Weerst -Warsage- ligt in het noorden van de provincie Luik in het Land van Herve, op een hoogte van ongeveer 125 meter. De gemeente ligt in de vallei van de Biek, een beekje dat naar 's-Gravenvoeren stroomt, een paar kilometer noordwaarts van Weerst. De wijk "La Heydt" is ongeveer honderd meter hoger gelegen. Het landschap golft en is gekenmerkt door weilanden en boomgaarden. In het zuidoosten liggen het Bois du Roi en het Bois de Winerotte. De gemeente ligt aan de Frans-Nederlandstalige taalgrens en op vijf à tien kilometer van de grens met Nederland. Het dorp wordt in middeleeuwse bronnen aangeduid als Werste, dat waarschijnlijk verwant is met het Nederlandse woord weren (of weerbaarheid). In een oorkonde van keizer Frederik I Barbarossa uit 1150 wordt de plaats aangeduid als castris Warsage (fort Warsage). We vertrekken aan de Sint-Pieterskerk, grotendeels vernieuwd in 1730. De toren is nog 12e-eeuws. Voor de kerk op het plein staat het monument uit 1908 voor vier generaties Fléchets, die over een periode van 100 jaar burgemeesters van Weerst waren. Het monument op de place du Centenaire heeft de vorm van een Luikse perroen, hoewel Weerst nooit onderdeel van het prinsbisdom Luik is geweest. De architect is Paul Tombeur. De sokkel van het monument bevat vier borstbeelden; dat van Ferdinand Fléchet is van de Luikse beeldhouwer Joseph Rulot. We wandelen door het prachtige landschap van het Land van Herve. Wijde zichten over het landschap, het hagen landschap golvend en met vele koeien die nog in de weilanden staan. Zo mooi en afwisselend. Na een hele tijd door het landschap te hebben gewandeld komen we terug in Warsage we wandelen voorbij een oude Vierkants hoeve tegenover de kerk nu wandelen we terug naar het vertrek. Een prachtige wandeling in het Land van Herve.
MARCHE DES LEGENDES. / LES LEGENDES. / FLORZE – SPRIMONT 14/10/2018
MARCHE DES LEGENDES.
LES LEGENDES.
FLORZE – SPRIMONT.
We vertrekken met onze wandeling vandaag in Florze, we wandelen het dorp uit langs een grot boerderij en dan de natuur in. Wat een prachtige omgeving is dit hier, golvend landschap door de bossen, geweldig mooi. Verder met onze tocht. We bevinden ons in het natuurpark “ La Heid des Gattes”. De Heid des Gattes ligt op de rechteroever van de Amblève tussen Remouchamps en Aywaille, aan de rand van Condroz en Famenne. De site presenteert zich als een zeer steile helling die wordt ingesneden door verschillende steengroeven die nu zijn verlaten en geïntegreerd in het reservaat, evenals een gebied met bossen en aangrenzende bosjes. Het reservaat omvat ook de naburige steengroeves van Goiveux en Falize, evenals een gebied met aangrenzende bossen en bosjes. De meeste interessante planten hebben de steengroeven gekoloniseerd. Een grote verscheidenheid aan amfibieën broedt in vijvers aan de voet van de muur. Veel reptielen, waaronder de muurhagedis en gladde slang, komen vaak voor op de puinhoop. Meer spectaculair, de Slechtvalk en Oehoe regeren op de site. Wij blijven in dit prachtige natuurreservaat wandelen en komen langs oude steengroeven en ook langs de terril du Gorveux. Beneden zien we de kerk van het dorpje wat mooi is het hier om te wandelen. Verder door het bos langs weilanden met paarden en dan komen we in Sougne –Remauchamps we wandelen nu verder en we beginnen te klimmen. La Redoute is een heuvel in de Ardennen die vooral bekend is als beklimming in de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik. De top van la Redoute ligt op een hoogte van 292 meter. De heuvel heeft een lengte van 1650 meter. Wij moeten een hoogteverschil van 161 meter overbruggen met steile stukken van 22% en een gemiddelde van 9,5%. Een flinke klim word het. Er staat ook een monument die verteld over de heuvel en de wielerwedstrijd Luik-Bastenaken-Luik. Eens boven blijven we in de bossen wandelen. Dan komen we terug in Florze. Voordat we terug naar de start gaan wandelen we nog even naar het kasteel van Florze. Het kasteel van Florzé ligt ten zuiden van Sprimont vlakbij het dorp Florzé en dateert uit het eind van de 19e eeuw. Eén van de eerste kastelen van Florzé is in 1578 verwoest, maar de toren is bewaard gebleven. Rond 1610 bestond het kasteel uit één hoofdtoren, twee hoektorens en een ingangsportaal, nu kent het een 19e eeuwse bouw. De achtergevel komt uit op de binnenplaats van een boerderij uit de 16e, 17e eeuw. Generaal Eisenhower heeft het betrokken in 1945. Het kasteel is niet te bezichtigen, maar de voorgevel is zichtbaar vanaf het ingangsportaal in de rue du Comte à Florzé. Het kasteel is sinds 1904 eigendom van de familie Kleinermann-Dallemagne en wordt van moeder op dochter doorgegeven opdat het in de familie blijft. We wandelen terug door de dreef en steken de weg over dalen terug naar ons vertrek, dit was een prachtige wandeling.
