Het is altijd weer een zilvermeeuw die haar droom vergezelt wanneer zij naar Dover reist de witte krijtrotsen als eerste dames van lengten herinneringen als bakvis
Ze zieter nog Misses Cunningham staan ze wacht er en ze praat Engels "My dear child" zegt en ze kust haar wangen in tijden die hun koffers al pakten naar later
Misses Cunningham is niet meer aan de kaai in de dokken drijft nu olie en smeurie hoovercrafts zijn lompe zeekarren zonder enige verfijning of charme in hun romp.
Dover is niet meer als toen zij werveldanste blootsvoets van geluk met de zilvermeeuw voor de vrijheid die Dover uitgooide als een ladder
Ingrid Lenaerts
|