Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
Als iemand zegt: 'Ik heb God lief,' maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft.
Er was eens een rijke man die een
rentmeester had en te horen kreeg dat de rentmeester zijn eigendommen
verkwistte. De rijke man riep de rentmeester bij zich en zei tegen hem: Wat
hoor ik over jou? Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer
rentmeester blijven. Toen zei de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik doen nu
mijn heer mij het beheer afneemt? Werken op het land kan ik niet, en voor
bedelen schaam ik me. Maar ik weet al wat ik moet doen om ervoor te zorgen dat
de mensen, wanneer ik van mijn beheerderstaak ben ontheven, mij bij hen thuis
ontvangen. Een voor een riep hij de schuldenaars van zijn heer bij zich. De
eerste vroeg hij: Hoeveel bent u mijn heer schuldig? Honderd vaten
olijfolie, antwoordde de schuldenaar. De rentmeester zei tegen hem: Hier is uw
schuldbewijs, ga zitten en maak er gauw vijftig van. Daarna vroeg hij aan de
volgende schuldenaar: En u, hoeveel bent u schuldig? Honderd balen graan,
luidde het antwoord. De rentmeester zei: Hier is uw schuldbewijs, maak er
tachtig van. En de heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had
gehandeld. De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de
kinderen van het licht.
Ook Ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie
in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is.
Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook betrouwbaar als het om veel gaat,
en wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaat. Als
jullie onbetrouwbaar blijken in de omgang met de valse mammon, wie zal jullie
dan werkelijk belangrijke dingen toevertrouwen? En als jullie onbetrouwbaar
blijken met wat een ander toebehoort, wie zal jullie dan geven wat jullie zelf
toekomt? Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en
de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere
verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.
Hetgeen wij verdiend hebben met inspanningen
en zwoegen, beschouwen wij heel spontaan en natuurlijk als volledig en totaal
onze eigendom. "Míjn loongeld, míjn auto, míjn huis! Al wat ik verdiend
heb, daar doe ik toch mee wat ik wil. Ik ben daarvoor niemand verantwoording
schuldig!"
Is dat wel waar? Wie heeft ons, om dat geld te verdienen, de kans gegeven, de
gezondheid, de gunstige omstandigheden, het vertrouwen? Als wij even dieper
nadenken dan moeten wij toegeven dat wij dikwijls en op vele domeinen meer
kansen hebben gekregen dan wij prestaties hebben geleverd.
Het evangelie heeft hierover een originele visie en zegt dat wij eigenlijk
rentmeesters zijn, geen eigenaars dus, maar beheerders van Gods schepping. De
goederen, de dingen die wij hebben, zijn eigenlijk niet onze eigendom, maar wij
hebben die in bruikleen gekregen.
Natuurlijk is het evangelie niet tegen het recht
op persoonlijk eigendom, want dit is een alom erkend middel om de waardigheid
van de mens te affirmeren. In landen waar uitbuiting en willekeur door
machtigen bestaat, zal het evangelie de eerste moeten zijn om dat recht op
eigendom te verdedigen.
Maar waar dat recht veroverd is en gerespecteerd wordt, daar waarschuwt het
evangelie ons tegen de excessen van een overdreven individualisme. De blijde
boodschap van Gods droom over de wereld leert ons het geld en het goed, dat wij
verwerven, bezitten en vermeerderen nooit te zien als een eigendom, waarover
wij willekeurig, hooghartig en zelfgenoegzaam zouden mogen beschikken, maar het
steeds te blijven erkennen als een geschenk, dat een verantwoordelijkheid
inhoudt. Geld en goed zijn gaven waarvoor wij dankbaar blijven en die wij mogen
gebruiken, maar nooit voor onszelf alleen, wel steeds volgens Gods bedoeling,
dit is in principe voor het hele mensdom, daar Hij de Vader van allen wil zijn.
In de visie van het Rijk Gods zijn wij dus
rentmeesters. Als wij onze huidige wereld willen helpen groeien naar de wereld
zoals God die droomt, dan gedragen wij ons niet als pretentieuze eigenaars van
ónze rijkdommen, maar als dankbare beheerder van Gods schepping en weldaden.
