Niet alleen de wijzen komen uit het oosten
ook de treinen brengen ons op oostenwind
hun adem die ons sterke beloften aankondigt
dat wij weten dat nacht in verwachting is
des zomers met dagen zon in zicht
de bedauwde morgen vol verre blauwe lucht
de heldere klanken die ons denken breder maken
wij later in vuur en vlam snakken naar water
des winters de koude dagen aankondigen
als heraut van vrieslucht ijslaag op vijvers
de nacht bronzuiver laat wachten op de ijskoningin
kegels aan de daken hangen als kristallen pijpen.
Wij hebben die dunne binding met treinen
als de navel aan onze buitenzijde met aarde
wellicht tijdsgebonden broos en vluchtig
dat het nauwelijks te vangen valt in woorden.
Ingrid Lenaerts
|