevaar ziet. We willen niet dat het bloed van degenen die gevaar lopen het leven te verliezen, op ons hoofd komt (Ezech. 33:1-7). Wat is het daarom belangrijk dat we volharden in onze inspanningen om 'het woord te prediken'! (2 Tim. 4:2)

    §4 De wereldgebeurtenissen duiden erop dat we in "het besluit van het samenstel van dingen" leven en dat het einde heel nabij is. De mensheid maakt de gebeurtenissen en toestanden mee waarvan Jezus en zijn discipelen hebben gezegd dat ze kenmerkend zouden zijn voor "de laatste dagen". Zelfs voor mensen die naar Bijbelse normen en waarden proberen te leven, zijn dit "kritieke tijden, die moeilijk zijn door te komen". - Matth. 24:3, 6-8,12; 2 Tim. 3:1-5. w08 15/1 1:2, 4

    De Wachttoren van 2008 15 januari 1e studieartikel blz. 4 §2, 4.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  laat ik maar beginnen met een uitspraak van Jezus Christus: Lukas 10:25-26 "En zie! een zekere man die goed onderlegd was in de Wet, stond op om hem op de proef te stellen en zei: „Leraar, door wat te doen, zal ik eeuwig leven beërven?” 26 Hij zei tot hem: „Wat staat er in de Wet geschreven? Hoe leest gij?”

    Je ziet dat ik "hoe leest gij" heb benadrukt. Hou dit even in gedachten.

    De gehele studie is gericht op de prediking van huis tot huis en is zoals reeds gezegd 'verheven tot een leerstelling en een vereiste' om als een geordineerde bedienaar een rapportje in te mogen dienen.

    In de vierde § wordt de raad gegeven om 2 Tim. 4: 1, 2, 5 te lezen, maar ik druk alleen de verzen 1, 2 af: 2 Timotheüs 4:1-2. "Ik gelast u plechtig voor het aangezicht van God en Christus Jezus, die de levenden en de doden zal oordelen, en krachtens zijn manifestatie en zijn koninkrijk: 2 predik het woord, houd u er als met een dringende zaak mee bezig, in gunstige tijd, in moeilijke tijd, wijs terecht, berisp, vermaan, met alle lankmoedigheid en [kunst van] onderwijzen".

    Alhoewel dit een onderdeel is van het volgende studieartikel ga ik de toepassing maken die in de gemeente als eerste van toepassing is, niet op de mensen buiten de gemeente.

    Daarom die vraag van Jezus Christus 'hoe leest gij'.

    In de eerste plaats heeft niemand in de organisatie of het besturende lichaam het recht om de mensen die niet met de organisatie en het besturende lichaam verbonden zijn te oordelen. Een 'terecht te wijzing', 'berisping' of 'vermaning' naar buiten toe is geen algemene norm, maar dient oordeelkundig gegeven te worden.

    In de gemeente daarentegen is het onze liefdevolle plicht om elkaar, indien nodig is, terecht te wijzen', hen te 'berispen' of te 'vermanen'. En dan nog!!!

    Zoals de organisatie en het besturende lichaam zelf beweren en er op staan, is het woord christelijke 'gemeente' op het overblijfsel van toepassing. Het feit dat het 'vermeende' besturende lichaam dat beweert, laat mij zeggen die tien mannen, staan zij zeker niet boven het vermelde fundamentele beginsel. Integendeel zeg ik. Zoals een ander beginsel dat duidelijk kan maken 1 Petrus 4:17  "Want het is de bestemde tijd dat het oordeel begint bij het huis van God. Als het nu eerst bij ons begint, wat zal dan het einde zijn van hen die het goede nieuws van God niet gehoorzaam zijn"?

    Als de organisatie en het besturende lichaam geen inspraak, of tegenspraak duldt, noch terechtwijzing, evenmin een berisping of vermaning aanvaardt, waarop is dan hun autoriteit gebaseerd? Zijn diegenen die terechte op- en aanmerkingen maken dan allemaal afvalligen?

    Zijn diegenen die vragen stellen er dan alleen maar op uit om verdeeldheid te brengen? En diegenen die getuige zijn van verkeerde handelingen of uitspraken en die openbaren na de schriftuurlijke stappen te hebben gedaan, dan verraders?

    Zou dit de beste manier zijn om de organisatie onrein te houden?

    Het gaat er in het geheel niet om wie gelijk heeft of ongelijk. Het gaat alleen om het feit of het juist is, of het de waarheid is en Schriftuurlijk. En menselijk.

    Nu nog de teksten uit Ezechiel 33: 1-7. Maar je moogt gerust lezen tot en met vs 16. alleen wijs ik erop dat wanneer de organisatie en het besturende lichaam deze situatie als parallel gebruiken dan is daar een redelijk boekje over open te doen.

    Om een lang verhaal kort te maken neem ik het vers 2a. Ezechiël vertegenwoordigt God, zoals het besturend lichaam dit op zich neemt. Vervolgens moet Ezechiël zich tot Gods volk richten, de parallel is dus dat het besturend lichaam zich tot zijn mensen moeten richten.       In de praktijk doen zij dit uiterlijk tot en met het vers 9. Van daaraf komt er een vanwege Gods aangestelde woordvoerder Ezechiël en tot en met de verzen 16 is het een geheel ander verhaal.

    Daar zal ik mettertijd een antwoord op geven, maar jij kunt het voor jezelf misschien reeds uitmaken.


    MAANDAG  8  JUNI
     

    Wat Saulus betreft, hij hechtte zijn goedkeuring aan de moord op [Stefanus]. -Hand. 8:1.

    §11 Kunnen we gewoon 'doen wat ons geweten ons ingeeft'? Het is goed om naar ons geweten te luisteren, maar het zou ons ook behoorlijk kunnen misleiden. De stem van "de mens die wij innerlijk zijn" kan ons in de steek laten (2 Kor. 4:16). Laten we eens kijken naar het geval van Stefanus, een toegewijde volgeling van Christus, "vol van gunst en kracht". Enkele Joden gooiden hem Jeruzalem uit en stenigden hem. Saulus (de latere apostel Paulus) stond erbij en "hechtte zijn goedkeuring aan de moord op" Stefanus. Die Joden waren er kennelijk zo van overtuigd dat het goed was wat ze deden, dat hun geweten hen niet kwelde. Dat moet ook met Saulus zo geweest zijn, want daarna 'ademde hij nog steeds dreiging en moord tegen de discipelen van de Heer'.

     §12  Het is duidelijk dat zijn geweten destijds niet met een zuivere stem sprak (Hand. 6:8; 7:57-60; 9:1). Waarom niet? Saulus kan beïnvloed zijn geweest door nauwe omgang met Joden die Jezus haatten.

    De Wachttoren van 2007 15 oktober 1e studieartikel blz. 20 §11, 12.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  de vraag in §12 wordt terecht gesteld en alhoewel het goed is om naar ons geweten te luisteren, maar is het zeker waar dat het ons serieus kan misleiden. Hoe komt dat? Onvolmaaktheid is niet direct een geldige reden, maar men moet er wel rekening mee houden. Daar bedoel ik mee zowel voor jezelf in de eerste plaats, maar ook voor je evennaaste. Alhoewel iedereen met een geweten wordt geboren is dit praktisch juist zoals de hersenen een onbeschreven blad. Niet echt onbeschreven want zelfs in de baarmoeder worden impulsen geregistreerd. Niet alle mensen zijn zich bewust van dit proces. Zij die zich daar wel terdege van bewust zijn houden er 'misschien' rekening mee. Diegene die er wel rekening mee houden leggen een betere basis voor het nieuwe leven.

    Op zichzelf is het een oefening voor het eigen geweten en dan bedoel ik dat iedere ouder dagelijks bij kan leren van dit "nieuwe leven" en oefening baart kunst.

    Uiteindelijk is het juist die kunst die onze innerlijke persoon zal vervolmaken. 2 Korinthiërs 4:16 "Daarom geven wij de moed niet op, maar ook al vervalt de mens die wij uiterlijk zijn, de mens die wij innerlijk zijn, wordt stellig van dag tot dag vernieuwd"

    Bijbelstudie kan daar beslist een hulp bij zijn, dat hangt er vanaf hoe en waarom die genomen of/en gegeven wordt.

    Wij gaan nu het voorbeeld nemen dat in het commentaar gegeven wordt van Paulus die zijn goedkeuring aan de moord op Stefanus had gegeven. Paulus toentertijd nog Saulus genoemd, wordt in de Wachttoren min of meer voorbij gegaan aan zijn verantwoordelijkheid,  want Saulus was de man die de opdrachten uitvoerde. Zie o. a. Handelingen 9: 1,2.

    Het subtiele van de organisatie en het besturende lichaam zit hem ook in het feit dat zij in die paragraaf of liever paragrafen de indruk geven dat Saulus beïnvloed was door de nauwe omgang met Joden die Jezus Christus haten en het oneens waren met zijn leer. Degenen met wie Saulus omging, kunnen dus zijn innerlijke stem, zijn geweten, beïnvloed hebben.

    En §13 vervolgt door heel suggestief te zeggen dat "Het geweten kan ook gevormd worden door de overheersende cultuur waarin iemand leeft of de omgeving waarin hij woont, net zoals iemand een accent of dialect van zijn omgeving overneemt. (...). Zo staat het er letterlijk.

    Gelogen is het niet, maar de waarheid is het nog veel minder. Saulus was onderwezen in de Wet volgens de strengste normen.

    HET ONDERWIJS HAD ZIJN GEWETEN MISVORMD OF HET ZWIJGEN OPGELEGD.

    IN FEITE HADDEN ZIJN LERAREN HUN GEWETEN AAN HEM OPGEDRONGEN!

    Handelingen 23:6) "Mannen, broeders, ik ben een Farizeeër, een zoon van Farizeeën".

    Handelingen 26:4-5 "Welnu, wat mijn levenswijze vanaf mijn jeugd betreft, zoals ik die van [het] begin af te midden van mijn natie en in Jeruzalem heb gevolgd, alle joden 5 die mij vroeger, van de aanvang af, hebben gekend, weten — indien zij slechts getuigenis wensten af te leggen — dat ik volgens de strengste sekte van onze vorm van aanbidding als een Farizeeër heb geleefd".

    Handelingen 22:3 "Ik ben een jood, geboren te Tarsus in Cilicië, maar opgevoed in deze stad, aan de voeten van Gamaliël, onderricht volgens de striktheid van de voorvaderlijke Wet, ijverig zijnde voor God, evenals GIJ allen heden zijt".

    Uiteraard had Paulus omgang met mensen die ervan overtuigd waren God een heilige dienst te bewijzen. Uiteraard kon de Joodse cultuur funest zijn voor zijn geweten en dat van diegenen die er mee te maken hadden.

    Maar is dat niet zo met ieder mens individueel? En heb ik daar niet meermaals de nadruk op gelegd?

    Was dat echt zo moeilijk voor de organisatie en het besturende lichaam om Paulus achtergrond duidelijker en waarheidsgetrouwer uit de doeken te doen?

    Waarom die misleiding?

    Omdat ook hun onderwijs erop gericht is UW GEWETEN te vervangen door HUN GEWETEN! In werkelijkheid is er geen groter knechtschap of slavernij dan iemand zijn geweten af te nemen. Neem a.u.b. nota van volgende tekst: Romeinen 8:15 "Want GIJ hebt geen geest van slavernij ontvangen, die wederom vrees veroorzaakt, maar GIJ hebt een geest van aanneming als zonen ontvangen, door welke geest wij uitroepen: „Abba, Vader!”

    Alle Getuigen van Jehovah noemen hun God ook Vader, daar mag je niet aan twijfelen. De nuancering is door de organisatie gepubliceerd samen met de vermelding dat de brieven uit de bijbel in de eerste plaats als een brieven voor de belijdende gezalfde zou zijn. Is dit wel zo?

    En zoals een broeder het ooit opmerkte: vele getuigen van Jehovah zijn bang om een slechte getuige van het genootschap te zijn, in de plaats van een goede Christen.

     

    DINSDAG  9  JUNI

    Jehovah zal stellig de tenten van Juda het eerst redden. - Zach. 12:7.

    §13 In het oude Israël waren tenten een opvallend verschijnsel in het land. Ze werden soms gebruikt door herders en landbouwers. Die mensen zouden bij een inval van een vijandelijke natie om tegen de stad Jeruzalem op te trekken als eersten getroffen worden en bescherming nodig hebben. De uitdrukking "de tenten van Juda" duidt erop dat het gezalfde overblijfsel in onze tijd zich als het ware in het open veld bevindt, niet in versterkte steden. Daar verdedigt het onbevreesd de belangen van het Messiaanse koninkrijk. Jehovah der legerscharen zal "de tenten van Juda het eerst redden" omdat die het primaire doelwit van Satans aanval zijn.

    §14 Het historische verslag bewijst zonneklaar dat Jehovah die gezalfde gezanten van het Koninkrijk in hun "tenten" buiten in het veld verdedigt. Hij behoedt hen voor 'struikelen' doordat hij hen zo sterk en moedig maakt als David, de krijgsmankoning. - Zach. 12:8

    De Wachttoren van 2007 september 3e studieartikel blz. 21 §13, 14.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  als ik ook hier het parallelle verslag ga doortrekken kom ik tot de vaststelling dat, ongeacht het aan belijdende gezalfde toegeschreven wordt, iedere gelovige te maken heeft met tegenkantingen.

    Zelfs onder mekaar hebben mensen van hetzelfde geloof niet alleen strubbelingen, maar strijden grotendeels een onverbeten strijd om leerstellingen, regels, geboden en verbodsbepalingen.

    Praktisch alle religies, ook de organisatie en het besturende lichaam, hanteren een interpretatie van vernoemde leerstellingen, regels, geboden en verboden, die door enkele mensen of een keur van verantwoordelijken ten berde worden gebracht.

    Zoals in het commentaar beweerd wordt is de uitdrukking "de tenten van Juda" op het gezalfde overblijfsel van toepassing gebracht. Bedoelt het besturende lichaam die 9986 belijdende gezalfden wereldwijd die zij vertegenwoordigen of alleen maar zichzelf, diegene die, het besturende lichaam vormen?

    Zijn die tenten dan de plus minus 103.000 individuele gemeenten met hun gemeenteleden of alleen de gezalfden die er eventueel deel van uit maken? Is het primaire doelwit van Satan de organisatie? Of zou het besturende lichaam dit primaire doelwit zijn?

    Volgens §14 zou "het historisch verslag een zonneklaar" bewijs vormen en er wordt verwezen naar het boek Jehovah's Getuigen  - Verkondigers van Gods koninkrijk' blz.675,676.

    Daar wordt een algemeen verslag gegeven van de problemen die er geweest en nog zijn.    En op blz. 676 § 2 is er een veel zeggend commentaar ik citeer "Dit wil niet zeggen dat alle regeringsfunctionarissen het werk van Jehovah's Getuigen persoonlijk tegenstaan.

    Veel functionarissen zijn voorstanders van religieuze vrijheid en erkennen dat de Getuigen een waardevolle aanwinst voor de gemeenschap vormen".

    Klaarblijkelijk is dat de reden waarom verantwoordelijken onder het mom van NGO's regeringen trachten te vlooien door politieke forums bij te wonen.

    Ik dacht dat Jakobus daar feitelijk paal en perk had aangesteld toen hij schreef dat vriendschap met de wereld vijandschap met God was. Hij zegt het wel een pak straffer, lees maar: Jakobus 4:4 "Overspeelsters, weet GIJ niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap met God is? Al wie daarom een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God".

    Ik ben er van overtuigd dat die "historische zonneklaarte" voor het moment alleen maar boven de wolken waar te nemen is.

    Er zijn heel wat mensen geweest, ook in de organisatie, die hun leven hebben gegeven door ieder compromis af te wijzen. Is er nu een nog niet geopenbaarde, bijbelse versie, dat het wel mag en kan, of is dat alleen maar voor de lol?

    Is het feit dat Oostenrijk, Jehovah's Getuigen als een erkende religie aanvaard heeft, ook een grond om gesubsidieerd te worden? ga naar /www.google.be/ en zoek 'Jehovah's getuigen Oostenrijk'

    Moeten de Getuigen van Jehovah dan, evenals de andere erkende religies, compromissen met de regering aangaan? Het onderwijs dat dan kan gegeven worden op de scholen wordt dat door bepaalde en gediplomeerde ouderlingen gedaan of is het een gewetenskwestie aan het worden?   

    Over die religieuze vrijheid gesproken, hoe vrij zijn de Getuigen van Jehovah in hun religie, buiten dat zij de vrijheid hebben om te zwijgen en te gehoorzamen aan de organisatie en het besturende lichaam?

    En dat behoeden om te "struikelen" waar er sprake van is, is dat letterlijk of zou dat te maken kunnen hebben met "geen fouten" maken of "verkeerde interpretaties" trekken, ondoordachte parallellen en niet vervulde verwachtingen enz..

    Of zou het juist wel doordacht zijn met de goedgelovige gemeenten in gedachten?

    Met alle respect voor de goedgelovigen, maar een beetje nadenken is toch niet te veel gevraagd.

     WOENSDAG  10  JUNI

    Sta op, trek deze Jordaan over, gij en heel dit volk, naar het land dat ik hun, de zonen van Israël, geef. -Joz. 1:2.

    §8 Na de doortocht door de Rode Zee trokken de Israëlieten door een land dat beschreven wordt als een 'grote en verschrikkelijke woestijn vol giftige slangen en schorpioenen, een dorstig land zonder water' (Deut. 8:15, Willibrordvertaling). Daar beschermde Jehovah zijn volk, net zoals hij hen tegen de Egyptische strijdkrachten beschermd had. En wat valt er over de intocht van de Israëlieten in het beloofde land te zeggen? Machtige Kanaänitische legers boden tegenstand. Maar Jehovah zei tegen Jozua: "Niemand zal zich voor u krachtig staande kunnen houden, al de dagen van uw leven. Juist zoals ik bewezen heb met Mozes te zijn, zo zal ik bewijzen met u te zijn. Ik zal u niet in de steek laten, noch u geheel en al verlaten" (Joz. 1:5). Die woorden van Jehovah bleven niet onvervuld. In zo'n zes jaar versloeg Jozua 31 koningen en onderwierp hij grote delen van het beloofde land (Joz. 12:7-24). Die verovering zou zonder Jehovah's beschermende zorg onmogelijk zijn geweest.

    De Wachttoren van 2007 1 november 1e studieartikel blz. 22 §8.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  een heel mooie vertelling, maar de werkelijkheid was niet zoals in de Wachttoren gesuggereerd wordt. De illustraties spreken eveneens tot de verbeelding.
    Volgens het verslag werden de Israëlieten bevrijd uit Egypte, maar ze waren nog niet aan de overkant van de Rode Zee of ze waren reeds aan het murmureren. Terwijl zij daarna een dikke maand later een gouden kalf gingen aanbidden.

    En het was ook waar dat zij niet moesten werken, want zij hadden hun eten maar van de grond te rapen, het manna. Maar zij waren dat manna zo kots beu dat zij terug wilden naar de vleespotten van Egypte. Toen zorgde hun God er voor dat zij zoveel gevogelte te eten kregen dat zij er kotsmisselijk van werden. Als toetje richtte hun God een zeer grote slachting onder het volk aan zodat de begraafplaats de naam Kibroth-Hattaäva of "Grafsteden van de sterke begeerten" kreeg. Zie Numeri 11: 34.

    Dat is allemaal niet op één maand noch in één jaar gebeurd, maar wel gedurende veertig jaar als straf omdat zij niet voldoende vertrouwen hadden in hun God.          Numeri 14: 34.

    Het nomadenleven is beslist niet het gemakkelijkste leven, maar de vrijheid die ze toen genoten was toch ook enige opoffering waard, voor zover je het als vrijheid kunt ervaren. Uiteindelijk kwamen de Israëlieten voor het beloofde land. En Jozua, zoals het commentaar vermeldt versloeg 31 koningen dankzij Jehovah's beschermende zorg konden zij het beloofde land in bezit nemen.
    Maar "zij leefden lang en gelukkig" was er nog niet bij.

    De geschiedenis bewijst het en het bijbelse verslag is ook niet echt om er mee te lachen.

    Hoe zit het met betrekking tot onze tijd, want heel die inleiding is weer een parallel.

    §11 van vermelde Wachttorenstudie is reeds besproken geweest in de dagtekst en het commentaar van 20 mei. Herlees het a.u.b.?

    Waarom die misleidende voorstelling van de feiten.
    Hiermee identificeren de organisatie en het besturende lichaam zich als onbetrouwbaar en het is zeker geen bewijs dat wat zij voorstaan van Goddelijke oorsprong blijkt te zijn.

    Ik herhaal een gedeelte van deze commentaren:

    Het spijtige van deze weergaven en de opgewektheid van Charles Taze Russell is dat er een verkeerde voorstelling van de feiten wordt gegeven. De aankondiging die Charles Taze Russell op die morgen vreugdevol aankondigde was gebaseerd op het feit dat hijzelf gepubliceerd had dat in 1914 de grote verdrukking zou beginnen en dat dit het begin van het einde zou zijn van de heersende "koningen".

    Nu schrijven de organisatie en het besturende lichaam:  opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd aangebroken om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij. Volgens §12 vijf jaar later.

    Maar daar ging het in die aankondiging van Charles Taze Russell  niet over, maar wel dat hun verwachtingen warenom nog diezelfde week naar de hemel te gaan. Zie het "Verkondigersboek" blz. 61, 62.

    12 Vijf jaar later bevrijdde Jehovah zijn volk uit „Babylon de Grote”, het machtige wereldrijk van valse religie (Openbaring 18:2). De meesten van ons zijn niet oud genoeg om die opwindende bevrijding persoonlijk te hebben meegemaakt. Maar we zien duidelijk de resultaten. Jehovah heeft de zuivere aanbidding hersteld en degenen die ernaar verlangden hem te aanbidden, samengebracht. Dat was via de profeet Jesaja voorzegd: „Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels; en daarheen moeten alle natiën stromen.” — Jesaja 2:2.

    Dat zij vijf jaar later uit "Babylon de Grote" bevrijd werden is een interpretatie die als een vervolg kan gezien worden van die verkeerde verwachtingen. Zoals de uitdrukking "dat de soep nooit zo heet gegeten wordt als ze opgediend is".

    En de paragraaf doet dan een beroep op de emoties door te stellen dat de meesten van ons niet oud genoeg zijn om die opwindende bevrijding persoonlijk mee gemaakt te hebben. Hiermee wordt de aandacht afgeleid van diegene die de organisatie de rug hebben toegekeerd omdat zij zich bedrogen voelden.

    Wanneer mensen gewaar worden dat zij misleid worden is het normaal dat hun emoties erbij betrokken zijn en dat zij reageren. Maar het merendeel van de Getuigen van Jehovah stellen blindelings vertrouwen in de organisatie en het besturende lichaam en dat wordt door de organisatie en het besturend lichaam op alle mogelijke manieren in de hand gewerkt.

    Als je daar één van de bewijzen van durft onderzoeken moet je de lezing van David SPLANE, een lid van het besturende lichaam maar eens onder het vergrootglas en met een open geest herbeluisteren.

    Ik hoop binnen niet al te lange tijd die lezing in het Nederlands ter beschikking te kunnen stellen.

    normaal zou de vertaler en tolk van die lezing, David Vandendriessche, zijn ontslag moeten ingediend hebben.

    ik bedoel dat een verstandig en rechtvaardig man dat toch zou doen!

    14-06-2009 om 16:21 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 1 JUNI tot en met 5 JUNI

    MAANDAG  1  JUNI

    Spreekt bemoedigend tot de terneergeslagen zielen, ondersteunt de zwakken.   