Vandaag wandelen we in Welkenraedt. Onze eerste monument is de Sint-Jan-de-Doperkerk uit 1880. In Welkenraedt bestond reeds een kapel. Nadat deze in 1730 tot parochiekerk werd verheven, werd een nieuwe kerk gebouwd in 1732. Deze werd in 1878 vervangen door een neoromaans bouwwerk, ontworpen door Eugène Halkin. In 1893 werd het neogotisch kerkmeubilair geplaatst, ontworpen door Auguste Vivroux. Het kerkportaal werd in 1903 vernieuwd naar ontwerp van Fernand Lohest. Gebouw; het betreft een bakstenen basilicaal kerkgebouw, met voorgebouwde toren die deels ingesloten is door de zijbeuken. Het middenschip is hoog en smal. De bovenste geledingen van de toren zijn met leien gedekt. De toren wordt gedekt door een vierzijdige spits. Dan komen we aaneen park, Bosquet genoemd. Samen met de bossen van Grunhaut en Hees, maakt "le Bosquet" deel uit van een van de drie natuursites van de rustige en gezellige gemeente Welkenraedt. Dankzij de tussenkomst van de toeristische dienst werd de site voortdurend verfraaid. Er werden graspleinen en bloemenperken aangelegd, samen met een toegangsweg en wandelpaden. De visvijvers van Bosquet vormen een bevoorrecht observatorium om in contact te treden met de natuur en met het ongerepte leven. Hier kunt u nog een ijsvogel zien vissen of toekijken hoe blauwe reigers of wilde eenden in het water duiken of in de onmiddellijke omgeving neerstrijken. Erg rustig om door te wandelen en te genieten van de natuur we verlaten Bosquet en wandelen door de prachtige omgeving. Gelegen in het Land van Herve, ligt het dorp in het stroomgebied van de Ruyff (een beek die uitmondt in de Vesder), nabij de waterscheiding met de Geul. De omgeving is gekenmerkt door landbouw. Weilanden waar koeien grazen en hier en daar een groep bomen wat prachtig toch. We genieten van de mooie omgeving met geregeld mooie oude gebouwen, oude boerderijen. We wandelen door smalle voedpaden die een echte doorgang vormen, we wandelen door een tunnel van groen zo prachtig. Na de controle wandelen we verder door de mooie natuur. Nog even door het park en zo komen we terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling.
Vandaag een midweektocht met de Demerstappers. We stappen vandaag niet in het centrum van Bilzen maar in de prachtige omgeving van de stad. Een heldere blauwe lucht en de zon die ons een fijne wandel beloofd. De wandeling brengt ons door de bossen en velden, paddenstoelen staan er volop en het is de tijd van het jaar. We komen in het natuurgebied Schoonbeek. Hoewel Bilzen grotendeels op leembodems ligt, sluiten het gehucht Schoonbeek en zijn bossen aan bij de zandige Kempen. De brede dreven in Schoonbeek zijn toegankelijk voor wandelaars. Op de smallere boswegen kun je enkel te voet komen. Verborgen in het bos liggen nattere delen met hun specifieke planten en dieren, die je enkel als wandelaar kunt verkennen. Het natuurgebied Schoonbeek – ongeveer 200 hectare groot – ligt op de grens met Genk. De grove den domineert in Schoonbeek, maar ook verschillende loofboomsoorten, zoals de indrukwekkende zomereik en de bekoorlijke berk, verwennen de natuurliefhebber onderweg. Dieper in het bos zijn er ook moerassige delen. Naast soorten die graag in natte gebieden vertoeven, leven ook vele soorten bosvogels en typische zoogdieren, zoals ree, vos en eekhoorn, in de bossen van Schoonbeek. Vroeger zwaaiden vooral naaldbomen de plak in de bossen van Schoonbeek. Vandaag bestaat meer dan 60 procent van de bossen uit grove den, maar ook de Corsicaanse den, de lork, de fijnspar en andere naaldbomen bevolken het bos. Het Agentschap voor Natuur en Bos bestrijdt de ongewenste woekersoorten Amerikaanse eik en vogelkers, om natuurlijke loofboomsoorten, zoals zomereik, berk, zwarte els, lijsterbes en sporkehout, meer plaats en nieuwe groeikansen te geven. We genieten van onze wandelingen als we het natuurreservaat verlaten komen we langs een paar mooie vakwerkhuizen. Zo komen we terug aan ons vertrek en eindigt een mooie wandeling.
MAANDAG TOCHT 3-6-9. / DE RAKKERS. / HEUSDEN-ZOLDER. 08/10/2018
MAANDAG TOCHT 3-6-9.
DE RAKKERS.
HEUSDEN-ZOLDER.
We vertrekken met onze wandeling in Heusden en we nemen de afstand die naar het domein Bovy gaat en al vlug zijn we er. Domein Bovy behoorde van de 12de tot en met de 18de eeuw toe aan de abdij van Averbode. In de 19de eeuw kwam het domein in handen van Jozef Bovy, voormalig gouverneur van Limburg, die aan het domein zijn naam schonk. Domein Bovy is een 34 ha. groot park met vijvers, bossen en weiden. We wandelen over het Hazenpad. Kinderen ontwerpen nieuw Hazenpad voor Domein Bovy. In het kader van de grote opkuis en hersteloperatie Domein Bovy tovert de Gemeentelijke Academie voor beeldende kunsten uit Heusden-Zolder het oude kabouterpad om tot een mysterieus Hazenpad. De verbeelding van de kinderen en jongeren ligt aan de basis. Zij leveren de ontwerpen. We wandelen door het Hazenpad en komen zo aan het vlonderpad dat loodst je over en langs de verschillende vijvers. Dan wandelen we door het bos gewoon prachtig. Vele verschillende soorten paddenstoelen. Zo mooi. Een fijne wandeling.
