Daar laag beneden de heuvelrug
de bruine akkers zijn plots gewekt
de stoppelvelden van een maïs vegetatie
worden bezet door wildjagers
Ze zijn wel met een tiental
honden lopen heen en weer
de jagers stappen door landschap
niets is nog veilig voor haas of konijn
met de achterpoten in de lucht
springend voor hun leven vluchten ze
soms valt er één terzijde bij een knal
dan komt de hond met de buit
de jager beloont zijn hond
een ruggeklopje voor zijn maat.
Ik betreur haas en konijn
daar diep in die weitas
Ingrid Lenaerts
|