De wind speelt in de blaren van de tijd
september ziet de dauw op zijn letters
als de morgen over de velden ontwaakt
de laagstammen van appels en peren blozen
de laatste paardenbloemen kruipen over het pad
de holle wegen lijken oud en verroest
vermodderd staan ze tractoren te woord
die puffend het zwaargewicht fruit vervoeren
ik hou een magere zon in mijn hoofd
terwijl de grijze mist danst tussen de takken
de spinnewebben glanzend hun kronen spannen
met het verdriet van weinig licht in herfststilte.
Ingrid Lenaerts
|