Op de Spinoladijk dichtbij het Fort Napoleon
veegt de wind het zand op de dijk
in ruggerijen net een skelet van een dier
Het mulle zand maakt het stappen moeilijk
ook de fietsers moeten aardig op de trappers
ze worstelen er zich door met veel moeite
Daar hebben meeuwen hun vergaderplaats
Ze vliegen er aan en af met groot lawaai
hun typisch kreisen laat niet onberoerd
er is er één die nooit mee de lucht ingaat
niet stoeit draait of buitelt
wellicht gekwetst aan een vleugel
ze is niet meer mensenschuw
ze stapt met de wandelaar mee
tot je haar aanspreekt
dan kijkr ze verwonderd op haar kop schuin
vol verwachting
Ze verwacht brood
Hoewel het verboden is de meeuwen te voeren
dwingt ze de wandelaar te geven
na de ontvangst van een snee roggebrood vertrekt ze
al stappend langs de zijranden van de dijk
ze weet van wie ze krijgt
ze doet alsof ze ons al jaren kent
Gideon hebben we haar genoemd
ze heeft ons aanvaard
in haar hulpeloosheid.
Ingrid Lenaerts
|