Zelfs stilte in de kamer vraagt antwoord de wacht één voor één bij moeder al maanden in bed tussen de sponden alsof ze de gevangene is van zichzelf
Comateus en starend naar het plafond waar de vliegen gonzen bij deze hitte Ze geeft nauwelijks nog een krimp een grijns op het gezicht onverklaarbaar
wij houden haar hand die uit onze hand valt als een weerlloos vogeltje bij de eerste vlucht wij fluisteren haar zachte woorden toe die in het dagelijks fluidum vervagen
Wij neuriën de liedjes van toen maken misbaar als joelende circusclowns ze heeft er geen oor naar tenzij afwezig een zucht die de kamer alleen registreert
Moeder zoals je éénmaal was grappig en guitig onze levensboom geef ons je kinderen één teken van leven Verbreek die verschrikkelijke stilte.
Ingrid Lenaerts
|