Men zou kunnen zeggen dat ik oubolligheid ben in de kern van mijn vibrerend waaihoofd dat een burgertrut in mij huist zoals het cliché bij blauwe ogen en liefde die nooit zal vergaan mijn motto voor deugdzaamheid gewoonte van elke dag als een zedigheidgordijntje huis tuin en keuken emoties van de bellettrie
Ik ril bij deze roddels als een kind zonder kleren op het ijs ik kruip in mijn nakomelingen voor dag en dauw gewapend tot de tanden wanneer de korf van kritikasters over het land uitgeschud wordt
Ingrid Lenaerts
|