    1 Thess. 5:14.

    In de eerste-eeuwse gemeenten werd er niet alleen plaatselijk hulp en aanmoediging gegeven, maar af en toe werden er ook hulpacties georganiseerd voor gelovigen in andere gebieden. Toen bijvoorbeeld de profeet Agabus voorzei dat "er weldra een grote hongersnood over de gehele bewoonde aarde zou komen", besloten de discipelen in Syrisch Antiochië "naar de draagkracht van een ieder van hen, een ondersteuning te zenden ten dienste van de broeders die in Judea woonden". Die werd "door de hand van Barnabas en Saulus" aan de ouderlingen daar gezonden (Hand. 11:28-30). Hoe gaat dat in deze tijd? "De getrouwe en beleidvolle slaaf" heeft hulpverleningscomités georganiseerd om zorg te dragen voor broeders en zusters die getroffen zijn door natuurrampen zoals een orkaan, een aardbeving of een tsunami (Matth. 24:45). Een goede manier om barmhartigheid te tonen, is in samenwerking met deze regeling bereidwillig onze tijd, energie en middelen te geven.

    De Wachttoren van 2007 september 2e studieartikel blz. 26 §6, 7.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  in vermelde wachttorenstudie begint §6 als volgt: "Nog belangrijker dan in materieel opzicht geven is in geestelijk opzicht geven om leden van de groeiende gemeente bij te staan".

    Een numeriek groeiende gemeente is niet altijd een maatstaf voor geestelijke groei. Evenmin voor een gemeente die qua aantal uren velddienst betreft, boven het gemiddelde uitkomt.

    De bovenvermelde leitekst " Spreekt bemoedigend tot de terneergeslagen zielen, ondersteunt de zwakken", is een loos cliché wanneer het niet consequent gedaan wordt.

    Hoe groter de gemeente wordt, des te moeilijker wordt het voor de verantwoordelijken om datgene te doen wat normaliter als eerste zou moeten gedaan worden. Mijn persoonlijke ervaring is dat 'ouderlingen' meer werk maken om hun administratieve taken klaar te hebben dan de zorg voor de 'terneergeslagen zielen'. Daarmee bedoel ik dat hun voorbereidingen op de verschillende gemeentevergaderingen en de lezingen in eigen en andere gemeenten zoveel tijd in beslag nemen dat er weinig of geen tijd overblijft voor het 'herderlijk werk' dat vereist is voor de zorg hierboven bedoeld. In de loop der jaren zijn er verschillende manieren en methoden uitgeprobeerd, zelfs een taakverdeling met beurtrol, maar nooit met het beoogde succes.

    Onlangs kreeg ik een voorbeeld van een gezin dat het echt moeilijk had met elkaar.             Zo moeilijk dat de partners er zelfs een gezinstherapeut hebben bijgehaald. Beiden zijn Getuigen van Jehovah. De man is een vrijwilliger die in de bouwprojecten zit en wekelijks naar een atelier rijdt en zo ettelijke kilometers verslindt, zoals hij zegt, voor Jehovah. De vrouw heeft het daar niet gemakkelijk mee omdat zij het met een minimum loon moeten uitzingen en zich ook eenzaam en verlaten voelt.

    Ik weet uit persoonlijke ervaring met anderen, dat wanneer een broeder problemen heeft met zijn vrouw in die richting, het beter is dat hij bij zijn vrouw blijft: dat zijn de theoretische richtlijnen van het bouwcomité.

    Wanneer hij deze raad naast zich legt, zou hij niet voldoen aan de vereisten om voor zijn gezin te zorgen en, eveneens in theorie, uiteraard niet aan dit vrijwilligerswerk mogen meewerken.

    Daarbij komt de prediking die, zelfs onder moeilijke omstandigheden, altijd de eerste plaats opeist en dat geldt voor allen in de gemeente, maar vooral voor verantwoordelijken.

    Men kan daar moeilijk de organisatie en het besturende lichaam verantwoordelijk voor stellen, maar de morele druk is zo subtiel dat zij, de organisatie en het besturende lichaam, er wel verantwoordelijk voor zijn.

    Het voorbeeld dat in de dagtekst aangehaald wordt is prijzenswaardig en de uitvoering werd door verantwoordelijke broeders volbracht. Wij gaan die drie teksten eens citeren, maar ook het vers 27: Handelingen 11:27-30 "In die dagen nu kwamen er profeten van Jeruzalem naar Antiochië. 28 Een van hen, Agabus genaamd, stond op en ging door middel van de geest te kennen geven dat er weldra een grote hongersnood over de gehele bewoonde aarde zou komen, hetgeen ook inderdaad in de tijd van Claudius is gebeurd. 29 Onder de discipelen dan werd besloten om, naar de draagkracht van een ieder van hen, een ondersteuning te zenden ten dienste van de broeders die in Judea woonden; 30 en zij deden dit ook en zonden ze door de hand van Barnabas en Saulus aan de oudere mannen.

    Een van die profeten die van de gemeente Jeruzalem kwam voorzei een grote hongersnood en de discipelen van de gemeente Antiochië die zonden een ondersteuning ten dienste van de broeders die in Judea woonden. En Paulus en Barnabas zorgden dat die ondersteuning ter plaatse kwam.

    Mijn vragen zijn nu: was het "vermeende" besturende lichaam in Antiochië of in Jeruzalem? Of waren het de afzonderlijke gemeenten die onafhankelijke beslissingen namen?

    Vervolgens wordt de vraag gesteld: "Hoe gaat dat in deze tijd? Het antwoord is onmiskenbaar want "De getrouwe en beleidvolle slaaf" heeft hulpverleningscomités georganiseerd om zorg te dragen voor broeders en zusters die getroffen zijn door natuurrampen.

    Dat er vanuit het centraal gezag, de organisatie, regelingen worden getroffen is aan te tonen, en de richtlijnen worden duidelijk doorgegeven aan de omringende gebieden. Zelfs geldelijke hulpmiddelen worden beschikbaar gesteld.

    En door de georganiseerde manier van de organisatie en het besturende lichaam in verband met het verbreiden van lectuur en prediking is hun optreden zeer rationeel en operationeel.

    Mede het feit dat zij in een groot deel van de wereld vrijwilligers beschikbaar hebben.  Het is duidelijk dat dit hun een prachtige gelegenheid geeft om hulp te bieden.

    Het is echter eveneens een feit en velen zijn daar dan ook mee bekend dat de organisatie en het besturende lichaam niet alleen staan op dit terrein. Zij mogen dan de snelste ter plaatse zijn, zij zijn beslist niet de enigen.

    En volgens mijn inzicht komen wij nu aan het punt waar het echt om te doen is.        Het bovenstaande commentaar besluit met de woorden: Een goede manier om barmhartigheid te tonen, is in samenwerking met deze regeling bereidwillig onze tijd, energie en middelen te geven. Ik heb benadrukt waar het om gaat.
    Dit is een duidelijke manier om vooral geldelijke middelen te werven. Wanneer je een koninkrijkszaal binnenkomt staan er verschillende 'vrijwillige bijdragen bussen' om je barmhartigheid te bewijzen.

    Daar is niks verkeerds aan, alleen is het niet in overeenstemming met het charter van Charles Taze Russell, die beweerde dat men nooit geldelijke bijdragen zou vragen. (zie de dagtekst en het commentaar van 20 april 2009 en het jv-O boek blz. 304-3).

    Neem nota dat er geen enkele verplichting is om geldelijke of anderszins bijdragen te geven. Maar de subtiele manieren die de organisatie en het besturende lichaam gebruiken zijn gelijk aan de offerblokken van de 'christenheid'.

     

    DINSDAG  2  JUNI

    Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en daarheen moeten alle natiën stromen. - Jes. 2:2.

    Op vrijdagmorgen 2 oktober 1914 stapte Charles Taze RusselI, die destijds de leiding had over de Bijbelonderzoekers, de eetzaal van Bethel in Brooklyn (New York) binnen. Voordat hij naar zijn plaats ging, kondigde hij vreugdevol aan: "De tijden der heidenen zijn geëindigd; hun koningen hebben hun dag gehad." Opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd gekomen om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij! Vijf jaar later bevrijdde Jehovah zijn volk uit "Babylon de Grote", het machtige wereldrijk van valse religie (Openb. 18:2). De meesten van ons zijn niet oud genoeg om die opwindende bevrijding persoonlijk te hebben meegemaakt. Maar we zien duidelijk de resultaten. Jehovah heeft de zuivere aanbidding hersteld en degenen die ernaar verlangden hem te aanbidden, samengebracht. Dat was via de profeet Jesaja voorzegd.

    De Wachttoren van 2007 1 november 1e studieartikel blz. 22 §11, 12.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  ik verwijs en gebruik de dagtekst van 20 mei 2009.

    "Het spijtige van deze weergaven en de opgewektheid van Charles Taze Russell is dat er een verkeerde voorstelling van de feiten wordt gegeven. De aankondiging die Charles Taze Russell op die morgen vreugdevol aankondigde was gebaseerd op het feit dat hijzelf gepubliceerd had dat in 1914 de grote verdrukking zou beginnen en dat dit het begin van het einde zou zijn van de heersende "koningen".

    Nu schrijft de organisatie of het besturende lichaam: opnieuw was voor Jehovah, de Soeverein van het universum, de tijd aangebroken om op te treden ten behoeve van zijn volk. En dat deed hij! Volgens §12 vijf jaar later.

    Maar daar ging het in die aankondiging van Charles Taze Russell  niet over, maar wel dat hun verwachtingen om diezelfde week nog naar de hemel zouden gaan vervuld zouden worden. Zie het "verkondigersboek" blz. 61, 62.

    Ik citeer enkele korte fragmenten van het verkondigersboek jv hfdst. 6 blz. 61, 62"Een tijd van beproeving 1914–1918"

    „De tijden der heidenen zijn geëindigd; hun koningen hebben hun dag gehad”! Dit waren de woorden van broeder Russell toen hij op de ochtend van vrijdag 2 oktober 1914 de eetzaal van het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap in Brooklyn binnenstapte. Er heerste opwinding. De meeste aanwezigen hadden jarenlang naar 1914 uitgezien.

    „Enkelen van ons dachten serieus dat wij tijdens de eerste week van die oktobermaand naar de hemel zouden gaan.” Ja, terugdenkend aan de ochtend waarop Russell het einde van de tijden der heidenen aankondigde, gaf Macmillan toe: „Wij waren zeer opgewonden en het had mij niet verbaasd als wij op dat moment waren opgestegen en onze hemelvaart was begonnen — maar natuurlijk gebeurde er niets van dat alles.”

    Nochtans waren de verwachtingen gerechtvaardigd aangezien men jarenlang en met alle bijbelse zekerheid de tijd van het einde had voorzegd, ik citeer enkele aanhalingen uit het boek "The Time is at Hand":

    Op blz. 99 lezen wij "Met het oog op dit sterke bijbelse bewijs met betrekking tot de Tijden der Heidenen beschouwen we het een vaststaande waarheid dat het definitieve einde van de koninkrijken dezer wereld, en de volledige vestiging van het Koninkrijk van God verwezenlijkt zal zijn tegen het einde van 1914 A.D.";

    Blz.170 "Het volgende hoofdstuk zal bijbels bewijs geven dat 1874 A.D. de exacte datum van het begin van de "Tijden van Herstel", en dus van de terugkeer van onze Heere". Sinds dat tijdstip is hij bezig geweest zijn belofte na te komen aan diegenen met de juiste houding van waakzaamheid" ...".

    Blz. 242 "De Jubileum cycli bewijzen dat onze Heer Jezus aanwezig moest zijn en het herstel werk beginnen in de herfst van 1874 A.D.                                                                               (Ik benadruk en verwijs naar www1.tip.nl/~t661020/divcit.htm).

    Op blz. 62 van het O-jv boek  staat in het kader dat "Sommigen van ons waren wat te voorbarig geweest".  

    In de eerste plaats waren het niet sommigen, maar allen waren vol verwachting ingevolge de bijbelse en gepubliceerde verwachtingen.

    De subtiele manier, bewust of onbewust, om niet uitgekomen bijbelse verwachtingen te omzeilen is ondertussen tot een kunst uitgegroeid in de organisatie en het besturende lichaam.

    Ik kom nu terug op de Wachttoren van 1 november en vervolg mijn betoog door die §12 af te drukken:12 "Vijf jaar later bevrijdde Jehovah zijn volk uit „Babylon de Grote”, het machtige wereldrijk van valse religie (Openbaring 18:2). De meesten van ons zijn niet oud genoeg om die opwindende bevrijding persoonlijk te hebben meegemaakt. Maar we zien duidelijk de resultaten. Jehovah heeft de zuivere aanbidding hersteld en degenen die ernaar verlangden hem te aanbidden, samengebracht. Dat was via de profeet Jesaja voorzegd: „Het moet geschieden in het laatst der dagen dat de berg van het huis van Jehovah stevig bevestigd zal worden boven de top der bergen, en hij zal stellig verheven worden boven de heuvels; en daarheen moeten alle natiën stromen.” — Jesaja 2:2.

    Dat zij vijf jaar later uit "Babylon de Grote" bevrijd werden is een interpretatie die als een vervolg kan gezien worden van die verkeerde verwachtingen. Zoals de uitdrukking "dat de soep nooit zo heet gegeten wordt als ze opgediend is".

    En de paragraaf doet dan een beroep op de emoties door te stellen dat de meesten van ons niet oud genoeg zijn om die opwindende bevrijding persoonlijk mee gemaakt te hebben.

    Hiermee wordt de aandacht afgeleid van diegene die de organisatie toentertijd de rug hebben toegekeerd omdat zij zich bedrogen voelden.

    De manieren waarop de verkeerde verwachtingen in een positieve richting gedraaid werden is zo onbijbels dat het mij verwondert dat, toen ik het jaren geleden gelezen heb, het allemaal als zoete koek heb geslikt.

    Nu besef ik, en velen met mij, dat het genootschap echt "de beste" zijn om met bijbelse manipulatie alles recht te trekken wat zij zelf krom hebben gemaakt.

    In §18 staat dat wij nu leven in de tijd van het einde, en de ware kennis is inderdaad overvloedig. Wereldwijd heeft de heilige geest waarheidlievende mensen naar nauwkeurige kennis van de ware God en zijn voornemens geleid. (...)

    En dan wordt er weer eens afgegeven op de onwetendheid en de afvallige christenheid.

    §19 doet dan een beroep op wat we met eigen ogen hebben gezien, kunnen we beslist zeggen: "Niet één woord van alle goede woorden die Jehovah, uw God, tot u gesproken heeft, is onvervuld gebleven".

    Wat ik met eigen ogen heb waargenomen en gelezen, is dat, wat de organisatie en het besturende lichaam geschreven en voorzegd hebben, herschreven en op terug is moeten komen, mensenwerk is geweest.

    Van alle boeken en publicaties is er geen enkele die echt overeind is gebleven. Daarmee bedoel ik dat wat bij de eerdere publicaties bijbels ondersteund en bewezen was, niet veranderd kan worden.

    Wat wel kan en zou moeten, is een rechtzetting met de redenen waarom men een verkeerde toepassing heeft gegeven. Tenzij men het moedwillig heeft gedaan met de bedoeling een bepaalde weg of wegen te volgen en te misleiden.

    Daarbij komt dat het afgeven op andere religies eerder een vorm van zelfverheffing blijkt te zijn.

    Het aan de kaak stellen van verkeerde leerstellingen of praktijken staat daar uiteraard boven en is eerder een terechtwijzing en soms zelfs een verplichting.

    Het kerkelijk recht is juist daarom geen Goddelijk of Schriftuurlijk recht.

    Volgens mij zouden de "Universele rechten van de mens" voorrang moeten krijgen op ieder "kerkelijk recht" het misbruik door religie zou daardoor terug gedraaid kunnen worden naar meer menselijkheid, gelijkheid en vrijheid op alle gebied.

    HERKEN JE NÚ DE MANIER VAN MANIPULEREN EN INDOCTRINEREN.

    Daarom ERKEN je het nog niet, maar het kan een stap in de richting zijn van een 'mens' te worden zijn i.p.v. een werktuig in de handen van een organisatie.

    WOENSDAG  3  JUNI

    Gij weet [niet] wat uw leven morgen zal zijn. Want gij zijt een nevel, die voor een korte tijd verschijnt en dan verdwijnt. - Jak. 4:14.

    Belangstelling voor de heiliging van Jehovah's naam hielp Jezus voorbereid te zijn op de beproevingen waarmee hij te kampen kreeg. Hij leerde zijn volgelingen zelfs dat in hun gebeden tot God het verzoek gedaan moest worden: "Uw naam worde geheiligd" (Matth. 6:9). Als het onze innige wens is dat Jehovah's naam geheiligd wordt of als heilig wordt beschouwd, zullen we ernaar streven alles te vermijden wat er smaad op zou brengen. Het resultaat zal zijn dat we beter voorbereid zijn op Jehovah's grote dag. Als Jehovah's dag morgen zou komen, zou je er dan echt gereed voor zijn? Elk van ons doet er goed aan zijn of haar leven onder de loep te nemen om te zien of er misschien activiteiten of opvattingen zijn die bijgesteld moeten worden. Met het oog op de kortheid en onzekerheid van het huidige leven moeten we allemaal elke dag geestelijk waakzaam zijn. - Pred. 9:11, 12.

    De Wachttoren van 2007 15 december 1e studieartikel blz. 11 §6, 10.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  belangstelling voor de heiliging van Jehovah's naam is in werkelijkheid de reden van ons bestaan.

    De uitdrukking "Laten wij de mens maken naar ons beeld, overeenkomstig onze gelijkenis" in Genesis 1:26" is inherent verbonden met zijn naam. In werkelijkheid is dit de gehele verplichting van de mens.

    Dit wil zeggen dat wij door onze handelwijze, volmaakt of onvolmaakt, bewust of onbewust, ofwel God verheerlijken of wij negeren Hem.

    Wanneer Jezus Christus in het modelgebed ons, die zich christenen noemen, het verzoek doet om Gods naam te heiligen, dan dienen wij, die beweren christenen te zijn, het voorbeeld te geven. Doen wij dit? Hebben wij dit gedaan?

    De geschiedenis in het algemeen bewijst het tegendeel.

    Christelijke organisaties hebben door de eeuwen heen eerder smaad op Zijn naam geworpen dan die naam verhoogt. Zelfs onder elkaar hebben zij in een concurrentiestrijd elkaar bevochten en doen het nog altijd. Zij chicaneren over alles en nog wat en zelfs de bijbel is en blijft een bron van verdeeldheid.

    Nu wordt in het commentaar en §10 gezegd dat "? Elk van ons doet er goed aan zijn of haar leven onder de loep te nemen om te zien of er misschien activiteiten of opvattingen zijn die bijgesteld moeten worden".

    Om het duidelijk te stellen dat het ook, of liever in de eerste plaats over de opstellers van dit studieartikel gaat, halen wij het beginsel aan van Romeinen 2:21 "gij echter die een ander onderwijst, onderwijst gij uzelf niet"?

    Wanneer activiteiten of opvattingen bijgesteld dienen te worden op persoonlijk vlak is er alleen jij of eventueel je gezin bij betrokken.

    Wanneer activiteiten of opvattingen bijgesteld dienen te worden die door de organisatie en het besturende lichaam gepubliceerd zijn geworden, zijn er meer dan zeven miljoen anderen bij betrokken, de bijbelstudies niet eens bijgerekend.

    Dat zou niks uitmaken wanneer daar de nodige en schriftuurlijke redenen werden voor gegeven, geen algemeenheden of omwegen en zelfs misleidend kunst- en vliegwerk.

    Ik herhaal om de eenvoudige reden dat "herhaling" de moeder van het geheugen blijkt te zijn. w06 1/12 blz. 19 het artikel "Het loont om eerlijk te zijn".

    Bij het onderkopje 'Eerlijkheid werpt vruchten af' staat het volgende: "Of u eerlijk bent, of juist niet, is van invloed op de kijk die anderen op u hebben. Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al was dat maar één keer, zult u hun vertrouwen verliezen, en dat is niet makkelijk terug te winnen.

    De miljoenen die weggegaan zijn, bewijzen het!

    En de laatste alinea van de dagtekst is nog een subtiel 'onderhuidse inspuiting' met het onverwoestbare vaccin "angst, gemengd met schuldgevoelens".

     

    DONDERDAG  4  JUNI

    Hij (heeft] zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, de dood aan een martelpaal. Juist daarom heeft God hem ook tot een superieure positie verhoogd en hem goedgunstig de naam gegeven die boven elke andere naam is. - Fil. 2:8, 9.

    Wegens zijn getrouwheid en loyaliteit kreeg Jezus een opstanding, niet als mens, maar als "een levengevende geest" (1 Kor. 15:45; 1 Petr. 3:18). Jehovah's belofte aan zijn verheerlijkte Zoon luidde: "Zit aan mijn rechterhand, totdat ik uw vijanden tot een voetbank voor uw voeten stel" (Ps. 110:1). Tot de "vijanden" behoren de voornaamste boosdoener, Satan, en al degenen die zijn "zaad" vormen. Als Koning van Jehovah's Messiaanse koninkrijk zal Jezus Christus het voortouw nemen bij het verdelgen van alle opstandelingen, in het geestenrijk en op aarde (Openb. 12:7-9; 19:11-16; 20:1-3, 10). Dat zal de volledige vervulling brengen van de profetie in Genesis 3:15 en van het gebed dat Jezus zijn volgelingen heeft geleerd: "Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde." - Matth. 6:10.

    De Wachttoren van 2007 1 december 2e studieartikel blz. 26 §11.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  volgens de bijhorende tekst heeft Jezus Christus wegens zijn getrouwheid en loyaliteit niet alleen een opstanding gekregen maar tezelfdertijd het vermogen om als een levengevende geest mettertijd op te treden voor de mensheid als de waarborg voor eeuwig leven. Uiteraard zijn daar voor de mensheid vereisten aan verbonden.

    Dat staat dan ook in het vervolg van de Wachttorenstudie met het onderkopje "Een model ter navolging". Ik citeer §12 "Zoals Jezus heeft geprofeteerd, wordt het goede nieuws van het Koninkrijk nu in veel landen gepredikt (Mattheüs 24:14). Het resultaat is dat miljoenen mensen hun leven aan God hebben opgedragen. Ze zijn enthousiast over de zegeningen die het Koninkrijk zal brengen. Ze zien ernaar uit eeuwig in vrede en zekerheid op een paradijselijke aarde te leven en blij vertellen ze anderen over hun hoop (Psalm 37:11; 2 Petrus 3:13).

    Zoals ik eens te meer moet opmerken is dat "het model ter navolging" in de eerste plaats betrekking heeft op de prediking "van huis tot huis" of juister uitgedrukt "van deur tot deur".

    Dat door de prediking, miljoenen mensen hun leven aan God hebben opgedragen is eerder een vraag dan een bevestiging, alhoewel ik niet twijfel aan de goede bedoelingen van iedere opgedragen nieuweling. Ik gebruik het woord nieuweling omdat het nog moet blijken of hij of zij een Christen met een Christelijke persoonlijkheid zal worden.

    Ik heb het in voorgaande dagtekst(en) reeds gezegd dat er miljoenen weggegaan zijn na hun opdracht. De organisatie en het besturende lichaam zouden eens terdege moeten nadenken over hun beleid en hun persoonlijke interpretaties van de bijbel.

    Met hun persoonlijke interpretaties bedoel ik dat, wat die enkele belijdende gezalfden, die het vermeende besturende lichaam uitmaken en publiceren, wel door Gods geest geleid kunnen worden.

    Het mogelijke antwoord kan in paragraaf 15 staan, ik citeer en benadruk: "Waarom reageerde Jezus zo krachtig bij die en andere gelegenheden? Omdat hij goed besefte dat er meer bij betrokken was dan zijn persoonlijke veiligheid of voordeel. Hij wilde tot elke prijs de wil van zijn Vader doen en Jehovah’s soevereiniteit hooghouden (Mattheüs 26:50-54). Als we niet, net als Jezus, steeds duidelijk voor ogen houden waar het echt om gaat, bestaat altijd het gevaar dat we schipperen of tekortschieten. Waarom? Omdat we makkelijk ten prooi kunnen vallen aan de boze listen van Satan, die er een meester in is dat wat verkeerd is aantrekkelijk te laten lijken, zoals toen hij Eva verleidde.

