Nat en duister bij valavond op onze huid als waterhoenen lopen wij huiswaarts naar de bus Er heerst een kleffe drukte op straat Fietsers in regenpakken ritsen tussen wagens wagens scheren zenuwachtig over het wegdek Met weinig respect voor de voetganger rijden ze naast de stoeprand door plassen
In de bus staan we als ingeblikt we schudden over en weer bij elke versnelling de rode stopbel doet ergerlijk alle haltes doorschuiven,doorschuiven roept de chauffeur alsof hij een bende koeien bijeen drijft De ramen zijn bedampt buiten niets dan water wij ruiken vochtigheid en lichaamsgeuren We hebben hoofdpijn tot barstens toe Daar is de halte waar we eruit kunnen Onze verlossing van dit busritje is nabij.
Ingrid Lenaerts
|