Maandag 18 december. De dag kriekt en wij staan op, want vandaag gaan we naar de top. Als we vertrekken is de man van het restaurant al volop bezig met het klaarzetten van tafels en stoelen. Hay frio, kraai ik naar hem. Si, un poco, roept hij terug. Wat zouden we zijn als we niet over het weer zouden kunnen praten ? Een verstarde stomme mond, verstild van nietwetenwatgezegd.
We zijn goed in laagjes gekleed en hebben ons voorzien op lang en vermoeiend wandelen : veel water en veel boterhammen, knabbelnootjes en calorierepen hebben we in onze rugzakken gestopt. Gemakkelijk vind ik dat niet, zo'n gevulde rugzak, maar liever dat dan terug in grote waternood te komen. Het eerste stuk ligt volledig in de schaduw, in de bedding van een uitgedroogde rivier. Af en toe wat kruipwerk, over en onder dwarse bomen, over grote keien. Het is leuk stappen en het gaat goed vooruit. Er komt een hond van de andere kant : ik schrik en deins terug, hij schrikt ook en zet zich schrap. We kijken elkaar diep in de ogen. Als jij niks doet, dan ik ook niet, lijkt het beest te denken.
De hond is niet alleen, er komt een tweede hond, en dan nog een derde en dan een man. Ik vraag of ze niks doen, die rakkers. Neen, zegt hij, maar welke taal spreken jullie ? Engels suggereer ik, of Nederlands ? Ha, zegt de man in het Nederlands, dan maakt het makkelijker praten. De honden doen niks, zegt hij, want als ze iets zouden doen zouden ze niet loslopen. Toch ? Tja, meestal niet. Maar als het een uitzonderingshond is en ik weet dat niet, wat dan ? Er is trouwens maar één hond van hem, de twee anderen lopen gewoon ettelijke kilometers mee. Vinden ze leuk, op wandel met de buurman. Hij probeert nog ons allerlei wandelwegen aan te prijzen, maar dat moeten we allemaal niet weten, we volgen GR249 richting Cómpeta, en stoppen aan de top. Daaag!
De zon kruipt hoger en we doen ons te goed aan de lekkere warmte. Zouden we iemand tegenkomen, vragen we ons af. Ik voorspel dat we 4 mensen zullen tegenkomen. Geert zegt : geen enkele mens, maar wel een dier en laat het maar een reebok zijn. Het pad is voorlopig breed, zo breed dat er een auto op kan rijden. Het bewijs is er, langs de weg staat een pick-up, een betonmolen en 3 mannen van de gevestigde orde. Gemeentediensten in de bergen! We zien algauw wat die mannen doen : ze verstevigen de boorden van de weg met specie. Vers gedraaid uit de betonmolen en nog zacht en nat. Mijn voorspelling is al bijna uitgekomen : 3 mensen die we tegenkomen. Nog geen enkel dier. Ja maar, zegt Geert, het moeten wel toeristen zijn, geen werklui. Dat zegt hij nu, te laat. Werkmannen zijn ook mensen.
We zijn al 7.5 km ver, dat is goed gevorderd van ons en eten een boterhammetje. We weten dat nu nog een smal pad met een zware klim zal beginnen. Een gesterkt mens is er twee waard. Het is een eenzame maar mooie klim, zigzaggend over het kleine paadje, stukjes tussen de bomen, maar meestal temidden kort struikgewas. Veel rozemarijn overal. Ik weet niet of er hier nog bijtjes zitten, ik denk het wel, want daarnet stonden er nog bijenkasten. Ze houden van de rozemarijn, die nog steeds bloeit. Het gaat langzaam naar boven, er zitten steile stukken tussen. Regelmatig stoppen en drinken is de boodschap. Maar kijk, daar is de top, 1.200m hoog. Dat hebben we goed gedaan! De volgende keer mikken we ook op deze top, maar dan van de andere kant. Nu verder lopen heeft geen zin, dan geraken we niet meer thuis.
Het afdalen is niet altijd leuk met de vele losse keien en ik ben blij als we terug op de bredere weg zijn aanbeland. Nu nog flink doorstappen, anderhalf uur zou moeten voldoende zijn om terug in Acebuchal te geraken. Ondertussen is de obsessie van de witte hartjes van de oude Zweed op mij overgeslagen. Ik heb geen kauwgom, maar de specie van de versterkte boorden lonkt zo zacht en uitnodigend dat ik een wit steentje in de vorm van een hartje (nou ja!) in de boord probeer te duwen. Er komt wat prutswerk en vuile vingers aan te pas, maar mijn wit hartje pronkt voor de eeuwigheid in de bergen van Malaga. Er komt nog een boord, herinner ik me. Eén hart is genoeg, de volgende krijgt twee witte longen (ik doe er een paar wensen bij en klaar is kees). Was er nog een boord geweest dan had ik ook nog een lever of een alvleesklier (zeer belangrijke organen in de klimsport!) of een zwezerik of schildklier kunnen in boetseren. Helaas, het blijft bij hart en longen.
Nog steeds hebben we geen dier gezien (ook al zeggen de brochures dat de streek vol beesten zit). De winnaar is dus bekend en reikt zichzelf een glas sangria uit als beloning. De verliezer krijgt er ook een. De elastieken benen komen zeker daar niet van, die zijn het gevolg van de 20kilometertocht en de 700 hoogtemeters. Ja hoor!
![](http://blogimages.seniorennet.be/geertyhilde/2576638-a50f4e6d3c2fc250e99b346a2cf6dea6.jpg)
![](http://blogimages.seniorennet.be/geertyhilde/2576638-3bfa67c2b61a5908e091d374d56fa608.jpg)
![](http://blogimages.seniorennet.be/geertyhilde/2576638-dca23e7c1205f366b3ea5b2c0669f9ee.jpg)
![](http://blogimages.seniorennet.be/geertyhilde/2576638-25e889fa8f253c01c181bc748584b4f9.jpg)
![](http://blogimages.seniorennet.be/geertyhilde/2576638-5e9db69db6af65137a8a0f265442932f.jpg)
![](http://blogimages.seniorennet.be/geertyhilde/2576638-005ca8a2fdcd04965abbef1552f85f45.jpg)
![](http://blogimages.seniorennet.be/geertyhilde/2576638-5e85544169565cb764ff212051b413e3.jpg)
![](http://blogimages.seniorennet.be/geertyhilde/2576638-3b71f3639d5bc04a161544a99312b53d.jpg)
|