    Daarbij wil ik nog 2 Korinthiërs 11:14-15 aanhalen "En geen wonder, want Satan zelf blijft zich veranderen in een engel des lichts. 15 Het is daarom niets groots indien ook zijn dienaren zich blijven veranderen in dienaren van rechtvaardigheid".

    Om het even in kinderlijke termen weer te geven die mekaar verwijten naar het hoofd slingeren en dan met het oog op wat de organisatie en het besturende lichaam dikwijls anderen, of liever praktisch alle andere organisaties, verwijten: wat je zegt, "dat ben je zelf".

    Herken en erken je deze? Jong blijven in dit opzicht heeft weinig met ouderdom te maken.

     

    VRIJDAG  5  JUNI

    Brandde ons hart niet? - Luk. 24:32.

    Kort na Jezus' opstanding waren twee van zijn discipelen op weg van Jeruzalem naar Emmaüs. "Terwijl zij nu zo aan het praten waren en van gedachten wisselden," zegt het evangelieverslag, "kwam Jezus zelf op hen toe en ging met hen meelopen; maar hun ogen werden ervan weerhouden hem te herkennen. Hij zei tot hen: 'Wat zijn dit voor zaken die gij onder het voortlopen zo druk met elkaar bespreekt?' ... Toen gaf de één, Kleopas genaamd, hem ten antwoord: 'Woont gij als vreemdeling op uzelf in Jeruzalem en weet daarom niet welke dingen daar in deze dagen zijn gebeurd?' En hij zei tot hen: 'Welke dingen?'" De Grote Onderwijzer luisterde toen ze uiteenzetten dat Jezus de Nazarener mensen had onderwezen, wonderen had verricht en terechtgesteld was. Nu zeiden sommigen dat hij uit de doden was opgewekt. Jezus liet Kleopas en zijn metgezel rustig aan het woord. Vervolgens legde hij uit wat ze moesten weten door 'de Schriften volledig voor hen te openen'. - Luk. 24:13-27, 32.

    De Wachttoren van 2007 15 november 2e studieartikel blz. 26 §9.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  misschien is een gezonde tip hier op zijn plaats. Probeer als prediker eens van deur tot deur te gaan zonder de tijdschriften of publicaties van de organisatie en het besturende lichaam. Zelfs niet met de bijbel, gewoon met datgene wat je over Jezus Christus hebt geleerd en voor jezelf hebt toegepast, juist zoals je het aanvoelt.

    In §10 staan enkele praktische gedachten en daarom druk ik die § hier af, maar ik benadruk wel: 10 Misschien is de religieuze overtuiging van een huisbewoner je totaal onbekend. Om daar achter te komen, zou je kunnen zeggen dat je het interessant vindt om te horen hoe mensen over bidden denken. Dan zou je kunnen vragen: „Denkt u dat er echt iemand is die naar gebeden luistert?” Het antwoord kan heel wat over het standpunt en de religieuze achtergrond van de huisbewoner onthullen. Is hij godsdienstig, dan kun je misschien meer over zijn zienswijze te weten komen door te vragen: „Denkt u dat God naar alle gebeden luistert, of zouden er ook gebeden zijn die hij niet goedkeurt?” Zulke vragen kunnen tot een ontspannen gesprek leiden. Wanneer het op zijn plaats is een Bijbelse gedachte te delen, moet je dat tactvol doen en dat wat de huisbewoner gelooft niet afkammen. Als hij graag naar je luistert, zal hij het misschien fijn vinden je terug te zien. Maar stel dat hij een vraag stelt die je niet kunt beantwoorden? Dan kun je wat nazoekwerk doen en voorbereid teruggaan om ’een reden te geven voor je hoop, en dat met zachtaardigheid en diepe achting’. — 1 Petrus 3:15.

    Deze situatie is je helemaal niet vreemd en al doende heb je een gelegenheid om jezelf te bekwamen, --want je wist niet direct het antwoord,-- maar vooral om een gericht nabezoek te brengen.

    Maar stel dat die persoon helemaal niet geïnteresseerd is, noch in het gebed noch in de bijbel, en al helemaal niet in wat jij zegt over religie? Stel dat hij zelfs redelijk negatief en agressief reageert? Hij verbiedt je zelfs om nog bij hem aan te bellen. Daar zijn regels voor zoals je waarschijnlijk wel weet en kent.

    Maar heel die hierboven geschetste, alhoewel realistische situatie, is slechts een inleiding tot het volgende onderkopje: Jezus onderwees mensen die het waard waren 11 De volmaakte man Jezus bezat onderscheidingsvermogen waardoor hij kon vaststellen wie het waard waren onderwezen te worden. Voor ons is het heel wat lastiger de mensen te vinden „die de juiste gezindheid voor het eeuwige leven” hebben (Handelingen 13:48). Dat gold ook voor de apostelen, tegen wie Jezus zei: „Welke stad of welk dorp gij ook binnengaat, onderzoekt wie daarin het waard is” (Mattheüs 10:11). Net als Jezus’ apostelen moet je zoeken naar mensen die bereid zijn te luisteren en die de Bijbelse waarheid willen leren kennen. Je kunt de mensen die het waard zijn vinden door aandachtig naar alle mensen met wie je spreekt te luisteren en nota te nemen van de instelling van ieder persoonlijk.

    Hoe positief alle andere paragrafen ook zijn, de uitdrukking dat Jezus Christus 'mensen onderwees die het waard waren' zal blijven doorspelen in het benaderen van mensen.

    Alhoewel de bijbel geografisch een boek uit het Oosten is, is hij uitsluitend interessant voor een klein gedeelte van de wereldbevolking.

    Globaal gezien zal de overgrote meerderheid, tot nu toe, de bijbel nooit inkijken omdat hun religie of hun overtuiging het niet toestaat. Neem de moslimwereld, met een religie die in groei toeneemt en absoluut niet toestaat dat buiten de koran, en soms zelfs buiten de Arabisch geschreven koran, geen ander religieus boek als leidraad mag gelezen worden. Zelfs de prediking in de moslimwereld, China en India om er enkele te noemen zijn een onbegonnen zaak. Toch blijf ik mij bewust dat er voor God geen zaken onmogelijke zijn.

    Tenslotte bepaalt Hij wie gered zal worden en wie niet.

    In paragraaf 16 staat "Tegenwoordig is de opkomst van veel nieuwe godsdiensten een gespreksthema in bijvoorbeeld Afrika, Latijns-Amerika en Oost-Europa.
    Ik voeg hier ook België en feitelijk geheel West-Europa aan toe gezien de immigratie van heel wat volkeren en culturen, religies inbegrepen.

    Ik herhaal daarom wat in de wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na:  Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel  zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat God  wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Waar ter wereld zij ook maar met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Nu zegt de laatste alinea dat Jezus Christus vervolgens uitlegde wat ze moesten weten door 'de Schriften volledig voor hen te openen'.

    Moeten wij dan nu twijfelen aan wat de bijbel zegt?

    Of mogen wij twijfelen aan wat de organisatie en het besturende lichaam zegt?

    10-06-2009 om 23:09 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN zevende en laatste deel

    En zo  zijn wij  aan het ZEVENDE en laatste puntje uit het redeneren boekje gekomen.

    Ondanks menselijke onvolmaaktheden kweken haar leden de vruchten van Gods geest aan — liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing en spreiden ze in die mate tentoon dat zij zich daardoor onderscheiden van de wereld in het algemeen.

    Gal. 5:22, 23; Joh. 13:35.


    De in het  kader vermelde hoedanigheden worden wel meermalen of bij herhaling ingeprent. Maar zoals wij voordien op blad 10 vermelden is geen van deze een levengevende vereiste.

    De basis vereiste is RECHTVAARDIGHEID of de geijkte synoniemen. Daarmee gaan wij niet voorbij aan het offer van Jezus, integendeel, zijn offer was en is het voorbeeld van rechtvaardigheid waarmee God als eerste zijn rechtvaardigheid bekrachtigde. Adam verbeurde het leven, wat hij voor zichzelf mocht doen, maar niet voor zijn nageslacht. Daarom voorzag God in een gerechtvaardigde oplossing, namelijk Jezus als de laatste Adam, waardoor Hij de mogelijkheid gaf om voor ieder mens afzonderlijk  gebruik te maken van Jezus volmaakte offer. Allen die moeite doen om  als een rechtvaardig mens te leven, en ieder mens kan dit vanuit zijn innerlijk. Wel, alle omstandigheden in acht genomen, die mensen zouden in aanmerking komen om eeuwig leven te verkrijgen. Begeleiding via gelijk welke organisatie zou slechts een hulp zijn om een levenswijze als Christus te leiden. 

    Het is waar dat er over Jehovah’s getuigen dikwijls een gunstig verslag wordt gegeven. Dat maakt duidelijk dat zij als groep bepaalde normen naleven die hen worden geleerd of aangewezen als beginselen. Wij hebben ondervonden dat ook niet-getuigen dit belangloos doen uit eigen beweging of via hun organisatie, en niet alleen bij rampen, maar omdat zij het normaal vinden en juist.

    Het is eveneens waar, dat de nadruk, zoals in de titel of het zevende punt naar voor wordt gebracht, gelegd wordt op het aankweken van de "vruchten" van Gods Geest. Maar is het volgens ons weeral één van de subtiele vormen van misleiding.

    Allee! Kun je zeggen, nu slaan jullie de bal totaal mis hoor! Nu wordt het duidelijk dat jullie het genootschap echt verkeerde motieven toeschrijven!

    Sta ons dan toe het uit te leggen. Wij willen in de eerste plaats er op  wijzen dat de tekst zeker niet zo in de bijbel staat, wij halen hem aan: Galaten 5:22-23 "De vrucht van de geest daarentegen is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, 23 zachtaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen is geen wet".

    Nu kun je zelf zien dat er staat de ‘VRUCHT’ van de geest, het staat duidelijk in het enkelvoud en waarom?  Omdat het woord duidt op het resultaat van GODS Geest, geen zeggende woorden of geen ‘aankweken’ maar een positief bewijs dat Gods geest een deel van die persoon is, dat het een deel van zijn persoonlijkheid is geworden. Uiteraard kan en zal dit met meerderen in een groep het geval zijn.

    Het feit dat een groep mensen bepaalde werken tot stand brengt, is echter geen bewijs op zich dat die werken uit God zijn, of zelfs door zijn Geest geleid worden. Mensen kunnen dit beweren, en dat doen bijna alle dénominaties, zelfs de eenvoudigste.

    Het tweede gedeelte, in de titel van het zevende punt, noemt in werkelijkheid een resultaat  waardoor de organisatie zich, volgens hen, onderscheidt van de rest van de wereld, wij herhalen het even: en spreiden ze (dat zijn dan die genoemde vruchten) in die mate tentoon dat zij zich daardoor onderscheiden van de wereld in het algemeen.

    Voor het compleet te maken halen wij ook de schriftplaats van Joh. 13:35 aan die zegt: "Hieraan zullen allen weten dat GIJ mijn discipelen zijt, indien GIJ liefde onder elkaar hebt".  Dat is je reinste religieuze indoctrinatie die in de loop der eeuwen haar vruchten heeft afgeworpen, een cliché dat bijna onverslijtbaar door de ‘heerser’ van deze wereld herhaaldelijk met succes is gebruikt.

    Hoeveel bloedschuld hebben de georganiseerde religies in hun totaliteit? En wij hebben het alleen over religieuze leiders en genootschappen of hoe je het ook  wilt noemen, die altijd met de beste voornemens behept waren en zijn. Wij zijn niet van zin de geschiedenis te herschrijven, die geschiedenis spreekt geen boekdelen, maar bibliotheken!

    Hoe moeten wij nu nog meer aantonen dat ook het zevende punt geen bewijs is dat het besturend lichaam of de organisatie Gods aardse organisatie is? De bijbel stelt duidelijk dat er twee of drie getuigen nodig zijn om een zaak te bevestigen. Er zijn in de loop van de moderne geschiedenis geen drie getuigen, maar miljoenen, die de organisatie hebben verlaten omwille van de onrechtvaardigheden die aan het licht kwamen, ’t zij persoonlijk of omdat de ‘waarheid’ veranderde, voorbijgestreefd, achterhaald of verdraaid is geworden en bestempeld werd als, toegenomen licht of lichtflitsen. Erger is echter dat toen bepaalde vooropgestelde gebeurtenissen die niet plaats vonden op de gestelde en zelfs opgeschoven termijnen, kregen anderen de schuld, niet diegenen die het wereldwijd hadden gepubliceerd, maar diegenen die het gelezen en geloofd hadden. Zie o. a. de  wachttoren van 15 december 2006 blz. 26 § 5. En terwijl je toch die wachttoren opzoekt, neemt dan ook die van 1december 2006 maar dan op de blz. 19 § 1. lees nu eerst die twee paragrafen. Hebt u ze gelezen, de context ook. Perfect? Ook over nagedacht?  Welke conclusie u ook neemt, dat is volledig jouw zaak, alleen willen wij de tweede paragraaf  een beetje veranderen, niet echt veranderen, maar toepasselijker maken.

    In de plaats van de ‘directeur’ lezen wij: de werknemers van een bedrijf kwamen erachter dat veel van de directeurs van het bedrijf oplichters waren en daarom vroegen sommige van de werknemers of dat niet rechtgezet of veranderd kon worden. Het resultaat was verbijsterend, in de plaats dat de directeurs het onrecht herstelden of terechtgewezen werden, zwierden zij die werknemers buiten.

    Om spijkers met koppen te slagen en dan nog eens gedreveld. Zij werden uitgesloten en het it-2 blz. 1059 zegt over: "Uitsluiting uit de gemeenschap is noodzakelijk om het voortbestaan van de organisatie te waarborgen, en dat geldt in het bijzonder voor de christelijke gemeente".

    Zo precies of het voortbestaan van de organisatie of de christelijke gemeente(n) mensenwerk zou zijn. Vergeet het maar, tenzij het genootschap twijfelt of God het wel alleen aan kan.

    Die uitsluitingen gebeurden o.a. in het geval met de scandaleuze kwestie van pedofilie tijdens de jaren 1999-2002 (zie het vierde en vijfde punt en de desbetreffende veranderingen vermeld in de vernoemde brieven gericht aan alle gemeenten).

    Terwijl wij deze pagina klaarmaakte viel het ons op dat de eigenste wachttoren van 1 december en het eigenste artikel maar dan op blz. 18 de illustratie van die twee rechtopstaande broeders en het bijschrift duidelijk maken dat “ware”  christenen geen documenten kopen of gebruiken waarmee geknoeid is.
    Natuurlijk  moesten wij denken aan Mexico waar heel wat dienstplichtige broeders, ingeval van oproeping, zich een document konden aanschaffen door de ambtenaren smeergeld te geven zodat zij een document hadden waardoor kon aangetoond worden dat zij aan de militaire opleiding hadden voldaan.
    Terzelfder tijd mochten de broeders in Malawi geen politieke kaart kopen die heel wat minder koste dan het document dat in Mexico nodig was. En wie is niet op de hoogte van de gruwelijke vervolging en doden in Malawi, tussen (1967-1993). Wie gaat daar verantwoording voor afleggen, de bloedschuld delgen?

    De vervolging in Malawi begon op 20 oktober 1967 en werd pas opgeheven op 12 augustus 1993. 26 jaar lang hebben Jehovah’s Getuigen al die moeilijkheden moeten verduren, en waarom? er was maar één politieke partij, die de regering uitmaakte. Waar was de toepassing van Romeinen 13?  Waarom dat verschil met Mexico?

    Bijna vergeten, in Mexico waren Jehovah’s Getuigen een ‘culturele organisatie’ en in Malawi een ‘religieuze organisatie’. Zou het dat geweest kunnen zijn?

     En als het doel de middelen wettigt, dan zitten zij wel erg dicht bij Machiavelli.

    Wil jij eens uitleg vragen aan de ouderlingen hoe dat het zit?

    Wat data betreft is 1975 klaarblijkelijk de klapper geweest maar ondertussen hebben de meeste getuigen daar schijnbaar geen problemen meer mee. Evenmin met de uitspraak dat wij waarschijnlijk het millennium niet zouden halen.  Zie w81 15/1 blz. 32 Vragen van lezers. “En indien het goddeloze samenstel van deze wereld tot de eeuwwisseling zou blijven bestaan, wat met het oog op de tendensen in de wereld en de vervulling van bijbelse profetieën hoogst onwaarschijnlijk is, zouden er nog steeds overlevenden van het geslacht van de Eerste Wereldoorlog zijn.”

    Voordien hadden wij de hoop, volgens de publicaties, “de absolute zekerheid” dat Armageddon in de jaren 1914, 1918, 1925, 1940 en 1975 kwam. Niet minder dan vijfmaal zou Armageddon echt het einde zijn. Uit voorzichtigheid, werd het voortbestaan van dit goddeloze samenstel daarom in de wachttoren van 15/1 1981 dan ook “onwaarschijnlijk” geacht. Zeg nu niet dat wij het uit de context trekken, omdat het over ‘gezalfden’ en ‘het geslacht’ gaat.

    En zeg ook niet dat het maar gelukkig is dat Armageddon nog niet gekomen is, kijk maar naar al die miljoenen die ondertussen in de ‘waarheid’ zijn gekomen. Gelijk heb je, maar dan moet Armageddon in het geheel niet komen, want toename zal er altijd zijn.

    Kijk maar naar al die andere religies, naar hun numerieke groei. Is dat juist geen bewijs dat God hen zegent? Absoluut niet, want daar is het in de meeste gevallen nog veel duidelijker dat zij niet in overeenstemming zijn met de Bijbel. Wat hebben wij gezegd over subtiliteit en plantrekkerij?

    En wat doen wij met alle veranderingen in de organisatie, die in werkelijkheid aanpassingen zijn, sommige zelfs zeer recentelijk, omdat de  vorige stellingen niet meer houdbaar waren? En waar jij met een beetje moeite, op zijn minst toch wel vragen zou moeten stellen. Sorry, wij waren (niet) vergeten dat je, over wat de organisatie schrijft, niets in vraag mag stellen (lezing van David Vandendriessche), En dat je ook niet kritisch mag zijn (lezing van Louis Dewit). Wij hebben zelfs gehoord dat wanneer de ouderlingen verkeerd zijn je toch moet gehoorzamen (symposium door Willy Gournon en Jean-Pierre Coninckx).

    Met iets meer moeite kun je de lijst zelf wel aanvullen. Alleen willen wij u aanmoedigen in de eerste plaats, jezelf te onderzoeken. Daarmee bedoelen wij als je gelukkig bent in de staat en de situatie waarin u zich bevindt, blijf dan waar je bent. Zijn daar twijfels omtrent heb dan de moed om een Bereeër te zijn. Zie hiervoor a.u.b. de dagtekst van 17 januari 2008 en de overeenkomstige Wachttoren van 2006 1/10 2: 13, 14. Zoals je zult lezen, moedigt de organisatie ons aan om moedig te zijn, alleen mag je, op straffe van uitsluiting, niet de moed hebben om hen of hun gevolmachtigden, vragen te stellen die kritisch opgenomen kunnen worden of hen op de vingers te tikken als zij in de fout gaan. Volgens ons is daar een reukje aan, maar geen ‘parfum d’amour’.

    Het is ons duidelijk dat Jehovah in het verleden onvolmaakte mensen heeft gebruikt in zijn voornemen, ja zelfs een gehele natie van onvolmaakte mensen. Deze hebben er niets van gebakken. Wij hebben, en ieder persoonlijk, de verantwoordelijkheid om erop toe te zien dat wat anderen ons opleggen wel degelijk in overeenstemming is met de schrift. Daarom zeggen en benadrukken wij dat alleen Jezus onze leider is en allen die zijn  levenswijze, bewust of onbewust, weerspiegelen zullen als  rechtvaardigen meegenomen worden.

    Wij wensen te herhalen wat Jezus als vraag stelde in de illustratie van Mattheüs 24:45 "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven? 

    Hoever zou die illustratie doorgetrokken mogen worden Welke toepassingen moeten er aan andere illustraties van Jezus Christus gegeven worden? Zou dit voedsel, ook als er een reukje aan zit, zo maar ingeslikt moeten worden? Hoe ver zou men volgens jou mogen gaan?

    Wij zullen ook nooit twijfelen of er wel een beleidvolle slaaf is, alleen kan dit voor ons  deze  en voor een ander  die  organisatie zijn.

    Misschien bedoelde Jezus Christus wel dat elk van ons die slaaf is. 1Petrus 1:10 "Gebruik de gave naarmate een ieder die heeft ontvangen, om elkaar ermee te dienen als voortreffelijke beheerders van Gods onverdiende goedheid, die op velerlei wijzen tot uitdrukking wordt gebracht".

    Dat is nog een nadenkertje van formaat!

    Wie zal het waar maken?

    Wij herhalen dan ook datgene wat op blz. 10 is gezegd dat:

    In de wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”.

    Denkt nu eens goed na:  Als  wij  zouden  begrijpen  hoe  groot  Gods  kracht  en  vermogens   wel  zijn,  zouden   wij   toch   niet verbaasd  mogen zijn  dat  God  wel degelijk  een  onderscheid  zal  maken  tussen  rechtvaardigen  en  onrechtvaardigen.  Waar ter wereld zij met een organisatie verbonden zijn of juist niet.

    Psalm 37: 29 …De rechtvaardigen, die zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven. Eveneens een schriftplaats om in gedachten te houden is Hand 10: 35 …maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor HEM.

    Einde van het artikel en bedankt voor alles.

    Je kunt steeds antwoorden op mijn emailadres. Eleutheros.genaioshupar@laposte.net

    06-06-2009 om 09:43 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN vierde, vijfde en zesde deel

    En zo zijn wij aan het vierde en vijfde punt gekomen! (Deze 2 punten gaan volgens ons gelijk op). en ZESDE punt.

    Ze houdt zich afgescheiden van de wereld.

    Jak. 1:27; 4:4.

    Ze handhaaft een hoog peil van morele reinheid onder haar leden, omdat Jehovah zelf heilig is.  

    1 Petr. 1:15, 16; 1 Kor. 5:9-13.

    Er is een opmerkelijk gebeuren wat nog meer kan waarmerken of de organisatie zich werkelijk aan deze vereiste houdt. Weinigen weten, en toch is daar een brief over te krijgen in Kraainem, wij hebben die zelf horen voorlezen in een gemeente, dat het genootschap tien lange jaren als lid was ingeschreven bij de Verenigde Naties. Als  ‘Niet Gouvernementele Organisatie’ afgekort als NGO. Die brief  moet je wel opvragen en dan via de gemeente indien jij of anderen daar vragen over zouden hebben. Deze brief legt de verantwoordelijkheid bij de broeder die zich daar heeft laten inschrijven, maar dan wel op naam van de ‘Theocratische’ organisatie’. Nu hebben wij het reeds gezegd dat een organisatie uit mensen bestaat en die zijn verantwoordelijk voor wat er in een organisatie gebeurt. De organisatie wordt echter veelvuldig gebruikt als imago of om verstoppertje te spelen voor datgene  wat mensen doen. Meestal  is dat  geen probleem als het positief is, maar als het verkeerd is krijgt de organisatie de schuld en dat kan niet. Wij horen dikwijls de relativerende uitdrukkingen, ‘het zijn mensen’ of ‘zij zijn ook onvolmaakt’. Dat is juist, maar dat verandert niks aan de feiten en nog minder aan de verantwoordelijkheden die met een verkeerde handelwijze te maken hebben. Dit is vooral zo wanneer er wereldwijd miljoenen mensen bij betrokken zijn. Tenslotte zijn de ‘Verenigde Naties’ zoals ons is geleerd, het beeld van het beest waarop de hoer is gezeten. Dit is geen aanval noch afval, maar een weergeven van feiten. Het feit dat de organisatie er 10 lange jaren heeft opgezeten en er uiteindelijk is af gestapt (?) verandert niks aan het feit dat zij er tien lange jaren heeft opgezeten en er gebruik van gemaakt heeft. Daarbij komt nog het feit dat men elk jaar het lidmaatschap moest vernieuwen. Men moest ook aan bepaalde voorwaarden voldoen. Er was geen enkele reden om een broeder, zoals wij zeggen, in het gat te steken. Als je het aan ons vraagt, er is ook aan onvolmaaktheid een grens, vooral als je van je leden verwacht en eist dat zij gehoorzamen. Weet je nog "met de maat waarmee je meet", of telt dat alleen voor de verkondigers, en niet voor het besturende lichaam, de tien mannen die als vertegenwoordigers optreden voor de beleidvolle slaaf, (9986 belijdende gezalfden in 2008, jaarboek 2009) en zelfs voor alle ouderlingen in de plaatselijke gemeenten, die je moet gehoorzamen, zelfs wanneer zij verkeerd doen.

