Daar zit zij te kijken zonder doel uitgeblust en zwaar onder zwarte gedachten van ellende in dat hok dat huis zou moeten zijn
met schimmelkolonies op de muur als een oprukkend leger er zijn er gele en er zijn er bruine sommige lijken net paddenstoelen voor een rijke oogst
het vocht zet zilte randen af op de vloer waar het water leeft als een brakke plas vergetelheid Het behang staat bol van de stinkende bulten
Ze wil hier weg uit dit nest van miserie Soicale wonigen verzoeken haar dromen echter jaren laten ze op zich wachten Zij is maf naar lijf en geest in dit rovershol.
Ingrid Lenaerts
|