Gelukkig staat er op onze kamer een waterkoker en koffie en thee, zodat we toch een zweem ontbijt hebben, want ontbijten in het hotel zit er niet in, daarvoor zijn we te vroeg op pad. We moeten nog tickets kopen en onze weg zoeken naar het juiste spoor en eerst nog een fietstochtje naar Barcelona Sants. De trein naar Portbou blijkt niet rechtstreeks te gaan. De website van RENFE vertelde nochtans een ander verhaal. De baliebediende zegt dat we met de trein naar een ander station van Barcelona moeten en van daar verder. Dat betekent weer sleuren met de bagage, de fietsen op en af de trein heffen, het staat ons niet aan. We besluiten om de fiets te nemen en naar het station te fietsen waar we 3 weken geleden aankwamen vanuit Frankrijk en van daar richting Portbou te gaan. Wellicht kan het dan in één keer. Google Maps doet perfect zijn werk, het is wel 9 km fietsen, maar we herkennen het station onmiddellijk, alleen al aan de overvloedige seguridad-mensen die ons opwachten. ‘Neen, we mogen nog niet naar het perron’ en ‘ja, we gaan voldoende tijd hebben met onze pakken en fietsen’ en ‘waarom er zoveel veiligheidsmensen zijn’, Spaanse uitleg, we verstaan er niks van. Ze lachen naar ons, we lachen terug en hopen dat er geen terroristen in de struiken schuilen, waarnaar die seguridad al 3 weken op zoek is. Mijn fiets kan niet in de lift naar het perron, Geert hotst er mee de trappen af en ik neem zijn fiets en de 3 zware zakken mee in de lift. De seguridad-man moet me helpen om op tijd in de trein te stappen met al mijn bazaar, maar het lukt, we zitten er op en bovendien, de trein rijdt tot in Frankrijk, net over de grens. Vandaar rijden we richting Perpignan tot in Elne. Geert die nog hoest en proest zou verder doorrijjden tot in Perpignan en daar de bus naar Ansignan nemen, dat spaart hem een pak inspanningen. Maar hij ‘kan me niet alleen laten’, zegt hij. Ik vraag me af of dat een belediging is of net het omgekeerde. Maar goed dan, hij mag mee. Het is misschien een teken van beterschap als hij wil fietsen. Ik moet hem wel beloven om niet meer dan 20km/u te fietsen, alles op het gemakje dus. Van het moment dat we in Frankrijk komen met de trein uit Barcelona en daar overstappen op een franse trein, is ook alles op het gemakje. Echt de mentaliteit van de streek. De conducteur is licht bezorgd dat er zoveel fietsen in de weg staan en zegt ons dat we de fietsen aan de haken die daarvoor voorzien zijn moeten hangen. Wij doen dat gedwee, de Fransen lachen er mee en morrelen wat aan hun fiets. ‘ja maar’, zegt de conducteur, ‘als je niet doet wat ik zeg, moet je van de trein’. Ze gniffelen, de Fransen, ze zwanzen wat. De trein vertrekt en iedereen is mee. Later komt er nog een fiets op. De conducteur doet al geen poging meer om orde in zijn reizigers te krijgen. In Elne stappen we uit, nu nog 55 km fietsen en dan zijn we in ons vertrouwd huisje. Het gaat langzaam maar zeker, er zijn wat kleine colletjes te overbruggen. Gelukkig is er bijna geen wind. Net voor de duisternis valt zijn we thuis. Colette, de buurvrouw, komt tevoorschijn en wil weten wat we er van gebakken hebben. Ook haar man Bernard zwaait eens van ver en hun poes denkt dat ze bij ons binnen mag en lekkere brokjes gaat krijgen. Wij zijn blij dat we dit konden doen, maar eerlijk, in Spanje gaan fietsen en vertrouwen op het openbaar vervoer, dat nooit meer. Trop is te veel. Het zal op een andere manier moeten gebeuren, dat nemen we ons hartsgrondig voor.
|