    PERSOONLIJK zeggen wij, in de eerste plaats voor HEN, zij dienen HET voorbeeld te geven in HUN voorbeeldfunctie.

    Nu ja, gedane zaken nemen geen keer, wat gebeurd is, is gebeurd. Je moet ook geen oude koeien uit de gracht blijven halen en waar blijft je als christen met de mantel der liefde? Maar wat als men zich opnieuw aan soortgelijke evenementen schuldig maakt? Laten wij ook hier de feiten duidelijk stellen! De laatste weken, daterend begin december ’07, zijn er in verband met de verkiezingen in Rusland via de nieuwsmedia enkele roerselen geopenbaard. Ieder van ons wordt aangemoedigd om het nieuws min of meer te volgen en wel om redenen dat wij steeds beter zouden begrijpen hoe daardoor bijbelse profetieën in vervulling gaan.                                        

    Wij verwijzen u naar http:/www.diplomatie.be/nl/press/speechdeteails.asp?TEXTID=55369 datum:12/07/2006. Dit is een toespraak van Minister De Gucht op de conferentie Building Democracy through OSCE Electoral Assistance and Observation.

    De Nederlandse benaming voor de OSCE is OVSE en staat voor "Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in  Europa".  Minister De Gucht maakt in zijn toespraak duidelijk dat deze organisatie een politiek forum is.

    Wie waren daar aanwezig?  Marcel Gillet, Paul Gillies en Luca Toffoli als vertegenwoordigers van de Europese associatie van Jehovah’s Getuigen te Brussel. Voor Frankrijk  was dit broeder Jean-Claude Pons, voor de V.S. Gregory Allen  uit Patterson en voor Polen Michal Hoszowski.  Wanneer je daar met zeven mensen bent, mag er wel een beetje toelichting zijn of mogen wij het openheid noemen?

    Wat moeten wij daar van denken? Bemoeien wij ons toch met politiek? Ondertussen hebben wij vernomen dat broeders en zusters een formulier mogen aanvragen om te gaan kiezen in La douce France.

    Met kiezen bedoelen wij stemmen, niet naar de stemhokjes gaan en een paar diagonaaltjes trekken.

     Wie neemt, neen,  wie is daar verantwoordelijk voor?  Wij hadden het toch over ‘zich afgescheiden van de wereld houden’?

    Het besturend lichaam beweert uitdrukkelijk dat alles wat zij doet, onvolmaaktheid daargelaten, theocratisch verantwoord is. Met andere woorden het moet bijbels zijn. Een van de manieren waarop beslissingen worden genomen en die van invloed zijn op ons leven en dat zijn zowat zeven miljoen zielen, is niet door de autoriteit van de bijbel, maar door een “tweederde meerderheid”, dezelfde procedure die zowel in de politiek als in de katholieke religieuze autonomie gebruikelijk is. Zij hebben door onder andere "de veranderde doopvragen” hun beslissingsrecht tot een zelfde status verheven als het pausdom. Door de rechterlijke comités de benaming religieuze comités te geven hebben zij in werkelijkheid het kerkelijk recht duidelijker gemaakt. Hiermee zijn zij het eens met de wereldlijke macht die hen tot een kerk met privilege tegemoet kan treden. Hoe staat dit in Noorwegen? Ontvangt de organisatie daar nu subsidies of niet? Indien wel, wat zullen wij dan nog meemaken? Betaald om vervolgd te worden?

    Wij gooien het nu eens  over een andere boeg, kwestie van evenwicht. En dat staat rechtstreeks in verband met het vijfde punt

    In verband met de pedofilie zaken is de organisatie onder druk van media tot een verbeterde samenwerking met de autoriteiten gekomen, wat niet wegneemt dat de smaad die ondertussen op Jehovah’s Heilige Naam is geworpen niet te wijten is aan diegenen die de feiten naar buiten hebben gebracht, maar bij diegenen die deze feiten trachten te verbergen.

    NOTA: in verband met de pedofiliekwestie is die "verbeterde samenwerking met de autoriteiten" op minder dan een jaar, onder druk van de BBC en voor België het programma in “Panorama”, doorgevoerd.

    De eerste brief hierover die naar alle gemeenten werd gestuurd, dateert van 15/02/2002 en zegt dat het inlichten van de autoriteiten een persoonlijke beslissing is en er zeker geen sancties tegen de persoon opgelegd mogen worden. Kun je navragen bij de secretaris van jouw gemeente.

    De tweede brief dateert van SCF 24 oktober 2002 en zegt duidelijk  dat wanneer er een potentieel gevaar bestaat voor kinderen dienen de ouderlingen de autoriteiten in te lichten. Kun je eveneens navragen bij de secretaris.

    Nog nooit is het roer zo snel omgeworpen als hier is te zien. Voor veranderingen in ‘vervangende dienst’ bijvoorbeeld, en de kwestie van ‘neutraliteit’, was na een stemming van de ‘tweederde meerderheid’ een verandering doorgevoerd, maar doordat één broeder na de pauze zijn stem herriep en er geen ‘tweederde meerderheid’ meer was, bleef de bestaande situatie nog zestien jaren van kracht voordat het een ‘gewetenskwestie’ werd! Hoe dat mogelijk was? De druk kwam toen alleen maar van binnen uit, voor de wereld waren wij en zij slachtoffers van ons geloof, dat was alles.

    De organisatie publiceerde meermaals het kindermisbruik van andere religies. Deze laatsten verplaatsten de dader(s) meestal  naar een andere parochie of instelling. Toch is hun eigen handelwijze laakbaarder dan die van het ‘ontrouwe Jeruzalem’ omdat zij niet alleen de  handelwijze van hetzelfde misbruik verhulden maar de dader(s) in sommige gevallen handhaafden in de verantwoordelijke posities die zij bekleden.

    Erger nog zijn de sancties, daar diegenen die de feiten bloot legden mettertijd of juist voordien werden uitgesloten en daardoor niet geloofwaardig meer overkwamen. Eén van de grootste schandalen in de geschiedenis van de wachttoren organisatie is dan ook het publiekelijke programma dat door de BBC vertoond werd op 28 mei 2002.

    Uiteraard kan de organisatie niet verantwoordelijk gesteld worden voor kindermisbruik in plaatselijke gemeenten, maar wel voor de manieren waarop daders en beschuldigers van die daders behandeld werden en worden. Wij zeggen worden. Omdat  zolang iemand 'die aanklachten’ indient, als een ‘verklikker’ behandeld wordt en niet als een beschermer van de kudde, zullen er allerlei mistoestanden verdoken blijven.

    Heb je opgemerkt dat de eerste brief over pedofilie gedateerd is 15 februari 2002. Het genootschap was toen reeds ingelicht dat het programma zou worden uitgezonden en daarom moesten ‘verklikkers’ uitgesloten worden. Toch staat er in deze brief dat het een persoonlijke keuze zou zijn om de autoriteiten in te lichten en dat diegenen die de autoriteiten wel op de hoogte brachten geen sancties mochten opgelegd worden.

    De tweede brief dateert 24 oktober 2002, dus ongeveer acht maanden later en nu moesten de autoriteiten wel ingelicht worden. Kun je nog volgen?  Wij wel, omdat de druk voordien alleen maar van binnenuit kwam en die mensen kun je het zwijgen opleggen. Wij zeggen, maar niet iedereen.

    Daar er in het verleden broeders uitgesloten zijn met terugwerkende kracht, zou het toch maar rechtvaardig zijn om iemand te herstellen met terugwerkende kracht. Tenzij?  Wat vindt je daar zelf van?

    En nog iets dat je dient te weten. De basistekst die in de brief van 24 oktober gebruikt wordt is Rom. 13:1 (vermits kindermisbruik een misdaad is en gemeld dient te worden zijn logischerwijs alle misdrijven een oorzaak om de autoriteiten op de hoogte te brengen, uitgezonderd de specifieke zonden in verband met het geloof).

    Romeinen 13 beslaat beslist een terrein of liever terreinen, waarop de organisatie onverantwoordelijk en onbeleidvol is opgetreden door in het burgerlijk leven van hun leden beslissingen door te voeren. Daar kun je beslist zelf een lijst van opstellen.

    Alles wat wij in het voorgaande hebben geschreven kunnen wij alleen maar herhalen en vermenigvuldigen. Het is zonder meer duidelijk dat de toepassing van bijbelse beginselen meer moet zijn dan alleen maar zeggen of schrijven wat je moet doen, veel en veel meer.

    Wij houden het tot hier met punt 4 en 5, alleen kun je zelf ook hier nog bepaalde ervaringen toevoegen.

    Nog niet te moe? Goed dan doen wij verder met het ZESDE PUNT


    Ze wijdt haar krachtsinspanningen voornamelijk aan het werk

    dat de bijbel voor onze tijd heeft voorzegd, namelijk de
     
    prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk in de

    gehele wereld tot een getuigenis.      

    Matth. 24:14.

    Dat is een van de opmerkelijkste werken die het genootschap heeft gerealiseerd. Nog nooit heeft een organisatie kunnen bereiken dat haar leden, al haar leden, daadwerkelijk en zowel als groep als afzonderlijk op geregelde basis van deur tot deur gaan. 

    Mattheus 24: 14 is niet alleen de lijftekst van ieder van hen, maar zeker ook de eerste tekst die een nieuweling van buiten kent en gebruikt.  Mattheüs 24:14 "En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen".

    De link die hiermee gepaard gaat wordt de volgende of tweede tekst en wordt zelfs door "het afvallige ontrouwe Jeruzalem" met zijn ongeveer 1 miljard leden gebeden, "het Onze Vader", Mattheüs 6:9-13 "Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd. 10 Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde. 11 Geef ons heden ons brood voor vandaag; 12 en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars hebben vergeven. 13 En breng ons niet in verzoeking, maar bevrijd ons van de goddeloze". Door de prediking zou dan ook meteen de profetie vervuld die met deze teksten in overeenstemming zijn.

    Het is voor de getuigen dan ook een levenswijze geworden en zij die kunnen pionieren op één van de diverse manieren worden de gelukkigste mensen onder de mensen.  Het is zelf zo subliem dat de prediking  zowat de toetssteen is geworden van geloof en niet alleen dat, maar het is ook  “HET CRITERIUM" voor mannen om bijna alle voorrechten die er zijn, te mogen behartigen. Ook  wij zijn er van overtuigd dat het einde eens zal komen, maar die gebeurtenis is reeds zo dikwijls voorop gesteld dat het een manie geworden is. Daarmee bedoelen wij dat de organisatie, hoe belangrijk het prediken ook moge zijn, de belangrijkere zaken uit het oog heeft verloren, namelijk  het Christen zijn of de Christelijke persoonlijkheid. Wij gaan daar niet over  uitweiden. Maar zou het kunnen, dat de problemen en regels, het monddood maken van het eigen geweten, de druk op het privé leven en hun inmenging in persoonlijke zaken, zelf het denken, allemaal onderworpen wordt aan de organisatie?

    Zouden zij zich hiermee dan niet eerder vereenzelvigen met Oholiba, de zuster en medestandster van Ohola, de oudste zuster of een deel van de Christenheid? (Zie het boek “de natiën zullen weten dat ik Jehovah ben”, Ezechiël 23).

     Opmerkelijker is nog dat het schijnbaar  op vrijwillige basis is. Wij zeggen ogenschijnlijk  omdat wie niet predikt op de manier zoals de organisatie het voorschrijft en geen rapportje inlevert, waardoor men voor hen eerst "ongeregeld" en vervolgens "inactief" wordt, en men mettertijd je verkondigerkaart of ID uit het archief verwijdert zodat je geen deel meer bent van de organisatie. Wanneer je geen deel meer bent van de organisatie zit je vanzelfsprekend ook niet meer in de symbolische ark en kun je evenmin gered worden. In plaats van redding wacht je onherroepelijk de eeuwige vernietiging, wat ongeveer overeenkomt met de vurige hel van de christenheid. Vermits je een opgedragen christen was en nauwkeurige kennis van de (hun) waarheid hebt gekregen is er zelfs weinig kans dat je ooit een opstanding mag verwachten. Met andere woorden gezegd, het komt hierop neer dat de meeste getuigen eerder bang zijn om een verkeerde indruk te geven dat zij niet gehoorzamen aan de organisatie dan dat zij prediken omdat zij hun evennaaste lief hebben.

    Neen en nogmaals neen, niet het prediken is verkeerd, zeker niet, maar de manier waarop het moet gedaan worden en de verplichte morele druk. Eveneens de schriftuurlijke bewijsvoering aangaande de rapportjes. Nergens in de bijbel worden uren of verspreiding genoteerd, zelfs het aantal dopelingen werd meestal slechts bij benadering genoemd. Goed, organisatorisch kan dit verantwoord worden, vooral met de verspreiding van de lectuur en het in kaart brengen van de voorraden. Maar hebben wij ook hier niet te maken met een bepaalde norm voor aanstellingen en voorrechten.? Zeker is lectuur een goede begeleider van de waarheid en kan steeds opnieuw ter hand genomen worden. Alleen blijkt dat men door de veranderende leerstellingen de eens geopenbaarde waarheden moest herzien waardoor datgene wat  je ooit als waarheid hebt gepredikt moet gaan recht zetten, wat niet of praktisch nooit gebeurt. Moeten wij dan verschieten dat de mensen ons als leugenaars, misleiders of bedriegers gaan identificeren? En dat sommigen van ons zich ook zo voelen.  Laten wij besluiten met te zeggen dat als je gelukkig bent met datgene waarmee je bezig bent, doe dan zo voort.
    (wordt vervolgd)

    05-06-2009 om 06:19 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN derde deel (vervolg)

    (vervolg)

    Wij willen niemand de mond snoeren of anderszins het zwijgen opleggen, integendeel, wij wensen dat meer mensen gaan nadenken over de feiten en wat er geschreven werd en geschreven wordt, wat er vereist werd en wat schriftuurlijk  is. Hoe christenen ‘gemend’ werden in het verleden en ook nu nog en soms tezelfdertijd  in tegengestelde richtingen.  Wij hebben het woordje ‘gemend’ gebruikt om de nadruk te leggen op de manier waarop mensen omgaan met mensen waarover zij willen heersen. Veel van wat de ‘aardse organisatie’ doet is niet nieuw, maar wel subtieler. Veel van wat in ‘religieuze’ organisaties verkeerd is wordt aan de kaak gesteld. Wat verkeerd is mag gerust en terecht aan de kaak gesteld worden, dat is wat je terug vindt in de Bijbel en dat is wat Jezus deed en dat doen wij ook. Let maar even op wat Jezus zei in Mattheüs 7:3. 'Waarom kijkt gij dan naar het strootje in het oog van uw broeder, maar beschouwt niet de balk in uw eigen oog"? Moeten wij het weer eens herhalen dat het organisatorisch beleid van de organisatie van dien aard is, dat wanneer iemand die de vuile was uithangt uitgesloten wordt. Die procedure is niet bijbels. Integendeel, dat soort christenen toont moed. Ze zijn niet bang voor mensen, en zij volgen hun meester Christus na in Zijn vrijmoedigheid van spreken. Door dit soort van uitsluitingen toont de organisatie dat zij absoluut niet bereid is om die balk  uit hun oog te verwijderen. 

    Weeral integendeel, zij vergroten die balk.  Vergelijkt de wachttoren van 74 15/11 blz. 688 “Een evenwichtige zienswijze bewaren ten aanzien van uitgeslotenen”  en de  w81 1/12 blz. 15 “Hoe wij uitsluiting uit de gemeenschap dienen te bezien.”

    De harde lijn van '74 wordt gewoon nog harder. Denk niet dat wij kwaaddoeners tolereren, maar de haatdragende gevolgen van die procedures, sluit niet alleen de deur om terug te keren, maar verhindert praktisch ieder poging om van uit de gemeente te helpen. Uitgezonderd de eventuele jaarlijkse eenmalige evaluatie en bezoek van de ouderlingen. In feite is zo’n bezoek, een momentopname.

    Laten wij de toepassing van Jezus woorden uit Mattheüs 7:21-23 eens bekijken, “Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is. 22 Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ’Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, en in uw naam demonen uitgeworpen, en in uw naam vele krachtige werken verricht?’ 23 En toch zal ik hun dan openlijk verklaren: Ik heb U nooit gekend! Gaat weg van mij, GIJ werkers der wetteloosheid.”

    De toepassing ‘en in uw naam demonen uitgeworpen,’ hoeft niet altijd met spiritisme te maken te hebben, dat kan ook door bijbelkennis bij te brengen.  Wordt het zelfs niet duidelijker met de schriftplaats uit 1 Petrus 4:17 "Want het is de bestemde tijd dat het oordeel begint bij het huis van God. Als het nu eerst bij ons begint, wat zal dan het einde zijn van hen die het goede nieuws van God niet gehoorzaam zijn"?   Als laatste in dit rijtje 1 Kor. 5:12-13 "Want wat heb ik te maken met het oordelen van hen die buiten zijn? Oordeelt GIJ niet hen die binnen zijn, 13 terwijl God degenen oordeelt die buiten zijn? „Verwijdert de goddeloze [man] uit UW midden.”           
    Fantastisch dat gij die tegenstrijdigheid ook opgemerkt hebt, of is het niet tegenstrijdig?

    In Mattheus 7:1-2 zegt Jezus:. . Houdt op met oordelen en in 1 Korinthiërs lezen wij net, oordeelt GIJ niet hen die binnen zijn. Dat  is absoluut niet tegenstrijdig, integendeel het verduidelijkt zelfs veel mistoestanden in en door de aardse organisatie. Hoe gaan wij dat nu uitleggen zonder ook maar iemand te kwetsen? Goed, Paulus zegt, of liever stelt in vraag wat heb ik te maken met het oordelen van hen die buiten zijn?  En het antwoord staat in vers 13 terwijl God degenen oordeelt die buiten zijn?  Dus God, en alleen Hij, heeft dit recht! Dit maakt reeds duidelijk dat veel van het materiaal in de publicaties van de ‘aardse organisatie’ op zijn minst een vorm van ‘oordelen’ is. Wij zeggen op zijn minst, want het wordt meestal niet als feitenmateriaal gepresenteerd.

    De uitwerking op de ‘getuigen van Jehovah’ is zeker niet positief, ook hier, integendeel. Zelfs wanneer de ‘aardse organisatie’ het materiaal over andere religies als feiten materiaal zou bestempelen, met voorbijgaan van de waarheden die er heel zeker ook zijn, worden al die religieuze organisaties onder bijbelse noemers gerangschikt. Wij zeggen ‘noemers’, het onderscheid wordt gemaakt of het ‘christelijke’ of niet ‘christelijke’ organisaties zijn. In het ene geval is het dan de ‘Christenheid’ met zijn duizenden denominaties. In het andere geval, komen alle andere religies, samen met de christenheid, onder de bijbelse benaming ‘Babylon de Grote’ terecht.

    Al met al, komen alle religies uit de verf met het etiket “afval” opgeplakt, afvallig aan God. Zie de definitie uit het redeneren boekje.

    Zijn wij nu bezig al die ‘organisaties’ goed te praten? Absoluut niet, maar het is niet omdat de ‘aardse organisatie’ zich meerdere in het oog lopende bijbelse activiteiten op het lijf heeft geschreven dat zij ‘heilig’ is. Nogmaals, de naam van JEHOVAH gebruiken, de prediking van deur tot deur, hun neutraliteit, de bloedkwestie, hun vijf wekelijkse vergaderingen, de jaarlijkse dag- kring- en districtvergadering zonder  de speciale vergadering te vergeten van één lid van het besturend lichaam.  Gaat de ‘aardse organisatie’ niet prat op haar reputatie omdat de hoge morele normen van de bijbel hen boven de ‘wereldse mensen’ verheft? Het zou wat, er is geen enkel bedrijf, of organisatie die zelf negatieve reclame publiceert. Men heeft daar zelfs een gezegde over, iets van: “eigen lof stinkt, vriendenlof hinkt, maar vreemdenlof blinkt”. Om het met hun eigen woorden weer te geven: wie een ander omlaag haalt wilt zichzelf verheffen, wie een oor heeft luistere, die er twee hebben, begrijpen!  Wat hebben wij gezegd, ‘dat geen enkele organisatie' negatieve reclame zal maken? En de bijbel dan?  Die vertelt zowel de negatieve aspecten als de positieve van alles en over iedereen, waar of niet waar?  Om nog een andere schrijver te citeren: “soms is het gemakkelijker om buiten te staan en naar binnen te kijken,” zie je wel?

    Eerst nog een woordje uitleg over 1 Kor. 5: 13 b ‘verwijdert de goddeloze (man) uit uw midden’. Alzo krijgt de gemeente de verantwoordelijkheid een ‘goddeloze’ te verwijderen. In de eerste plaats is een ‘goddeloze’ iemand die geen geloof in God heeft. Paulus zei niet "verwijdert de ‘zondaar’ uit uw midden" alhoewel hij het over een man had die bij de vrouw van zijn vader had gelegen. Toch dient men een onderscheid te maken, tenzij men het hart kan lezen. Kun jij dat? Ken jij mensen die dat wel kunnen?

    Met al die uitleg bedoelen wij dat de doorsnee ‘getuige van Jehovah’ met inbegrip van iedere verantwoordelijke, uitzonderingen daar gelaten, zich zelf reeds als ‘meegenomen’ ziet en de anderen als ‘achtergelaten’. Mattheüs 24:40-41 "Dan zullen er twee mannen op het veld zijn: de een zal meegenomen en de ander achtergelaten worden; 41 twee vrouwen zullen aan de handmolen malen: de een zal meegenomen en de ander achtergelaten worden".
    De subtiele gevolgen van zo een indoctrinatie zijn destructief, zelfs in eigen rangen. Alhoewel er een jaarlijkse toename bericht kan worden staat die niet in vergelijking met het aantal dopelingen. In werkelijkheid geven die cijfers slechts ongeveer de helft weer van wat waar is. Er is geen diploma voor nodig om die berekening zelf te maken aan de hand van de, in eigen publicaties, gepubliceerde getallen. En kom niet af met ‘natuurlijke afvloeiing’, die zal ruimschoots overtroffen worden door de niet gedoopte verkondigers. Enfin, wat wij echt mooi vonden in laatst genoemde schriftplaats was de voorbeeldige manier waarop Jezus, en dat is niet de enige keer, de VROUWEN op gelijke voet stelde met de mannen. Echt waar! Weet je waarom wij dat mooi vonden, omdat ook onder de getuigen, de vrouw niet altijd echt als een partner aanvaard wordt.  Alleen en alleen dat maakt iemand reeds medeplichtig aan ontrouw tegenover God.

     Wij beroepen ons weer op uitzonderingen daar gelaten. Als jij zo een uitzondering bent, zul je het er mee eens zijn, en zo niet dan voel jij je geviseerd. Jazeker het heeft met gevoelens te maken, absoluut. Het zijn juist onze gevoelens en de manier waarop wij daarop reageren die het verschil kunnen en zullen uitmaken of wij een christelijke levenswijze tot doel stellen die uitmaakt of iemand meegenomen of achtergelaten zal worden. Punt amen en uit. Jazeker, wij bedoelen "christelijke levenswijze".

    Nu kun je natuurlijk repliceren dat toename uiteindelijk een bewijs is van Goddelijke zegening, Goddelijke inmenging, en dat wordt ook zo gepubliceerd, waar of niet?  Wat doe je dan met de groei in anderen denominaties?  Wat  doe je dan met de groei wereldwijd bij de Islam en hun heilig boek de Qor’aan? En wat doe je waar een achteruitgang is geboekt?

