Van de paardentram naar de Dampoort tot de Hermelijn naar Flanders Expo
23-11-2007
Op. vervoer Gent (192)
De ontvanger van drie-asser 306 begeeft zich naar de "recette" in het dienstlokaal van de tramstelplaats om er de afrekening van de dagopbrengst te maken, terwijl de geleider het rijtuig via het aangewezen spoor naar de loods voert. (foto: 1966)
De "moeder van alle eindpunten" is sinds de Gentse tramexploitatie op elektrische wijze geschiedt, uiteraard de stelplaats te Gentbrugge. Rijtuigen die na het afwerken van het dagschema naar de loodsen terugkeerden dienden voorzien te zijn van de vermelding "stelplaats" op de rolfilm en dat is tot op heden nog steeds zo...
Links drie-asser 378 in dienst op lijn 37 "Koornmarkt - Sint-Amandsberg". Het rijtuig wacht met gedraaide sleepbeugel tot de 375, die een rit op lijn 3 naar het Heirnisplein verricht, voorbij is gereden, om via het wisselspoor op de Sint-Michielshelling naar rechts uit te wijken. (foto: E.J. Bouwman)
In een dienstbericht voor het ETG-personeel, gedateerd op 16 december 1954, lezen we: "...Bij aankomst voorbij de wissel op de Sint-Michielshelling zal de geleider de handrem stevig sluiten. Als hij op zijn post is op het voorplatform, zal hij met de voetbel de ontvanger verwittigen, waarna deze, na zich goed verzekerd te hebben dat geen rijtuig van lijn 3 in de nabijheid is dat van de Sint-Michielsbrug komt, de handrem op het achterplatform zal lossen en het vertreksein zal geven..." (info via F. Coussens)
Een duidelijk zicht op de rolfilmaanduiding voor lijn 37 "Koornmarkt - Sint-Amandsberg", hier occasioneel gemonteerd in rijtuig 335. (opname uit 1974)
We kunnen de reeks over de diverse eindpunten van de tramlijnen ten tijde van de drie-assers niet afsluiten zonder het ook eens te hebben over de merkwaardige lijn 37. Ze ontstond op 20 december 1954 zonder dat één meter diende te worden aangelegd, vermits ze de combinatie vormde van twee bestaande trajecten, namelijk het gedeelte van lijn 3 tussen de Korenmarkt en de Dampoort en het eindje van lijn 7 tussen de Dampoort en de Verkortingstraat te Sint-Amandsberg. Op de rijtuigen 370-380 werd daartoe een extra aanduiding bij de rolfilms ingevoegd. De band was geel, de letters rood en het lijnnummer stond uitzonderlijk niet links maar in het midden. De reizigers die zich in de ene richting voorbij de Korenmarkt en in de andere voorbij het gemeentehuis van Sint-Amandsberg wilden begeven, dienden zich van een aansluitingsbiljet te voorzien. De lijn was slechts een kortstondig bestaan gegund. Reeds op 27 augustus 1956 werd ze afgeschaft en vervangen door de autobusdienst 37 tussen de Korenmarkt, de Dampoort en de zich snel ontwikkelende wijk "Westveld" te Sint-Amandsberg.