Wandelclub WSV Iris Kortessem organiseerde hun jaarlijkse pannenkoekentocht in Vliermaal. De ruime zaal ’t Vlierhof was de vertreklocatie voor de verschillende afstanden 4-8-10 km. Het vertrek was in het centrum van Vliermaal een deelgemeente van Kortessem. Je wandelt er in het Haspengouwse landschap. Er vielen onder het grijze wolkendek enkele druppels. Je wandelt er in een uitgestrekt gebied langs verschillende boerderijen en velden. Verder kom je in landbouwgemeentes zoals Vliermaalroot, Rommershoven en Schalkhoven. Je ziet de Haspengouwse fruitbomen waar de oogst bijna voorbij is. Verder op de akkervelden zie je de gele bloemetjes van de koolzaad. Het is een belangrijke akkerbouwgewas. Tijdens de oogst wordt er de koolzaadolie uit gehaald. De rest van het gewas wordt gebruikt als krachtvoer voor het vee. Bijen en hommels zijn er zot op als de planten in bloei staan. Wat verderop een groot veld met paarse bloemetjes, de Phacelia. Zoals de imker mij in de zaal uitlegde, is Phacelia een bijenplant. Als de plant voldoende vocht krijgt wordt er veel nectar geproduceerd. Deze plant wordt ook gebruikt voor groenbemesting. Langs de mooie stukken natuurgebieden zien we opmerkelijke projecten zoals het knuppelpad in een deelgemeente van Hoeselt. We komen langs de oude brouwerij De Es. Nog een beetje verder en we komen terug in Vliermaal. Op de wandeling vandaag hebben we veel vakwerk gezien, soms verscholen achter het woonhuis in de stallen of nog stukken in de gevels. Vooral in de centrums van de kleine dorpen. Het was een fijne en aangename wandeling.
MERGELWANDELING. / WANDELCOMITE SINT ROSA. / SIBBE. 07/10/2018
MERGELWANDELING.
WANDELCOMITE SINT ROSA.
SIBBE.
Sibbe is gelegen op de rand van het Plateau van Margraten, een vruchtbaar lössplateau op ca. 160 meter boven NAP. Sibbe ligt op de kruising van de weg van Vilt naar IJzeren en de weg van Valkenburg naar Margraten. Met het gehucht IJzeren vormt het dorp een dubbelgemeenschap en -parochie, meestal aangeduid als Sibbe-IJzeren. deels tegen de zuidelijke dalwand van het Geuldal gelegen dorp Sibbe liggen enkele hellingbossen, onder andere het Biebosch en het Sint-Jansbosch. De Sibbergrubbe is een slingerende holle weg langs deze dalwand tussen Sibbe en Valkenburg. Ten noordoosten van Sibbe ligt het Gerendal, een belangrijk natuurreservaat. In en rondom het dorp zijn nog her en der hoogstamboomgaarden te vinden. Ten zuiden van het dorp bevinden zich uitgestrekte lössakkers. Waarschijnlijk al vanaf de 12e eeuw was de mergelwinning een belangrijke economische activiteit in het verder hoofdzakelijk agrarische dorp. Bezienswaardigheden. Het Sibberhuuske of Sibberhuis (ook Villaertshof genoemd) is een versterkte en deels omgrachte herenhoeve uit de 17e eeuw. Het kasteelachtige huis is grotendeels gebouwd in Maaslandse renaissance-stijl (met typerende speklagen) en heeft een zware hoektoren, die wellicht ouder is. Het herenhuis was eigendom van diverse adellijke families en wordt ook thans nog particulier bewoond. Een deel van de bijbehorende 18e-eeuwse economiegebouwen werd na een verwoestende brand in de jaren 1930 herbouwd. n de directe omgeving van het Sibberhuuske zijn restanten van het eens uitgestrekte landgoed te vinden in de vorm van een pachthoeve, mergelstenen erfafscheidingsmuren en poorten. Vlak bij het Sibberhuis bevinden zich langs de Dorpsstraat diverse mergelstenen carréboerderijen. Aan het einde van de Dorpsstraat ligt de Hellinxhof, een grote carréboerderij uit de 18e eeuw. In Sibbe bevindt zich de enige nog in werking zijnde Limburgse mergelgroeve, de Sibbergroeve. Hier worden blokken mergel gewonnen, voornamelijk ten behoeve van restauratiewerkzaamheden van mergelstenen gebouwen in de omgeving. In de groeve, plaatselijk de berg genoemd, bevindt zich een schuilkapel, die in de Franse tijd in gebruik was door katholieken, die weigerden de eed op de republiek af te leggen. Niet ver hiervandaan bevinden zich aan de Sibbergrubbe de restanten van wat waarschijnlijk de oudste mergelgroeve van Nederland is, de Vallenberggroeve, die in gebruik was van de late 12e eeuw tot de 16e eeuw. In de groeve zijn onder andere een etensbord uit de 13e eeuw en een zogenaamd Raeren lampje uit de 16e eeuw gevonden. Ook werden hier munten gevonden die op de aanwezigheid van een valsmunterij wezen. Waarschijnlijk was de groeve toen al deels ingestort en niet meer als zodanig in gebruik. In het Biebosch bevindt zich ook de kalkoven Biebosch, waar vroeger lokale mergel werd verbrand tot ongebluste kalk. In 1970 en 1990 vond aan de rand van Sibbe, in het Biebosch en op de tegenoverliggende helling van de Heunsberg, archeologisch onderzoek plaats naar mogelijke vuursteenwinning en -bewerking. Men vond grote hoeveelheden vuursteenafslag en enkele vuursteenwinningswerktuigen, die wezen op de aanwezigheid van zowel dagbouw als ondergrondse mijnbouw. In een mijn vlak bij de Sibbergrubbe werden sporen van een vuurtje aangetroffen in de vorm van houtskool, dat gedateerd kon worden op 3280 - 2780 v. Chr. Een wandeling die ons een heel stuk geschiedenis laat meemaken en ook laat zien een prachtige wandeling met veel groen en historie zo een wandeling om van te genieten en niet vlug te vergeten.