    Heb je ooit de moeite gedaan om te vergelijken of zelfs te verifiëren.

    Heb jij je nog nooit afgevraagd waarom wij op zijn minst reeds driemaal het "Openbaring boek, haar grootse climax is nabij" hebben bestudeerd en nog nooit het boek “de mens op zoek naar God”. Het eerste hoofdstuk  alleen reeds is veelzeggend, ten minste als je objectief wilt zijn en dat hopen wij oprecht. En over het Openbaring boek gesproken. Hoeveel aanpassingen heb je moeten doen terwijl je het her-be-stu-deer-de?  En het nieuwe boek is alweer aan ‘aanpassingen’ toe. Maar dat wist je waarschijnlijk reeds? Nu komt ons voor de geest wat koning Salomo schreef in Prediker 12:12 "Aangaande al wat hierbuiten ligt, mijn zoon, laat u waarschuwen: Aan het maken van veel boeken komt geen eind, en veel toewijding [eraan] is afmattend voor het vlees".

    Het grootste gedeelte van wat Salomo schreef kwam erop neer dat veel van wat wij doen, ijdelheid is. Nu mag je daar niet te zwaar aan tillen natuurlijk want dan blijft er niks meer over om voor te leven en daar is het leven toch te ‘levendig’ voor. Daarom halen wij Prediker 12:13-14 aan om aan te tonen dat  wij wel heel veel van het leven kunnen en zullen genieten als het in overeenstemming kan gebracht worden met Gods vereisten. Let wel, met Gods vereisten, niet die van mensen en dat is wat Salomo, volgens ons bedoelde met  zijn woorden 'aangaande al wat hier buiten ligt,  en nu  komt  het, "Het slot van de zaak, nu alles is gehoord, is:  Vrees de [ware] God en onderhoud zijn geboden. Want dit is de gehele [verplichting] van de mens. 14 Want de [ware] God zelf zal elk soort van werk in het gericht brengen met betrekking tot alles wat verborgen is, [om te zien] of het goed is of slecht".

    Dus komt het neer op het onderhouden van Gods geboden als een verplichting voor een gelukkig leven en dat kun je, in zoverre het van jezelf afhangt. Het is gemakkelijk na te gaan of het ‘goed is of slecht’. Is het goed, zoveel te beter. Is het slecht of ondervind je dat het slecht is, verbeter het dan. Denk aan het spreekwoord “het zijn de goeie die zich verbeteren”, en de schriftplaats uit de brief aan de Gal. 6:7 Wordt niet misleid: God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten; neem ook nota van het feit dat prediker 12: 12 eveneens een tactvolle ‘waarschuwing’ is. mijn zoon (en dochter), laat u waarschuwen: Heb je opgemerkt waarvoor? Goed hé!

    In dit verband willen wij een persoonlijke noot aanhalen in verband met het hierboven geschrevene.Ten aanzien van onze bediening en het getuigenis geven aan anderen, vooral aan de familie. Toen gebruikten wij boven vermelde tekst en wezen op het feit dat “de waarheid” maar eenmaal diende geleerd en onderwezen te worden. Nu dienen wij daarop terug te komen omdat veel van datgene wat als ‘de waarheid’ in vele boeken is geschreven en gedrukt, achterhaald en veranderd is. Let wel, niet alles dat voordien geschreven was is verkeerd, maar die zaken die als schriftuurlijk bewezen werden en gehoorzaamd dienden te worden op straffe van …… en later eveneens schriftuurlijk veranderden, die maken het moeilijk om de ‘aardse organisatie’ als beleidvol beheerder te aanvaarden. Wij hebben het reeds gezegd, wij verwachten geen volmaaktheid, wel eerlijkheid en vooral rechtvaardigheid. Wat op de grote schare van toepassing is, moet eveneens voor iedere gezalfde opgaan. Tenzij de wereldse regel toegepast wordt “jullie mogen jullie oversten niet controleren”. Bepaalde lezingen vermeld op blz. 8 geven uitsluitsel, geen twijfel, maar feiten die gemakkelijk  te achterhalen zijn.  Daarom passen wij de tekst van prediker 12: 12  toe op de ‘aardse organisatie’ en dit in overeenstemming met alles wat wij vooraf hebben geschreven. (Wat een  vrije vertaling  is onzerzijds).

    Vergeet a.u.b niet dat wat de organisatie schrijft, door miljoenen van onze mensen wordt gepredikt. Dat alle  publicaties die achter gelaten worden bij de mensen evenveel bewijzen zijn dat er op zijn minst  verkeerde verwachtingen zijn gewekt. Velen die hun familie hebben genegeerd moeten terugkomen op hun, neen, niet hun woorden, maar die van de organisatie, met alle gevolgen van dien. Dit blijkt duidelijk in die landen waar reeds vele jaren getuigenis is gegeven en een achteruitgang was of is. Het is waar en duidelijk dat het morele verval in de wereld algemeen is en dat dit in de bijbel werd voorzegd. Dat dit een van de aanduidingen zou zijn voor de tijd van het einde. Wij moeten in de eerste plaats eens denken welke tijd? Niet wij, gewone verkondigers, hebben uit ons zelf de data gepredikt, maar wel datgene wat de organisatie suggereerde. Of niet soms? Vanaf het moment waarop Charels Taze Russell de tijdsprofetieën wel belangrijk begon te vinden heeft het in feite niet meer gestopt om die wereldkundig te maken, of niet soms? Toch zegt Jezus in Hand. 1:7 “Het komt U niet toe kennis te verkrijgen van de tijden of tijdperken die de Vader onder zijn eigen rechtsmacht heeft gesteld”  of zijn ZIJN woorden niet duidelijk genoeg? Wel eigenaardig dat die tekst niet gemakkelijk in beeld komt.

    Beseffen wij wel hoeveel smaad dit op de organisatie heeft gebracht? Op de organisatie? Die vindt dat zeker niet. Wij vinden van wel. Erger is echter de smaad op God zelf. Niet direct door de mensen die predikten, alhoewel ook zij een verantwoordelijkheid hebben, maar vooral door de opdrachtgevers van de organisatie. Het is waar ook, een organisatie op zichzelf bestaat niet. Dan is het door die mensen die zich beroepen op of zich verschuilen achter de organisatie die ze gebruiken om zichzelf en hun interpretaties te promoten en er op gelijk  welke manier beter van te worden. Toch maakt dit niets uit om de eenvoudige reden dat de kans zeer groot is dat het toch maar niet  Gods organisatie is, maar één van de velen die daar aanspraak op maken. En terzelfder tijd door God gebruikt wordt om individuele mensen toch een bepaalde richting te geven. Deze uiteenzetting doet ons denken aan Jesaja 10:15 "Zal de bijl zich verheffen boven degene die ermee hakt, of de zaag zich grootmaken boven degene die haar heen en weer beweegt", deze uitspraak maakt toch wel duidelijk dat God niet afhankelijk is van een organisatie, maar een organisatie wel van God. Met andere woorden gezegd, wanneer een organisatie buiten haar boekje gaat, mag en moet zij op haar stappen terug keren. Openbaring 2: 5 "Bedenk daarom vanwaar gij gevallen zijt en heb berouw en doe de daden van vroeger. Zo niet, dan kom ik tot u, en ik zal uw lampenstandaard van zijn plaats verwijderen, tenzij gij berouw hebt". Jezus zegt tot de gemeente Efeze, in onze tijd tot een toepasselijke gemeente en, tenzij het besturend lichaam of die mensen van de organisatie niet tot een gemeente behoren, is het dus ook op hen van toepassing. Dus, wanneer zij niet tot een gemeente behoren of geen gemeente vormen, dan hoeven  zij uiteraard geen rekening te houden met Jezus woorden en wij niet met hen. Dit betekent dat wij de organisatie kunnen gebruiken, maar nodig hebben? Niet echt. Wat wel kan zijn is dat gij de organisatie nog nodig hebt. Waarom, omdat mensen, de meeste toch, iets moeten hebben om zich aan vast te houden en te geloven? Het blijkt ingebakken te zijn. Een illustratie kan het verduidelijken. Een kind, en je hebt er misschien zelf, blijft zolang bij zijn ouders tot het op zijn eigen benen kan staan. Enfin, dat was in onze tijd zo en dat is volgens wat wij waarnemen nog steeds zo. Wanneer je opvoeding redelijk tot zeer goed genoemd kan worden, in zo verre het van jou afhing, dan zal je kind zijn plan wel trekken en van zijn leven iets goeds maken. Kun je daar mee akkoord gaan? Wij zijn geen pedagogen, maar wel ouders, en zoals onze kinderen van ons hebben geleerd, hebben wij ook veel van hen geleerd. Nu moet je eens goed luisteren!  De organisatie beweert onze moeder te zijn. En volgens de tijd dat wij met haar verbonden zijn hebben wij geleerd op eigen benen te staan. Dat zou toch moeten kunnen. Stel nu dat je moeder zo nu en dan een steek laat vallen, is je band dan verbroken? Bijlange niet. Wat doe je wanneer het meermaals gebeurt, er geen rechtzetting komt, dat wanneer jij tegen je moeder zegt, ma dat kan toch niet en gij de schuld krijgt en nog wat kletsen op je billen. Nu als kind ga je daar aan voorbij, soms kun je niet anders. Maar eenmaal volwassen zul je daar niet mee gediend zijn en waarschijnlijk zelfs op reageren. Dan zijn er verschillende mogelijkheden. Wanneer je dat laatste door trekt naar de organisatie ben je gezien. Je mag zelfs geen ouderling terechtwijzen. En waarom niet, omdat de lieve vrede van de gemeente in het gedrang komt? Die komt zo wie zo in het gedrang omdat een ouderling niet terechtgewezen mag worden. Hoe noemen ze dat, heilige boontjes?

    Dezelfde vraag  dringt zich op? Wordt Gods naam daar mee verheerlijkt?

    Zo hebben we ook nog het feit dat de ‘aardse organisatie’ Gods naam gebruikt. Dat stelt hen verantwoordelijk voor wat zij schrijven, veranderen, toevoegen, verwijderen, verkeerd interpreteren en goed doen. Dat  is de reden of zijn de redenen waarom wij organisatie nodig hebben. Niet één organisatie, maar organisatie. Het beginsel vinden wij o. a. in: 1 Thessalonicenzen 5:21 "Vergewist U van alles, houdt vast aan dat wat voortreffelijk is dit betekent dat je een persoonlijke mening kunt hebben, maar mag je die aan anderen uitdragen, ook als zij verschilt van die van de organisatie?  Paulus zei niet ‘houdt vast aan dat wat de organisatie zegt’ met organisatie bedoelen wij ook de beleidvolle slaaf, wij gebruiken beide moedwillig en voor de duidelijkheid door mekaar.

    De vraag was en is, houdt de ‘zichtbare organisatie’ zich strikt aan Gods geïnspireerde woord? Zijn al haar  leerstellingen en gedragsnormen op Gods Woord gebaseerd?

    Wij hebben het over vroegere beslissingen, procedures en zelfs leerstellingen of wat er voor door moest gaan: data, neutraliteit, autoriteit en zelfs over ons privé leven enz.  Nieuw en toegenomen licht, lichtflitsen en bijsturingen met inbegrip van vereenvoudigingen en een voorbijgaan van de toentertijd zijnde, absolute bewijzen van de Heilige Schrift, kunnen ons vertrouwen in Jehovah alleen maar vergroten, maar niet in mensen, wat die mensen ook beweren en welke schriftplaatsen zij ook maar aanhalen. Voel jij je daar goed bij? Houden zo! Voel jij je daar niet goed bij? Zoeken dan, maar God niet de rug toekeren, integendeel!

    Zelfs wanneer je vertrouwen in de bijbel op een laag pitje brandt of uitgedoofd is. Je eigen ik dient of kan dan dienen als het baken waarop jij je kunt verlaten in zoverre je eerlijk bent met jezelf uiteraard. Kennis is vanzelfsprekend een vereiste om op eigen benen te staan, maar niet De vereiste, wel liefde voor rechtvaardigheid omdat volgens Psalm 37:29 "De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven". Eveneens een schriftplaats om in gedachten te houden is Handelingen 10: 35 "maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem".

    In de Wachttoren van 15 februari 2008 op blz. 29 de eerste § staat over het wonder van de broden dat: “Als ze (de discipelen van Jezus)  hadden begrepen hoe groot de kracht was die Jezus had gekregen, zouden zij niet zo verbaasd zijn geweest toen hij door een wonder over het water liep”. Denkt nu eens goed na. Als wij zouden begrijpen hoe groot Gods kracht en vermogens wel zijn, zouden wij toch niet verbaasd mogen zijn dat  God wel degelijk een onderscheid zal maken tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Waar ter wereld zij met een organisatie verbonden zijn of juist niet. Wij hebben het reeds gezegd, een organisatie gehoorzamen is mensen gehoorzamen. Een organisatie kan nooit zeggen wie gered of vernietigd zal worden. Doet zij dat wel, dan gaat ze haar boekje (in de meeste gevallen ‘de bijbel’) ver te buiten. Neem a.u.b ook de schriftplaats van Markus 10:26-27 "Toen stonden zij nog meer versteld en zeiden tot hem: „Wie kan er dan eigenlijk worden gered?” 27 Jezus keek hen recht aan en zei: „Bij mensen is het onmogelijk, maar niet bij God, want bij God zijn alle dingen mogelijk” Wij willen absoluut niet voorbij gaan aan wat de context zegt over de beloning die Jezus zijn discipelen in het vooruitzicht stelt omdat zij met hem het werk behartigden. Hiertegenover staat uiteraard dat wat Jezus hen beloofde beperkt was tot één bepaalde groep in één onbepaalde periode. Willen wij onpartijdige liefde, Gods liefde, weerspiegelen dan is iedere speculatie wie wel of niet gered wordt uit den boze. Hetzelfde geldt voor ieder werk dat men als verdienste wil aanrekenen om redding te verdienen.

    Uiteraard zal rechtvaardigheid onze redding bewerkstelligen, zoals God in boven vermelde schriftplaatsen aanmerkt, samen met alle andere eigenschappen die inherent en op een redelijke wijze tot de juiste persoonlijkheid toe bijdragen. Galaten 5:22-23 "De vrucht van de geest daarentegen is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, 23 zachtaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen is geen wet".

    De organisatie bevestigt deze Goddelijke voorziening met de uitdrukking ‘Christelijke Persoonlijkheid”. Over die persoonlijkheid is zeker nog niet het laatste woord geschreven of gedrukt!  En wij komen daar straks nog op terug.

    Het is ook niet omdat  wij als enigen Gods Koninkrijk bekend maken op de manier die een handelsmerk (organisatie boek blz. 92) is geworden voor Jehovah’s getuigen, namelijk van huis tot huis of van deur tot deur, dat redding automatisch daar van afhangt. Ook hierover zou zeker nog veel kunnen gezegd en zelfs gediscussieerd worden. 

    Overtuigender zal het antwoord zijn als u op volgende vragen een antwoord wilt geven: Is volgens u iedere getuige van Jehovah een Christen? En is ieder  mens die een handelwijze als de Christus volgt een getuige van Jehovah?  Volgens mij ligt de beslissing dus niet in wat de organisatie zegt of in het werk dat iemand doet, maar wat God zegt o. a. in bovenvermelde schriftplaatsen, doorslag gevend. Ieders motivatie speelt een grote rol en dient dan ook nauwkeurig met een vergrootglas onderzocht te worden. Niet door een ander, maar door jezelf. Alle hulpmiddelen zijn welkom, maar alleen hulpmiddelen, geen intimidatie, geen druk, geen je mag niet dit of dat en nog minder je moet dit en dat.

    Hoe mooi bepaalde publicaties het ook voorstellen, het blijft een feit dat, volgens de interpretaties van de organisatie en het besturende lichaam, alleen en uitsluitend Jehovah’s getuigen gered zullen worden.

    Wanneer dat waar zou zijn, dan zal er in het begin van de nieuwe ordening ruim plaats zijn in het paradijs. Op dit moment dan toch.

    (wordt vervolgd)

    04-06-2009 om 05:15 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN derde deel

    DE derde vereiste

    Ze houdt zich strikt aan Gods geïnspireerde Woord en baseert al haar leerstellingen en gedragsnormen op de bijbel.

    2 Tim. 3:16, 17.

    Wij gaan nu een voorbeeld gebruiken dat wereldomvattend een enorme invloed uitoefent op zowel de getuigen zelf, als praktisch de gehele mensheid. En hoewel de aardse organisatie, door de druk die zij omtrent dit onderwerp heeft gestoken, uiteindelijk veel heeft bereikt, in de eerste plaats voor haar eigen leden, en ogenschijnlijk ook voor de niet getuigen van Jehovah,  toch mogen wij niet nalaten te beseffen dat er ook een keerzijde is van datgene wat is bereikt. Juist, het gaat over de bloedkwestie. 

    Ben jij, als één van die ‘getuigen’ bereid om de verantwoordelijkheid van al datgene wat de Km. van november 2006 hierover zegt te aanvaarden? Direct geantwoord zal dit  wel ja zijn, maar heb jij wel echt begrepen wat daar van jou wordt verwacht?

    Dit stellen wij in vraag of vragen wij, omdat meerderen te kennen hebben gegeven, zelfs ouderlingen, die de kudde dienen voor te gaan, dat zij daar niet echt een gewetensvol antwoord kunnen op geven.   In de eerste plaats omdat zij het artikel niet kunnen begrijpen en de schriftuurlijke basis nog minder. Vervolgens, dat het artikel in tegenspraak  is met zichzelf.  En daarenboven dienen de gevolmachtigden nog eens een kopie te hebben om jou te kunnen vertegenwoordigen. Niet dat dit verkeerd is, zij verwoorden wat jij op dit moment niet zelf kunt zeggen,  maar de mogelijkheid is groot dat die mandatarissen persoonlijk  een andere zienswijze hebben, een andere gewetenshouding.

    Ons inzicht zal niet alles kunnen weergeven, daarvoor ben jij en alleen jij verantwoording schuldig aan God. Jouw geweten kan en zal je op het juiste moment daarbij helpen, tenzij je dat recht om bepaalde redenen of gemakzucht of onbegrip aan anderen overlaat, wat je in werkelijkheid of ten overstaan van GOD NIET KUNT DOEN. Wat niet kan doen?  Datgene wat de Km. allemaal zegt, dát mag je niet aan anderen overlaten. De bijbel zegt zo duidelijk dat men zich dient te onthouden van bloed. Eenvoudiger kan het niet!  Waarom moeten er dan toevoegingen gemaakt worden zo die de hoofdbestanddelen Bijbels onaanvaardbaar maken, waar staat dat? Waar staat dat, dat ook maar één van die hoofdbestanddelen bloed is?  Nergens, evenmin als er in de Bijbel iets staat over fracties die een gewetenskwestie zijn of opties. Waarvoor dient dan een ‘medisch document’ dat ook medisch tegenstrijdig is? Terwijl alleen het titelblad voldoende kan zijn. Natuurlijk zijn er gevaren aan een bloedtransfusie, dat heb je bij iedere medische behandeling of therapie en met elk geneesmiddel. Daarom dien je ook vooraf inlichtingen in te winnen bij, om te beginnen je huisarts en daarna het eventuele rijtje van verantwoordelijke deskundigen. Wat uiteraard inhoudt dat wat die mensen voorstellen door jou, gewetensvol geaccepteerd of verworpen kan worden.

    Daarbij, en dat wordt ons toch regelmatig onder de aandacht gebracht, hebben de mensen die ons behandelen ook een geweten nietwaar? Lees maar, eventueel in je eigen bijbel: Romeinen 2:15 "Zij zijn juist degenen die tonen dat de inhoud van de wet in hun hart staat geschreven, terwijl hun geweten met hen getuigenis aflegt en hun eigen gedachten onderling hen beschuldigen of zelfs verontschuldigen.

    Paulus spreekt hier tegen en over mensen die geen christenen zijn, maar hoeveel te meer dient het ons te treffen. Let op de uitdrukking, ‘hun eigen gedachten onderling’, die mensen overdenken wat zij, ’t zij willen doen of gedaan hebben, en kunnen dan conclusies trekken en daarvan leren, als ze willen uiteraard?  Jij toch ook?

    Een eerste vereiste is echter dat je begrijpt waarover je gewetensvol een beslissing dient te nemen.

    In deze kwestie is het, wanneer het erop aan komt, van levensbelang voor jou en allen die je nauw aan het hart liggen.

    Terwijl het getuigenis dat je geeft van levensbelang kan en ook zal zijn voor diegenen die er op dat moment bij betrokken zijn.

    Uiteindelijk  maakt het ook nog eens deel uit van het antwoord dat je aan God zelf geeft: 

    Spreuken 27:11 Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.

    ANDERS GEZEGD: GIJ EERT OF ONTEERT DIEGENE DIE JE BEWEERT TE AANBIDDEN, en dat is wel een doordenkertje!

    Laten wij het nu maar eens hebben over wat wij ervan denken!
    De koninkrijksdienst van november 2006 blz. 5, werkblad 1 zegt zeer duidelijk dat ‘VOLBLOED’ bijbels onaanvaardbaar is voor christenen. Dat is gebaseerd op Handelingen 15: 20, 28-29 "maar hun te schrijven zich te onthouden van dingen die door afgoden zijn bezoedeld en van hoererij en van het verstikte en van bloed. ..28 Want het heeft de heilige geest en ons goed gedacht U geen verdere last toe te voegen dan deze noodzakelijke dingen: 29 U te blijven onthouden van dingen die aan afgoden ten slachtoffer zijn gebracht en van bloed en van al wat verstikt is en van hoererij". 
    Wij zijn er van overtuigd dat iedere getuige van Jehovah, maar ook anderen, het daarmee eens kunnen zijn en wij ook.

    Vervolgens staat in "dezelfde" kolom dat “PLASMA, RODE BLOEDCELLEN, WITTE BLOEDCELLEN en BLOEDPLAATJES” eveneens bijbels onaanvaardbaar zijn  voor christenen. Wij zijn maar gewone mensen, maar wanneer je bijvoorbeeld één van die vier bestanddelen uit het bloed verwijdert, heb je dan nog bloed? En waar staat die muggenzifterij in de bijbel?  Wij hebben het reeds aangehaald.

    Draai nu a.u.b. niet rond de pot, antwoord a.u.b. met ja of neen.

     Wanneer je ‘ja’ zegt, waarom zeg je dan ja?   Wanneer je ‘neen’ zegt, waarom zeg je dan neen?

    In de andere kolommen van de koninkrijksdienst hebben wij dan de ‘aanvullende beslissingen’.           DE FRACTIES & keuzes waarvoor je opteert.

    Wij willen het echt niet moeilijk maken, maar keuze of opteren betekent hetzelfde. Maar waarom die herhaling, in plaats van ‘gewetensvolle keuzes’? Ook hier moet je zelf op antwoorden, maar zodoende wordt het wel een beetje ‘mistiger’ en het is al niet gemakkelijk  ‘gemaakt’. Ook  hier dien je gewetensvol met ja of neen te antwoorden. Ga je dat doen?

    Wanneer je ‘ja’ zegt, waarom zeg je dan ja?  Wanneer je ‘neen’ zegt, waarom zeg je dan neen?

    Verlies niet uit het oog dat zowel de vier hoofdbestanddelen met de fracties het ‘vol bloed’ uitmaken.

    Wanneer de fracties apart slechts een onderdeel vormen van het volbloed, dan is elk hoofdbestanddeel apart evenzo een onderdeel.  Meet je anders niet met twee maten?

    Zo krijgen wij uit het PLASMA  volgende fracties:

    Albumine (ongeveer 4% van het plasma) – Immunoglobulinen (3%) en Stollingsfactoren (–1%), dat  is niet erg veel, of is het eerder erg weinig. Heb  je er een gedacht van?  Neen?  Ja?  ’t Is gelijk  wat  je denkt, wij gaan het zien in de Ontwaakt! van oktober 1990 blz. 4. Plasma maakt zowat ±55% uit van ons bloed, dus zo om en bij de 3 liter, om het zo uit te drukken. Die drie liter bestaat vervolgens uit 92% (km zegt±91%) water, akkoord? De rest, zowat 8% zijn dan die globulinen, fibrinogeen en albumine. Dat komt zowat overeen met de koninkrijksdienst (km) nietwaar? Albumine ongeveer 4%, immunoglobulinen ongeveer 3% en stollingsfactoren minder dan 1%.

