WANDELING RONDJE KERNIEL.

Als we vanaf de Slachthuisstraat wandelen gaan we naar het station langs het stroopfabriek en dan gaan we ven kijken naar de vijvers die aangelegd zijn, eigenlijk zijn het de bezinkingsvijvers van de stroopfabriek, vroeger werd het water van de stroopfabriek naar deze vijvers gepompt om te bezinken. Nu zijn ze mooie vijvers met veel waterwild. We draaien ons om en gaan langs de fietsroute, zo naar de uitkijktoren. Langs laagstamplantage en een stuk natuur waar distelvinken zitten, dan langs de uitkijktoren en verder naar de steenweg. Op naar Kerniel langs de fruitveiling en dan draaien we richting Colen. Kerniel wat geschiedenis: behoorde tot de bezittingen van de graven van Loon, vanaf 1366 tot bisschoppelijke Tafel van Luik. In 1739 werd Kerniel, samen met Rullekoven door Prins-bisschop van Bergen verpacht aan de barones van Mettekoven. In 1439 werd er Kruisherenklooster van Colen opgericht. Aan de spoorlijn van St Truiden naar Tongeren bezat Kerniel een station dat van 1879 tot 1957 dienst deed. Het spoor verdween in 1970-1971. We wandelen nu naar het klooster-abdij. Dat we in een landbouwgemeente zijn is duidelijk, geleidelijk aan Verschoof agrarische bedrijvigheid naar de fruitteelt. Kerniel had een paar brouwerijen en stroopfabrieken. Op de Dorpstraat – Nielstraat- was de laatste stroopstokerij Coenen uit omstreeks 1860. Een tweede stroopfabriek van omstreeks1900 was aan de Rullekovenstraat. We komen zo aan het klooster, over de brug met zicht op het klooster en en de vallei en zicht op de kerk. We dalen af naar de spoorweg even naar de vijver met de Odiliabron, opeens springt er een ree voorbij. Nu wandelen we terug naar het stationsplein in Borgloon. Altijd mooi om naar je geboortedorp te gaan.