18E MARCHE AU PIED DU TERRIL. / MORTIER C’EST L’PIED. / BLEGNY. 06/10/2018
18E MARCHE AU PIED DU TERRIL.
MORTIER C’EST L’PIED.
BLEGNY.
Blegny ligt op het Plateau van Herve, op een hoogte van ongeveer 220 meter. Ten zuiden van de kern stroomt de Bolland in westelijke richting. Ten gevolge van de steenkoolwinning heeft enige verstedelijking plaatsgevonden. Ook de inwijking van gastarbeiders heeft dit geaccentueerd. De steenkoolmijn van Blegny is een voormalige kolenmijn in het Luikse steenkoolbekken gelegen nabij Trembleur. Het is een publiekelijk toegankelijke mijn die erkend is als Unesco werelderfgoed. De mijn heeft twee schachten, die hier tot 8 niveaus omlaag reiken, met een diepste punt van 530 m. Alleen niveau 1 en 2 (op -30 m en -60 m) staan nog boven het grondwater. Schacht nr 1 dient tegenwoordig als toegangspunt van de ondergrondse rondleiding. De tweede schacht Marie l'Espérance is in gebruik voor de ventilatie van de galerijen, hier is ook bovengronds een museum ingericht. Verder zijn er exposities in de voormalige werkplaats en de kolenwasserij. Naast de mijn ligt de terril van Blegny met een hoogte van 43 m, waarop de steenresten gestort werden. Een ondergrondse rondleiding met een gids door de mijn bevat een verkenning van de galerijen op -30 en -60 meter en een afdaling door de pijler van steenkoollaag Grande Mascafia, de rondleiding eindigt bovengronds in de kolenwasserij. We wandelen rond de terril en genieten van de omgeving dan wandelen we door de mooie omgeving. Dan wandelen we naar Saint-Andre dat ligt in Dalhem. We worden verrast door een konvooi van oude legervoertuigen, hoe mooi als je ziet hoe ze door het golvend landschap rijden echt mooi. Weer verder met onze wandeling. We worden bocht na bocht verrast door het prachtige landschap. Het is een mooie wandeling alleen spijtig dat de afstand niet klopt geen 12 km maar 15km. Toch blijft het een fijne en mooie wandeling.
Vanuit de Helstraat vertrekken we met onze maandelijkse wandeling met de Schoverik. We wandelen richting Vliermaalrood. Het Jongenbos ligt ten noordoosten van het centrum van Vliermaalroot, in het noordelijk gedeelte van Vochtig-Haspengouw. Tot 1865 maakte het deel uit van de gemeente Vliermaal. Het suffix -root zou wijzen op het aanvankelijk bosrijke karakter van de destijds noordelijke uithoek van Vliermaal. Loonse lenen in die omgeving waren onder andere het Jongenbosch (reeds vermeld in de 14de eeuw) en het Wermerbosch. Aan de overkant van de Winterbeek - in Diepenbeek - ligt een smalle strook die eveneens tot het goed Jongenbos behoorde. Het reliëf van de omgeving is nagenoeg vlak. Het kasteeldomein Jongenbos omvatte zo’n 20 ha park, 100 ha bos en 180 ha landbouwgrond. Het huidig kasteel is een complex uit het midden van de 19de eeuw, bestaande uit een alleenstaand dubbelhuis (met neoclassicistische inslag) en ten oosten daarvan een koetshuis. Het woonhuis is een bepleisterde en witgeschilderde bakstenen bouw met hardstenen afwerking. Rondom het kasteel ligt een park in landschapelijke stijl met twee smeedijzeren bruggetjes en een vijver. De boerderij ligt in verval wat spijtig is. Nog even door het bos en we komen terug op ons vertrek
41E MARCHE FRANCHIMONTOISE. / LES MARCHEURS FRANCHIMONTOIS. / LA REID – THEUX. 30/09/2018
41E MARCHE FRANCHIMONTOISE.
LES MARCHEURS FRANCHIMONTOIS.
LA REID – THEUX.
Het dorpscentrum van La Reid ligt ruim vijf kilometer ten zuiden van het centrum van Theux. In het noorden van de deelgemeente ligt nog het dorp Becco, in het zuiden de dorpen en gehuchten Desnié, Winamplanche en Vert-Buisson. Elk dorp en gehucht heeft talrijke kasteeltjes en boerderijen uit de 17de en 18de eeuw. We wandelen het dorp uit langs prachtige zichten over het mooie landschap. Velden en weilanden met een blauwe hemel boven ons en de zon die ons verwarmt. Gewoon zalig om te wandelen in een zo mooie streek. Wat later komen we in Becco. Becco is op een uitloper van het gebergte gebouwd en dit plattelandsdorpje dankt zijn naam waarschijnlijk aan de romanisering van 'bôkholt' (beukenbos) hoewel de populaire uitleg naar de relatieve armoede van de grond verwijst: 'en’na nin bêcop' (in het Waals: er is niet veel). Het dorp heeft langwerpige boerderijtjes en woningen uit de 17de eeuw. De eenheid en homogeniteit van het geheel verleent het gehucht onmiskenbaar een architecturale waarde. De eerste kapel van Becco werd in 1714 voltooid en is aan Sint-Elooi gewijd, de patroonsheilige van de edelsmeden en smeden. Boven de hoofdingang verrijst het standbeeld van Sint-Elooi met zijn aambeeld. In de nabijheid staat er een indrukwekkende linde, met aan de voet het Croix du Tilleul (kruis van de linde) uit 1890. Het dorp ligt aan de oever van een beek in de nabijheid van een mineralenafzetting waar ooit ijzer ontgonnen werd. De vruchtbaarste gronden werden door de landbouw ingenomen en de bossen kregen de minst gunstige omstandigheden. Op de weg van Theux naar Becco staat er nog steeds een klein fort, een onderdeel van een verdedigings- en observatielinie die bij het fort van Tancrémont hoorde. Dit dorp is de plaats van de legende van de twee bezetenen van Becco. We wandelen een stuk door de bossen en dan weer door de velden en weilanden met prachtige vergezichten wat is het hier toch mooi en rustig om te wandelen. We genieten van de prachtige omgeving en van het heerlijk nazomertje. Na een tijdje komen we terug aan ons vertrek. Een mooie en afwisselende wandeling.
