Ik hou van dat ik het allemaal niet meer weet
wellicht zijn het jouw ogen in mijn schoot
die zich bedrinken aan de verlangende diepte
van dronkenschaphet ware tellen verleerd.
Of is het een taal van tedere tekens die codeert?
wilde haren in de weidse zomerwind over de akkers
de schaduw van bos dat zijn mosbed biedt
Je armen rondom mij als jaarringen in hout
het nest op de takken van de levensboom
een zee van ups en downs der gewone dingen
Ik hou van dat allemaal zoals van roomsoezen
onder de bloeiende amandelbomen gedacht
de midzomernachtzon die onze polen scheidt Ingrid Lenaerts
|