Bij een heldere nacht , sterren hoog aan de duisternis gehecht verpinken met trots en afstand hun licht De vrieskou ijlt in een blauwig avontuur zijn adem kronkelt tussen de takken in opake stilte sluimert zijn boodschap de wereld kraakt in zijn bast zoekt houvast in warmte onder een dak in een stal waar runderen dicht bij elkaar hun temperatuur op peil houden
Bij een heldere nacht vervormt vrieskou de vijver tot een schuilplaats met kristallen dak dat sterker wordt in zijn melkwitte bedekking het ijs is een ware dekmantel die lang op zich liet wachten in deze zwakke winter zonder ruggegraat.
Ingrid Lenaerts
|