De naam Ham werd voor het eerst vermeld in 784, naar het Germaans hamma, een landtong die in een moerassig gebied inspringt. Reeds in 698 schonk Pepijn van Herstal, die het land in bezit had, dit aan de Abdij van Sint-Truiden. In 1307 kwam het patronaatsrecht aan de Abdij van Averbode. Van 1372-1834 was er een kasteel, dat ten zuidwesten van het later ontstane dorp Oostham was gelegen. Dit dorp ontwikkelde zich aan een kruispunt van wegen: de weg van Kwaadmechelen naar Heppen, en die van Olmen naar Beverlo. In het centrum lag een driehoekig dorpsplein, waaraan de kerk zich bevond en nog bevindt. In de 16e eeuw werd vooral vlas en vezelhennep/hennep verbouwd, waarvan onder meer visnetten werden vervaardigd. In de 17e eeuw werden er schapen gehouden en nam de laken nijverheid enige vlucht. In de 19e en 20e eeuw kwam er werkgelegenheid in de omgeving: de chemische industrie (zoals het latereTessenderlo Chemie, de steenkoolmijn van Beringen en het militaire Kamp van Beverlo. De landelijke bebouwing verdween goeddeels en er ontwikkelde zich lintbebouwing langs de uitvalswegen. Na de Tweede Wereldoorlog werden nieuwe wijken aangelegd, namelijk Wasseven en Generode. Vandaag wandelen we eens in Oostham, veel door de bossen en langs weilanden. Eén van de wandelen waar we veel paddenstoelen zien en al is het herfst er zijn nog vele gele citroenvlinders die aan de trek beginnen. Ook zijn er nog libellen. Een fijne wandeling door de bossen en velden.
DE KAJAANTOCHT. / WC AVIAT SINT-TRUIDEN. / ST –TRUIDEN. 24/09/2018
DE KAJAANTOCHT.
WC AVIAT SINT-TRUIDEN.
ST –TRUIDEN.
De herfst komt met rasse schreden naderbij, al voelt het aan of we nog midden de zomer zitten, vandaag wandelen we met Aviat in St Truiden. We gaan een heel stuk van de Fruitvallei verkennen. We wandelen door de velden, langs akkers en plantages. De velden beginnen kaal et worden hier en daar nog een veld met mais en bieten. Hier en daar staan nog wat hoogstambomen. We wandelen verder en komen zo aan de Stayenmolen. De molen, gelegen aan de Molenbeek en waarvan al sprake is in de 16e eeuw, is opnieuw operationeel. Het molenmechanisme werd tot in de kleinste details gerestaureerd. De bijkomende waterkrachtcentrale voorziet de molenaar en de naastliggende kunsthandel van de nodige groene energie. Dan wandelen we weer verder. Dan wandelen we de fruitvallei binnen, hier staan vele oude hoogstamsoorten, veel kersen soorten die dreigen te verdwijnen, spijtig dat zovele bomen gestorven zijn, kersen zijn heel gevoelige bomen. We wandelen verder en komen langs Kernielse kersen.
Deze kers heeft haar naam te danken aan haar pikzwarte sap en vlees. In de provincie Limburg is ze bekend onder de naam van Kernielse, Nielse, Noir de Kerniel. Het nodige opzoekwerk wijst met grote zekerheid uit dat de Kernielse Zwarte al minstens in de tweede helft van de 19de eeuw moet ontstaan zijn. De Kernielse Zwarte is een middenseizoenskers (rijpt eind juni), absoluut aan te bevelen voor de aanplant in hoog- of halfstamvorm en dit zowel voor liefhebber als beroeps. Typerend zijn het zachte vruchtvlees met donker gekleurd sap en de zoete smaak met een sterk aroma. Ze is vruchtbaar, barst niet vlug en is uitermate geschikt als dessertvrucht, voor verwerking in confituur en wijn, het kleuren van sappen ... "Destijds ontkennen dat je van de boer zijn 'Kernielse' had zitten snoepen, was haast onmogelijk... want je handen, mond en tanden waren zo zwart als roet. Ook de vlekken uit je kleren wassen, scheen een onmogelijke taak te zijn."
We wandelen door de boomgaarden eigenlijk is dit het mooiste stuk van de wandeling. We komen zo terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling.
Awans was bezit van de Abdij van Chèvremont (te Chaudfontaine) en kwam in 779 in bezit van Karel de Grote, welke hem uitruilde tegen andere bezittingen. Aldus kwam Awans aan de Abdij van Stavelot. In 854 werd Awans door Lotharius I toegewezen aan de Abdij Prüm. Als voogd werd een feodaal heer aangesteld die bleef bestaan tot aan de opheffing van het ancien régime door de Fransen, einde 18e eeuw. Van 1296-1335 speelde de Awans- en Warouxoorlog zich af. In 1497 werd het kasteel van Awans belegerd en verwoest door de burgers van Tongeren, in het kader van de strijd tussen Horne en Van der Marck. Van het kasteel is niets over dan enkele steenresten in een weiland nabij de sporthal. Awans ligt op het Haspengouws Plateau, heeft deels nog een landelijk karakter. Het kasteel van Awans, hier stond voorheen een oude boerderij, doch in de 2e helft van de 19e eeuw werd hier een kasteel gebouwd door Charles del Marmol, welke burgemeester van Awans was van 1861-1896. Door een 18e-eeuws poortgebouw, in baksteen en kalksteen uitgevoerd, kan men het kasteelterrein betreden. Op de binnenplaats vindt men rechts een vleugel uit de 2e helft van de 19e eeuw, in eclectische stijl. De andere vleugels werden sterk gewijzigd. Tegenover de ingangspoort bevindt zich een gevelsteen met opschrift: SAMSON 1707. Door het bar slechte weer regen en nog eens regen doen we maar de kleine afstand. Toch een fijne wandeling.
