Toen de wilde zwanen er neerstreken
dat jaar dat grote bomen uit het Alebertpark spraken
in een geheimzinnige taal
de taal der Aoren en winterbloemen
de ijskoningin tot laat april zetelde
onder hun takken
toen zei weigerde te vertrekken
toen de nacht glashelder was als het brandraam
waarachter de maan lichtend koude gaf
toen heeft zij vanuit het warme huis gekeken
als naar de parels van een verrre droom
die nog moest komen
en wellicht veel later
een beetje werkelijkheid werd.
Haar groot geheim dat dwaalt
in elke vezel van haar lichaam.
Ze heeft het mij verteld
vooral dat van die wilde zwanen
één daarvan is een prins.
Ingrid Lenaerts
|