Van de appelbomen uit het Gellincklaantje
zoveel soorten en zoveel eigenste bloei
dat ik er schijnbaar dronken van word
al dat wit en roze als hier en nu almachtig
dat de Duitse herder bij elke stam verzoekt
er zijn domein af te bakenen zonder waarom
dat elke boom zijn eigen vormen tentoonspreidt
als gedurfde mannequins op het lentedefilé
dat de bladeren en de takken elkaar omstrengelen
als de vredeshaag om een jambouree
dat mijn grootmoeder onder de appelbomen zit
en ze er de lentes van haar leven schetst
Het laat me weer ontwaken uit dromen
Van de appelbomen uit het Gellincklaantje
zijn de herinneringen gestouwd sinds jaren
om open te vouwen waneer deze bomen botten
Ingrid Lenaerts
|