    Wij gaan die 3 liter omzetten voor ’t gemak  in centiliters, is ’t goed? Dus 3000 c l en 92% van 3000 = 2760 c l water en 240 c l fracties. Heb je het mee meegerekend? Is ‘t juist? 

    Nog gemakkelijker is de visuele voorstelling, in de plaats van 3000 c l zien wij drieduizend vierkante blokjes van 1cm en die gaan wij ook nog bevriezen, dat is gemakkelijker om te tellen en vast te houden.  In 1 l. zitten dus 1000 blokjes. Een klein kind kan 't nu, zelfs met zijn ellebogen, natellen. 2760 blokjes water die je, bijbels gezien, volgens de koninkrijksdienst, niet mag gebruiken en 240 blokjes, met van alles er in, die je wel mag nemen. Leg jij het ons nu maar eens uit?

    Even herhalen. Die 240 cl die mag je nemen indien je geweten het toelaat, je mag het ook  weigeren uiteraard, ’t is jouw keuze.

    Maar die 2760 cl water dat is volgens, ja volgens wie, geen optie, dat is bijbels onaanvaardbaar voor christenen.  Wie schrijft dat? Hooguit zou men kunnen schrijven dat het onaanvaardbaar is voor, diegene die het geschreven heeft? Of de opdrachtgever? Vult dat zelf maar in, van ons mag je.

    Hou je aandacht er nog enkele minuten bij, OK……

    RODE BLOEDCELLEN maken zowat ±45% uit van het volbloed volgens de Ontwaakt! hoger genoemd. En volgens de medische hulpmiddelen die tot onze beschikking staan ook.           De koninkrijksdienst  is natuurlijk geen medisch medium, maar ’t zou toch niet te veel moeite mogen gekost hebben ietsje informatiever te zijn. Daarom gaan wij het iets completer maken, t.t.z als het plasma ±55% bedraagt, en de rode bloedcellen ±45%, hoeveel blijft er dan nog over voor de witte bloedcellen en de bloedplaatjes?  Ah niks meer, jawel zo zijn wij nu ook weer niet. Er is altijd nog wel iets van terug te vinden, zie maar in die Ontwaakt!, “witte bloedcellen 0,1% en bloedplaatjes 0,17%”. Zie je wel, te samen 0,18% witte bloedcellen en bloedplaatjes. Het is echt niet veel, zelfs minder dan 1%. Wat zeiden wij, 0,18%, het is zelfs minder dan 20% van 1% van het volbloed. Ben je nog mee, anders herlees je het maar. En nu is het niet moeilijk  om te zien dat er fracties zijn die een groter % hebben dan die twee hoofdbestanddelen te samen.

    Volgens het schema in de km blz. 5 is er visueel voor de witte bloedcellen 22mm plaats voorzien en voor de bloedplaatjes 11mm, maar in werkelijkheid is dit één zeer dunne lijn met één iets dunnere lijn. Zodat zelfs de schematische voorstelling misleidend is .

    Dat witte bloedcellen en bloedplaatjes “bijbels onaanvaardbaar" zijn. Wie zei dat ook weer?

     

    Zoals gezien maken de RODE BLOEDCELLEN zowat ±45% uit van het ‘vol bloed’ en zelf bestaan ze grotendeels uit 60% H2O, 34% Hemoglobine en 6% overige stoffen. De koninkrijksdienst zegt 33% Hemoglobine, maar daar gaan wij niet over vallen. Alleen mag je geen rode bloedcellen aanvaarden want dit is bijbels onaanvaardbaar volgens de koninkrijksdienst alleszins.
    Maar Hemoglobine 33% en Hemine 2%, kan wel? 

    Wanneer wij de cijfers uit de km optellen dan kom je toch nog op 35% die je eventueel, als je geweten het toelaat, kunt nemen. Dus blijft er nog 65% over waarvan 60% water en ±5% vaste stoffen.

    Wat je ook niet uit het oog mag verliezen is dat om fracties te bekomen heb je meestal liters en liters volbloed nodig.

    Aan jou de opties en keuzes. Dus een dubbele keuze samen met gewetensvrijheid?

    Wat wij ondervonden hebben met ongeveer dertig getuigen is, dat er iets niet klopt? En wij hebben het reeds gezegd, daar waren meerdere ouderlingen bij betrokken en die moeten het diegenen die het niet verstaan, uitleggen, ondanks de informatieve lezingen, want het waren er twee. Wij hebben het over één gemeente, met uitzondering van de ouderlingen, dat waren er van verschillende gemeenten.

    Eén ding is duidelijk, het onderscheidt de getuigen, duidelijk als “anders” ja, anders dan alle ons bekende christelijk genoemde instellingen. Het is, zoals reeds gezegd ook  waar dat de medische inspanningen hierdoor zijn gestimuleerd, maar anderzijds heeft het erg veel smaad op Gods naam gebracht door de inconsequente manier waarop, doorgaans in familie- en gezinsverband, negatieve reclame is gemaakt. Wij spreken dan nog niet van diegenen die omwille van het geweten van anderen de dood moesten smaken, kinderen inbegrepen.

    Neem nog nota dat VOLBLOED niet meer zo gebruikelijk is. Meestal wordt het nu opgesplitst in de verschillende componenten.

    NOTA: en... alsof het nog niet moeilijk genoeg is wordt ons geweten subtiel bewerkt met het Wetsverbond. Op blz. 3 van betreffende Km  wordt in alle subtiliteit gebruik gemaakt van de tekst uit Leviticus 17:13 "Wat enige man betreft van de zonen van Israël of een inwonende vreemdeling die in UW midden vertoeft, die tijdens het jagen een wild dier of gevogelte vangt dat gegeten mag worden, die moet in dat geval het bloed daarvan uitgieten en dat met stof bedekken".

    Om het te benadrukken en in te scherpen volgt nog een tekst  uit Deuteronomium 12:23-24 "Wees alleen vastbesloten het bloed niet te eten, want het bloed is de ziel en gij moogt niet de ziel met het vlees eten. 24 Gij moogt het niet eten. Gij dient het als water op de aarde uit te gieten".

    Vermits het Wetsverbond vervangen is door het Nieuwe Verbond, zie o.a.dagtekst van vrijdag 16 november ’07 en de wachttoren van 18/8/05, noemen wij het voor wat het is. Misleidende intimidatie en een jongleren met teksten die voor christenen niet meer opgaan. Misschien, en dat is waarschijnlijk nog niet zo ver gezocht, probeert het genootschap met alle middelen om beter  over te komen dan de andere religies? Nu dan heeft zij voorbeelden genoeg ter beschikking, beginnend bij het Katholicisme. Misschien, dat kan ook, huldigt de organisatie de uitspraak van Macchiavelli, “het doel wettigt de middelen” . Dat zou dan wel het minst schriftuurlijke van al zijn.  Zie jij het anders, voor ons ook goed. 

    Met alle uitleg verliezen wij niet uit het oog dat er aan “bloedtransfusies” en het toegestane gebruik van fracties, gevaren verbonden zijn. Ook hier dien jij je eigen geweten te volgen. Let wel op dat je geweten geoefend dient te zijn op, en vooral op bijbelse beginselen! Denk terzelfder tijd aan de gevolgen op korte termijn en langere tijd, de gevolgen voor jou, maar ook voor ………..?

    Daarom stellen wij duidelijk dat ieder hierover wordt geïnformeerd of informatie inwint vóórdat men het nodig heeft.

    Zijn wij, om de morele kant van de zaak te benadrukken, dan niet verplicht en niet alleen voor onszelf, maar voor ieder mens, om de  “bloedkwestie” te vergelijken met de “vaccinatie kwestie” en de “orgaan transplantaties”. Geruime tijd waren die ‘schriftuurlijk’ eveneens  onaanvaardbaar. De gevolgen daarvan werken nog steeds door. Dat is gemakkelijk na te gaan en zelfs je persoonlijke verantwoordelijkheid.

    Nochtans voelen wij ons verplicht, niet alleen moreel, maar zelfs schriftuurlijk volgens Leviticus 5:1 "Ingeval nu een ziel zondigt doordat hij een in het openbaar geuite vervloeking heeft gehoord en hij getuige is of het gezien heeft of het te weten gekomen is, dan moet hij, indien hij het niet aangeeft, de verantwoordelijkheid voor zijn dwaling dragen". Ingeval je zou zeggen dat ook wij een tekst uit de Hebreeuwse geschriften gebruiken, verwijzen wij u naar de w97 15/8 blz. 26 Waarom het kwaad aangeven?

    Tezelfdertijd benadrukken wij het feit dat, wanneer ‘mensen’ anderen iets opleggen waarvan zij beweren dat God dat zegt, maar het niet zo is, dan blijkt dat zelfs een ‘in het openbaar geuite vervloeking’ . Temeer of juist omdat er  mensenlevens mee gemoeid zijn.   Daarom en omdat het  feiten zijn die bewezen kunnen worden. Ja, die tijd ligt nog niet zo ver in het verleden dat de ouderen onder ons en de onderzoekers, het vergeten zouden zijn. Of valt dit allemaal onder de noemer ‘vergeven en vergeten’? Die overschakelingen, van ‘schriftuurlijk onaanvaardbaar’ naar ‘nu is het een gewetenskwestie’, gebeurden zonder dat er serieuze verontschuldigingen zijn aangeboden, noch aan de slachtoffers, de doden en verminkten, noch aan diegenen die er fysiek en mentaal onder geleden hebben en er nog steeds onder lijden of weggegaan zijn, noch aan diegenen die het tijdens de prediking wereldwijd hebben helpen verbreiden, noch aan diegenen die er rechtens ‘openbaarheid’ hebben aangegeven en er voor uit gesloten werden.

    Zelfs Hij, in wiens Naam deze verkeerde beslissingen zijn genomen werd niet in aanmerking genomen. Erger nog, diegenen die het verboden hadden, schreven dat er een goed doel mee gediend was. Er was bewezen dat men gehoorzaamde aan diegene de over alle bezittingen van de Meester waren aangesteld. Dit is een vrije vertaling van wat geschreven is.

    Let wel op de weergave van wat zij schrijven hierover in het redeneren boekje blz. 38.

    Afval Definitie:  afval is het verzaken of verlaten van de aanbidding en dienst van God; in feite is het opstand tegen Jehovah God. Sommige afvalligen belijden God te kennen en te dienen, maar verwerpen leerstellingen of vereisten die in zijn Woord worden uiteengezet. Anderen beweren in de bijbel te geloven, maar verwerpen Jehovah’s organisatie.

    Wij vinden het nogal ‘arrogant’ om te zeggen dat iemand afvallig is als hij of zij leerstellingen of vereisten verwerpen die niet in ‘Zijn Woord’ worden uiteengezet. Of die zonder ‘boe of ba’ worden veranderd, op enkele uitzonderingen na. Wanneer wij nu heel ‘eventjes’ stilstaan bij de laatste zin in die definitie dan komen wij tot de conclusie dat, in overeenstemming met de voorlaatste zin, juist zij de afvalligen zijn, omdat zij leerstellingen en vereisten opleggen die nooit en te nimmer in ‘Zijn Woord’ hebben gestaan. Jij mag zelf eens opnoemen wat er allemaal is veranderd of/en niet juist was, en mogelijk nog enkele die nu niet juist zijn.

    NEEM OOK NOTA DAT, OMDAT WIJ MENSEN AAN DE KAAK STELLEN, DIT NIET WIL ZEGGEN DAT WIJ  ‘GODS ORGANISATIE(S)’  VERWERPEN!

    Wat de organisatie als definitie schrijft hebben honderden organisaties voordien en heden ten dage honderden organisaties nog steeds geschreven, maar daarmee wordt alleen maar hun ‘afvalligheid’ geopenbaard. Hoe dat zo? Omdat zij zichzelf op dezelfde hoogte stellen als hun Meester, of hoger misschien? Een schrijver schreef eens: ‘het is niet gemakkelijk om de voeten te wassen van iemand anders als je zelf op een sokkel staat’….daar zit wel veel waarheid in. 
    Dat is niet waar, kun je reageren, dat doen zij niet, kijk maar naar al die mooie artikelen in de publicaties.  Daar moeten wij  je gelijk in geven, alhoewel wij eveneens moeten toegeven, en wij hopen jij ook, dat er heel wat artikelen zijn die andere organisaties en/of mensen omlaag halen en niet alleen die, maar zelfs Jezus in diskrediet brengen door eigenmachtige artikelen.
    Hebben wij het niet geschreven dat er staat geschreven: met de maat waarmee ge meet zult gij gemeten worden, dat zijn de woorden van de Meester en die halen wij ter herinnering nog even aan: 
    Mattheüs 7:1-2 "Houdt op met oordelen, opdat GIJ niet wordt geoordeeld; 2 want met het oordeel waarmee GIJ oordeelt, zult GIJ geoordeeld worden; en met de maat  waarmee  GIJ  meet,  zal  men  U  meten". En hoe interpreteer en pas je de tekst toe van 2 Korinthiërs 11:14-15 "En geen wonder, want Satan zelf blijft zich veranderen in een engel des lichts. 15 Het is daarom niets groots indien ook zijn dienaren zich blijven veranderen in dienaren van rechtvaardigheid".

    Dat  klopt toch nietwaar? . Jezus zei ‘Houdt op met oordelen’   door de boven vermelde definitie zijn zij  weer  bezig  met oordelen, want zij  zeggen dat het verlaten van de aanbidding en dienst van God; in feite opstand is tegen Jehovah God.  Met het verlaten van de aanbidding en dienst van God, bedoelen zij  dat men niet naar de door hen geplande vergaderingen gaan, hun publicaties niet lezen, geen van ‘deur tot deur’ of ‘van huis tot huis’ prediking verrichten of rapporteren, niet gehoorzamen aan de door hen  aangestelde ouderlingen, niet toepassen van de door hen  gestelde regels, enz.. Zelfs wanneer deze verkeerd zouden zijn. Je moet sommige recente lezingen maar eens herbeluisteren en met recent, bedoelen wij lezingen over de laatste vijf jaren op o.a. de districtcongressen. Met alle respect voor diegenen die zulke lezingen geven in oprechtheid. Met ‘oprechtheid’ bedoelen wij wel ‘in vol vertrouwen in de organisatie’ of de ‘beleidvolle slaaf,‘ wat hen niet ontslaat van hun verantwoordelijkheid.

    (wordt vervolgd)

    03-06-2009 om 09:50 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FEITEN EN VERWIJZINGEN tweede deel

    Het tweede punt:

    Ze erkent volkomen de uiterst belangrijke rol van Jezus Christus in Jehovah’s voornemen als de rechtvaardiger van Jehovah’s soevereiniteit, de Voornaamste Bewerker van het leven, het hoofd van de  christelijke gemeente, de regerende Messiaanse Koning.

    Openb. 19:11-13; 12:10; Hand. 5:31; Ef. 1:22, 23.

    Laten wij het even verduidelijken: Ze, de zichtbare organisatie, erkent  volkomen de uiterst belangrijke rol van Jezus Christus in Jehovah ’s voornemen — als de Rechtvaardiger, Voornaamste Bewerker, Hoofd van de christelijke gemeente en regerende Koning.

    Nu willen wij geen woordspeling doen, maar toch duidelijk stellen wat woorden betekenen en welke invloed deze woorden kunnen bewerkstelligen. Ten eerste, het vetgedrukte woord ‘volkomen’. Volgens het woordenboek betekent het o.a. geheel, totaal, vol, volmaakt, zonder gebrek en volkomen.        Wanneer zij, dit volmaakt erkennen, dan zullen zij dit hoofd van de christelijke gemeente zeker willen gehoorzamen,  ten minste willen, want wij mogen niet vergeten dat zij, de zichtbare organisatie, onvolmaakt is. Tussen het erkennen en het gehoorzamen ligt echter een wereld van verschil, zoals u zelf wel meer meegemaakt hebt in uw eigen leven en dat hoeft niet eens moedwillig te zijn. Wij hebben ook de woorden ‘christelijke gemeente’ benadrukt. Zoals geleerd, zijn dat alle gezalfden sinds de uitstorting van Gods Heilige Geest op de vergaderde 120 discipelen van Christus in 33 GT. Handelingen 2: 1- 4" In de loop van de dag van het Pinkster[feest] nu waren zij allen op dezelfde plaats bijeen, 2 en plotseling kwam er uit de hemel een gedruis als van een voortgestuwde, stevige bries, en het vervulde het gehele huis waarin zij zaten. 3 En hun werden tongen als van vuur zichtbaar, die werden verdeeld, en op ieder van hen zette zich er één, 4 en zij werden allen met heilige geest vervuld en begonnen in verschillende talen te spreken, zoals de geest het hun gaf zich te uiten".

    Andere schriftplaatsen tonen aan dat deze kleine kudde uit 144.000 bestaat, die in onze tijd, volgens het jaarboek 2009 een verhoogde getalsterkte van 9986 personen uitmaakt, die vertegenwoordigd worden door het Besturend Lichaam dat volgens het jaarboek 2007 uit 10 personen bestaat. Al het werk dat sinds 33GT tot nu toe door hen is gedaan als groep wordt toegeschreven aan Gods Heilige Geest. Uitzonderlijk is echter het werk dat sinds Russell ’s oprichting van de wachttorenorganisatie tot nu toe is geklaard en als slot wordt beschouwd van de tijd van het einde, met alle implicaties en complicaties van dien. In grote trekken wordt er gewoon aan voorbij gegaan, maar desondanks toch gebruik van gemaakt. Ik bedoel, van datgene wat voordien werd geschreven en gedrukt, zelfs van diegenen die als afvalligen werden gebrandmerkt. Hiermee bedoelen wij dat ze zich veel kennis toe-eigenen die rechtens door anderen waren geopenbaard, iets dat niet verkeerd hoeft te zijn, maar wel verkeerd is, wanneer het als toenemend licht wordt gepubliceerd. Wat dikwijls als toenemend licht of lichtflitsen wordt gelanceerd, is meestal een aanpassing omdat stellingen of leringen niet meer houdbaar zijn.

    In de eerste plaats verwijzen wij naar bovenstaande feiten, vervolgens hebben wij o. a.:

    De doopvragen die aangepast werden, en een vereenvoudiging werden genoemd, zijn beslist niet vormend om mensen exclusieve aanbidding voor God bij te brengen. Eens te meer is de heerser van deze wereld er in geslaagd om, via mensen, de heerschappij die hij uitoefent te bevestigen of te verstevigen. Het is voor ernstige bijbelonderzoekers, maar ook voor alle rechtvaardige mensen, duidelijk dat wie beweert een woordvoerder van God te zijn een woordvoerder van Satan is. Jezus heeft zijn autoriteit als toekomstige Koning nooit aan mensen, of een organisatie overgedragen. In Mt 24: 45 stelde HIJ alleen de vraag, "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun  voedsel  te geven"? Praktisch alle religies, en alle menselijke regeerders, geven hun mensen onderricht; maar weinigen echt doeltreffend.  Wat wel gebeurt is dat ondanks alles er heel veel mensen op persoonlijke basis en in oprechtheid van hart niet alleen verlangen naar rechtvaardigheid, maar op veel verschillende manieren ook daadwerkelijk rechtvaardigheid oefenen.

    Daarmee bedoelen wij dat mochten de omstandigheden ten goede kunnen veranderen zij mee zouden werken om Gods werken te werken. Nog anders gezegd: dat wanneer mensen vrij zouden zijn van de heerser van deze wereld zij wel degelijk tot rechtvaardigheid zouden neigen. Alleen God weet en kent het hart van hen die Hem dan zullen toebehoren en ook wanneer.

    Wij hadden het over de doopvragen en deze zijn nu:

    1.  Heb je op grond van het slachtoffer van Jezus Christus berouw van je zonden en heb jij je aan Jehovah opgedragen om zijn wil  te doen?

    2.  Begrijp je dat je opdracht en doop je identificeren als een van Jehovah’s  Getuigen, verbonden met Gods door de geest geleide organisatie?

    In de eerste plaats willen wij wijzen op de procedure die Jezus instelde over de doop: Mattheüs 28:19-20 "Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, 20 en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. En ziet! ik ben met U alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.”

    Simpel en duidelijk? Zou je God nu verheerlijken door het op een andere manier te doen?

    De eerste vraag zou men eventueel nog in verband kunnen brengen met wat Jezus bedoelde.

    De tweede vraag is er echter duidelijk op gericht om de organisatie te erkennen. Dat is heel normaal voor hun handelwijze en zelfs een hint om je er aan te herinneren dat alles wat je geleerd hebt van die organisatie afkomstig is. Dat is in veel gevallen waar, maar niet in alle gevallen.

    Dat de organisatie door ‘Gods Geest’ geleid wordt is een andere zaak.  Zeker niet rechtstreeks, want Gods Geest is in alle opzichten volmaakt. Zo'n inmenging sluit alle fouten en mistoestanden uit.

    Hoe wordt de zichtbare organisatie dan wel geleid? Het ligt voor de hand dat dit via de Bijbel dient te gebeuren EN/OF, NIET VERGETEN, VIA HET GEBED!  Dit zijn geen persoonlijke gedachten, lees maar: Lukas 11:13 "Als GIJ dus, ofschoon GIJ slecht zijt, goede gaven aan UW kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan de Vader in de hemel heilige geest geven aan wie hem erom vragen!”

    Wat een bron van aanmoediging nietwaar, niet alleen de organisatie, maar ieder individueel kan gebruik maken van en geleid worden door Gods Heilige Geest.

    Nog één feit hierover.

    Wij hebben in het begin op blz. 2 vermeld, dat subtiliteit vooraf ging aan de zonde.

    In verband met de tweede vraag zijn er weinigen die bekend zijn met de context en de verantwoordelijkheid die het ‘ja’ dat geantwoord wordt in werkelijkheid inhoudt. Alles wat de organisatie voorschrijft en doet staat vanaf je ‘ja’ hebt gezegd boven je eigen geweten, terwijl er onvoorwaardelijke loyaliteit aan de organisatie dient te worden betoond. Zelfs van diegenen die vroeger onder andere voorwaarden zijn gedoopt.  Alleen het feit dat deze niet hebben gereageerd op de veranderde bewoordingen van de doopvragen verplichten hen de nieuwe bewoordingen te hebben aanvaard, en de ermee gepaard gaande verantwoordelijkheden en sancties.

    Wist jij dat?  Waarschijnlijk niet omdat, voor zover wij weten, het nooit als ter zake doende is gepubliceerd. De feiten spreken echter voor zichzelf. Vóór je doop mag je alles vragen, na je doop mag je ‘niets meer in vraag stellen’. (Vrije vertaling van een Lezing door David Vandendriessche op een kringvergadering en een symposium op een districtvergadering gehouden door Willy Gournon en Jean-Pierre Coninck).

    Zijn de Bereërs dan uit de Bijbel gewipt? Niet door ons hoor.

    Zoals het genootschap de veranderde doopvragen een ‘vereenvoudiging’ noemde, zo waren er echter ook veel onbeantwoorde vragen, misschien zelfs nu nog?
    De ‘vereenvoudiging’ was klaarblijkelijk alleen om de organisatie in te dekken in zowel religieuze als seculiere rechterlijke zaken.

    Vergelijkt die "vereenvoudiging" maar met het zetten van je handtekening onder een document dat je niet hebt gelezen of een cheque die je ondertekent waarop nog geen bedrag is vermeld. Denk je dat God daarmee verheerlijkt wordt?

    Dankbaarheid is uiteraard vanzelfsprekend, maar hoever moet je die dankbaarheid doorvoeren?

    En wie dien je echt dankbaar te zijn?    

    In werkelijkheid stelt de organisatie zich werelds en juridisch veilig. Hiermee bedoelen wij dat daardoor het “kerkelijk recht” door de organisatie als een werktuig, kan, en ook gebruikt wordt. Deze handelwijze is in strijd met Gods, via Jezus, uitdrukkelijk beginsel, geen deel van de wereld te zijn. Johannes 15:19  "Als GIJ een deel van de wereld zoudt zijn, zou de wereld ten zeerste gesteld zijn op wat haar toebehoort".

