Inhoud blog
  • Inpakdag
  • een laatste keer de bergen in
  • torre del mar
  • dry rafting
  • apentoerentocht
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek
  • Goedemiddag
  • OOk nog de Beste wensen voor 2024
  • Hallo
  • Een goede midweek middag en avond
  • Goedemorgen

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    de hort op

    20-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.20 april rust-roest-dag

    een rustdag in het familiehotel

    bankautomaat gevonden die niet vreet maar geeft

    wandelingetje gemaakt langs overstroomde gebieden

    regen beloofd, zon gekregen, die Spanjaarden toch

    20-04-2019 om 17:10 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    19-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.19 april un día de calamidades pequeños en la sierra de Gudád

    Allepoes (volgens sommigen onder jullie) ontwaakt uit zijn nachtelijke festiviteiten en wij evenzo.  De kerkklok slaat 9 uur, tijd om te gaan ontbijten in de bar om de hoek. De cafébazin is razend enthousiast over de vorige nacht, niet omwille van het feest, maar omdat het zo overvloedig geregend heeft.  De rivier beneden is er ook vol van. Wij zijn blij, wat er vannacht uitgevallen is kan vandaag niet meer vallen.  En de troosteloze droge beddingen van al die lekkere riviertjes liggen nu gezwollen te roetsjen en te klateren, het rode stof wordt omwoeld en weggespoeld en morgen is de hele montana hier frisgroen.

    Wij verkassen vandaag van Allepuz naar La Virgen de Vega, een kleine 20 kilometer verder. Het is ons enkel te doen om een bed te vinden voor de volgende nachten, want in de hostal van vandaag is alles bezet. Bovendien hebben ze heel veel regen beloofd en met deze temperaturen is dat geen pretje op de fiets.  We kleden ons navenant en toeteren de aftocht.

    Vandaag verlaten we de fietsroute van Benjaminse. Die loopt naar Teruel, en van daar verder naar het zuiden, of langs de Via Verde naar Valencia.  In Teruel is er helaas geen overnachting mogelijk en dus hebben we besloten een stuk af te knoezen en binnendoor naar de Via Verde te fietsen.  Maar eerst gaan we tijdens de Paasdagen onderduiken en afwachten tot het slechte weer voorbij is. Dat is ten vroegste volgende dinsdag. Dat is niet leuk, maar we overleven het wel.

    Voorlopig regent het niet. Maar het waait wel.  Die olijkerd van een wind krijgt meer en meer gemene trekjes en pakt ons met rukwinden van 80 km/u onverhoeds in de linkerflank. We komen in de Sierra de Gudád, een natuurgebied waar ook geskied wordt in de winter. Dorpjes zijn er amper, we zien Gudád liggen hoog in de bergwand en zijn blij dat we daar niet naar toe moeten via het smalle steile weggetje. Overal pijnbomen en beneden het woeste riviertje.  Koeien langs de rivier, waarschijnlijk ook blij met het sappige gras, staan gretig te grazen.

    Ik rijd op kop en weet niet wat er gebeurd is, maar plots wordt mijn fiets onderuit geslagen en duikel ik het asfalt op.  Loeiende pijn in mijn linker knie en mijn rechter dij. Geroep en gedonder achter mij, dat er toch veel plaats is naast de kant van de weg en dat ik beter moet oppassen, maar eerlijk, ik ben niet zelf naast de baan gaan rijden, het is de wind geweest.  De menselijke storm gaat vlug liggen, bezorgdheid neemt de overhand.  Ik kan voorlopig niet stilstaan, moet rondstappen om de pijn de baas te kunnen.  Dat asfalt is ook zo grof gelegd ! We meten de schade op : schaafwonden die aan het bloeden zijn gegaan, maar verder wel in orde.  Fiets en kar worden overeind getrokken, ook daar is het niet zo erg. Gelukkig maar.

    Aanvankelijk durf ik niet meer te fietsen, de wind is helemaal niet gaan liggen, dus wat eens gebeurd is kan nog een keer toeslaan.  Geert dus op mijn fiets en ik te voet verder met zijn fiets aan de hand, maar de ratio wint het toch van de schrik en we doen terug gewoon verder. Van de natuur kan ik nu niet veel genieten en ik ben dolblij als we het hotel vinden. We krijgen een mooie grote kamer en bij het zien van de bloedende knie ook ontsmettingsmiddel en gaasjes. Het zal helen met tijd en boterhammen zou mijn moeder zeggen.