Drie-asser 323 met rolfilmaanduiding "20 Melle" aan het Sint-Pietersstation met één aanhangwagen, klaar voor een rit door de stad langs lijn 2 en verder naar Melle. Op het Maria-Hendrikaplein is het tweede spoor voor de PCC's van lijn 4 reeds aangelegd. (foto: W. Gogaert - herfst 1971)
De terminus aan het Jozefietencollege in Melle. Drie-asser 317 uit de "sécheronreeks" 316-330 aan het uiterste punt van de tramlijn voorbij de tweede wissel van het rangeerspoor. Let ook even op de uitgeklapte stand van de beide zijspiegels. (foto: F. Coussens)
Drie-asser 325 aan de terminus "Arsenaal", ter hoogte van de rangeerwissels tussen de ringspoorweg en de Maurice Verdoncklaan. De ontvanger staat op het punt de sleepbeugel in de richting van Melle te keren. (foto: Bazin - 1956)
De tramlijn naar Melle werd op 26 december 1912 ingereden en droeg aanvankelijk het nummer 10, als verlenging van lijn 1 "Gasmeterlaan - Korenmarkt - Gent-Zuid - Arsenaal". Staduitwaarts gezien liep het traject zonder enige afwijking langs de linkerkant van de Brusselsesteenweg. De infrastructuur bestond uit een enkel spoor met slechts één uitwijkmogelijkheid halverwege, waar de halte toepasselijk de benaming "Kruising" kreeg toebedeeld. Er waren wel uitgebreide rangeersporen te Gentbrugge tussen de ringspoorweg en de Maurice Verdoncklaan en te Melle tussen het brugje over de Gondebeek en het eindspoor aan het college, om het rangeren met meerdere aanhangwagens mogelijk te maken. De lijn was vooral op Gentbrugs grondgebied, maar ook in de dorpskern van Melle regelmatig het toneel van verkeersongevallen, vaak te wijten aan de beperkte zichtbaarheid voor chauffeurs van wagens die zich van uit één der vele zijstraten op de steenweg wilden begeven. Tijdens de aanleg van de Ringvaartbrug omstreeks 1953 werd de lijn omgeleid over een dijk nabij de Scheldeoever. Toen in de jaren dertig een stadslijn het nummer 10 bekwam werd de lijn naar Melle vernummerd tot 20, om precies dezelfde reden als bij de opening, maar nu als verlenging van lijn 2... Berucht waren de "collegetrams", samengesteld uit twee tot drie aanhangwagens, soms getrokken door twee-assers met sterke motoren zoals de 182 en de 202, soms door drie-assers uit de "sécheronreeks" 316-330. Ze hadden als vertrekpunt het Sint-Pietersstation en dwarsten ter hoogte van het Arsenaal de ringspoorweg. Alhoewel in 1973 de bovenleiding nog werd vernieuwd en pas geleverde PCC's rolfilms bezaten met de vermeldingen "20 Arsenaal" en "20 Melle", werd na een ophefmakende afscheidsrit op oudejaarsavond de tramexploitatie toch stopgezet. Vanaf 1 januari 1974 werden bussen ingelegd, die tegelijk verscheidene aanpalende straten bedienden.
Drie-asser 323 tussen de bomen van de Begijnhoflaan, in dienst op lijn 10. Achteraan vermeldt de rolfilm "10 Muidebrug", terwijl aan de sleepbeugel te merken is dat het rijtuig zich in de richting van het station begeeft. Wellicht betreft het hier het deeltraject "10 doorstreept - Rabot" en zal de 323 wat verder de overloopwissel overschrijden (niet zo goed te herkennen) en terugkeren naar de Muidebrug. (foto: E.J. Bouwman)
Terminus van lijn 10 in de bocht tussen de Sassekaai en de Voormuide. Geleider en ontvanger poseren na de jaarwisseling 1973-'74 voor fotograaf F. Coussens. De 347 was één van de zeventien drie-assers die toen nog in reserve werden gehouden voor de dienst op lijn 10, de laatste waarop het reizigersverkeer nog met oude rijtuigen geschiedde.
