Ik ben Elisabeth Dekeijzer, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Elisabeth.
Ik ben een vrouw en woon in Pastorijstraat 362, 3300 Tienen (België) en mijn beroep is zonder.
Ik ben geboren op 22/08/1958 en ben nu dus 66 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, pc.
Ik ben Elisabeth, kom uit een gezin van 9 kinderen.
Ben 48jaar, gehuwd met Gerry (Flyboy), we hebben geen
Kinderen. Heb polio (kinderverlamming), na 40j post polio gekregen.
Ben afhankelijk van een Electrische rolwagen. Heb geen ouders meer.
Mijn
's Morgens al heel vroeg zit Wouter bij Mieke op het bed. Ze oefenen samen het versje dat Mieke op school heeft geleerd. Het is een versje voor moederdag. Als mamma straks wakker wordt, gaan ze het opzeggen.
'Een keer in het jaar mogen moeders niks doen, een keer in het jaar zijn alle moeders blij. Een keer in het jaar krijgen ze de allerdikste zoen, een keer in het jaar zijn alle moeders vrij.'
Wouter vindt het wel moeilijk, maar hij doet heel erg zijn best. 'Waarom zijn de moeders vrij?' vraagt hij. 'De moeders moeten altijd poetsen,' antwoordt Mieke, 'en afwassen en stofzuigen en strijken. Maar vandaag niet. Vandaag doen de vaders en de kinderen alles. 'Maar pappa poets ook,' zegt Wouter. 'En hij wast de borden en de ramen.' Vooral de ramen vindt Wouter altijd heel leuk want dan mag hij meehelpen met de tuinslang. 'Dat is waar,' zegt Mieke, 'maar mamma doet het allermeeste. En strijken kan pappa niet. Hij strijkt alles scheef, zegt mamma.' 'Zullen wij ook poetsen?' stelt Wouter voor. 'Dat is een goed idee,' zegt Mieke. 'Dan is het echt moederdag. We gaan eerst poetsen en daarna maken we ontbijt en dan roepen we mamma en pappa.' Ze gaan heel zachtjes naar beneden, want pappa en mamma mogen niks merken. In de keuken zetten ze eerst twee stoelen voor het aanrecht. Mieke klimt er bovenop. Ze wijst naar de hoek van de keuken en zegt: 'Wouter, geef die grote emmer eens aan.' Wouter sleept de emmer naar de stoelen. Mieke tilt hem in de gootsteen en draait de kraan open. Wouter klautert ook op de stoelen. Ze laten de emmer vollopen en doen er afwasmiddel in. Heel veel, zodat het lekker schuimt. 'Wat gaan we eerst poetsen? vraagt Wouter. 'De keuken,' antwoordt Mieke en ze springt op de grond. Uit het gootsteenkastje pakt ze een grote borstel en een vaatdoek. Ze geeft de vaatdoek aan Wouter. Zelf maakt ze de borstel flink nat en wrijft ermee over de tafel. 'Wat moet ik poetsen?' vraagt Wouter. 'Ik ga eerst borstelen,' zegt Mieke, 'en dan doe jij het met je doekje na.' Wouter dompelt de vaatdoek in de emmer en springt ook van de stoelen. Er valt een grote plens water op de grond. 'Ik ga eerst de vloer poesen,' zegt hij. Wouter gaat op zijn knien zitten en begint over de vloer te vegen. 'Weet je wat,' zegt Mieke, 'we zetten de emmer op de grond. Dan kunnen we nog beter poetsen. Kom Wouter, je moet me helpen.' Samen gaan ze weer op de stoelen staan en beginnen de emmer op te tillen. 'Die is zwaar,' zegt Wouter. Ze moeten flink tillen, maar het lukt. Zet zetten de emmer eerst voorzichtig op de rand van het aanrecht. 'Nou moet de emmer op de stoelen,' zegt Mieke. Ze pakken de emmer weer vast, maar hij is veel te zwaar en gaat helemaal en gaat helemaal scheef. 'Niet doen!' roept Mieke. Wouter laat van schrik los. Mieke kan de emmer niet meer houden en met een enorme klap valt hij op de grond. Al het water stroomt door de keuken. De kinderen kijken met grote ogen naar de vloer die ineens onder het schuim zit. Dan horen ze iemand de trap af stampen. 'Oei!' fluistert Wouter. Met een ruk trekt pappa de keukendeur open en blijft met open mond op de drempel staan. 