Er zaait een spook angst op zolder de balken kraken en fluisteren de wind huilt zijn mars uit volle borst alsof zijn stem hangen blijft in dezelfde groeven als een oude grammofoon die krast
De koffers piepen en verschuiven hun sloten knarsen van oliedroogte de muizen ritsen uit hun hol zoals hun collega's op een kermis
Er zaait een spook angst op zolder het klopt en hamert in zijn hoofd hij hoor het zuchten en steunen
hij is zo bang hij is zo bang men zal hem weer niet geloven vragen of hij spoken ziet Hij vindt dit niet grappig.
|