Drie-asser 342 aan de terminus op het Maria-Hendrikaplein, voorafgegaan door een rijtuig van lijn 4. Let even op de aanduiding "10 doorstreept - Rabot". (Foto: W. Gogaert - 1970, alvorens het tweede spoor ten dienste van de eerste PCC's voor lijn 4 werd gelegd)
Uitzonderlijk aan het lijnnummer 10 is alvast het feit dat het tijdens de ontwikkeling van het Gentse openbaar vervoer niet minder dan drie levens heeft gekend, die niets met elkander te maken hadden. Een eerste ter aanduiding van de lijn naar Melle (zie item 189a), over het tweede wordt zo dadelijk verder gehandeld, het derde als deeltraject "Sint-Pietersstation - Wondelgem-Industrieweg" bij de uitbreiding van lijn 1 naar Evergem op 24 maart 1989... Ook wat betreft de rolfilm valt een merkwaardigheid te vermelden: geen andere lijn had twee kleuren op de band, groen naast het lijnnummer, rood uiterst rechts. Na een kort bestaan van 3 januari 1932 tot 15 november 1933 op het traject Sint-Pietersstation - Muide, werd lijn 10 overgenomen door lijn 9 (zie hoger). Op 2 oktober 1940 kwam lijn 10 weer in voege tussen de Muide en Sint-Pieters, terwijl de verbinding tussen het station en Ledeberg het nummer 9 behield. Behalve het feit dat op 24 mei 1946 de terminus in de Voormuide werd vervangen door het ringspoor langs de Sassekaai (* eveneens van toepassing voor de lijnen 4 en 5), bleef de reisweg langs het Rabot en de Rozemarijnbrug ongewijzigd tot aan de vervanging van de drie-assers door PCC's op 1 april 1974 en zelfs nog lang daarna. Pas op 29 september 1986 versmolten 4 en 10 tot de lijnen 40-43 (Moscou - Gent-Zuid - Korenmarkt - Muide - Rabot - Sint-Pietersstation).
Drie-asser 401 uit de reeks 394-405 met lage zijdelingse beplating en "lanterneau" op het dak, aan de terminus "Arsenaal", in dienst op lijn 9. De rolfilm is klaargezet voor een afreis naar het Sint-Pietersstation.
Drie-asser 376 verlaat de terminus aan het Maria-Hendrikaplein om langs de zuidelijke lanen van de stad, de Sint-Lievensbrug, de Eggermontstraat en de Hoveniersstraat de Brusselsesteenweg en het Arsenaal te bereiken. (foto: H. De Herder - 20 mei 1956)
De nieuwe tramlijn 9 was ontstaan ten gevolge van de sluiting van het Zuidstation op 7 oktober 1928. Op de Sint-Lievenslaan moesten aanvankelijk slechts enkele honderden meters enkel spoor worden gelegd om een kortere verbinding te realiseren tussen Ledeberg en het Sint-Pietersstation, dat plots enorm aan belangrijkheid won. Aan Ledebergse kant bleef de lijn slechts enkele weken beperkt tot het uiteinde van de Hoveniersstraat, want vanaf 16 januari 1929 werd de nieuwe terminus het Arsenaal te Gentbrugge. Na de aanleg van een dubbel spoor op de Coupure Rechts en in de Begijnhoflaan kwam op 16 april 1930 een nieuwe uitbreiding in voege tot aan het Rabot, alwaar gemeenschap was met lijn 1. Op 3 januari 1932 werd lijn 9 echter ingekort tot het traject Arsenaal - Sint-Pietersstation, terwijl het gedeelte naar het Rabot, dat intussen langs de Blaisantvest was doorgetrokken tot aan de Muide, het nummer 10 kreeg. Doch reeds op 16 november 1933 werd lijn 10 afgeschaft en bediende lijn 9 weer de gehele reisweg Arsenaal - Sint-Pietersstation - Rabot - Muide. Dit bleef zo tot lijn 10 definitief in voege kwam op 2 oktober 1940. Tot en met 13 september 1963, de laatste dag van de tramexploitatie, pendelde "de negen" tussen het Arsenaal en Gent-Sint-Pieters.
Drie-asser 301 aan de ingekorte terminus van lijn 8 nabij de samenloop van de Krijgslaan en de Kortrijksesteenweg.
In januari 1960 werden de plannen bekend gemaakt voor de herinrichting van het kruispunt aan "De Sterre" en "...het uitvoeren van belangrijke openbare werken die het verkeer vlotter moeten laten verlopen en de veiligheid van de weggebruiker kunnen verhogen..." Tegelijk werd aangekondigd dat weldra het verkeer op lijn 8 zou geschieden bij middel van een autobus, "...waardoor het mogelijk zal worden de hinderlijke tramsporen uit te breken..." De omgeving van het café werd het eerst aangepakt, maar de tram verdween er slechts gedeeltelijk. De minst omvangrijke stadslijn kende nog een poosje een ingekorte versie tot aan het kruispunt van de Kortrijksesteenweg met de Krijgslaan, waar een overloopwissel was geïnstalleerd.