    Vervolgens, om zulke, en andere vereenvoudigingen door te voeren, gebruikt de organisatie een bij stemming gebruikte procedure van ‘twee derde meerderheid’.  Dat behelst eerder menselijke inspraak dan op schriftuurlijke basis stoelende beslissingen. In de media wordt in verband met politiek gehoord dat men een tweederde meerderheids-stemming houdt.  Voor het Vaticaans beslissingsrecht gelden dezelfde regels.  In veel gevallen is een meerderheid voldoende om beslissingen te nemen.  Vb. 51% is reeds een meerderheid. Met tweederde meerderheid moet men dus minimum tweederde van de stemmen krijgen om beslissingen te nemen.
    Voorbeeld, wanneer 18 personen stemmen, zijn er minimum 12 stemmen nodig om beslissingen door te voeren. Dat zijn minimum 3 stemmen meer dan de helft van de stemmers. Het is duidelijk dat de behoudsgezinden in het voordeel zijn. Maar in een theocratisch regime, wat de aardse organisatie dus betreft, verwachten wij een theocratische beslissing, gelijk hoeveel er voor of tegen zijn.  Dit wil zeggen dat de beslissing genomen dient te worden op schriftuurlijke gronden of beginselen. Dan pas kan men spreken van een door “Gods Geest geleide organisatie”.  Dan pas kan met zeggen en bewijzen dat de aardse organisatie het werktuig is dat God gebruikt en waarvan Jezus Christus het hoofd is.
    Klaarblijkelijk niet zo simpel om theocratisch te werk te gaan.

    Wij hebben reeds een andere mogelijkheid gesuggereerd, dat God geen specifieke aardse organisatie meer heeft, omdat de verschillende organisatorische wijzigingen in Zijn Theocratische Organisatie die Hij in het verleden heeft gebruikt als een voorziening voor zijn volk, nooit de normen hebben kunnen of zelfs hebben willen aanvaarden. Toch moeten er voorzieningen zijn om mensen te leiden, op te leiden en  te helpen om een christelijke persoonlijkheid te verwerven en te bewijzen! Mogelijk is dit doordat mensen van nature de neiging bezitten om elkaar te helpen. Er zijn momenteel miljoenen mensen als vrijwilligers werkzaam in talloze organisaties en branches. Nog niet te spreken van diegenen die bij rampen in de bres springen zelfs met gevaar voor eigen leven. Het is zelfs mogelijk het nog grootser te bezien in het licht van datgene wat in Handelingen staat:
    Handelingen 10:34-35 "Toen opende Petrus zijn mond en zei: „Ik bemerk zeer zeker dat God niet partijdig is, 35 maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem".

    Mocht dit waar zijn, dan zou dat heel wat ‘humbug’ uitsluiten. (daar komen wij later nog eens op terug)

    Geen enkele organisatie zou het dan nog op zich zelf van toepassing kunnen brengen, noch zich zelf op de borst kunnen kloppen en  zeggen ‘wij hebben de waarheid’. Toch zouden zij als organisatie, apart en zelfs gezamenlijk, ZIJN aardse organisatie kunnen zijn.  Meer nog, zelfs zij die atheïst zijn, of hoe ze zich ook noemen, zouden dan in aanmerking kunnen komen. Daarom zeggen wij, dat wat die organisaties ook voorstaan, hoe zij het ook presenteren, op welke werken zij zich beroemen, of hun onderwijs methoden, het onderwijs dat zij hebben genoten, mede de studies die zij met de grootste onderscheiding hebben gedaan, of welk heilig boek of heilige boeken zij in hun ‘concurrentiestrijd’ gebruiken of welke oorlogen zij strijden of gestreden hebben, hoeveel martelaren zij ten tonele opvoeren en welke bewijzen zij van hun geloof ook maar naar voor brengen, welke geloofsbrieven er in gelijk welke vorm geschreven of gedrukt voorgelegd zouden worden, alle genoemde en niet genoemde argumenten zullen niet  in aanmerking genomen worden, noch de redenen waarom zij hun geloof verloren of verzaakt hebben.  Amaai zeg, zo’n lange zin! Dat was nodig, omdat het niet alleen wereldomvattend moet zijn en voor alle volkeren, maar ook nog eens tijdloos.
    Het komt dus op de respons aan die ieder afzonderlijk vanuit zijn hart opbrengt, alle omstandigheden in acht genomen, die Hij en Hij alleen bij machte is te kennen,  die respons zal de doorslag geven. Hij heeft ons gemaakt en gezegd dat het zeer goed was. En dat het nu anders is, dan ligt dit bij de mens zelf. Natuurlijk is er één hoofdschuldige, de heerser van deze wereld, maar hoe reageren wij, overeenkomstig onze maker of overeenkomstig die heerser.
    Wij beseffen heel goed dat de omstandigheden wereldwijd enorm verschillen, maar God kent die en zal daar overeenkomstig naar oordelen, luister maar wat zijn scherprechter zei in:
     Johannes 5:30 "Ik kan niets uit mijzelf doen; gelijk ik hoor, oordeel ik; en het oordeel dat ik vel, is rechtvaardig, want ik zoek niet mijn eigen wil, maar de wil van hem die mij heeft gezonden".

     Wat een geruststelling,  wat een vrede,  wat een zekerheid!

    Wil dit zeggen dat men dan met weinig of niets te doen toch Gods liefde kan omhelzen? Absoluut niet. Wat  wij uit Petrus mond dienen te leren is absoluut geen kleinigheid, integendeel. De vrees voor God is een onafzienbaar terrein om ons in te verdiepen en te verlustigen. Het is geen kinderlijke vrees voor straf, maar een eerbiedige vrees dingen te doen die voor ons of onze naaste nadelig zijn, enerzijds. Anderzijds zullen wij het beste betrachten voor onze naasten, zonder in uitersten te vervallen, want wij kunnen daar geenszins ten volle aan voldoen. Met andere woorden, wij, en ook u, dient het te vermijden schuldgevoelens aan te kweken, niet in verband met God, noch bij uzelf, noch bij anderen. 

    Denk aan de woorden van de profeet Micha 6:8.  Hij heeft u verteld, o aardse mens, wat goed is. En wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God?

    Vind je terug wat Petrus in Handelingen herhaald heeft?  Wij bekrachtigen deze richtlijnen met  Prediker 12:13-14  Het slot van de zaak, nu alles is gehoord, is: vrees de [ware] God en onderhoud zijn geboden. Want dit is de gehele [verplichting] van de mens. 14 Want de [ware] God zelf zal elk soort van werk in het gericht brengen met betrekking tot alles wat verborgen is, [om te zien] of het goed is of slecht. . 

    In een van de bovenstaande paragrafen hebben wij gesproken over het hebben van een christelijke persoonlijkheid.

    Met Christelijke persoonlijkheid, bedoelen wij evenzeer Christelijke menselijkheid en specificeren wij de manier en levenswijze van diegene die een voorbeeld heeft gesteld dat zowel het Joodse stelsel als gelijk  welke  ideologie oversteeg. Men kan dit praktisch Christendom noemen en toch gelijk  welk mens zijn, als het maar in oprechtheid en met liefde gebeurt!  Zonder enige druk, zonder iemands geweten te bezwaren of te kwetsen, zonder bijbedoelingen of winstoogmerken of persoonlijk aanzien. Om één van Jezus indringendste beginsel te gebruiken. Mattheüs 7:12  Alle dingen dan die GIJ wilt dat de mensen voor U doen, moet ook GIJ insgelijks voor hen doen; dit is trouwens de betekenis van de Wet en de Profeten.

    Is dit wat de aardse organisatie doet?  Natuurlijk  zal men zeggen en direct gezien schijnt dit ook zo, maar in hoe verre dit waar is moet je ‘weeral’ zelf maar uitmaken. Veel hangt af van de vraag, hoe diep je wil gaan, in welk opzicht ben jij een Bereeër?  Volgens Handelingen 17:11  De laatste nu waren edeler van geest dan die in Thessalonika, want zij namen het woord met de grootste bereidwilligheid des geestes aan en onderzochten dagelijks zorgvuldig de Schriften of deze dingen zo waren. En wanneer u tot de vaststelling komt dat bepaalde leerstellingen of data, die de organisatie gepubliceerd heeft, en die ook u van deur tot deur hebt uitgedragen, niet zo bleken te zijn, wat dan? Want u moet daar terug naar toe of u bent er reeds terug geweest, wat zegt u dan? Niks, of doet u alsof uw neus bloedt. Erger nog, en dat hebben wij mee gemaakt, dat men zegt ‘dat hebben wij niet gezegd, of dat hebben zij, de organisatie nooit expliciet geschreven. Mijne brave jongen, bijna alles wat ooit als waarheid en absoluut schriftuurlijk, verspreid is geworden, is bijna allemaal achterhaald. Als u tien, twintig, dertig of meer jaren met de organisatie verbonden bent, dan kunt u daar alleen al een boek  over schrijven. Tenminste als u er de moed voor kunt opbrengen. Men zegt nogal rap, zot zijn doet geen zeer, en veel te goed is half zot, maar als u zich gelukkig voelt met de situatie, voor ons niet gelaten hoor. Wat u wel moet beseffen, is dat u uw eigen verantwoordelijkheid nooit en te nimmer kunt overdragen aan anderen. Sommigen beweren dat de ‘gezalfden’ of ‘het besturend lichaam’ of de ‘organisatie’ het toch beter zullen weten dan wij.  Ga maar eventjes aan de kant staan, want  die ‘gezalfden of het besturend lichaam’ of de ‘organisatie’ schrijven zelf dat het niet zo is. 

    Zie de vragen van  lezers in de Wachttoren van 1 mei 2007 en de studieartikelen van de Wachttoren van 1 april 2007.

    De twee  laatste paragrafen van de wachttoren van 1 mei zijn echter niet zo specifiek als men zou mogen verwachten. Het is eens te meer zo subtiel dat het hier praktisch uitsluitend gaat over die gezalfden die ergens ter wereld met een gemeente verbonden zijn. Evenwel kunnen wij er niet aan voorbij gaan dat deze beschrijving voor allen die belijden gezalfden te zijn opgaat, dus ook voor hen die deel uitmaken van ‘het besturend lichaam’ en de organisatie.

    Denkt u dat God daarmee verheerlijkt wordt?   En is Jezus Christus wel de leider van de “Christelijke Gemeente”?

    (wordt vervolgd)

    02-06-2009 om 09:28 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NOTEER MIJN WAARDE LEZER, dat....

    NOTEER MIJN WAARDE LEZER, dat, voor ik verder ga met "commentaren" op de dagteksten u eerst een artikel wil geven dat gebaseerd is op het boek

     

    "Redeneren aan de hand van de Schrift".

    Uitgegeven in 1985 door de Wachttoren Organisatie.

    En dan het gedeelte over "ORGANISATIE" op blz. 333, maar specifiek het gedeelte op blz. 337 dat weergegeven wordt onder het onderkopje "Hoe kan Jehovah's zichtbare organisatie in onze tijd geïdentificeerd worden".

    Deze afleveringen zullen in dagelijkse gedeelten gebeuren onder de titel "FEITEN EN VERWIJZINGEN",  omdat het toch iets of wat omvangrijk is.

    Ik moedig je aan om alle gegevens niet alleen te lezen, maar ook af te printen en te verifiëren.

    PERSOONLIJK ben ik tot de conclusie gekomen dat de woorden van Jezus Christus fundamentele waarheden zijn. O.a. Johannes 8:32 "en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken".

    Jezus Christus zei duidelijk de waarheid.

    Hij zei niet die waarheid ook niet die waarheid van vandaag, noch die waarheid van gisteren en ook niet die waarheid van morgen.

    Evenmin zei hij dat die waarheid via of van een mens zou komen noch via of van een organisatie die uiteindelijk uit mensen bestaat.

    Hij zei dat de waarheid U zou vrijmaken. Zou de waarheid dan uiteindelijk Goddelijke waarheid zijn? Zou de waarheid accidenteel kunnen verschillen van mens tot mens?
    En nu nog één vraag, maar die komt niet van mij, maar van Pilatus en die zei tot hem, Jezus Christus, "Wat is waarheid?”

    Hou er a.u.b. rekening mee dat de waarheid soms mooi en aangenaam is, maar in sommige gevallen kan de waarheid kwetsen of genezen.

    2 Timotheüs 3:16-17 "De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, 17 opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust voor ieder goed werk".

    Of je nu in de bijbel gelooft of in andere heilige boeken, doet weinig ter zake als je in gedachten houdt dat beginselen of fundamentele waarheden, 't zij in de bijbel of in andere heilige boeken gebruikt worden "in rechtvaardigheid". Daarom heb ik deze ook benadrukt.

    Ook de woorden van Paulus wil ik hier gebruiken om de woorden van Jezus Christus te bekrachtigen. 2 Korinthiërs 13:8) "Want wij kunnen niets tegen de waarheid doen, maar alleen vóór de waarheid".

     

    Tot zover deze introductie en graag mijn oprechte groeten.

    FEITEN EN VERWIJZINGEN:

    Om te beginnen komt het woord "ORGANISATIE" op zich zelf niet voor in de bijbel.

    Het redeneren boek geeft op blz. 337 een zeer logische uitleg over ‘organisatie’. Toch dienen wij ons af te vragen in hoeverre een ‘organisatie’ mag en kan gaan ten einde ons privé- en zeker ons geestelijk leven te leiden.

    Om een recente Wachttoren publicatie aan te halen, die van 15 september 2007. in het artikel over Milton blz..13 laatste §, lezen wij het volgende: “Tot op de huidige dag dwingt zijn verhandeling de lezers ertoe hun eigen opvattingen langs de onfeilbare meetlat van de Heilige Schrift te leggen.”

    Met het verschuldigde respect voor gelijk welke organisatie, dienen wij hieruit dan af te leiden dat een ieder, ondanks de leringen van een organisatie, toch verantwoordelijk is voor zichzelf? Beslist wel! Neem die meetlat maar bij de hand en doe dat voor de rest van uw term!

    Romeinen 14:4 "Wie zijt gij, dat gij de huisknecht van een ander oordeelt? Hij staat of valt voor zijn eigen meester. Hij zal trouwens staande worden gehouden, want Jehovah kan hem staande houden".

    2 Korinthiërs 1:24 "Niet dat wij de meesters over UW geloof zijn, maar wij zijn medewerkers tot UW vreugde, want GIJ staat door [UW] geloof".

    Wil dit zeggen dat er geen organisatie nodig is?  Charles Taze Russell zelf schreef  in het derde volume van de schriftstudiën, uitgegeven in 1891, dat er geen organisatie nodig is alhoewel er georganiseerd dient te worden.

    Hieruit besluiten wij dat de organisatie geen doel op zich zelf mag zijn, maar het  middel dat God eventueel gebruikt. Laten wij het vergelijken met de tempel in Jezus tijd. Deze tempel was een middel om aanbidders van Jehovah te verenigen en te onderwijzen. De synagogen waren daar de verlengstukken van. De beheerders ervan misbruikten die tempel echter om het volk hun wil op te leggen en er  o. a.  aan te verdienen. Daarom reinigde Jezus deze  en veroordeelde hij hen als huichelaars.

    Markus 11:15-17 . . . Nu kwamen zij te Jeruzalem. Daar ging hij de tempel binnen en begon hen die in de tempel verkochten en kochten eruit te werpen, en hij keerde de tafels van de geldwisselaars en de banken van de duivenverkopers om; 16 en hij liet niet toe dat iemand een gebruiksvoorwerp door de tempel droeg, 17 maar hij bleef leren en zeggen: „Staat er niet geschreven: ’Mijn huis zal een huis van gebed voor alle natiën worden genoemd’? Maar GIJ hebt het tot een rovershol gemaakt. . . .

    Johannes 2:14-16 . . . En in de tempel trof hij de verkopers van runderen en schapen en duiven aan en de geldhandelaars die daar op hun plaats zaten. 15 En nadat hij een zweep van touwen had gemaakt, dreef hij hen allen de tempel uit, met de schapen en runderen, en hij stortte de geldstukken van de geldwisselaars uit en keerde hun tafels om. 16 En tot de duivenverkopers zei hij: „Neemt deze dingen hier vandaan! Maakt het huis van mijn Vader niet langer tot een huis van koopwaar!”

    In het redeneren boekje blz. 333, met de titel Organisatie en de ondertitel op blz. 337  lezen wij:

    Hoe kan Jehovah’s zichtbare organisatie in onze tijd geïdentificeerd worden?

    1.    Ze verhoogt Jehovah werkelijk als de enige ware God en verheerlijkt zijn naam. — Matth. 4:10; Joh. 17:3.

    2.   Ze erkent volkomen de uiterst belangrijke rol van Jezus Christus in Jehovah ’s voornemen — als de rechtvaardiger van Jehovah ’s soevereiniteit, de Voornaamste Bewerker van het leven, het hoofd van de christelijke gemeente, de regerende Messiaanse Koning. — Openb. 19:11-13; 12:10; Hand. 5:31; Ef. 1:22, 23.

    3.      Ze houdt zich strikt aan Gods geïnspireerde Woord en baseert al haar leerstellingen en gedragsnormen op de bijbel.  2Tim. 3:16, 17.

    4.   Ze houdt zich afgescheiden van de wereld. — Jak. 1:27; 4:4.

    5.   Ze handhaaft een hoog peil van morele reinheid onder haar leden, omdat Jehovah zelf heilig is. — 1 Petr. 1:15, 16; 1 Kor.  5:9-13.

    6.  Ze wijdt haar krachtsinspanningen voornamelijk aan het werk dat de bijbel voor onze tijd heeft voorzegd, namelijk de prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk in de gehele wereld tot een getuigenis. — Matth. 24:14.

    7.  Ondanks menselijke onvolmaaktheden kweken haar leden de vruchten van Gods geest aan — liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing — en spreiden ze in die mate tentoon dat zij zich daardoor onderscheiden van de wereld in het algemeen. — Gal. 5:22, 23; Joh. 13:35.

    Deze zeven punten gaan wij nu eens bespreken. De lezer kan er zijn of haar eigen zienswijze bijvoegen, het analyseren en er kritiek over uiten, let wel, kritiek die bijdraagt tot een beter begrip.

    Met andere woorden, opbouwende kritiek. Lees hiervoor het artikel Ontwaakt 91 8/2 blz. 20 U vindt kritiek niet leuk?

    Wij willen de nadruk leggen op ‘opbouwende’ kritiek  en stellen deze op dezelfde lijn als ‘terechtwijzen’. Alhoewel de meeste dit als negatief  ervaren is het een liefdevolle handeling. Uiteraard dient zowel de ‘kritiek  als de ‘terechtwijzing’ terecht te zijn.

    U hebt het artikel in de Ontwaakt 91 8/2 blz. 20 gelezen, dan zijn wij er aan toe het eerste punt te bespreken

    Ze verhoogt Jehovah werkelijk als de enige ware God en verheerlijkt zijn naam. Matth. 4:10; Joh. 17:3.

    Het gebruik van de naam “JEHOVAH’ is heel zeker één van de sterkste punten van de organisatie.

    De verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaat is echter enorm groot. Onvolmaaktheid is niet altijd een argument om de organisatie te verschonen. Temeer dat het geen uitgemaakte zaak is dat de naam "Jehovah" werkelijk de naam van de God van de bijbel is. Zie hiervoor o.a.  it-1 blz. 1216 Jehovah Aangezien er thans geen zekerheid over de uitspraak te verkrijgen is, schijnt er geen reden te zijn om in het Nederlands af te stappen van de welbekende vorm „Jehovah” ten gunste van een andere geopperde uitspraak.

    In werkelijkheid bestaat een organisatie niet, maar zijn het mensen die het vormen. Een organisatie neemt uiteraard geen beslissingen, interpreteert niet, stelt geen doeleinden, zet of drukt geen letter, dat zijn de mensen binnen de organisatie.

    Wanneer vb. gezegd wordt dat men loyaal dient te zijn aan de organisatie, zegt men in werkelijkheid dat men loyaal aan mensen is!

    Het is meer dan duidelijk dat de bijbel het onderschrijft om gehoorzaam te zijn aan de door Gods Geest aangestelde ouderlingen en diegenen die de leiding over de gemeente(n) hebben.

    Even duidelijk is dat die leiding in overeenstemming dient te zijn en te blijven met Gods Woord teneinde  Zijn naam te verheerlijken.  De vraag is dan ook:  is dit zo? De problemen wereldwijd in de gemeente(n) tonen aan dat er heel wat verschillende manieren worden gebruikt om uiterlijk aan die norm te voldoen, maar doorgaans blijken mensen, ondanks ‘Gods Geest’ niet in staat datgene wat zo ‘duidelijk’ omschreven werd, toe te  passen.

    Wij zetten het woord ‘duidelijk’ tussen haakjes omdat er soms in dezelfde publicatie of die in het verleden behandelde artikelen tegenstrijdigheden zijn. Daar komt nog bij dat meerdere uitlatingen, richtlijnen en zelfs data spijtig genoeg veranderd zijn. Enkele malen zelfs verschillende keren.

    Erger is het dat de lezers en de gehoorzamen de schuld krijgen omdat zij het gesuggereerde in de lectuur geloofden en gehoorzaamden.

    In de wachttoren van 15 december 2006 op blz. 26 § 5 staat onverbloemd dat: “....Maar toen Armageddon niet op  het door hen verwachte tijdstip kwam, raakten  ze  ontmoedigd. Ze verloren het vertrouwen dat Jehovah ’s dag van oordeel nabij was. Ze gingen het langzamer aan doen in de dienst en geleidelijk gingen ze zo op in wereldse bezigheden dat er weinig tijd overbleef voor geestelijke zaken Lukas 8:11-14 Na verloop van tijd ‘keerden ze terug tot de dingen die ze hadden achtergelaten’ Wat triest!”

    Juist, heel erg triestig, om zo te veralgemenen!  En dat schrijven die mensen, die beweren dat zij Gods ‘zichtbare organisatie’ zijn. Wij verwachten heus geen volmaaktheid, maar wel eerlijkheid, om hun eigen woorden te gebruiken. Datgene wat wij hier  vaststellen is hetzelfde als wat de eerste mens deed, de schuld op een ander schuiven. (Gen. 3: 12) Wij zelf hebben, o. a. door deze handelwijze, wat de bekende druppel voor ons betekende, ons vertrouwen in de organisatie verloren, niet in God!

    Neem a.u.b. eerst nota van het gepubliceerde in de Wachttoren van 1 december 2006 blz. 19, het onderkopje “Eerlijkheid werpt vruchten af”: Of u eerlijk bent, of juist niet, is van invloed op de kijk die anderen op u hebben. Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al is het maar één keer, dan zult u hun vertrouwen verliezen, en dat is niet gemakkelijk terug te winnen. Maar als u eerlijk en oprecht bent, zult u een reputatie opbouwen een integer persoon te zijn, iemand die te vertrouwen is. Jehovah ’s Getuigen hebben zo’n reputatie verworven. Ja, over het algemeen wel. Het gaat hier wel om het getuigenis van buitenstaanders. Maar wat valt er te zeggen in de organisatie? Normaal zou dit van zelfsprekend moeten zijn, maar is dit ook zo? De organisatie schreef dat, en wij herhalen het  ‘Als mensen erachter komen dat u hen bedrogen hebt, al is het maar één keer.  Slechts éénmaal??? Heeft de organisatie ons nog nooit bedrogen? Dat is echt niet om mee te lachen, de feiten bewijzen heel iets anders.

    Jezus zei duidelijk in Mattheüs 7:1-2 "Houdt op met oordelen, opdat GIJ niet wordt geoordeeld; 2 want met het oordeel waarmee GIJ oordeelt, zult GIJ geoordeeld worden; en met de maat waarmee GIJ meet, zal men U meten.

