Als de maan achter de wolken verdwijnt dan zit de nacht in donkere gedachten op zoek naar zijn lichtende vriendin die hem troost en ondersteunt met nacht zijn die hem toelacht met haar rosse glimlach die hem een schouder biedt in moeilijke uren wanneer het duivelse zwart rondwaart en zijn prooien in de nek bijt van hun argeloosheid wanneer het boze oog de heks volgt op haar bezem en zich krassend verstopt in een lege boomholte loerend op wie of wat....
Zou je geloven dat ik nu zelf angstig word.?
Ingrid Lenaerts
|