Venus duikt als een dolfijn uit wilde golven
waterspel tussen rotsen en brekend blauw
in het uiteenspatten van kanten druppels
blauw als een staartkomeet vol geheimen
Haar lange haren wapperen in de wind
Gouddraad voor het weefgetouw van de dag
Op brekende hoogten laat ze zich vervoeren
woorden spiegelend op de oevers dageraad
Ze werpt zich op het slapende strand
als het mysterie uit een geopende schelp
Ze vervloeit in het licht van een ademzee
Elke morgen ruist haar schaduw voorbij
Ingrid Lenaerts
|