Het bos denkt met al zijn wortels dat
Het zweet als een zwoegend paard
Na het onweer. Zijn gedachten verdampen
Met veel geroffel nog in de verte te verdwijnen
Een dikke raaf stapt als een baron zomaar
Onder de bomen alsof hij alleenheerser is
Pikkend en pakkend wat hem te beurt valt
Fier en zonder schaamte de helling af.
Een verweesde wandelaar keert huiswaarts
Druilerig en nat als een vis op het droge
Lijkt afwezig gestraft door de regenbuien
Zoekt zijn troost in de monotone stap
Wij zien de lucht zijn kleuren wisselen
Het wordt weer helder in onze plannen
Opgeklaard de donderwolken, de bliksem
Het zomerbos wuift alweer zijn regelmaat
Ingrid Lenaerts
|