De stad heeft altijd in mijn hoofd geleefd een eigen leven dat vage verlangens opriep een honger die me de nacht instuurde maar wat ik echter nooit een voet zette
Gedreven door angst voor de grote reus de wolf in schaapskleren die de geitjes verslond blauwbaard op tournée en andere fantasten heb ik me ingegraven als een jeugdige mol
De tijd deed het mollenbestaan te niet ik moest uit de pijp mee op zwaar avontuur van een vrolijke bende die de stad versierde als een groot feest alvorens het telaat was.
Ingrid Lenaerts
|