22E BRUGES BY NIGHT.
DE FRISSE STAPPERS.
BRUGGE
Zaterdag organiseert wandelclub De Frisse Stappers uit Brugge reeds voor de 23ste maal hun Bruges by Night. Een romantische avondlijke wandeling langsheen de verlichte Brugse monumenten en historische schatkamers van het Venetië van het Noorden.
De wandeling maakt deel uit van de Vierkunststeden wandeltrofee, een criterium tussen wandelclubs met Brugge, Gent, Oudenaarde en tenslotte Kortrijk als uitvalsbasis. We verkennen het nachtelijke Brugge, de wandeling kreeg het thema pleinen en fonteinen met zich mee. Onder meer de Brugse Vesten, ’t Stil Ende, het Jan van Eyckplein, de Markt, de Dijver en de Burg worden aangedaan. De Paardenfontein nabij het idyllische Minnewater en de fontein met beeldengroep op ’t zand staan in de kijker. Onze wandeling komt eerst langs het OLvrouw ziekenhuis welk een prachtig oud gebouw is zeer mooi in de avondzon. Dan steken we de weg over en gaan de “Buiten Boeverievest” op een prachtige groene wandellaan, met een watergracht. Mooi is het. Na een eindje over de vest gewandeld te hebben komen we aan de “Smedenpoort” en blijven de vest verder volgen.
Buiten Boeverievest
De meeste Brugse 'vesten' die de naam 'Buiten' dragen, bevinden zich buiten die historische stad. De Buiten Boeverievest is in zekere mate een uitzondering, ook al ligt ze aan de periferie van de stad, buiten de gracht, in een zone die rondom de stad de paallanden genoemd werd, een soort bufferzone die onder het Ancien Régime tot de jurisdictie van de stad Brugge behoorde. Er bestond binnen de vestingen een Boeverievest, die op het einde van de 19de eeuw de nieuwe naam Hendrik Consciencelaan kreeg.
Vijftig meter verder lag, aan de overkant van de gracht, een wandelweg, die sinds de jaren 1850 afgesneden was van het er achter gelegen Sint-Michiels, door de spoorwegberm. De Buiten Boeverievest maakt aldus deel uit van de historische stad. De Buiten Boeverievest loopt van de Boeveriepoort naar de Singel.
De Smedenpoort.
De Smedenpoort is een van de vier overgebleven stadspoorten van Brugge. De eerste poort dateert van 1297-99, maar werd in 1367-68 herbouwd door de meester-metselaars Jan Slabbaert en Mathias Saghen. Later werd ze nog enkele keren verbouwd. Kenmerkend aan deze poort is dat ze, net als de Ezelpoort, volledig omringd is door water. Aan de Smedenpoort hangt een bronzen schedel ter nagedachtenis van een gebeurtenis uit 1691. In dat jaar bracht de Brugse zeeman Jacob Wyndekens een samenzwering aan het licht.
Een zekere François van der Straeten, een Eeklonaar, had afgesproken met een kleine groep Franse soldaten om hen 's nachts de stad via de Smedenpoort binnen te smokkelen. Zij zouden zich verbergen in barakken die zich nabij het Waterhuis bevonden. In alle vroegte zouden zij dan de poortwachters overmeesteren, de poort openen en vrij spel geven aan een groot Frans leger dat zich in hinderlaag in het Tillegembos bevond. Diezelfde dag nog, de 26ste juni van het jaar 1691, werd de verrader François van der Straeten opgehangen, daarna zijn hoofd afgehakt en dat hoofd werd op een ijzeren pin op de Smedenpoort gezet. Ondertussen werd de schedel vervangen door een bronzen exemplaar.
We wandelen nu verder en komen aan de kleine huisjes aan de rand van de stad. Hier woonden de ambachtslui van de stad blijkt uit de stratennamen “Smede en Hauwerstraat”. We komen nu meer in het centrum en de huizen worden groter en uitbundiger. We kunnen hier de prachtige Markt met zijn prachtige gebouwen.
