GALLIARENTOCHT.
DE GELLIKER GALLIAREN.
EIGENBILZEN.
We wandelen vandaag in Eigenbilzen vertrek in de voetbalkantine en een stukje door het bos en dan een heel eind langs het Albertkanaal. Een lange rij grote bomen langs het kanaal waar veel veldbloemen staan en war vlinders en bijen hen tegoed doen aan de nectar. Wij wandelen verder terwijl de boten langs ons varen wel mooi. Dan wandelen we de het bos in langs een bunker langs vijvers we zijn nu in het natuurreservaat.
Het noorden van Eigenbilzen (Haenegoed, Zangerheide en Hoefaert) was in het Ancien Régime de onverdeelde eigendom van de adellijke familie de Heusch. Hun kasteel Zangerheide is weliswaar afgebroken maar de monumentale hoeve de erbij hoorde bestaat nog steeds. Hetzelfde geldt voor "Huize Hoefaert"; thans gelegen in het gelijknamig natuurreservaat. Nadat dit familiebezit door de aanleg van het Albertkanaal in tweeën verdeeld was, verkocht de familie Lamberts de toenmalige eigenaar, het gedeelte ten oosten van het kanaal in 1932 aan de gemeente Eigenbilzen. Vanaf 1976 is hiervan een ca 60 hectaren groot gebied als natuurreservaat beschermd. Het grootste gedeelte van dit reservaat ligt op het grondgebied van Gellik (Lanaken) maar is eigendom van de gemeente Bilzen. De benaming "Hoefaart"verwijst naar de hoefstallen waar de ridders hun paarden lieten beslaan. De natuurlijke vegetatie van de Hoefaart bestond uit een eiken-berkenbos. Zeker vanaf de middeleeuwen en wellicht reeds vroeger - de omgeving van Bilzen blikt immers op een zeer oude kolonisatie terug- werd dit loofbos stelselmatig gerooid of platgebrand en installeerde er zich een heidevegetatie. In het traditioneel middeleeuws landbouwsysteem werd de heide eeuwenlang beheerd en in stand gehouden door het grazend vee, vooral schaapskudden. De jonge boomscheuten werden afgevreten zodat het bos niet kon regenereren. Het herbebossingsdicreet van 1772, uitgevaardigd door Oostenrijks bewind luidde in deze regio een ware landschappelijke metamorfose in. Alle "woeste gronden" moesten immers herbebost worden. Men plantte naaldhout vooral als mijnhout geteeld. In de Hoefaart is het naaldhout nog steeds in de meerderheid. Op recent gerooide percelen ontwikkelen zich echter loofbosjes met vooral eiken en berken. De deels verlande vijvers in de beekdalen werden kunstmatig aangelegd.
De wandeling gaat het grootste gedeelte door dit natuurgebied. Een aangename wandeling waar we weer verschillende wandelvrienden tegen komen. Spijtig dat we de laatste kilometer in een stortbui moeten afwandelen, voor de rest een fijne tocht met als afsluiter een gezellige babbel met Andre.
|