Rosa virga Jesse
Naar uw naam
bloeit deze volle bloem
deze roos van onschuld
in haar witte pracht
met een hart van lichtgeel goud
in perken weelde voor het oog
aan u toegewijd haar kelk
de kroonbladeren bedauwd
bij zonsopgang
wanneer de avondweelde
danst in het vuur
van de ondergaande zon
dan kijkt ze u aan op pleinen
in straten versierd
onder uw beeltenis
zij ademt de nacht
onder de fonkelende sterren
aan uw voeten
de dag was goed
tevreden slaapt zij in.
Ingrid Lenaerts
Vrouw en moeder
twijg aan de boom van Jesse
uw gekroonde hoofd
uw gezicht dat bloost
de weemoedige glimlach
verborgen leed verzwegen
Virga Jesse uw naam
weerklinkt zoals deugd en ernst
hand in hand
door de eeuwen heen
uw maannachtblauwe jurk
uw sjaal met goud bruine noppen
valt in alle eenvoud over u heen
de rode lendendoek siert uw zijn
uw kind op de arm
Jezus, gehuld in bruin en geel tuniek
koning van hemel en aarde
Wij groeten u
Ingrid Lenaerts
Koorzang klinkt machtig
tussen oude gewelven
in onze dorpskerk
Ontroerend die stem
het kind zingt kristalhelder
zo mooi dat hooglied
Onze lieve vrouw
glimlachend met Jezuskind
knikt instemmend
Ingrid Lenaerts
Maria in een kapel
Te lande onder de lindeboom
Oord van bezinning
Over komen en gaan
Vol mysterie
Het blakeren van kaarslicht
de schaduwen op een muur
de geur van boenwas
mist van het woord
aan het muuraltaar in kant
De gelovige met zijn vertrouwen
De gunst van het gebed
Voor het bovennatuurlijke wonder
Dat zich soms manifesteert
Voor groot en klein
zelfs voor de twijfelaar
die het credo verwerpt
Ingrid Lenaerts
Hier op deze begraafplaats waait de wind richting regenvlagen bij bakken we lopen over de lanen met keien als kleine heuvels onder onze voeten herfstblaren dansen hun laatste ballet terwijl de gids ons door deze dodenstad loodst boom na boom in dreef na dreef. Waar de graven kleine paleizen zijn van vele beroemde koppen hier rusten hun grote geesten kijken ze naar de vele bezoekers vanuit een transcendente tribune de pelgrims die hen hier eren De rillingen bij zoveel dood lopen me na tijdens de bijzondere communicatie tussen nu en hiernamaals op Père Lachaise.
Ingrid Lenaerts
Kathedralen
Als heersend op de troon van het witte zonnelicht door de hoge ramen schuiven de stralenbundels af van dikke muren als reuzen van vertrouwen de stilte zweeft als een mysterie door de kathedraal krijgt oog en vorm bij de lijdende christusfiguur glimlacht bij de rustige engel die de kansel draagt blakert vrede bij het beeld van de wenende madonna
het zomert buiten met hoge warmte binnen is het woord vroom en heerlijk koel we voelen ons vreemd aan deze realiteit terwijl gelovigen prevelen in merkwaardige overgave het orgel doorbreekt de onzichtbare kristallen van stilte het koor vertolkt gregoriaanse meesterwereken de klanken reizen als slingers door onze gedachten nevelsslierten waarop wij troostend vervreemden in tijd en ruimte van oneindigheid.
Benita Maria
Benita Maria houdt de kaars recht waakt over de vlammen op de grote kandelaar
dat ze oplichten waar het duister is dat ze branden als een fakkel waar monden gesnoerd worden het woord verpletterd wordt
waar kinderen verhongeren de zon en de liefde ontberen waar vrouwen mishandeld worden waar oorlog gevoerd wordt als buffer tegen onrecht waar ook op aarde onvrijheid heerst.
Zij houdt de kaars recht waakt over de vlammen op de grote kandelaar dat doet Benita Maria
Ingrid Lenaerts
Virga Jesse
als moeder en zinnebeeld
van elke zegen of zorg
die jong of oud ervaart
in goede en kwade dagen
Je bent er in gedachten
als staf en steun
voor diegenen die je smeken
voor diegenen die je eren
voor diegenen die je ervaren
door de eeuwen heen
als hun haven van toewijding.
als hun huis van schuilen
als hun luisterend oor
als de hand die hen wordt gereikt
zij vragen u zij bidden u
en danken
Virga Jesse.
Ingrid Lenaerts
Van een bezetene vrouwe
Een arme man , den sukkelaar
zo zijn er echt meerdere, voorwaar
gekweld door een bezeten vrouwe
die den duvel had al in zijn klauwe,
bracht aldaar zijne zotte vrouwe
tot bij de kapel van de heige maagd
Den sukkelaar van een arme brave man
wou al zijn leed bezorgd door den Satan
bij zijn zware zieke vrouwe vandaan
daarmee ging hij voor de moeder Gods staan
en smeekte haar de duvel weg te slaan
Hij bad en bad de rozenkrans
het was zijn uiterste kans
en zie daar geschieden vreemde dingen
de maagd begon te zweten ettelijke kringen
op haar gelaat het pijnlijk vocht
en wat de man zocht
dat was de druppels op te vangen
en alzo armen benen en wangen
in te strijken met groten ijver haar blote delen
de vrouw viel in zwijm onder ' tluide kelen
ze zwol gelijk een opgeblazen kikker
ze werd steeddikker
maar toen ze ontwaakte uit dien toestand
wat was daar aan de hand ?