MARCHE APRES LA MOISSON. / LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE. / WIHOGNE-JUPRELLE. 22/09/2018
MARCHE APRES LA MOISSON.
LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE.
WIHOGNE-JUPRELLE.
Wihogne – Nudorp in het Nederlands. Nudorp ligt aan de taalgrens in het noordwesten van de gemeente Juprelle. De dorpskom ligt aan de westkant van de weg van Tongeren naar Luik. Door haar gunstige ligging heeft Nudorp zich ontwikkeld van een landbouwdorp in Droog-Haspengouw tot een woondorp met recente (begin 21ste eeuw) lintbebouwing langs de steenweg. Buiten de dorpskom en de steenweg is de rest van de deelgemeente nog overwegend agrarisch met vooral akkerbouw en in mindere mate fruitteelt. We ontdekken de omgeving en ja het is nog altijd een landbouwdorp. We wandelen langs weilanden en akkers. Ook nog vele hoogstamboomgaarden prachtige Haspengouwse vierkants hoeven. We wandelen verder naar het volgende dorp Paifve. Het is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw dat zich stilaan ontwikkelt tot een woondorp. Buiten de dorpskom is de deelgemeente nog overwegend agrarisch met vooral akkerbouw en in mindere mate fruitteelt. We komen aan de kerk met een grote boerderij. Veel natuur hebben we niet gezien maar wel landbouw. Een fijne wandeling in het Waalse Haspengouw.
Slenaken één van de vele dorpen van de gemeente Gulpen-Wittem, is het vertrekpunt van de jaarlijkse Gulpdaltocht. De routes lopen door het mooie dal van de Gulp, het riviertje dat zich van het Belgische Henri Chapelle naar Gulpen slingert. De routes brengen ons dit jaar vanuit Slenaken naar Sint-Martens-Voeren en Schilberg. Slenaken, de parel van het Heuvelland, ingebed in een van de mooiste landschappen van Nederland, met België om de hoek en Maastricht, Luik en Aken op steenworp afstand. Slenaken, ook wel de Parel van Zuid-Limburg genoemd, ligt in het Gulpdal, een asymmetrisch dal met aan de ene zijde flauwe hellingen die in gebruik zijn als grasland en aan de andere zijde steilere hellingen waarop de bossen liggen. We vertrekken met onze wandeling in het centrum, hier mooie oude gebouwen en ook vakwerkhuizen, zo typische voor Zuid Limburg. Verder langs het oude kerkhof met prachtige oude stenenkruizen maar ook prachtige gietijzeren kruizen mooi bewaard staan ze in het groen. We wandelen nu de velden in we wandelen naar “De Planck” is een gehucht in de gemeente Voeren. Bij de Plank is de grensovergang op de weg van Margraten naar Aubel. Het gehucht ligt tussen Sint-Martens-Voeren en het meer oostelijk gelegen Teuven. Het gedeelte ten westen van de weg Margraten - Aubel hoorde bij Sint-Martens-Voeren. Dit is het grootste stuk. Het gebied ten oosten van de weg hoorde bij Teuven. We komen langs een wijngaard De Planck de druiven zijn rijp en smaken lekker zoet maar ééntje geproefd. Weer verder komen we aan in het Broekbos. Hier mogen de bomen oud worden en hun vrije gang gaan en al staande sterven. Dit natuurreservaat situeert zich op de hellingen van de vallei van de Veurs en het plateau De Planck. We wandelen verder en komen zo in België, we wandelen de Voerstreek binnen. We komen in Sint Martens Voeren aan het Veltmanshuis is een monumentaal pand, het huidige gebouw stamt van omstreeks 1800, maar de kern is vermoedelijk uit de 17e of de eerste helft van de 18e eeuw. Op een voetschraper werd een chronogram van 1743 aangetroffen, dat naast de deur werd ingemetseld. In dit huis woonden de leden van het kapittel van de Sint-Martinuskerk, totdat het kapittel einde 18e eeuw door de Fransen werd opgeheven. Vervolgens werd het huis gebruikt als pastorie. In 1944 werd het huis door brand verwoest en in 1950 herbouwd, maar met een geheel vernieuwd interieur. In 1967 werd het een dekenij om in 1971 door de Belgische Staat te worden aangekocht, waarna het als cultureel centrum dienst ging doen. Het huis werd vernoemd naar Hendrik Veltmans, een Vlaamsgezind pastoor uit de streek. Wat verder hebben we op een prachtige plek controlepost nadien weer de natuur in zeker wat klimmen en weer langs prachtige vakwerkhuizen. Wat verder door het golvend landschap en we stekken weerom de landgrens over terug in Nederland we zijn nu in Ulvend. Maar Ulvend is heel speciaal. Ulvend is een Limburgs gehucht dat zowel tot België als tot Nederland behoort. De nederzetting valt sinds jaar en dag onder twee dorpen: Sint-Martens-Voeren (Voeren, België) en Noorbeek (Eijsden-Margraten, Nederland). Aan de Nederlandse kant van de grens liggen ten noordwesten van Ulvend, Vroelen en Noorbeek en ten noordoosten Schilberg en Hoogcruts. Aan de Belgische zijde liggen ten zuidwesten Sint-Martens-Voeren en ten zuidoosten De Plank. Verder met onze tocht en komen terug in het reservaat Broekbos. Door de prachtige natuur, golvend landschap. Een heel eind door dit prachtige natuurreservaat en we komen zo terug in Slenaken waar onze wandeling eindigt. Een prachtige wandeling met veel natuur en erfgoed.
