Voor de poort van het huis staat een een bidstoel net alsof hij uit doelloos uit de kerk weggelopen is godvergeten alleen in de volle zon hoogzomer een kat draait er rond loerend als een dief opgeschrikt door het gekraak van takken rent ze pardoes de tuin in hals over kop zo snel haar poten het kattenlijf dragen kunnen het is bijna een spel van welles nietes ze spitst haar oren en sluipt naderbij om even snel weer cirkelend te vertrekken De begeerde schaduw onder de stoel kost de kat alle moeite dit koeloord als trotse bezitter grandioos te veroveren
Ingrid Lenaerts
|