30E MARCHE DE POILVACHE.
BATTEURS DE CUIR DINANT.
EVREHAILLES YVOIR.
Deze beschrijving vond ik in een toeristische brochure over Yvoir. En het is niet overdreven. Wat een pracht van een streek.
Vol van geschiedenis, ambachtelijke cultuur en een rijk patrimonium, presenteert Yvoir, dochter van de Boven-Maas, u alle pittoreske charmes en een deugdelijke verwelkoming waarvan « fleurons » het aangename van de Maas. Bevallige dorpen met vaak suggestieve namen, onderbroken door landbouwvelden, groene weiden en loofbomen, geven aan de gemeente een ruraal karakter en een hoog landelijk gehalte dat geschikt is om u te bekoren dankzij de schoonheid van de natuur en de frisse buitenlucht.




Wij vertrekken met de wandeling in Evrehailles met mooie stenen huizen. Het dorp is gelegen op een heuvelachtige plek. Het dorp bestaat uit huizen en boerderijen uit de XVIIIde eeuw en uit gegroepeerde huizen, vaak aanpalende woningen, die opgetrokken zijn uit zandsteen of kalk soms ook gewit of gekleurd. Wij wandelen het dorpje uit door de velden en bossen om zo richting Yvoir te wandelen. Vanop de hoogte hebben we een prachtig zicht op Yvoir met zijn oude kalkoven. We dalen af en komen zo aan de kalkoven en in Yvoir. Het oud industrieel Maasstadje waar de ontginning en bewerking van stenen (zandsteen, klein graniet) de ijzerindustrie verdrongen hebben, waarvan Yvoir het belangrijke centrum was vanaf de Gallische tijd tot het einde van de 19de eeuw.








Klein dorpje aan de samenloop van de Maas en de Bocq, op een plaats die de nodige motorkracht levert aan de ontwikkeling van de steengroeves, waarvan de aanwezigheid sinds de 16de eeuw werd opgetekend. Industriële gebouwen en huizen van de eigenaars van steengroeves (Maison Posson) getuigen van deze belangrijke activiteit en van de rijkdommen van de eigenaars. In de 2de helft van de 14de eeuw ontwikkelt de ontginning van steengroeves zich, waarvan enkele vandaag de dag nog steeds in gebruik zijn. Ook bestaan er nog oude kalkovens. In het centrum komen we nu.





Rond het oude centrum staat een groepering van gebouwen uit de 17de en 18de eeuw. Het gemeentehuis is een oude seigneurale boerderij die in 1458 afhankelijk was van de provoostambt van Poilvache. Het gebouw werd in 1621 bezet door de eigenaar van de Petit steengroeves. Vandaag een mooie gerestaureerd gebouw als gemeentehuis met ervoor onder het afdak de Maka is een smeedhamer die aangedreven wordt door een hydraulisch tandwiel. Dit tandwiel met roterende beweging stoot achtereenvolgens tegen de rand van de hamersteen en heft deze op. Vervolgens valt het gewicht van de hamer opnieuw op het aambeeld. Het maka diende vooral om grote en sterke baren te smeden en baren van kleine afmetingen te maken. Het gemiddelde gewicht van een Maka-baar is 510 kg waarvan 84 kg voor de hamer en 210 kg voor de steel. Een stukje industrieel erfgoed dat te bezichtigen is voor iedereen.






Enkele huizen van hoogovenseigenaars, waaronder het mooie kasteel van Bouvignes (1751), en enkele lokale woorden (maka, marteau...) roepen de welvaart van de metaalindustrie in Yvoir op. Wij verlaten Yvoir langs de Maas en komen langs Lîle dYvoir (eiland van Yvoir) : met een oppervlakte van 2,5 hectares, is het laatste Maaseiland dat sinds 1937 geëxploiteerd wordt. Vanaf het begin van de eeuw, namen de huizen en villa's van de meesters de stijl aan die toen in de mode was. De huizen werden gebouwd rond de place des Combattants en recht tegenover de Maas prachtige Villas.






Wij wandelen verder om dan de klim naar het kasteel van Poilvache (Houx): op de top van een hoge rots, bemerkt men de ruïnes van het oude fort van Poilvache. De fundering gaat terug naar de jaren 1226-1228. Het werd opgericht door Waleran de Montjoie, hertog van Limburg en zijn vrouw Isabelle de Bar, gravin van Luxemburg. De primitieve naam van het kasteel (smaragdus - Esmeraude en roman) komt van de naam van een Frankische man Meraldus. Hij is sinds de 13de eeuw gekend onder het woord " Poilvache ". Deze laatste naam werd gegeven aan de inwoners van het kasteel, door de mensen uit Dinant en Houx, omdat ze varkens en koeien hielden in de stallen. Het kasteel was bij de ouderen ook gekend als Castrum Bohemorum. Het kasteel werd belegerd, bezet en geruïneerd door de Dinantais, in 1322. De Luikenaren belegerden het kasteel in 1430. Na een stevig verzet van 5 à 6 dagen, werd de bezetting stopgezet en het kasteel gesloopt. Opnieuw opgebouwd, wordt het nogmaals tot op de grond gelijk gemaakt door het Franse leger in 1554.





Van deze oude boulevard van de feodaliteit, zien men slechts nog enkele resten van ondergrondse tunnels, en een inkeping in de rots, van 55 meter diep. Momenteel zijn de ruïnes eigendom van de Waalse Regio en zijn ze ingeschreven als Uitzonderlijk Erfgoed in 1992. Na een stevige klim komen we aan de ingang van het ruïne. Hier is onze rustpost en kunnen we even rustig rondgaan op de ruïne met prachtige zichten op de Maasvallei. We nemen ruim de tijd om hier wat rond te gaan en van de zichten te genieten. We wandelen nu in het Reservaat van Domein Champalle (Houx): 51 hectares, kalkkliffen, meest noordelijke halte van zuidelijke gewassen, onderhout onder opgaande bomen, buks en kalken grasmatten. Via het wandelpad kunnen we deze beschermde natuurplaats ontdekken : de weg doorkruist het beboste en lange plateau langs de kant van de glooiing. Gewoon prachtig we wandelen weer verder en komen zo terug in Evrehailles waar deze prachtige wandeling eindigt.




Moulin Bauche.
Op onze terugweg komen we nog langs Bauche dat een gehucht is van Evrehailles, hier staat een prachtige gerestaureerde watermolen, een stop waard voor een foto. Weer verder rijden we om dan in Crupet te komen. Hier even halt houden is zeker de moeite.
Crupet - Een van de mooiste dorpjes van Wallonië.
Voor het fotoalbum de link volgen
|