Ze was zo plots miraculeus genezen
Zij die duivelse woorden had gebraakt
was door de Live vrouwe's geodheid geraakt
ze liet de duivelse tale helemaal varen
dankte de Heer tussen de vrome scharen
de stasmagistraat liet dit mirakel acteren
om de waarheid te laten triomferen
Van de dochter van de morin
Maria, heilige vrouwe
van de tak van Jesse
uw voorspraak bij de Heer
was genadig menig keer
door het grote vertrouwen en gebed
werddan ook een Morenkind gered
De moeder en haar waren op doorreisv
veiligheid was toen geen eis
het morenwicht nieuwsgeirig van aard
bleek echt van niets verwaard
In het logeerhuis ging het tot de zolder
in één rits naar boven holder de bolder
daar keek het naar het lawaai van op straat
en viel pardoes naar beneden in alle staat
het lag daar voor dood in zijn val
het bougeerde niet meer niemendal
de vrouwen in de omgeving uit hun lood
aleen de Virga Jesse nog hulpe bood
Zij legden het kind aan hare beeltenis zoet
en baden vurig heilige vrouwe wees gegroet
en terwijl het kind daar zo levenloos lag
het volk wist niet wat het doen zag
het kind stond op en was terstond genezen
daar was weer een mirakel bewezen
het kind was wel en sprong in 't rond
het was weer zo goed als gezond
de mensen dankten en loofden de Heer
voor deze uitzonderlijke keer.
Ingrid Lenaerts
De dief
In de tijd van toen
heel veel jaren geleden
de mensen hadden schroom
en grote eerbied
in woord en daad
in woorden en gebed
ja toen ging bij nacht en duisternis
een snoodaard van een vent
een niets ontziende vulgaire dief
hij ging op pad
Hij had gehoord al in een duistere kroeg
van het schitterend goud en zilver
geofferd door het volk aan de moeder gods
de Virga Jesse.
Hij stal al haar rijkdom
de pracht en de luister
van de beeltenis der moeder gods.
Hij stopte zijn buit in een plunjezak
die hij jatte van een schipper
Ongevreesd bespotte hij alzo
de levende gedachte en de beeltenis
van onschuld der vrome vrouwe
Hij wou over het hek der bewaking
maar raakte niet verder
een vreemde macht uit den hoge
ze hield hem vast de snoodaard
daar op het hek met pinnen
Hij kon geen kant niet uit
hij zat vast alsof hij in lood gegoten
op het ijzer zat
in toorn ontstoken raasde hij
zoals een wild dier
maar niets vemocht hem te ontsnappen
De arm der wet ze hadden hem te pakken
ze plukten hem van het hek
zonder enige moeite
Na zijn godslasterende daad
kende men geen genade
de dief had heiligschennis gepleegd
hij zou boeten voor zijn misdrijf
dat stond buiten kijf
hij werd veroordeeld en opgehangen
zoals snoodaards hun verdiende loon ontvangen.
Ingrid Lenaerts
Van de dolende man
Vrome lui
ze waren er met velen
zo was daar één van hen
met de gedachten bedreven
de grote eerbied voor de moeder Gods
bij schone dagen
vertrokken
op zijn verre tocht
de weg was lang en vol gevaar
het was hem zwaar te moede
het juiste pad te vinden
over bergen en dalen
in de uitgestrekte wouden
hij liep en liep door bossen
ten voeten uit langs de moerassen
de bossen hielden hem vast
ze zaten vol geheimen
de man hij zocht en wrocht zich
door de duisternis
maar geen enkele baan
bood hem de juiste wijzer aan
met grote vrees aanriep hij Virga Jesse
hij smeekte haar om hulp
en het was alsof zij hem zelf begeleidde
alsof ze hem bij de hand nam
en hem toevertrouwde
dit is het pad naar Rutsemedouwe
ga er nu heen zonder dolen
ik zal u volgen met mijn ogen
en mijn bijstand
Ingrid Lenaerts
Zonneraam
Vanaf het openstaande zonneraam weerklinkt de beiaard als een rinkelende waterjuffer die over het marktplein vliegt de tijd verandert in een opstijgende ballonvaarder die zijn ballast afgooit
er wacht een feest dan denk je dat tussen dat vrolijk getater van marktkramers die hun waren aanprijzen aan de lichtvoetige burger.
blij zijn is nu heel eenvoudig.
Ingrid Lenaerts
Licht dat ronddwaalt
In het zonlicht dat warrelend rondwaalt in de middagdrukte tussen de zware steunberen en voeten van de muren wisselt de lange schaduw haar gedaante van uur tot uur
de grote toren met zijn rijzige galmgaten triomfeert over de stad die zindert van de zomerwarmte de beiaard speelt zijn mooiste lied als een feest de wereld huppelt nu veel lichter op zijn zolen
Het portaal in vlamgothiek nodigt de bezoeker uit Heiligen, bijbelfiguren,Maria en Jozef en zelfs God de vader elk doet er zijn ding vredig naast elkaar in het dagelijks leven Eens voorbij de portiek nodigt de kerk uit tot stilte
In haar schot is het heerlijk koel verwachtend de rust Het orgel vleugelt zijn sonore klanken langs het raam kaarsen blakeren hun grilligheid op de pilaren en stoelen
De gelovige bidt hier de waarnemer observeert de tijd maakt zich klein en ingetogen alvorens hij buiten weer spoorslags vertrekt
Ingrid Lenaerts
|