Het is 1 november vandaag, vroeger was het dan in België al bitter koud of mistig en triestig, maar dit jaar is dit blijkbaar niet het geval. Hier in Granada ook niet, de zon staat ongesluierd te schijnen op ons terras. We verkennen vandaag de stad. Er is een bushalte op 400m. We stappen er op en vliegen er al meteen weer af. We moeten een mondmasker dragen. Ze zijn streng, de Spaanse buschauffeurs.
We willen wat door de stad struinen, een kijkje nemen in de oude stad, een terrasje doen... Wat we zeker niet mogen vergeten is naar het treinstation te gaan om te informeren naar de mogelijkheden om terug in Frankrijk te geraken. We nemen ons voor om dit eerst te doen. Hadden we dat maar niet gedaan. De madame Renfe legt ons uit dat de enige trein die we mét onze fietsen kunnen nemen, de trein naar Almeria is. Alle andere treinen, geen fietsen toegelaten, tenzij we ze inpakken (voorwiel er uit, pedalen er af, stuur gedraaid) . Woeps, dat komt aan. Het werpt een schaduw over deze zonnige feestdag en we lopen wat doelloos rond, ons suf piekerend hoe we dat gaan oplossen. We kunnen toch niet terug fiétsen ?!?
Granada is druk, er wordt nogal wat geflaneerd door de straten. Merkwaardig is ook dat de winkels open zijn. Hier en daar komen we een mooi oud gebouw tegen, meestal een kerk en er zijn ontzettend veel kleine steegjes, autovrij, volgestouwd met terrasstoelen van kleine cafeetjes. En die terrassen zitten goed vol, jong en oud met de klaterende Spaanse mondjes die nooit stilstaan. Hoe bestaat het dat die mensen zo kunnen tateren ? We eten een ijsje en besluiten om te voet terug te stappen naar het appartement. Het levert me 10.000 stappen op.
Geert prepareert een spaghettisaus die we opeten met rijst. Lekker ! Ondertussen probeer ik te puzzelen om met de trein toch terug naar het noorden te geraken. De trein naar Almeria brengt ons 60 kilometers ver (als we onderweg uitstappen). Verder geraken we die dag niet. De volgende dag kunnen we regionaal twee uurtjes treinen en zijn we 100 km verder. Alle beetjes helpen!! Hoe verder naar het noorden, hoe beter het lukt. Uiteindelijk zullen we 5 à 6 dagen onderweg zijn om terug in Ansignan te geraken. Dat moet dan maar. Geert maakt zich boos en zegt dat hij nooooit meer naar Spanje komt om te fietsen. Tja, dat waren we eigenlijk niet van plan.
We gaan maar vlug slapen. Morgen ga ik met het openbaar vervoer naar de luchthaven van Granada. We hebben een autootje gehuurd voor één dag en zullen naar Motril gaan aan zee en daarna misschien ook nog (onder voorbehoud van tijd en goesting) naar Frigiliana, het dorpje waar Boef vandaan komt, de hond die Marnix Peeters druk beschreven heeft in De Morgen. Zijn vrouw heeft er een boekje over geschreven en het lijkt me leuk om daar eens te gaan rondsnuffelen.
|