Drie-asser 385 aan de terminus "In de Sterre". Op de voorgrond is nog het reeds gedeeltelijk uitgebroken enkel spoor van de voormalige NMVB-lijn Gent-Geraardsbergen te zien, die komende van Merelbeke en Zwijnaarde daar het ringspoor van lijn 8 tweemaal dwarste, om vervolgens langs de Voskenslaan en -tunnel naar het Maria-Hendrikaplein te leiden. Verder wordt op deze opname duchtig publiciteit gemaakt voor een befaamde Gentse brouwerij, zowel boven het café als op één der reclamepanelen van het tramrijtuig... (foto: R. Temmerman - 21 februari 1960)
De "gewone" drie-asser 385 verlaat de keerlus aan het Maria-Hendrikaplein en zet koers naar "De Sterre" via de Clementinalaan en de Kortrijksesteenweg. (foto: R. Temmerman)
Het "tonneke", prototype 301 van de Gentse drie-assers, werd in definitieve versie op het net ingezet vanaf eind 1925 en bleef bijna vier deccennia lang een vertrouwd beeld op lijn 8. In tegenstelling tot de 104 drie-assers die tussen 1926 en 1934 in de werkhuizen te Gentbrugge werden samengesteld, had het rijtuig een iets afgeronder voorpaneel, waardoor de plaatsing van rolfilmkasten niet meteen tot de mogelijkheden behoorde. Het trammetje verlaat hier het Maria-Hendrikaplein voor een kort ritje naar "De Sterre". (foto: R. Temmerman - 1962)
Reeds vanaf 16 januari 1913, enkele maanden voor de opening van de Wereldtentoonstelling, werd een nieuwe tramlijn ingereden tussen het Sint-Pietersstation en "De Sterre" langs de Kortrijksesteenweg, waar zich de hoofdingang bevond. Rijtuigen "type Expo" van de lijnen 4 en 7 namen er toen dit korte eindje bij. Van een lijnnummer 8 aldaar was voor het eerst sprake op 26 april 1922. De reisweg werd op 9 december 1923 uitgebreid met een nieuw gedeelte tussen het met Pasen 1923 in gebruik gestelde ringspoor rond het Maria-Hendrikaplein en de Rozemarijnbrug langs de Albert-, Groot-Brittannië- en Martelaarslanen. een historische verlenging van lijn 8... Door de openstelling van de nieuwe Rozemarijnbrug voor alle verkeer op 21 december 1925, werd lijn 2 staduitwaarts verlengd tot aan het Sint-Pietersstation, inclusief het traject naar "De Sterre", waardoor het nummer 8 een poos uit de circulatie verdween. Dat bleef zo tot 12 augustus 1928, toen lijn 2 op haar beurt werd beperkt tot "Arsenaal - Sint-Pieters". De 8 werd heringevoerd tussen het station en "De Sterre" en die toestand bleef gehandhaafd tot 19 augustus 1962, de laatste dag van de tramexploitatie aldaar. Door de korte reisweg was nergens een overloopwissel voorhanden. Een voordeel voor het trampersoneel was dan weer dat ze "eindeloos" rondjes konden rijden, dank zij het ringspoor aan elk eindpunt...
