Zij ligt als een sprookje in zijn armen verder dan de gedroomde werkelijkheid overschrijdt de zaligheid van het moment zoals een heerlijke praline smelt op haar tong Ze vindt geen woorden daarvoor ook de klanken willen niet naar buiten het is een warm dier in de hals dat haar buitenste binnen draait Zij bewaakt het angstvallig lief dit ooit te verliezen
Ingrid Lenaerts
|