33E MARCHE INTERNATIONALE DES LONGS PIEDS. / LES LONGS PIEDS ANTHEITOIS. / WANZE. 15/09/2018
33E MARCHE INTERNATIONALE DES LONGS PIEDS.
LES LONGS PIEDS ANTHEITOIS.
WANZE.
LAND BURDINALE MEHAIGNE
Sinds 1991 heeft het Natuurpark Burdinale Mehaigne 22 dorpen in vier gemeenten: Braives, Burdinne, Héron en Wanze. Het grondgebied van het natuurpark is een gebied van kwaliteit in milieuzaken en de landschappen. Sinds vele jaren is het gebied aantrekkelijk en uitgebreid in termen van habitatontwikkeling. En de beweging lijkt niet te stoppen. Deze uitbreiding kan een goed gebruik van de ruimte en het behoud van de kwaliteitslandschappen van het park bevorderen. We vertrekken met onze wandeling in Wanze en verlaten het dorp om de abdij van ver te zien, een indrukwekkend geheel. De abdij van Val-Notre-Dame was een cisterciënzerinnenabdij die opgericht werd rond 1200. Voordat de abdij het licht zag, bevond zich op deze plek een leprozenhuis, dat in de 7e eeuw floreerde. Er werd een religieuze commune gevestigd in 1180 en in 1218 werd er ook een kerk gebouwd. In de 13e eeuw bleef de abdij groeien, maar toen volgde een periode van achteruitgang en oorlog. Na de Franse Revolutie werd de abdij verkocht. In 2015 herbergen de mooie gebouwen van de oude abdij die bewaard zijn gebleven een internaat voor scholieren. Het huidige complex wordt gedomineerd door de ingangspartij met twee torens, die in de 17e eeuw in Maaslandse renaissancestijl werden gebouwd. Wij wandelen verder en komen in Antheit. We komen aan de St Martin Church. De oude kern van het dorp is gebouwd waar de kerk St Martin en zijn pastorie (1785) zich bevinden. Historisch gezien is het op de fundamenten van een oude kerk dat een belangrijk heiligdom werd gebouwd (1590-1622). Deze kerk werd vervolgens herbouwd tussen 1715 en 1726 en gerestaureerd in 1824. In 1840 vonden belangrijke werken plaats: vergroting, ophogen van de kleine beuken, constructie van een portaal en torenhelling. In 1994, als gevolg van onstabiliteit van de hoofdbalken, was de kerk gesloten voor het publiek. De raad van kerk moest het geld ophalen voor de restauratie van de kerk, en na vijf jaar werd het volledig gerenoveerd. De plaatselijke kerkfabriek bezit ook een grote aangrenzende boerderij die vroeger bekend stond als "Flône Abbey Farm". De kerk domineert ook de stroom van Doyard. We komen wat verder aan het kerkhof waar een graf van een Canadees soldaat gesneuveld in 1919. We komen aan de vallei van de Rau de la Basse Judie. Een mooie vallei met weilanden. Wat verder komen we terug aan ons vertrek wat een prachtige wandeling.
Hoelbeek werd voor het eerst vermeld in 1178 onder de naam Hulobeken waarbij het woord hulo staat voor diepte of dal, en baki voor beek, dus feitelijk: diepenbeek. In 1974 werd, op Ketelveld aan de Maastrichterstraat, een Romeinse tumulus gevonden. In 1178 was Hoelbeek een Loons leen. Vanaf de 14e eeuw werd het een onderdeel van een grotere heerlijkheid, die vanuit de burcht van Jonckholt bestuurd werd. In 1795 bij de vorming van de gemeenten werd Hoelbeek een zelfstandige gemeente. We wandelen vanaf de Sint-Adrianuskerk uit 1926 het veld in om zo bij de ruïne van Kasteel Jonckholt te komen: een ruïne van een versterkte burcht die in de 14e eeuw werd opgericht op funderingen van een 11e-eeuwse strategische nederzetting. De burchtmuren zijn tot ongeveer een meter hoogte terug opgebouwd. Opmerkelijk is de aarden wal met dubbele slotgracht. Deze omwalling werd aangelegd bij de opkomst van het buskruit. Het geschut kon op die manier niet rechtstreeks de één meter dikke stenen muur treffen. De ingangspoort werd dwars op de aarden wal aangebracht. In de aarden wal maakte men vier ronde torens waarin men de verdedigingslinie met geschut plaatste. Dit is nu nog steeds duidelijk zichtbaar. Dat Hoelbeek in Vochtig-Haspengouw is kunnen we duidelijk zien, en de Meersbeek heeft haar bron iets ten zuiden van het dorp. Hoelbeek was en is een landbouwdorp zonder noemenswaardige industrie. Ten noorden van de kom liggen de bossen en landgoederen van Kasteel Jonckholt en Kasteel Groenendaal. In de onmiddellijke omgeving, op het grondgebied van de gemeente Waltwilder, ligt het kasteel Groenendaal verborgen in de bossen. Het kasteel was vroeger via een dreef verbonden met de burchtruïne van Jonckholt. Oorspronkelijk heette dit goed Croenendael of Croonendael. Later kreeg het de huidige, feitelijk foutieve, naam. Het was een Loons leen, dat ook Hoelbeek en Jonckholt één leengoed vormde. Dit werd eind 14e eeuw gedeeld en Croenendael kwam in bezit van Aleidis van Jonckholt, die gehuwd was met Godenoel van Elderen, die reeds heer van Elderen was. In 1477 kwam Croenendael in bezit van de familie Lamboy. [Op kerstdag 1693 stierf een niet nader genoemde "villicus in Croonendael"; in mei 1730 had Godefridus Danzel die functie, getrouwd