    Het hotelbed nodigt uit om te bekomen van deze calamiteit en we proberen wat te slapen.  Ik bedenk nog dat ik beter mijn volleyknielappen had meegebracht, die nodigen meer uit om elegant te vallen.

    We besluiten om toch nog eens buiten te gaan op zoek naar een winkel en een bankautomaat.  La Virgen de Vega is een eigenaardig dorpje dat eigenlijk geen echt dorpje is maar een wintersportoord. Het heeft geen dorpskern, geen kerk, maar het staat volgebouwd met hotels en appartementen. Niet zo ver hiervandaan is een echt dorpje : Alcala del Selva, wellicht vinden we daar wat we zoeken.  Het is een drietal kilometers stappen, nog steeds geen regen, dus we wagen het er op.

    Mooi, authentiek dorpje zoals we ze hier gewend zijn, maar weinig volk op straat, het is amper zeven graden. We vinden een bankautomaat 'Caja Rural' en Geert geeft zijn kaart prijs aan de machine.  Letterlijk dus.  Machine denkt : gegeven is gegeven, dit krijg je niet terug. Er komt geen geld, er komt geen kaart.  We drukken op alle knopjes.  Machine says no. Groene oogjes trekken naar ons, dat wel, maar geen geld.  De bank is niet open, morgen niet, zondag niet, maandag niet.  We vragen in een bar of de man van de bank thuis is vandaag en of hij in het dorpje woont.  Neen, hij woont een dorp verder en hij komt pas volgende week even langs. Dan zit er ons niets anders op dan met het weinige cash geld dat we nog hebben verder te boeren en onze kaart te blokkeren.  En zonder boodschappen terug naar huis te gaan.  Een beetje op rantsoen te leven misschien.  We zien wel.  We zitten hier in half pension, dus echt verhongeren zullen we allicht niet doen.  Maar het lijkt wel een beetje op vrijdag de dertiende vandaag. Als er op de terugweg een dikke tak afkraakt van een populier en bijna op ons hoofd terechtkomt, beginnen we schier in het noodlot te geloven.  De zwarte hond met de grote tanden en zijn zielige medebroeder die zich achter hem met wilde blik verschanst hangen gelukkig (voor ons toch) aan een ketting die net te kort is voor hun moorddadige plannen. En de garage waar onze fietsen staan valt net niet toe als Geert er binnen gaat om nog wat kleren te gaan halen.  De badkuip is niet glad en de poten van de zetels staan vast. De stopcontacten hebben aarding. 

    Hebben wij effe geluk!

    19-04-2019 om 21:48 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    18-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 april gisteren dierendag, vandaag het koude Patagonië

    De rustieke bedden van hostal Julian zijn goed meegevallen, geen tegenliggers op onze nachtelijke weg naar het toilet en een degelijk ontbijt, zo begint onze wandeldag vanuit Iglesuela del Cid.  We hebben afgesproken met Piet en Mathieu in hun hotel, daar zal Raquel staan met haar autootje en ons vervoeren naar het dorpje in kwestie.  Raquel is van de streek en vertelt dat er 3.500 inwoners zijn in heel de streek van Maestrazgo.  Dat is zo futiel weinig aan mensen en zo overweldigend veel aan natuur, we kunnen ons dat moeilijk voorstellen.

    Vanuit Iglesuela del Cid kunnen we twee bewegwijzerde lussen maken, een van tien kilometers en een van vijf.  Verstandig, zo denken we, om te beginnen met die van tien, dan is het grootste deel al van de baan. Vol verwachting hebben we onze dierenspotogen opgezet.  Mathieu moet nog even zijn kompas gebruiken om het dorpje in de goede richting te verlaten, maar hij is de handleiding vergeten lezen en het Zuidoosten ligt langs alle kanten.  Dan maar een levend kompas opzoeken (werkende tuinman) en we zijn op weg. De eerste merkwaardigheid die we tegenkomen is een ronde stenen hut, gebouwd zonder specie, gewoon stenen op elkaar gestapeld, met een rond puntdak. Een wonder dat dat niet instort.  Prachtig stulpje ! We zullen er zo verschillende tegenkomen.  Evenzo stenen muurtjes (dry walls) : gestapelde muurtjes met horizontale platte stenen en daarop terug platte stenen, maar dan vertikaal, als dominostenen rechtop.  Ik zeg nu wel stenen, maar dat zijn nogal plakkaten, en die muurtjes lopen kilometers ver en altijd maar verder en boorden zo stukken land af en doorgangen voor grazende schapen.  Ik vind het nogal een omslachtig systeem, want hoeveel werkuren er daar inzitten, ik durf dat niet uitrekenen.  Maar het is hier de gewone manier van doen en het is een uniek mooi zicht. De eerste beesten die we tegenkomen (achter zo'n muralla) zijn vier witte paarden. We wanen ons onmiddellijk in een ridderlijk verleden, maar ik bespaar u de fantastische rijmelarijen die in me op komen.

    In de lucht hangen lammergieren. Met hun spanwijdte van 2m40 domineren ze het zwerk (dat woord wordt me aangedragen door wittepaardenprins Geert, ahum), al zien we even later ook een arend.  De lammergieren zijn de plaatselijke reinigingsdienst, de arenden zijn de moorddadige rovers. We hinken vrolijk verder, het tempo ligt niet al te hoog, maar dat ligt niet aan de gemiddelde leeftijd. Het is eerder het zwalpgedrag van de kaartlezer dat hier verantwoordelijk voor is. Hij kan er zelf best om lachen.

    Een koe komt ons tegemoet in de verte.  Zoals gezegd is de doorgang tussen de muurtjes smal, wat gaat dat beest doen met die rare snuiters ? Ze is niet alleen, boer en hond zijn er ook bij, en nog zeven zusters, één broer.  De boer doet teken dat we nader moeten komen.  Zijn beesten doen niets, ze kijken alleen (dom). Ja, dat is waar, ze kijken saffraansgewijs en zelfs de broer lijkt niet van plan om zijn zeven zusters te beschermen.  Alleen de hond (hondje) is wild en weg van ons, maar nog meer van de koeien die hij moet hoeden door ze in de poten te bijten en luid te keffen. De boer lacht zijn tanden bloot.  Sociale contacten zijn hier kostbaar.

    We picknicken op het pleintje van het dorp. Er was een frisse dag beloofd, maar het is toch lekker in het zonnetje.  Een man, kort van was, maar sterk van poep en benen loopt rond in het dorp.  We denken dat het de postbode is, hij draagt pakketjes. Maar hoe ongestructureerd doet die man dat ? Hij loopt een straat in en dan weer uit, volgende straat in en uit, de eerste weer in. Dan komt hij van de andere kant, weer dezelfde straat in.  En alles met een brede glimlach en pakketjes onder de arm. Hij slaat een praatje met elke mens die hij tegenkomt.  Is het dan de burgemeester misschien ? De organisator van de processie van de semana santa ? Hij verdwijnt even, we zien hem uit een winkel komen met een volledige ham, pakketjes nog onder de arm. Ham in de geparkeerde auto, straat in en uit.  Pakketjes nog steeds onder de arm. Kinderen spreken hem aan.  Hij begint druk te bellen. Kruipt onder een wegversperring. Verse beton gegoten door de wegwerkers en een seconde later staat de voetafdruk van de man diep in het beton.  Dit begint op onze lachspieren te werken, we kunnen dit niet thuisbrengen en het wordt steeds vreemder.  Nog één keer verschijnt hij, stampend met zijn ene voet die vol beton hangt, nog steeds dat vreemde pakketje onder de arm. Dan zien we dat hij ook een soort meter vast heeft. 'Die moet vast de radio-activiteit meten in het dorp', zegt Geert droog. Het is een puzzel zonder oplossing, we komen het niet te weten.  Even plots als hij verscheen, is hij ook weer verdwenen.

    We doen nog de tweede lus van 5 kilometers, dat is een klauterwandeling.  En daar zien we plots een familie steenbokken. Opgeschrikt door ons getater schieten ze schichtig in het struikgewas. Geert wordt er helemaal gek van, wil een fotootje nemen, maar vindt natuurlijk het juiste knopje niet op zijn smartphone. Even later zien we ze weer, langs de rotsen, op de smalle richels, daar waar geen mens hen achterna durft. Onze verwachtingen zijn ruim ingelost, zowel de lammergieren als de steenbokken hebben zich laten zien. We drinken nog een glaasje fris in de plaatselijke kroeg.  Kaartende mannen.

    Raquel komt ons terug ophalen, dit was een geslaagde wandeldag, een leuk intermezzo, ik voel het aan mijn stijve kuitspieren de volgende dag.

    In de Maestrazgo wordt er veel aan mountainbiken gedaan.  We zien het de volgende morgen aan het ontbijt.  Een tiental niet meer zo jonge mountainbikers logeren ook bij Julian en staan op het punt om te vertrekken.  Moedige fietsers, zonder batterij, en dat op die leeftijd.  Later zullen we zien dat Fortanete, een klein dorpje dat we passeren, zichzelf het centrum van deze mountainbikestreek noemt.

    Het tafelkleed heeft hier in een heel slechte droogkast gezeten want de kreukels zijn hier op zijn ergst, dit is het moeilijkste stuk van de fietstocht en we gaan het hoogste punt (van de tocht) bereiken. Dat ligt op 1700m. Het is ronduit koud en er is regen voorspeld in de namiddag.  Laten we er dus maar vlug aan beginnen.

    Cantavieja (zelf een adelaarsnest) ligt op 1100 m en we zijn het dorpje nog niet uit of het begint al onmiddellijk te klimmen. Nijdig in het begin, maar stilaan wat genadiger.  Of hebben we tijd nodig om het juiste ritme te vinden ?  We winnen snel in hoogte en hebben een mooi uitzicht over het dal dat zich in dennenbomen hult.  Ik heb een boerderij, die hoog tegen de flank staat, in het vizier, als ik me kan focussen op een doel lijkt het beter te gaan. De boerderij (met koeien die kouwelijk staan te kijken) wordt veroverd, bocht naar links, het blijft klimmen. We zitten nu tussen de pijnbomen, het zicht op de vallei is verdwenen.  Weer die focus op een verkeersbord, een bocht, om het even wat. De top ligt op 1657 m, Puerto de Cuarto Pelado, we bereiken hem naar mijn aanvoelen redelijk vlot.  Batterij en ik zijn tevreden, we hebben nog wat over.  Er volgt een afdaling over 9 kilometer naar het dorpje Fortanete, waar we doorvlammen (nou ja) en dan moeten we onmiddellijk terug beginnen klimmen naar de Puerto de Villarroya, de topperdetop.

    Ik vind dat we van veel geluk mogen spreken, de regen laat het voorlopig afweten en de wind die erg fel is vandaag, blaast ons vooruit. Het landschap is weer anders, we zitten tussen de weiden, golvend en buitelend, glooiend, zich plooiend.  Het is hier mooi.  Wolken sluieren met ons mee. De wind doet wat hij kan en wij ook. Er staat een bord langs de kant van de weg met de coördinaten van de col. Dat moet op de foto van Geert.  Niet dat die foto ooit boven zal komen, maar ik vermoed dat hij het naar Thomas zal sturen.  Die heeft net de Ronde van Vlaanderen gereden en de vader-zoonclash is nooit ver weg, zij het ieder op zijn niveau.

    De klim transformeert van rechttoe rechtaan naar haarspeldbochtenfestijn.  Weet U wat dat betekent ? Ik ondertussen al wel. Beetje op de tanden bijten, mezelf toespreken, de batterij een bemoedigend klopje geven, paard en kar rijden over de streep, het hoogste punt is bereikt. Maar wat is het hier koud en hoe waait de wind hier nog veel krachtiger dan voorheen. Wat nu volgt is van een duizelingwekkende schoonheid.  We hebben zicht op dicht en ver, en ook nog verder dan ver.  De naburige bergen liggen aan de einder en onder ons strekt zich een ruig berglandschap uit met nog dieper een brede vallei. De afdaling is al even duizelingwekkend. El Falco schiet me voorbij, ik trek geregeld mijn remmen toe. Er moet niet veel gebeuren om hier te vallen, vooral omdat de wind nu tegendraads aan onze flanken rukt. Er is geen huis, geen dorp te zien.  Desolaat en indrukwekkend, zo is het hier.  Moest iemand me zeggen dat we in Patagonië zijn, ik zou het kunnen geloven.

    Plots staan er koeien en een kudde schapen.  Ze staan dicht bij elkaar en vragen zich af waar de lente gebleven is.  Een herder met een rode pet zit er bij. Zijn hond, nerveus, loopt heen en weer.  Waarschijnlijk zijn wij hét spektakel van de dag voor deze mens en zijn dieren.

    Nog één klim(metje) hebben we te goed vanuit het kleine dorpje Villarroya de los Pinares.  Naar de Puerto de Sollavientos op 1507 m. Vientos is alleszins goed gekozen voor deze col, want de wind wakkert steeds aan en we hoeven ons stuur hier niet te lossen of we belanden met fiets en kar in de gracht. Ons eindpunt is Allepuz, nog enkele kilometers te gaan. We logeren in een kleine hostal en Geert ontdekt dat er vanavond feest is in het dorp aan de kerk.  Wij logeren onder de kerktoren, dus dat belooft aan Spaanse vrolijkheid en nachtelijke frivoliteiten.  Geert oefent zich alvast in zich kwaad maken.

    18-04-2019 om 21:23 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    16-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16 april Pieter en Mathieu komen in beeld

    Nog steeds in mijn maliënkolder lig ik te wachten op de duisternis, want dan gaan de musulmanes beginnen eten.  De zon is onwillig om onder te gaan, gefascineerd als ze is door het spektakel dat zich onder haar priemende stralen afspeelt, maar moet zich toch gewonnen geven en maakt plaats voor duizend schitterende sterren.  De maan heeft zich voor zevenentwintig achtentwintigste verstopt achter een zwarte bol. Ze gluurt besmuikt van achter het hoekje. Hoe gaat dit aflopen ? Een nachtraaf heeft zich op mijn ijzeren maatpak gezet en speurt met zijn grote bolle ogen naar enige beweging. Hij krast de stand van zaken in mijn zwakke oren.  Daar, vanuit de diepe duisternis, komt een vreemd geklop in onze richting.  'Klop en prot en klop en prot en klop en prot....' zo klinkt het.  'Wat is dat', fluister ik tot de kraai.  'Het is een tweekoppig monster met een dikke buidelbuik', krast de kraai, 'het huppelt als een paard en lijdt aan onbedwingbare flatulentie.'  Onzichtbaar komt het ding onze kant op. 'Klop en prot en klop en prot...psst, waar ligt gij met uw maliënkolder ?'  'Hier,' krast de kraai, 'allen hierheen'.  Het is Geert, o wonder , die is teruggekeerd op een houten stokpaard, aangezien zijn eigen paard onberijdbaar is geworden door de schokkende gebeurtenis van deze namiddag.  Hij heeft zijn buik volgevreten met ensalada's en rauwe ajuin en is op reddingsmissie.  Welaan,komaan, roep ik hem toe, het wordt me te machtig warempel. Jahoe, jahoe, schalt hij gedempt en in één lange ruk trekt hij mij met maliënkolder en al uit het bos en van de flank. Doek toe.

    We verlaten het pittoreske stadje langs de toegangspoort Torre Mateo richting Forcall. Heel tevreden over het hotel en de factuur, goed gegeten, goed geslapen, windvestje aan, daar vliegen we weer, het dal tegemoet. Het is hier de woeste, ongetemde streek van de Maestrazgo, onbekend berggebied met een ruige schoonheid.  Hier kan de mens niks beginnen, tenzij...varkens kweken. De varkenshouderijen zijn hier niet te tellen, je ruikt ze al van ver, camions rijden op en aan, de varkenssnoetjes steken tussen de laadbakken uit.  Dit is hier de holocaust voor al die varkentjes : vetmesten, deporteren en slachten, zo zit het leven van een varken in elkaar.  De ham is lekker, we zeggen er niet nee tegen. 