'Wat gebeurt hier?' roept hij. We poesen,' zegt Wouter. 'Voor moederdag.' 'Zijn jullie nou helemaal gek geworden!' Mieke begint te huilen en roept: 'Alle moeders zijn vrij. Daarom poetsen wij.' 'O nee,' kreunt pappa. 'We ruimen alles op,' snikt Mieke. 'Vooruit, naar de kamer!' schreeuwt pappa boos. De kinderen rennen door het schuim de keuken uit. 'En maak je voeten droog,' roept pappa, 'anders kan ik zo nog een keer beginnen.' In de kamer gaan Wouter en Mieke heel stil op de bank zitten. Na een tijdje komt pappa. 'Ik heb de hele keuken wel drie keer moeten dweilen,' moppert hij. 'Waarom doen jullie zo raar?' 'Voor de moeders,' zegt Wouter. Pappa snapt het, maar hij is nog steeds boos. 'Ja ja,' roept hij, 'en daarom maken jullie er zo'n puinhoop van. Dan kunnen de moeders het opruimen.' 'Maar de vader heeft het toch opgeruimd,' zegt Wouter. Pappa zucht. 'Dat is waar. Laten we nou maar een lekker ontbijt maken voor mamma.' Even later gaan ze in optocht naar boeven. Pappa draagt een blad met thee en broodjes. Mieke mag de suikerpot vasthouden en Wouter het ei. 'Dat is een verrassing!' roept mamma. 'Maar wat was dat toch allemaal voor kabaal?' Pappa kijkt even naar Wouter en Mieke. 'We hebben de keuken een sopje gegeven,' zegt hij. 'Ja,' roept Wouter stralend. 'We hebben gepoetst.' 'Omdat het moederdag is,' roept Mieke en samen met Wouter zegt ze het versje op. Dan vertelt pappa wat de kinderen in de keuken hebben uitgespookt. Mamma moet heel erg lachen en vraagt: 'En wat doen jullie met vaderdag?' 'Heb je dat ook?' vraagt Wouter. 'Nou en of,' zegt pappa. 'Over een paar weken. Dan zijn alle vaders vrij en moet mamma de keuken dweilen. 'O nee,' zegt mamma, 'want ik sluit jullie van tevoren op in je kamer.' 'Echt waar?' vraagt Wouter met een benauwd gezicht. 'Nou en of,' zegt pappa. 'We stoppen jullie in een grote kooi met een emmer met sop. Dan mag je je kooi schoonmaken.' Wouters lip begint te trillen, maar Mieke begint te giechelen. 'Ik wil niet een kooi met sop,' zegt Wouter. 'Gekkie,' zegt Mieke, 'pappa maakt een grapje.' 'Zo is dat,' zegt pappa, 'maar ik wil wel net zo'n versje als jullie voor mamma hebben opgezegd.' Wouter begint meteen.
'Een keer in het jaar mogen vaders niks doen, een keer in het jaar zijn alle vaders blij ...'
Maar verder weet hij het niet meer. Hij rent gauw naar pappa, slaat twee armen om zijn nek en roept: 'Een dikke zoen!'
Mijn Moeder Mijn moeder was een heilige vrouw. - O daar ligt blijdschap in die rouw. - Mijn moeder was heilig rein en zoet Als de melk van haar borst, o mijn moeder was goed . En schoon, schoon oud! Niet een groef in haar wang. Haar ogen al ziel en haar woorden al zang. Je hoorde, je zag haar en vroeg, mijn vriend, Ach jongen waar heb je zo'n moeder verdiend? En toch, je wist nog niet half wat zij deed Uit verborgen zorgen; hoe hard zij streed In de nederigheid van haar weduwsmart, Met een roos op 't gelaat en een doorn in 't hart. Haar kinderen schonk zij het brood uit haar mond Tot het laatste bloed uit haar warme mond Mijn moeder zoete gedachtenis, Beheers wat er goeds in mijn leven is!
Louis heeft een paar dure nieuwe schoenen gekocht . Voor hij naar bed gaat past hij zijn aankoop nog eens. Hij staat voor de spiegel in zijn blootje, met de nieuwe schoenen aan. "Kijk eens wat een prachtige schoenen", zegt hij tegen zijn vrouw. "Zelfs mijn piemel kijkt er vol bewondering naar!". "Nou", merkt zijn vrouw zuur op, "dan had je beter een nieuwe klak gekocht!
Nederlands is voor buitenlanders moeilijk te leren, maar weten we ook waarom?
Nederlands moeilijk te leren?
Na het lezen van onderstaand gedicht is het u vast duidelijk.
