Rijen huizen met witte daken zoals op een slagroomtaart gewafeld daaronder pannen kermend onder het gewicht sneeuw en dat de kou gekomen is kunnen ze niet zeggen en dat ze willen ademen maar slechts kraken kunnen de fabrieksschouwen vereenzamen hoog in kilte
De brug over de drie duikers lijkt verweesd van kou treurwilgen kaal en berijmd verkleumen in hun bast we zien sneeuw en alweer sneeuw bij massa langs de straat op hopen gegooid geschonden blank tot smeurie vertrapt tegen de muren van de grote schuren
een slee schuift door de herinnering van het paard nog een jong dier dat twee mensen onder een deken voortdrekt in de schaduw van een ijselijke afstandelijke middagzon stilte heeft al die jaren in dat moment geconserveerd op een zwartwitte foto de winterse wijk van de brouwershoek
Ingrid Lenaerts
|