Markt
De Grote Markt, officieel "Markt", is een marktplein in Brugge. De Markt bevindt zich in het hartje van de binnenstad en heeft een oppervlakte van ongeveer 1 ha. Aan de zuidkant van het plein staat een van de bekendste monumenten van de stad, het 12de-eeuwse belfort (Halletoren). Er staat een kerstmarkt met ijspiste. De halle is een burgerlijk gebouw in baksteen in vroeggotische stijl die gedomineerd wordt door het 83 meter hoge belfort-klokkentoren. Een belfort was typisch voor Vlaamse steden in de middeleeuwen. Het was een symbool van vrijheid, rijkdom en stedelijke macht. De privileges en de stadskas werden erin bewaard.
De noordkant van de Markt wordt gekenmerkt door de typische huizen met trapgevels. De oostkant van de Markt wordt nu gedomineerd door het Provinciaal Hof. Het Provinciaal Hof, in witte steen en afgewerkt in 1892, is de zetel van de West-Vlaamse provincieraad, met vooral een officiële en representatieve functie. Het wordt soms ook gebruikt voor exposities. Rechts ervan staat het postgebouw, in rode baksteen en afgewerkt in 1891. Het grijze gebouw links van het Provinciaal Hof werd later gebouwd, met een voorgevel in arduin en een traptoren die doet denken aan die van de Poortersloge. Rechts onder de toren is er een galerij met banken, die op de eerste verdieping overgaat in een loggia. Het gebouw was bedoeld als residentie voor de gouverneur, maar is nooit in die functie gebruikt geweest. Nu zijn er verschillende openbare besturen in ondergebracht. Bij graafwerken in 1910 voor de bouw van dit gebouw op de hoek van de Philipstockstraat en de Markt werden pilaren van de Waterhalle gevonden, waarvan er nu twee in het Arentshof staan.
De Westkant met de kenmerkende verschillende gevelversieringen (een slak, bloem, kat, haring, klok, ...) die verwijzen naar de naam van het huis of de vroegere functie. Belangrijk zijn de twee huizen aan beide kanten van de Sint-Amandsstraat: het huis Bouchoute, links ervan, met een schermgevel uit de 15e eeuw, is het oudste huis op de Markt. De achthoekige windwijzer werd in 1682 door het stadsbestuur aan de gevel geplaatst voor de handels- en zeelui. Bovenop het huis staat een gouden bol, daar geplaatst in 1837 om te helpen de exacte tijd in Brugge te bepalen.
In de eerste helft van de 19e eeuw hadden niet alle steden hetzelfde uur. In het midden van het plein staat het standbeeld van Jan Breydel en Pieter de Coninck, de twee lokale volkshelden die in 1302 een grote rol speelden in het Vlaamse verzet tegen de Franse koning, met de Guldensporenslag tot gevolg. De vier hoekbeeldjes stellen Brugge, Ieper, Gent en Kortrijk voor.
De Markt is zo bijzonder dat we ruim de tijd nemen om alles te bekijken. Een prachtige gebouw is zeker de “Basiliek van het H. Bloed”.
Basiliek van het Heilig Bloed
Beneden ligt de Sint-Basiliuskapel (1139-1149), de enige volledig bewaarde Romaanse kerk van West-Vlaanderen, gewijd aan de Heilige Basilius. Dit was de huiskapel van de graven van Vlaanderen, meer bepaald van Diederik van de Elzas, graaf van Vlaanderen die het Heilig Bloed naar Brugge zou hebben gebracht.
De Basiliuskapel werd de onderbouw van de gotische bovenkapel, de Heilig Bloedkapel, waar de relikwie wordt bewaard van het Heilig Bloed. Ook de Heilig Bloedkapel was oorspronkelijk Romaans, maar werd in de 15e eeuw in gotische stijl gerenoveerd. Tijdens de Franse Revolutie werd de bovenkapel grotendeels verwoest en in 1819-1839 opnieuw opgebouwd. Ze is thans een pronkstuk van neogotische aankleding. De beide kapellen werden in 1923 tot basiliek verheven.