Men spreekt van één lot, en verschillende loten, maar 't meervoud van pot is natuurlijk geen poten. Zo zegt men ook altijd één vat en twee vaten, maar zult u ook zeggen: één kat en twee katen? Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik vloog. Maar zeg nu bij wiegen beslist niet: ik woog, want woog is nog altijd afkomstig van wegen, maar is dan 'ik voog' een vervoeging van vegen? Wat hoort er bij 'zoeken'? Jazeker, ik zocht, en zegt u bij vloeken dus logisch: ik vlocht? Welnee, beste mensen, want vlocht komt van vlechten. En toch is ik 'hocht' niet afkomstig van hechten. En bij lopen hoort liep, maar bij kopen geen kiep. En evenmin zegt men bij slopen 'ik sliep'. Want sliep moet u weten, dat komt weer van slapen. Maar fout is natuurlijk 'ik riep' bij het rapen. Want riep komt van roepen. Ik hoop dat u 't weet en dat u die kronkels beslist niet vergeet. Dus: kwam ik u roepen, dan zeg ik 'ik riep'. Nu denkt u: van snoepen, dat wordt dan 'ik sniep'? Alweer mis, mn beste. Maar u weet beslist, dat ried komt van raden, ik denk dat u 't wist. Komt bied dan van baden? Welnee, dat wordt bood. En toch volgt na wieden beslist niet 'ik wood'. 'Ik gaf' hoort bij geven, maar 'ik laf' niet bij leven. Dat is bijna zo dom als 'ik waf' hoort bij weven. Zo zegt men: wij drinken en hebben gedronken. Maar echt niet: wij hinken en hebben gehonken. 't Is moeilijk, maar weet u: van weten komt wist, maar hoort bij vergeten nu logisch vergist? Juist niet, zult u zeggen, dat komt van vergissen. En wat is nu goed? U moet zelf maar beslissen: hoort bij slaan nu: ik sloeg, ik slig, of ik slond? Want bij gaan hoort: ik ging, niet ik goeg of ik gond. En noemt u een mannetjesrat nu een rater? Dat geldt toch alleen bij een kat en een kater. U ziet, onze taal beste dames en heren, is, net als ik zei, best moeilijk te leren!
Twee zestigers praten met elkaar over ouder worden.
Zegt Jan: "Het probleem bij vrouwen, is dat ze weigeren te aanvaarden dat ze ouder worden. Ze gebruiken allerlei trucjes om het te verbergen."
"Gij hebt het bij het rechte eind" zegt Piet.
"Ik ken een middel om hen te ontmaskeren.Als gij wilt weten of uw vrouw hardhorig wordt,ga dan op tien meter van haar vandaan zitten en stel een vraag. Als ze niet antwoordt ga je op vijf meter afstand zitten en stel de vraag opnieuw, dan op twee meter en tenslotte op één meter."
Jan vindt het een schitterend idee en thuis gekomen neemt hij meteen de proef op de som.Terwijl vrouw lief in de tuin de was ophangt,gaat hij op een tiental meter van haar vandaan zitten en vraagt:
"Schat, wat eten we deze middag?"Er komt geen antwoord.Hij verkleint de afstand met ongeveer de helft en stelt de vraag opnieuw:Schat, wat eten we deze middag?"Er komt geen antwoord. Hij komt nog dichterbij zitten en vraagt:"Schat, wat eten we deze middag?" Opnieuw geen antwoord.Hij begrijpt er helemaal niets van, gaat naast haar staan en vraagt luid en klaar: Schat, wat eten we deze middag?"
De vrouw draait zich om, kijkt hem geërgerd aan en antwoordt:"Voor de vierde keer, kip met frieten!"
-Maria,een vrouw uit Nazareth,de moeder van Jezus.-
Maria,wat mij boeit in jou,is je bereidheid om te delen.
Je vindt het zo vanzelfsprekend dat je,je beschikbaar stelt en uitdeelt
met open handen,al wat je hebt,al wat je bent,al wat je kunt.
Maria,wat mij boeit in jou,is je spontane dienstbaarheid.
Je vindt het vanzelfsprekend dat je tijd maakt om te luisteren,
dat je tijd maakt om te helpen,dat je tijd maakt om lief te hebben.
Maria wat mij boeit in jou,is je verwijzing naar God.
Je vindt het zo vanzelfsprekend dat wat je denkt,wat je zegt,
wat je doet,één dankgebed wordt voor de Heer.
(Bron : Okra-bedevaart Lourdes 2006)
--------------------------------
Een echte moeder is een wonderbaar iemand.
Ze is het hart van elk gezin.
de band die allen samenhoudt.
Ze is de verzoening,de vrede,
de vreugde,de veilige haven.
Een echte moeder is in staat tot de onmogelijkste dingen
op het gebiedvan de liefde.
(Bron : Phil Bosmans)
Een interessant adres?
Een interessant adres?
Leeuw - 24 juli t/m 23 augustus
De Leeuw is een sterke persoonlijkheid. Hij beschikt over veel wilskracht. Als hij eenmaal een besluit genomen heeft, dan is hij hier niet gemakkelijk van af te brengen: hij zal blijven proberen zijn doel te bereiken. Hij is een harde werker, die in staat is om anderen te laten doen wat hij wil. Dit kan er echter toe leiden dat hij anderen gaat manipuleren.
Hij staat graag in het middelpunt van de aandacht. Hij heeft daar ook een zekere flair voor, alhoewel dat soms wat misplaatst overkomt. Hij is een gevoelig en warm mens, trots en met zelfrespect. Hij sluit geen compromissen: zijn zelfrespect is voor hem net zo belangrijk als het respect van anderen. Eerlijkheid en openheid staan bij hem voorop.
Tijdens zijn leven kan hij, dankzij zijn persoonlijkheid en zijn harde werken, meermalen in een leiderspositie terecht komen.