    Dat beseffen wij heel goed, daarom hebben wij deze verhandeling bewust de titel gegeven “FEITEN EN VERWIJZINGEN”

    En wie staat daarboven? De vertegenwoordigers van de Beleidvolle Slaaf of Beleidvolle Beheerder? De tien mannen die volgens het jaarboek van 2007 het besturend lichaam vormen? Of de organisatie zelf?

    In het redeneren boekje blz. 360 in het artikel "Religie" staat een prachtige illustratie.  Is het waar dat er in alle religies iets goeds schuilt?

    De meeste religies leren inderdaad dat men niet mag liegen of stelen, enzovoort. Maar is dat voldoende? Zou u graag een glas vergiftigd water drinken omdat iemand u verzekerde dat het meeste dat u naar binnen kreeg, water was?

    Uiteraard niet, maar waar het om gaat is niet het water, maar het vergif dat in het water is gedaan, bewust of onbewust, dat laten wij in het midden. Met andere woorden, niet de kennis die doorgespeeld wordt, maar de verkeerd geïnterpreteerde gegevens uit de schrift, die werken als vergif en maken het gevaarlijk.

    Daarom gaan wij de eerste kennismaking met GOD, de mens en satan eventjes belichten in een ander licht!

    Genesis 3:1-5  De slang nu bleek het omzichtigste te zijn van al het wild gedierte van het veld dat Jehovah God gemaakt had. Ze zei dan tot de vrouw: „Is het werkelijk zo dat God heeft gezegd dat GIJ niet van elke boom van de tuin moogt eten?” 2 Hierop zei de vrouw tot de slang: „Van de vrucht der bomen van de tuin mogen wij eten. 3 Maar wat [het eten] van de vrucht van de boom die in het midden van de tuin staat betreft, God heeft gezegd: ’GIJ moogt daarvan niet eten, neen, GIJ moogt ze niet aanraken, opdat GIJ niet sterft.’” 4 Hierop zei de slang tot de vrouw: „GIJ zult volstrekt niet sterven. 5 Want God weet dat nog op de dag dat GIJ ervan eet, UW ogen stellig geopend zullen worden en GIJ stellig als God zult zijn, KENNEND goed en kwaad.”

    Meestal wordt de nadruk gelegd op de leugen in het vers 4, maar wat ging er aan vooraf?  Wij herhalen en  benadrukken dit gedeelte:

    „Is het werkelijk zo dat God heeft gezegd dat GIJ niet van elke boom van de tuin moogt eten?”

    Juist, niet echt een verkeerde voorstelling van zaken! Maar wel een subtiele beïnvloeding naar en conditionering van Eva’s denkvermogen en hart!

    Let nu op de gevolgen van deze manipulatie:

    Genesis 3:6 "Dientengevolge zag de vrouw dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken. Zij nam dan van zijn vrucht en ging ervan eten".

    Wij bemerken de veranderde instelling van Eva en wij kennen eveneens de gevolgen, maar daar gaat het niet om. waar gaat het dan wel over?

    Er werd en wordt op het ‘christelijk terrein’ enorme moeite gedaan noch kosten gespaard,  om ‘bijbelse kennis’ te verbreiden  en te verkrijgen. Ieder bijbelgenootschap heeft daar toe bijgedragen. Eveneens de veelheid van ‘christelijke groeperingen’. Door de eeuwen heen is de christelijke gemeente(n) uitgegroeid en versnipperd tot wat wij kennen als de ‘christenheid’. Toch kunnen wij niet voorbijgaan aan al de inspanningen en opofferingen uit het verleden om Jezus opdracht te volbrengen. Bedenk dat in de voorbije eeuwen velen hun leven hebben besteed en soms gelaten om Gods Woord toegankelijk te maken voor de mensheid.

    In deze laatste dagen, om die uitdrukking te gebruiken, hebben Jehovah ’s Getuigen eveneens een geweldig werk verwezenlijkt. Met hun imposante drukkerij faciliteiten zijn zij wellicht uitgegroeid tot een, of misschien wel ‘s werelds grootste concern. De verbreiding van de bijbel en bijbel verklarende publicaties hebben als zelfstandige groep hun weerga niet. Het gebruik van de vroegere, meest gebruikte naam van God is eveneens een sterke pijler voor hun streven.  Waar zij nog het meest gekend en mogelijk zelfs ‘berucht’ om zijn is hun prediking ‘van deur tot deur’ of ‘van huis tot huis’. Het bouwen en verbouwen van faciliteiten is eveneens een onderwerp van gesprekken en discussies. 

    Het punt waar het om gaat, is echter of zij, ‘Jehovah’s aardse organisatie’, Gods naam  werkelijk verheerlijken?

    Wij willen daar geen direct antwoord op geven.

    Wat wij wel willen, maar niet echt mogen van de ‘aardse organisatie, is de feiten of toch enkele ervan aanstippen. De conclusies die u trekt zijn uw persoonlijke zaak. Hou er echter  rekening mee dat meerdere oprechte broeders en zusters uitgesloten werden, niet omdat zij verkeerd deden, maar omdat zij niet akkoord konden gaan  met verkeerde niet theocratische beslissingen en toestanden. Die zij dan uiteindelijk  aan de kaak stelden door die gewetensvol in de openbaarheid te brengen. (zie het boek ‘Gewetensconflict’ van broeder Raymond Franz, voormalig lid van het besturend lichaam)

    De volgende bladzijden zullen uitmaken of de aardse organisatie Gods naam werkelijk verhoogt en verheerlijkt? Aan u de eer.

    (wordt vervolgd)

    01-06-2009 om 10:11 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.commentaren van de dagtekst 30 MEI en 31 MEI

    zaterdag 30 mei

    De wet van zijn God is in zijn hart; zijn schreden zullen niet wankelen. -Ps. 37:31.

    Een christen moet zich in geestelijk opzicht voortdurend ontwikkelen, en zo moet hij er ook constant vorderingen in maken naar zijn geweten te luisteren. Neem bijvoorbeeld Mark, die onlangs gedoopt is. Zijn geweten zegt hem dat hij on-Bijbelse dingen die hij vroeger deed moet mijden. Hij vermijdt nu zelfs angstvallig dingen die een vage overeenkomst hebben met wat God verbiedt. Aan de andere kant begrijpt hij niet waarom sommigen bepaalde dingen verwerpen die hij aanvaardbaar vindt, zoals bepaalde tv-programma's. In de loop van de tijd krijgt Mark steeds meer kennis en nadert hij dichter tot God (Kol. 1:9,10). Welke uitwerking heeft dat? Zijn innerlijke stem wordt goed geoefend. Hij beseft zelfs dat enkele van de dingen met een 'vage overeenkomst' die hij vermeed eigenlijk niet in strijd zijn met Gods denkwijze. Bovendien wordt hij er nu door zijn geweten toe aangezet programma's te vermijden die hij eerder aanvaardbaar vond. Zijn geweten is dus verfijnd

    De Wachttoren van 2007 15 oktober 2e studieartikel blz. 25 §16, 17.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  dat is nu eens een wachttorenstudie die je heel veel kan bijbrengen, tenzij die studie het reeds gedaan heeft.

    De titel van het artikel is "LUISTER NAAR JE GEWETEN" en de leitekst komt uit Titus 1: 15 "alle dingen zijn rein voor de reinen. Doch voor hen die verontreinigd en ongelovig zijn is niets rein".

    Ik begin met §2, maar benadruk sommige gedeelten. §2 Paulus gaf Titus raad in verband met de vereisten voor gemeenteouderlingen en wees er vervolgens op dat er „vele weerspannigen, zinloze praters en bedriegers van de geest” waren. Die ’keerden hele huisgezinnen ondersteboven door dingen te onderwijzen die zij niet behoorden te onderwijzen’. Titus moest ’hen blijven terechtwijzen’ (Titus 1:10-14; 1 Timotheüs 4:7). Paulus zei dat hun geest en hun geweten „verontreinigd” waren, en daarbij gebruikte hij een woord dat ’besmeuren’ betekent, zoals een mooi kledingstuk met verf besmeurd kan zijn (Titus 1:15). Sommigen van die mannen hadden wellicht een Joodse achtergrond, want ze ’hielden aan de besnijdenis vast’. In deze tijd worden de gemeenten niet door mannen met die opvatting ondermijnd; toch kunnen we van de raad die Paulus aan Titus gaf veel over het geweten leren.

    Die onderwijzers onderwezen niet wat behoorde doordat zij vasthielden aan de besnijdenis. Vervolgens stellen de organisatie en het besturende lichaam vast dat het in deze tijd geen ondermijnende kwestie is, maar dat wij ervan kunnen leren.

    §4 begint dan met iets wat niet rechtstreeks in de bijbel staat, ik citeer: §4 "Ruim tien jaar daarvoor was het christelijke besturende lichaam tot de conclusie gekomen dat de besnijdenis niet langer vereist was om een ware aanbidder van God te worden, en ze hadden de gemeenten daarvan op de hoogte gesteld".

    De benaming "besturende lichaam" staat niet in de bijbel en de conclusie dat de besnijdenis niet langer een vereiste was kwam omdat het in de gemeente van Jeruzalem, de plaats waar het vermeende 'besturende lichaam' zich bevond, een probleem vormde door hun eigen verantwoordelijken. (Zie de dagtekst en mijn commentaar van 19 februari en het verslag van Handelingen 15).

    Voor de organisatie en het besturende lichaam is het 'besturende lichaam' een feit, alhoewel er geen rechtstreekse bijbelse ondersteuning voor is.

    De § vervolgt  "Ze waren het openlijk oneens met het besturende lichaam en ’onderwezen dingen die zij niet behoorden te onderwijzen', en suggereren dan ook dat men het in deze tijd eveneens oneens kan zijn met de organisatie en het besturende lichaam".

    §5 "Die denkwijze had een negatief effect op hun beoordelingsvermogen en hun morele besef, hun geweten. Paulus schreef: „Voor hen die verontreinigd en ongelovig zijn, is niets rein.” Hun geweten was zo verwrongen geworden dat het geen betrouwbare gids meer was voor hun daden en hun waardebepaling. Bovendien veroordeelden ze medechristenen op dingen die een persoonlijke zaak waren, kwesties waarin de ene christen wellicht een andere beslissing zou nemen dan de andere".

    Ik benadruk hier vooral 'persoonlijke zaak' omdat §11, 12 en 14 zulk een situatie of mag ik zeggen een praktijkvoorbeeld weergeven. §11 schetst Loïs en ik citeer: "Loïs respecteert haar man en wil graag naar hem luisteren, omdat hij volgens de Bijbel haar hoofd is, maar ze wil niet tegen haar Bijbelse principes in gaan (Handelingen 5:29). Daarom legt ze haar man tactvol uit dat zij persoonlijk niet aanwezig kan zijn, ook als hij ervoor kiest wel te gaan. Ze zegt misschien dat als ze wel aanwezig zou zijn en zou weigeren aan een bepaalde handeling mee te doen, het hem in verlegenheid zou kunnen brengen, en dat het daarom voor hem het beste zou zijn als ze er niet heen ging. Door deze beslissing houdt ze een rein geweten.

    §12 zegt dat Ruth voor hetzelfde dilemma staat, maar nu wordt het enigszins anders verwoord en behandeld, ik citeer: Ze respecteert haar man, is vastbesloten loyaal te blijven aan God en luistert naar haar geweten, dat door de Bijbel gevormd is. Na te hebben nagedacht over punten die ook Loïs heeft overwogen, neemt ze onder gebed de „Vragen van lezers” in De Wachttoren van 15 mei 2002 door. Ze bedenkt dat de drie Hebreeën een gebod opvolgden om aanwezig te zijn bij een gelegenheid waar afgoderij bedreven zou worden, en dat ze toch hun integriteit bewaarden door niet aan een afgodische handeling mee te doen (Daniël 3:15-18). Ze besluit haar man te vergezellen maar aan geen enkele religieuze handeling mee te doen, en ze volgt daarin haar geweten. Ze legt haar man tactvol maar duidelijk uit wat haar geweten haar toestaat en wat niet. Ruth hoopt dat hij het verschil tussen ware en valse aanbidding zal zien.

    Laat mij opmerken, maar misschien heb jij het ook reeds gezien, dat Loïs "niet tegen haar Bijbelse principes in wil gaan. De organisatie en het besturende lichaam besluit die § met de zin: "Door deze beslissing houdt ze een rein geweten". (Ik benadruk).

    Ruth daarentegen besluit haar man te vergezellen maar aan geen enkele religieuze handeling mee te doen, en ze volgt daarin haar geweten.

    Waar zit hier de adder, pardon, de slang?  Het subtiele en suggestieve is dat bij Loïs rechtstreeks de Bijbelse principes worden aangehaald en een rein geweten behoudt.

    Bij Ruth, alhoewel een bijbels voorbeeld gebruikt wordt, haar geweten het toelaat, en geen bevestiging krijgt van de organisatie en het besturende lichaam.

    §14 benadrukt dat echter positief zodat de organisatie en het besturende lichaam geen stenen kunnen geworpen worden, ik citeer: Maar zou Ruths beslissing verkeerd zijn? Het is niet aan anderen dat te bepalen. Ze mogen haar niet veroordelen of bekritiseren omdat ze ervoor gekozen heeft wel bij de gelegenheid aanwezig te zijn, maar geen religieuze handelingen te verrichten. Denk aan Paulus’ raad over persoonlijke beslissingen in verband met het al dan niet eten van bepaalde voedingsmiddelen: „Laat degene die eet, niet neerzien op degene die niet eet, en laat degene die niet eet, geen oordeel vellen over degene die eet . . . Hij staat of valt voor zijn eigen meester. Hij zal trouwens staande worden gehouden, want Jehovah kan hem staande houden” (Romeinen 14:3, 4). Een ware christen zal iemand er beslist niet toe willen aanzetten de leiding van een geoefend geweten te negeren, want dat zou neerkomen op het smoren van een stem die heel goed een levensreddende boodschap zou kunnen overbrengen.

    En nu komt de clou in §15 Om hier nog even op door te gaan: beide vrouwen moeten nog meer factoren overwegen, en één daarvan is de uitwerking van hun beslissing op anderen. Paulus gaf ons de raad: „Neemt liever deze beslissing, een broeder geen struikelblok in de weg te leggen noch iets waarover hij kan vallen” (Romeinen 14:13). Loïs weet misschien dat soortgelijke situaties veel onrust in de gemeente of in haar familie hebben teweeggebracht, en wat zij doet, kan heel wat invloed op haar kinderen hebben.

    Ruth daarentegen kan gemerkt hebben dat soortgelijke keuzes geen opschudding in de gemeente of in de omgeving veroorzaakten. Beide vrouwen, en wij allemaal, dienen te beseffen dat een goed geoefend geweten gevoelig is voor de uitwerking van een bepaalde beslissing op anderen. Jezus zei: „Al wie een van deze kleinen die geloof in mij stellen, tot struikelen brengt, het is nuttiger voor hem dat men hem een molensteen zoals door een ezel wordt rondgedraaid, om de hals hangt en hem in de wijde, open zee doet zinken” (Mattheüs 18:6). Als iemand het feit negeert dat hij anderen tot struikelen kan brengen, zou hij net als sommige christenen op Kreta een verontreinigd geweten kunnen krijgen.

    Deze twee verschillende geoefende gewetens en hun keuze worden met een door de schrijvers aangepaste situatie geschetst.

    Hiermee kunnen beide vrouwen op beide oren slapen met hun geweten als oorkussen.

    De realiteit is echter dat dergelijke situaties praktisch altijd gemengde gevoelens zullen opwekken.

    Voor de families en voor de gemeente waarmee die vrouwen verbonden zijn.

    Voor de families zullen er zijn die er zich niks van aantrekken, maar er zullen er zijn die er  aanstoot zullen aan nemen. Dus?

    Voor de gemeente zullen er zijn die er zich niks van aantrekken, maar er zullen er zijn die er aanstoot zullen aan nemen. Dus?

    Alleen reeds het feit dat iemand het risico neemt om één van deze kleinen tot struikelen te brengen zal het geweten van betrokkene dusdanig beïnvloeden dat zij liever de familie in het harnas jagen dan de gemeente. Dat zijn uiteindelijk toch maar "wereldse mensen".

    De andere reden is dat die kleine een beginneling is of een zwakke discipel in de gemeente volgens de uitleg van de organisatie en het besturende lichaam. Maar in werkelijkheid zei Jezus Christus dat die kleine iemand is die 'geloof' in mij stelde, en sprak hij zelfs in het meervoud.

    Ik ga het nog anders voorstellen: in onze contreien is het meestal de katholieke kerk waar familie mee verbonden is.

    Die mensen geloven in Jezus Christus en dat is het enige waar ik op wijs.

    Over het algemeen zijn die gelovigen niet akkoord met de leer en leerstellingen van de katholieke kerk.

    Maar Jezus Christus zei alleen „Al wie een van deze kleinen die geloof in mij stellen, tot struikelen brengt, het is nuttiger voor hem dat men hem een molensteen zoals door een ezel wordt rondgedraaid, om de hals hangt en hem in de wijde, open zee doet.

    De vraag die blijft is niet, wie in de gemeente tot struikelen wordt gebracht, maar wie van de mensen en de familie die geloof stellen in Jezus Christus tot struikelen werden gebracht.

    Een andere vraag is wiens geweten moet men volgen? Dat van jezelf? Van de zwakkere broeder of zuster? Van de gemeente? Van de ouderlingen? Van de organisatie en het besturende lichaam?

    Kun jij nu aan de hand van deze Wachttorenstudie een persoonlijke keuze maken?

     

    ZONDAG  31  MEI

    Ik heb nog andere schapen, die niet van deze kooi zijn. - Joh. 10:16.

    De leden van de grote schare maken deel uit van de groep die Jezus zijn "andere schapen" noemt. Zij hopen voor eeuwig in een paradijs op aarde te leven. Ze vertrouwen erop dat Jezus "hen naar bronnen van wateren des levens [zal] leiden" en dat "God elke traan uit hun ogen [zal] wegwissen". Met het oog daarop hebben ze "hun lange gewaden gewassen en ... ze wit gemaakt in het bloed van het Lam" (Openb7: 14, 17). Ze oefenen geloof in Jezus' offer en daarom hebben ze in Gods ogen 'witte gewaden'. Ze worden net als Abraham rechtvaardig verklaard als vrienden van God. Omdat de steeds groter wordende grote schare andere schapen door God als rechtvaardig wordt gezien, kunnen ze bovendien hopen de vernietiging van dit stelsel in de grote verdrukking te overleven (Jak. 2:23-26). Ze kunnen dicht tot Jehovah naderen, en als groep hebben ze het schitterende vooruitzicht Armageddon te overleven. - Jak. 4:8; Openb. 7:15.

    De Wachttoren van 2008 15 januari 5e studieartikel blz. 24 §3, 4.

    BIJKOMEND EN BIJHOREND COMMENTAAR:  het thema van deze Wachttoren is "Waardig gerekend worden om naar bronnen van wateren des levens geleid te worden.

    De leitekst komt uit Openbaring 7: 17 "Het lam ... zal hen weiden en hen naar bronnen van wateren des  levens leiden".

    De  eerste paragraaf begint alweer met een verkeerde voorstelling van zaken. Ik citeer het begin van die §: "Gods Woord noemt de gezalfde christenen die zorg dragen voor Christus' belangen op aarde "de getrouwe en beleidvolle slaaf".

    Nu haal ik die illustratie aan: Mattheüs 24:45. "Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven"?

    En stel voor je zelf vast of Jezus Christus hen zo noemt? of dat hij een vraag stelt?

    Ben ik nu aan het moeilijk doen? Of zijn zij bezig met "een illustratie" te gebruiken om hun zienswijze waar en waarachtig te maken.

    Zij mogen niet vergeten dat wanneer die illustratie op hen van toepassing gebracht wordt, wat doen zij dan met de rest van de illustratie?

    Ik druk de volledige tekst af maar benadruk sommige gedeelten:

    45 Wie is werkelijk de getrouwe en beleidvolle slaaf, die door zijn meester over diens huisknechten is aangesteld om hun te rechter tijd hun voedsel te geven? 46 Gelukkig is die slaaf wanneer zijn meester hem bij zijn aankomst daarmee bezig vindt! 47 Voorwaar, ik zeg U: Hij zal hem aanstellen over al zijn bezittingen.

    48 Maar indien die boze slaaf ooit in zijn hart zou zeggen: ’Mijn meester blijft uit’, 49 en zijn medeslaven zou beginnen te slaan en met de verstokte dronkaards zou eten en drinken, 50 dan zal de meester van die slaaf komen op een dag waarop hij het niet verwacht en op een uur dat hij niet weet, 51 en hij zal hem met de grootste strengheid straffen en hem zijn deel met de huichelaars toewijzen. Daar zal [hij] wenen en knarsetanden.

    Nu ga ik eventjes uit de bol door te wijzen op de veelvuldige keren dat de organisatie en het besturende lichaam de komst van Jezus Christus hebben voorzegd, maar waar hij niet is gekomen zoals zij hebben gezegd en geschreven. 1874, 1914, 1918, 1925, 1940, 1975 en uiteindelijk dat het onwaarschijnlijk zou zijn dat Armageddon in 2000 geen feit zou zijn. (En dan spreek ik alleen nog maar van data).

    Met andere woorden, zij hebben het verwacht, maar het is tot nu toe niet gekomen.

    Hun meester bleef uit.

    En dat die slaaf zijn medeslaven zou beginnen te slaan kan duidelijk gesteld worden doordat zij eisen dat ondanks alles, die medeslaven, HEN moeten gehoorzamen.

    Zij zeggen dat hun Meester reeds is aangekomen, dat Hij nu reeds regeert, dat hij zorgt door bemiddeling van hen voor de richtlijnen via het geestelijk voedsel van de organisatie en het besturende lichaam. (Dat is een hun eigen interpretatie).

    Zij zeggen dat de andere schapen bij al de bezittingen behoren van hun Meester en dat die andere schapen alleen maar redding kunnen verwerven door te gehoorzamen aan "die beleidvolle of boze slaaf".

    Laten wij Jezus Christus zelf aan het Woord in Openbaring 7:13-17. "En een van de oudere personen nam het woord en zei tot mij: „Wie zijn dezen die in de lange witte gewaden gehuld zijn, en waar zijn zij vandaan gekomen?” 14 Daarop zei ik onmiddellijk tot hem: „Mijn heer, gíj weet het.” En hij zei tot mij: „Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen, en zij hebben hun lange gewaden gewassen en hebben ze wit gemaakt in het bloed van het Lam. 15 Daarom zijn zij voor de troon van God; en zij verrichten dag en nacht heilige dienst voor hem in zijn tempel; en Degene die op de troon is gezeten, zal zijn tent over hen uitspreiden. 16 Zij zullen geen honger of dorst meer lijden, ook zal de zon hen niet fel beschijnen noch enige verschroeiende hitte [hen treffen], 17 want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen naar bronnen van wateren des levens leiden. En God zal elke traan uit hun ogen wegwissen.

    Volgens Jezus Christus eigen woorden is de grote schare een redding te beurt gevallen na de grote verdrukking. Zij worden naar wateren des levens geleid na de grote verdrukking.

    En dan zal God elke traan uit hun ogen wegwissen.

     De wateren, of de kennis, die de organisatie en het besturende lichaam aan mensen heeft gegeven is reeds meermalen van samenstelling veranderd. Toch is die kennis volgens hen altijd 'de waarheid' geweest en gebaseerd op de, neen, niet op de bijbel, maar op de "interpretatie" van de bijbel, hun interpretatie.

    Het was dus hun waarheid.

    Nu moet ik toegeven dat, grotendeels, dank zij 'hun waarheid' ik " De Waarheid" heb leren kennen.

    Mogelijk begrijpen wij het verschil met datgene wat Jezus Christus zei in verband met "waarheid".

    Johannes 8:31-32. "Tot de joden dan die hem hadden geloofd, zei Jezus verder: „Indien GIJ in mijn woord blijft, zijt GIJ werkelijk mijn discipelen, 32 en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken".

    Bedankt voor het lezen.

    29-05-2009 om 08:41 geschreven door eleutheros  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 18/04-24/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 31/08-06/09 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!