De wind is het meest jachtige hemelskind Hij kan het stoeien met de stapelwolken niet laten die hij hoogblauw voor hun spiegel brengt hen verleidt met zijn zotte capriolen
Hen dan omhelst als de veelvuldige minnaar de Don Juan die ook het riet op het water verzoekt en hen een wuivend ballet laat dansen zijn geheimen laat hij los
Dan neemt hij ook zijn adem in zijn hand mee en blaast door alle gekte heen rimpels over het water nog kale bomen staan er wachtend op de lente Ze zijn er de toeschouwers van nieuw leven.
Ingrid Lenaerts
|