    Het gaat goed vooruit, maar we weten dat er ook nog klimmen op het dagprogramma staat, want Cantavieja, waar we naartoe rijden, ligt op 1100 m hoogte. Dat is geen kattepis. Weinig bloemen langs de kant van de weg, het is te droog en te stenig.  Alleen een paar klaprozen geven zich niet gewonnen, ze staan wankel te fladderen met hun voeten in de rode aarde. We moeten tot in het dal wachten om wat meer groen te zien. Maar na het dal volgt weer een klim, zo gaat dat hier nu eenmaal in het land van het gekreukt tafelkleed. We zien een herder met zijn kudde, hij zwaait naar ons.  We klimmen geleidelijk en houden halt bij het dorpje Mirambel, een van de mooiste dorpjes van Spanje.  Zo staat het hier beschreven.  Het is mooi, maar niet gezellig.  We vinden geen bar, er loopt maar weinig volk rond en er lijkt niemand te wonen in de opgeknapte huisjes.  Wat steriel, zo zou ik het noemen. Toch vinden we een mooi plekje in de zon aan de kerk van het dorpje om te picknicken.  We hebben een bol geitekaas gekocht en een pâte de fruits (volgens mij te lang gekookte confituur) en een stokbrood en de combinatie van die drie is superlekker.  Meer hoeft dat niet te zijn.

    Na Mirambel klimt de weg continu verder richting Cantavieja, dat voor onze ogen oprijst hoog boven op een rotsmassief.  Het lijken de cliffs of Dover, maar dan niet wit en zonder zee. Het is een machtig prachtig zicht, het ziet er ook wat gevaarlijk uit en riskant, want wat als die rotsen zouden beginnen afbrokkelen ?  De huizen zouden vijftig, misschien honderd meter naar beneden storten. Dat lijkt me iets om niet aan te denken als je 's nachts in bed ligt op twee meter van de afgrond. Of als je kinderen buiten willen spelen en zich vergissen van deur. Voor ons is het nu alle hens aan dek, we moeten die kliffen ook op geraken.  De weg draait in één grote bocht naar boven, steil en zonder mededogen, maar hoe hoger we geraken hoe mooier het uitzicht wordt.  We zien de baan diep onder ons als een grijze lange sok die achteloos neergegooid is. En rondom ons de bergen, met hun vaalgroene, nog niet ontloken wintervacht en daarop plukken donkergroene kroeskoppen van bomen en struiken. Al is het hoog, het is er ook lekker warm en we zoeken een plekje op een terras om iets te drinken en ons verblijf te zoeken via mijn smartphone.  Casa rural Sara heet het en ik heb het vier weken geleden geboekt, toen we wisten dat ook Pieter en Mathieu er zouden verblijven.  Casa Sara, we zien het opschrift niet ver van ons terras, maar het lijkt een bouwwerf.  Ik vraag het aan het barmeisje : 'neenee', zegt ze, 'casa Sara is tijdelijk gesloten, er zijn verbouwingen bezig'.  Uch, verbouwingen, maar ik heb toch gereserveerd ? Opzoekwerk, google maps erbij.  Casa Sara, toch de casa die ik geboekt heb, blijkt in Roemenië te liggen.  Ik heb me compleet vergist bij de boeking. In mijn schoonste Spaans heb ik nog aan de casa gevraagd of er plaats was voor onze twee fietsen en Sara heeft heel vriendelijk geantwoord : 'se piese resolver'.  Wat ik ontcijferde als  : 'we kunnen dit oplossen'. Nog eens aan Mathieu gevraagd wat de 'piese' eigenlijk voor een werkwoord was, verder gevraagd aan zijn lerares Spaans, die had nog nooit van piese gehoord.  Dat moest ongetwijfeld een dialectwoord van Cantavieja zijn.  Wisten wij veel dat het eigenlijk Roemeens was. Wat is dit hilarisch en triestig tegelijkertijd. Vlug moet er nu gehandeld worden : we moeten een alternatief vinden.  Ik ga op zoek en, onmiddellijk : bingo, het lukt.  Pension Julian wil ons onder zijn vleugels nemen, heel goedkoop en simpel en met gedeelde badkamer, maar wij zijn blij als twee jarige kinderen. Het is zijn laatste kamer, de bedden wiebelen een beetje, ze zijn op zijn zachtst gezegd 'rustiek', maar wat zullen wij knorren als twee biggetjes in deze twee bedden.  Alsof we onze eigen overgrootvader en -moeder zijn.

    We hebben Pieter en Mathieu, die 28 kilometer aan het stappen zijn, al verwittigd van ons euvel. Ze kunnen er de grap wel van inzien.  Zij logeren 300 m verder in een viersterrenhotel, een gratis upgrade van de reisorganisatie omdat de beruchte casa Sara verbouwt. Ze zien er getraind uit, de jongens, met hun bergschoenen en hun bruine benen. Morgen gaan we samen stappen, ik kijk er naar uit om lammergieren en wilde geiten te zien.

    16-04-2019 om 23:25 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    15-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 april Morella la bella

    Een lui ontwaken vandaag, traagjes uit bed en eens uit het raam gluren.  Er lopen al wat toeristen te kuieren. Het overgrote deel komt uit Spanje zelf, een groot verschil met het kusttoerisme wellicht.  Deze Middeleeuwse parel is onbekend bij de buitenlanders (zo denk ik toch, want waar ik ook ga en sta, ik hoor enkel en alleen Spaans praten).  Het ontbijt, dat voor ons een brunch is, overtreft al onze verwachtingen.  Wat een verschil met gisteren.  Als je karigheid hebt ondervonden kan je ook des te gelukkiger zijn met overvloed. We eten ons buikje rond en dichten Don Jaime een loflied toe omwille van zijn gulheid. Lang leve deze hotelier.

    De rest van de dag lummelen we wat, slenteren we wat, slapen we wat.  We proberen het fort dat boven het stadje uit pronkt te veroveren, maar alle poorten zijn gesloten, de musulmanes hebben zich verschanst achter de dikke muren.  Ik heb mijn maliënkolder aangetrokken en Geert zit te paard met lans, schild en zwaard (alles samen veel te zwaar voor hem, hij hangt scheef achterover op zijn arm paard) en we belegeren het fort met onze kanonnen (ja, die hebben we ook bij) en sidderende vuurtoortsen. Ik slinger een brandende takkenbos zo ver ik kan.  Helaas, de hete brokkenbos valt voor de voeten van het paard, dat een luide hinnik uitstoot en uit alle macht naar achter springt, voorpoten hoog in de lucht.  Daar belandt Geert met een hoge zwiep in een boom.  Lans, schild en zwaard rollen rinkelend de berg af naar beneden, waar ze de aanstormende hulptroepen onderuit halen.  Als een lenige kat laat Geert zich uit de boom glijden en we zetten het op een lopen. Moed kent zijn grenzen.  Helaas is lopen met een maliënkolder niet zo evident en het duurt niet lang of maliënkolder en ik liggen languit op de flank van de te bestormen berg. 'Niet bewegen', sist Geert me toe terwijl hij zich verder uit de voeten maakt, 'ze zullen denken dat je een dood voorwerp bent. Vanavond kom ik je halen, als de duisternis als een zachte mantel over deze heilige grond neergedaald is.  houd moed, ik ga ondertussen een hapje eten'.  Mannen !!!

    We proberen al eens in te schatten in welke richting we morgen uit moeten.  Van aan de wallen kan je tientallen kilometers ver kijken en dat in alle richtingen.  Op een infobord zien we de berg van Allepuz staan, daar moeten we naartoe.  Dat zal voor donderdag zijn, want morgen fietsen we naar Cantavieja waar we Pieter en Mathieu zullen zien.  Voorlopig belooft de weerman nog mooi, zij het fris weer, maar het weekend gaat bar slecht zijn. We hebben al gepland om dan 3 dagen hoog in de bergen te zitten, gezellig in ons hotel en te wachten tot de regen (of zal het sneeuw zijn?) ophoudt. Zo wordt Pasen voor ons. Stefan Brys, Jeroen Brouwers en David van Reybrouck zullen verheugd zijn ons tot hun trouwe lezers te mogen rekenen.

    15-04-2019 om 21:39 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (1)


    Archief per week
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 08/05-14/05 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!