Het overrompelt me die stoomlocomotief na jaren nu hij het normale spoor verlaten heeft. tegn zo'n zwarte reus opkijken doet me krimpen hoe sierlijk hij daar nog staat op deze tentoonstelling Hij lost verdrongen angsten los in een stille kinderziel vantoen hij het station binnendaverde remmend en piepend tot stilstand kwam een machinst en stoker uit het raampje keken de stangen van de grote wielen in éénzelfde kadans ronddraaiden alls een geniale vondst van herhaling. De schrille stoomfluit klonkl akelig in de morgen , in de avond als een onzichtbare dreiging
Even ben ik de werkelijkheid kwijt en zie mijn grootmoeder nog uit de wagen stappen van de hoge loopplank met de rieten reiskoffer die ze droeg. Het is allemaal voorbij.
Nog slechts herinneringen voor een museum en door een museum.
Ingrid Lenaerts
|