We wandelen nu van de Markt en vervolgen onze tocht. We komen aan een bijzonder museum” Het Fritmuseum” wat verder komen we aan de “Augustijnenrei” hier ook weer mooie huizen en zichten over dit stadsgedeelte.
We volgen de “Spiegellei” en steken de brug over en wandelen dan op de “Spinolarei” we wandelen verder en de duisternis begin in te vallen en nu wordt het nog schilderachtiger in Brugge. Dan komen we aan de vesten met de molens.
Brugge heeft een rijke molenhistorie. Op het stadsplan van Popp (1865) zijn nog 21 molens te zien: 12 standaardmolens en 9 stenen molens. Aangezien de stad van plan was de molenwallen te nivelleren om er "wandelingen" aan te leggen, werden de molens opgekocht en afgebroken. In 1894 moest de laatste stenen oliemolen "De Engel" (1781 - 1894) eraan geloven. Die stond op de Smedenvest, bij de Greinschuurstraat. In 1903 werd de "Bonne Chiere" door een orkaan omvergeworpen en een deel belandde in het kanaal. De vrees bestond dat op de vestingen geen enkele molen meer zou overblijven. Maar dan de reactie van "La Patrie" en "De Vrienden van Brugge". Die wilden het molenlandschap op de Kruisvest voor het nageslacht bewaren. De molenwal van de oude "Bonne Chiere" werd aangekocht om de molen uit Olsene te kunnen herbouwen (1906). In 1914 kocht men de "Sint-Janshuismolen" aan; in 1970 volgde "De Nieuwe Papegaai" uit Beveren-aan-de-IJzer. En als laatste kwam de "Koeleweimolen" erbij.
Nu staan er weer vier prachtige molens te pronken op de Kruisvest.
Nu wandelen we weer een eindje de stad in, langs de Groenerei en de Predikherenrei waar prachtige huizen staan. In het avondlicht ziet dit er prachtig uit de leien en de brugjes erover gewoon prachtig.
Dan komen we aan de vismijn hier controle en rustpost. Nu wandelen we langs de grote vijvers “Dijver” hier is het prachtig alles baat in het licht. Wat verder komen langs Groeningemuseum. Dan komen we aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Wat verder langs het “Godshuis Hertsberge 1683” wat verder een godshuis uit 1713. Dan komen we aan “Het Grote Begijnhof”
Het Prinselijk Begijnhof Ten Wijngaerde is het enige nog bewaarde begijnhof in de stad Brugge. Er zijn geen begijnen meer, maar sinds 1927 woont er een kloostergemeenschap van benedictinessen, gesticht door kanunnik Hoornaert. In dat jaar werden de huizen aan de westzijde ook omgevormd en uitgebouwd tot het Monasterium De Wijngaard, een priorij van benedictijnse parochiezusters. Het complex omvat een gotische begijnhofkerk en een dertigtal witgeschilderde huizen uit de late 16e, 17e en 18e eeuw. Deze huizen zijn praktisch allemaal rond een centraal hof gebouwd. De voornaamste toegang met poort is te bereiken via de driebogige stenen brug, de Wijngaardbrug. In een nis is het beeld te zien van de heilige Elisabeth van Hongarije, patrones van vele begijnhoven. De Wijngaard is ook aan de Heilige Alexius gewijd.
De toegangspoort is gebouwd in 1776 door meestermetselaar Hendrik Bultynck. Het eerste begijnhuisje naast de toegang is als museum ingericht en er zijn onder andere schilderijen, 17e-eeuws en 18e-eeuws meubilair en kantwerk te bezichtigen. Een tweede poort verleent toegang via de Sasbrug aan het Sashuis.
Dan weer verder en door het Minnewaterpark en het Minnewater. Wat verder komen we langs het Sashuis. We wandelen een heel eind rond het Minnewater en komen zo aan de “Poertoren” Oude munitie-opslagplaats bij de brug over het Minnewater. Nog even en we komen terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling om en in Brugge.
Voor het fotoalbum de link volgen
|