met Joanna Rosseau; in november 1736 was het Egidius Pacquaij, getrouwd met Margareta Iaddoul; in december 1739 was het Joannes Leonardus Du Mont getrouwd met Barbara Broeffaer - - in 1744 geschreven als Lemont en Mouffar - PR Waltwilder.] In 1757 kwam het aan de familie De Grady. Michel Joseph de Grady, die overleed in 1786, verbouwde het toenmalige 17e-eeuwse kasteel, dat uitgevoerd was in Maaslandse renaissancestijl, omstreeks 1761 tot een classicistisch gebouw. Ook de bijbehorende boerderij werd in deze stijl verbouwd. In 1861 kwam het landgoed aan Emile de Rosen de Borgharen, en het is nog steeds in bezit van particulieren, en wel van de familie Rosen de Borgharen. Er werd een park aangelegd in Engelse landschapsstijl en daarin werden restanten van de vroegere omgrachting verwerkt. Vandaag kunnen we het kasteel goed zien van aan de ingang. Weer verder met onze tocht we steken de oude spoorweg over waar nu het railbikespoor loopt. Op het gehucht het Heyken ten noorden van de dorpskom vinden we de Kapel Geheim Leger van de weerstand tegen de Duitse bezetter uit 1944-45. In het Munsterbos verschuilden de weerstanders uit de Tweede Wereldoorlog zich tijdens de oorlogsjaren. Het eenvoudige bakstenen kapelletje draagt het embleem van de verzetsbeweging Geheim Leger. Het is gebouwd op de plaats waar een voormalige schuilplaats van deze verzetsbeweging was en waar een aantal leden van deze beweging door de bezetter werden geëxecuteerd. De kapel wordt aan beide zijden geflankeerd door een marmeren gedenkzuil met daarop de namen van 54 vermoorde verzetsstrijders. We keren terug naar Hoelbeek via Waltwilder. Een mooie nazomer tocht. Genoten van de natuur en het erfgoed op onze tocht.
MARCHE DE JOUR. / LES HERMALLIS. / HERMALLE-SOUS-HUY. 08/09/2018.
MARCHE DE JOUR.
LES HERMALLIS.
HERMALLE-SOUS-HUY.
Onze wandeling vertrekt in het centrum van Hermalle. In het oude centrum van het dorp bevinden zich het Kasteel van Hermalle-sous-Huy en de Ferme castrale van Hermalle-sous-Huy met twee musea. Het kasteel is van zandsteen, kalksteen en baksteen gebouwd en heeft een hoefijzervorm rond een voorplein. Het heeft twee ronde torens op drie niveaus, alsook twee vierkante torens en is door een slotgracht omgeven. De "Ferme castrale" In de 17de eeuw laat de graaf van het Heilige Roomse Rijk Conrard d'Ursel, eigenaar van het kasteel van Hermalle, zijn bezit renoveren en vergroten. Hij geeft het zo een toren-portaal met een gebogen poort en een stufstenen cartouche uit 1642. Het kasteel kan via een brug met drie bogen over de slotgracht, en een aansluitende valbrug, betreden worden. De ingang leidt naar een grote ruimte omgegeven door een muur gemarkeerd met hoektorens op drie niveaus. Binnen die omsluiting doet de graaf, ten oosten, een hoofdgebouw met een woning voor de boer en zijn personeel en ook gebouwen voor koeien- en varkensstallen met hooizolder bouwen. Vanaf 1993 worden in de hoeve de bibliotheek en museum van de gastronomie, het museum "Postes restantes", de plaatselijke VVV, een taverne en een tweedehandsboekhandel gecreëerd. Het oude hoofdgebouw is een privé-woning en de oude mesthoop is een kleine tuin geworden. In het centrum staan nog een paar bijzondere gebouwen: Huis Héna, Waals cultureel erfgoed, geboortehuis van Jean-Gilles Jacob en voormalig postkantoor. We wandelen nu een heel eind en klimmen het dal uit. We komen aan “Aux Forges” van hier uit prachtig vergezichten over de mooie streek. Aux Forges is een oud gehucht, een voormalige kleine metallurgische centrum, gelegen aan de uitgang van het dorp Ombret en Fond du Oxhe een riviertje dat hier voorbij komt. Zo komen we in Amay. We komen aan de voormalige grindwinningsplas nu natuur gebied. We wandelen rond de plas hier is de natuur geheel terug op zijn plaats en vele watervogels zijn er op de plas. Ook zien we sporen van de bever. We wandelen verder en komen zo terug in het centrum van Amay, langs het gemeentehuis. De gebouwen waarin nu het gemeentehuis van Amay is ondergebracht hebben een bijzondere historische betekenis voor Amay. Een van de twee villa's behoorde immers toe aan Vieille Montagne en was het verblijf van de directeur van deze oude zinkmijn, de andere was eigendom van de eigenaar van een steenbakkerij. Na een dramatische brand werd het gemeentehuis gerenoveerd en werden er moderne elementen aan toegevoegd. Even verder komen we aan het Chateau Rorive. Een Belle Epoque gebouw aan de oever van de Maas. Dan komen we aan de ruïne van de kerk van Amay. We wandelen nu verder keren terug naar Hermalle maar we komen nog langs een prachtige oude hoeve “Ferme de Hottine” die afhankelijk van de Flône abdij was, de ingang van de hoeve laat zien hoe groots ze was ten tijde van de abdij van Flône. Nog even een kleine klim en we zijn terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling.