Op haar witte hengst galoppeerde zij door het donkere woud.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Enkel een scharlaken paan bedekte haar weke schoot.
Een paar zonnestralen priemde door het hullende lover
en omtoverde haar naakte lichaam in een lichtend fantoom.
In het dorp waren de blinden van de wit gekalkte huizen gesloten.
Over de modderige kasseien hing er een vale, kille nevelsliert.
Niemand waagde één blik naar buiten uit schik voor Fanthoma,
want zij kwam, en wie haar aanschouwd, word door de dood gegrepen.
Thor stond aan de rand van het bos en hoorde het gedaver van Jithas hoeven.
Van tussen de donkere eiken zag hij de schim van de witte hengst opdoemen.
De jongeman werd verblind door de pure schoonheid van de naakte amazone.
Na een teken van Fanthoma sprong Thor achter haar op het briesende paard.
Hij sloot zijn sterke armen rond het middel van de zachte, verlokkelijke fee.
Het gevoel van haar warme lijf ontstak Thor in vuur en verlangende hartstocht.
Op een kussen van mos nam hij haar, zij leidde hem naar hemelse sferen, want
men vond Thor dood, met een gelukzalige glimlach om zijn mond en in zijn hals een gruwelijke snee.
|