De oorspronkelijke ritmes van de blues gaan terug naar Afrikaanse bodem. Het zijn eigenlijk de zwarte slaven, die meegenomen werden om in Amerika te werken, van deze traditionele muziek een soort wereldcultuur hebben gemaakt. De bakermat van de hedendaagse blues ligt in de katoenvelden van het diepe zuiden van de states, waar de arbeiders na een dag van zwoegen en zweten een uitlaatklep zochten om een beetje van de miserie te bekomen. Dat deden ze met trieste gezangen: de Blues.
Het was niet alleen op de katoenvelden dat de zwarte arbeiders actief waren; maar bijvoorbeeld ook aan de spoorwegen, de mijnen. Zo is er in de traditionele blues dan ook spraken van Railway-songs, Mining-songs. Door de jaren heen zijn de themas van de blues natuurlijk ook veranderd.
De Blues is een van de muziekstijlen die eigenlijk overal ter wereld wel een beetje hoorbaar is, hetzij dan wel in verschillende vormen. Zelfs in de States is er een verschil tussen de blues van Chicago en die van het diepe Zuiden. Wat die verschillen zijn wordt later nog wel besproken.
Ooit schreef men het volgende over Blues en Gospel: De arbeiders zongen de blues op zaterdag om hun miserie aan te klagen in dit leven; en op zondag zongen ze Gospel om in een volgend leven deze aardse miserie niet meer te moeten kennen.
|