Ik was toen chef in het ondertussen berucht geworden "Hotel des Milles Colines"in Kigali, Rwanda.
Op een vrije voormiddag was ik eens naar een lokale markt geweest met een chauffeur van het hotel, die dienst deed als begeleider en gids.
Links en rechts waren kleine pakjes met sprinkhanen te koop. Ze waren per 12 stuks of zowat samengebonden met een grassprietje. Dat had ik nog nooit gezien, laat staan gegeten en wou dat dus wel eens proberen, gezien ik toch genoeg lokale koks onder mijn bevel had, die wisten wat ze er mee moesten aanvangen.
De chauffeur raadde mij af om die sprinkhanen te kopen, ze zouden niet vers zijn, te duur en nog vele andere slechte eigenschappen hebben, hij zou mij wel betere sprinkhanen bezorgen. ( Afrika hé ! )
Enfin, goed, we gaan terug naar het hotel en alles gaat verder zijn gewone gangetje.
Enkele dagen later op een avond komt de piccolo van het hotel de keuken binnen, waar hij normaal nooit komt, met een klein valiesje in de hand. Hij vroeg mij: chef tu veux toujours des sauterelles ?... of ik nog steeds sprinkhanen wil hebben ?
Ik wist niet onmiddellijk waarover hij het had en een beetje verstrooid antwoordde ik ; oui, oui, ja, ja..
Hij opende zijn valiesje en enkele honderden sprinkhanen vlogen als een wolk de keuken in.
De zwarte koks van dienst vlogen als gekken achter de sprinkhanen aan, klopten ze met handdoeken van het plafond, waarbij onder andere een TL-lamp sneuvelde en hadden op een mum van tijd alle sprinkhanen weer te pakken. De grillardinhad zijn grill reeds aanstaan en begon onmiddellijk te grillen, de sprinkhanen dan toch: chef comment tu les veux, bleu ou saignant ? Was zijn amusante vraag. Een andere kok had onmiddellijk een grote ketel met deksel op het vuur gezet waar de sprinkhanen in verdwenen om ze te doden.
Nadien braken ze er de achterpoten de vleugels er af, te hard waarschijnlijk, en de sprinkhanen werden snel gebakken in palmolie en bestrooid met zout.
't Smaakte zowat naar ongepelde garnalen maar een ietsje flauwer van smaak.
|