Twee drie-assers van het type "sécheron" waaronder de 322, aan het uiteinde van het enkel spoor naast de berm van de spoorlijn Gent-Antwerpen. Links de "barakskes" in de Motorstraat, noodwoningen die na de oorlog werden opgericht. "Tijd zat", vermits de trammannen lustig zitten te keuvelen... (foto: E.J. Bouwman - winter 1961)
Terminus van lijn 7 op de Antwerpsesteenweg ter hoogte van de Verkortingstraat te Sint-Amandsberg. Alhoewel het hier om een deeltraject ging werd het cijfer 7 toch niet met een rode lijn doorstreept. Het rijtuig staat klaar voor een nieuwe reis naar het Sint-Pietersstation via de Dampoort, Sint-Jacobs, het Van Arteveldeplein, Gent-Zuid en de Heuvelpoort. (foto: R. Temmerman - 16 juli 1963)
De terminus van lijn 7 op het Maria-Hendrikaplein. Drie-asser 320 met rolfilm in de stand "7 Sint-Amandsberg" sluit aan bij motorwagen 354 in dienst op lijn 4. Terwijl "de vier" het traditionele succes bij de reizigers ondergaat wachten de soldaat en zijn meisje nog even om in het rijtuig van lijn 7 te stappen. (foto: "Koninklijke Belgische Vereniging der Vrienden van het Spoor" - 12 september 1959)
In een eerder rubriekje werd reeds melding gemaakt van een nieuwe dienst voor lijn 7 vanaf 16 juli 1922 tussen Sint-Amandsberg en de drie stations Dampoort, Gent-Zuid en Gent-Sint-Pieters. De terminus bleef voorlopig de wissel aan de Verkortingstraat, waar het spoor gemeenschappelijk werd uitgebaat met de stoomtram naar Lochristi. In 1932 werd de lijn via de Grondwetlaan en de Hogeweg verlengd tot onder de spoorwegviaduct, waar de eigen bedding eindigde vlakbij de Motorstraat. Het was het sluitstuk van een hele gamma netuitbreidingen tussen 1920 en 1932. Als een rode draad doorheen het bestaan van deze tramlijn liepen de problemen met de Lousbergbrug, die ofwel al te vaak moest geopend moest ten behoeve van de drukke scheepvaart aldaar, ofwel om de haverklap moest hersteld worden. Bovendien werd ze tijdens de Tweede Wereldoorlog tweemaal venield. Tijdelijke omleidingen onder de benaming "7 doorstreept" en zelfs een oorlogslijn 17 moesten trachten in die onderbrekingen te verhelpen. Toen de Nieuwe Bosbrug in november 1963 was heraangelegd, waren daar geen tramsporen meer op aangebracht. De lijn werd toen al een tijdje omgeleid langs lijn 5 tussen het Van Arteveldeplein en Sint-Jacobs en lijn 3 langs Steendam en Dampoortstraat, waardoor het traject op de Kasteellaan het eerst definitief werd verlaten. Lijn 7 was in die zin uniek, dat ze in twee fasen werd vervangen door een autobusdienst: eerst gedeeltelijk vanaf 1 januari 1964, toen bussen en trams elkaar afwisselden of een licht afwijkende reisweg volgden, uiteindelijk volledig vanaf 1 juli dat jaar.
Drie-asser 340 rechts in beeld draagt op het zijpaneel een plaatje van lijn 4, terwijl de rolfilm "6 Meulestede" aanduidt. Het rijtuig bevindt zich in de Voormuide en zal over de Muidebrug rijden om er vervolgens ook lijn 6 te doorlopen. (foto: R. Temmerman - 21 februari 1960)
In een dienstbericht van 5 oktober 1957 voor het ETG-personeel lezen we: "...De rijtuigen van lijn 4 zullen insgelijks lijn 6 bedienen. Tot 9 uur zullen dierijtuigen om de beurt tot de Muidebrug en de Meulestedebrug rijden. De rolfilms zullen in de avonddienst vanaf de Sint-Niklaasstraat de vermelding "Meulestede" dragen..."
Drie-asser 386 aan de terminus van lijn 6 op het Redersplein. Alle huizen in beeld zijn reeds geruime tijd gesloopt. Links het tramhuisje dat aldaar in het begin van de jaren twintig werd opgericht. Een dergelijk type verscheen ook aan "De Sterre", de Heuvelpoort en Bijlokehof.
Drie-asser 325 met aanhangwagen uit de reeks 65-72 geparkeerd op het Emiel Braunplein, richting Klein Turkije, klaar om de rit langs lijn 4 naar het Sint-Pietersstation aan te vangen. Foto uit 1958, kort voor de afbraak van de huizenrij. Rechts een gedeelte van het belfort.
NOG VEEL MEER OVER HET GENTSE OPENBAAR VERVOER!!!
Bekijk ook het blog "MIVG" van Dany !!!! ________________________________________