Hallo beste lezers.
Ik ben Roger Van Goethem, uw gastheer.
Vorig jaar is mijn vierde boek verschenen.
Het boek heeft de veelbelovende tittel
‘Erop en erover’ Het is een verzameling van
ludieke verhalen en kwajongensstreken uit mijn jeugd.
Mijn vorige werken zijn: ‘De trap der wijsheid’, een jeugdroman, ‘Pinkske’ een kinderboekje, en ‘De zevende hemel’ een bikkelharde misdaadroman.
Bompa,zei Eliano met een zéér ernstig gezichtje, er zijn mamas die zeggen dat Sinterklaas niet bestaat.
Wat is dat voor onzin, en wie zegt dat,was mijn eerste reactie.
De mama van Koen en die van Jessy ook,zei hij met een groot vraagteken in zijn blik.
Intussen had ik tijd gehad om na te denken. Eliano zit in de tweede klas en hij kan niet eeuwig in de Sint geloven maar toch wilde ik hem dat geluk niet helemaal afnemen.
Als die mamas dat zeggen, hebben zij ongelijk,zei ik Een paar honderden jaren geleden deelde Sint-Nicolaas reeds geschenken uit aan de arme kinderen. Ja, de Sint was een groot kindervriend, zo groot zelfs dat men hem heilig verklaarde voor al de goede dingen die hij deed.
Weet jij hoe oud een mens kan worden Eliano?
Max, zon honderd jaar bompa?
Juist, zo verging het ook met de eerste Sint. Hij was een mens en stierf op een dag. Maar in de harten van de kinderen stierf hij nooit, daarom kwamen er helper Sinten die zijn werk verder zetten en zo kan
Sinterklaas nu nog honderden jaren later zijn werk nog steeds verder zetten door zijn hulpsinten die jou binnenkort speelgoed brengen.
Eliano knikte begrijpend.
Dan zijn het domme mamas die zeggen dat de Sint niet bestaat.concludeerde hij.
Inderdaad, echt erg domme mamas,zei ik en trok hem stevig tegen mij aan.
Zo ik heb mijn slag thuis gehaald, en Eliano kan weer eventjes verder, of misschien moet hij zich nooit meer afvragen of de Sint nu echt bestaat. Zijn raadsel is opgelost op een softe mannier.
Trouwens volgens mij bestaat de Sint, ik wil mijn kinderhart niet kwijt.
1986, Tot dan, had ik altijd met tweedehands autos gereden.
Ik kan mij geen merk voorstellen of ik heb het gehad. Van een Lada tot een Mercedes, allemaal zijn zij in mijn bezit geweest., De ene was al wat slechter dan de andere. Hoeveel keer ik mij heb laten bedotten, ik kan het niet meer optellen. Mijn eerste auto-tje was een 2pk. 1960, Ik was net achttien jaar geworden en ik had flink wat gespaard. In garage 2009 aan het Schijnpoort, kocht ik mij voor 25.000bef een geitje.
25.000bef was wel wat geld in die tijd, daarvoor kon je in die categorie wagentjes toch al iets degelijks kopen.
Kom hem morgen maar halen,zei de garagist dan laat ik de olie verversen en alles nog eens goed nakijken.
De volgende dag, ik zo fier als een circuspaard, samen met mijn lief, naar de garage. Daar stond het te lonken mijn wiegje, mijn eerste auto. Lang mocht mijn geluk niet duren. Ik had besloten om naar de kust te rijden. Ik reed de Schelde onderdoor. Toen het in de tunnel bergop ging, begon de motor te protesteren. Onervaren als ik was negerde ik het schurend geluid. Vanaf dan werd het lawaai steeds sterker en toen ik zon 30 kilometer met mijn trots had gereden, begaf hij het.
Een plaatselijke garagist stelde vast dat er geen olie meer in de motor zat, zodat de kleppen verbrand en de zuigers vastgelopen waren, wat het einde van de motor betekende.
Wat was er nu gebeurd, de leerjongen die de auto had nagekeken, had de olie afgelaten, maar vergat er nieuwe olie in te doen.
Toen ik bij de garagist ging reclameren, kreeg ik als antwoord.
Luister eens vriendje, ik verkocht u een auto, geen olie!
Ik was nog een snotneus, mijn pa wilde niet meegaan naar de bedrieger, ik werd de pineut mijn auto-tje en mijn spaarcenten was ik kwijt.
Zo leerde ik dat occasiewagens bijna altijd miserie waren en garagisten meestal niet te vertrouwen zijn. Maar wegens geldgebrek bleef ik tweedehands autos kopen, tot 1986.
Mijn eerste nieuwe wagen was een bordeauxrode Opel.
Heel het gezin was er apentrots op.
Na een paar dagen, vond mijn jongste zoon Kevin dat het tijd werd om onze nieuwe glimmerd eens te poetsen.
Mag ik hem wassen papa,vroeg de zesjarige knaap.
Natuurlijk jongen geef hem maar eens een goede beurt,zei ik.
Even later zag ik hem naar buiten lopen met een emmer boordevol schuim. Hij was al meer dan een uur bezig toen ik tegen mijn vrouw zei.
Hij poetst hem wel grondig.
Ja, dat is nieuw het zal later vlug bekoelen.Antwoordde zij.
Na nog enige tijd ging ik toch maar eens kijken.
Mijn haren rezen te bergen toen ik mijn mooie wagen zag.
Aan de onderkant van het koetswerk was de verf haast helemaal verwijderd. Zoonlief schuurde ijverig met staalwol, die hij in de garage gevonden had, over het lakwerk.
Hiermee gaat al het slijk eraf pa,riep hij en trots hield hij de dot staalwol ik de hoogte.
Onlangs heeft Kevin een nieuwe auto gekocht, toevallig ook een Opel.
Ik ging mee om de auto af te halen, een prachtige wagen.
Kevin,zei ik ernstig toen wij er omheen liepen, mag ik de eerste poetsbeurt komen geven?
Alleen als je staalwol hebt pa,antwoordde hij met een knipoog.