En een rentmeester moet rekenschap geven over
zijn beheer. Velen leven zonder God, omdat zij baas willen zijn over hun eigen
leven, handel en wandel. Maar als gelovigen erkennen wij uit vrije wil dat er
Iemand is tegenover wie wij wel verantwoording af te leggen hebben. Daarbij
moeten wij niet onmiddellijk denken aan het oordeel bij onze dood, ná ons
leven. God vraagt eigenlijk rekenschap te midden van ons leven. Wij moeten
immers altijd klaar staan voor de komst van het Rijk Gods nu!
Het is goed dat wij regelmatig herinnerd worden aan wat onze keuze eigenlijk
zou moeten zijn. De parabel nodigt ons uit - vermits de tijd dringt - tot een
uiterst edelmoedige zet, zonder verder uitstel.
Op een cruciaal crisis-moment beslist de
rentmeester radicaal van handelwijze te veranderen. Het geld dat hem was
toevertrouwd gaat hij op dat moment niet meer aanwenden zoals een eigenaar
spontaan doet - geld bijwinnen, kleintjes laten krijgen, van de geldmacht
gebruik maken om interest en commissieloon te eisen - maar hij gaat het
gebruiken als een middel om zijn menselijke verhoudingen te verbeteren. Een
echte bekering dus. Een relatie van macht, woeker en oneerlijke winst, buigt
hij om tot een vriendschapsrelatie gebaseerd op strikte rechtvaardigheid.
Het evangelie zegt niet dat wij ons van alle geld moeten ontdoen - dat zou
onrealistisch zijn; geld is immers onmisbaar - maar wel dat wij het goed moeten
gebruiken. Het evangelie vraagt dat wij ons geld niet gebruiken als een macht
om onszelf te verrijken, maar als een middel om de relaties in Gods schepping
te verbeteren.
Maar Jezus voegt er vandaag waarschuwend aan
toe dat dit heel moeilijk is. Hij aarzelt niet het geld een bedrieglijke duivel
te noemen om aan te duiden dat de mens erdoor bezeten kan geraken.
Geld kan inderdaad een macht worden die - als wij niet scherp opletten -
ons spontaan doet overhellen naar één bepaalde kant: naar hebzucht,
individualisme, bedriegerij, onrechtvaardigheid, afgunst en verdeeldheid.
Hoeveel families vallen niet uiteen, alleen omwille van het geld? Hoeveel
religieuze gemeenschappen geraken niet uitgeblust, juist omwille van de
rijkdom?
Geld is een voortdurende bedreiging omdat het de mens spontaan ertoe brengt met
die macht voor zichzelf steeds meer rechten op te eisen, die heel vlug
onredelijk en onrechtvaardig worden.
Dat kan ook bij ons gebeuren vooral als het leven ons eens in een crisis stort,
waarbij wij ons laten gaan, waarbij wij ons zwak voelen, kwetsbaar of eenzaam.
Als mensen dan geld hebben, dan gebeuren er ravages.
En toch is geld inderdaad onmisbaar en kan
het goed aangewend worden. Juist omdat wij vrije en verloste mensen zijn,
kunnen wij van het geld in plaats van een "machtsgod" een
"rechtsmiddel" maken, een middel om rechtvaardigheid te bevorderen.
Maar dat zal een voortdurende aandacht en strijd vragen tegen onze eigen zelfzucht.
Het evangelie van vandaag wil ons uitnodigen
tot dit kordaat besluit: Ons niet te gedragen als hooghartige eigenaars die de
geldduivel en onze eigen zelfzucht dienen, maar als dankbare rentmeesters die
geld en goed beheren volgens Gods bedoeling, d.w.z. in dienst van de
rechtvaardigheid.
Kort daarop begon Jezus
rond te trekken van stad tot stad en van dorp tot dorp om het goede nieuws over
het koninkrijk van God te verkondigen.
De twaalf vergezelden Hem, en ook enkele vrouwen die van boze geesten en
ziekten genezen waren: Maria uit Magdala, bij wie zeven demonen waren
uitgedreven, Johanna, de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes, en
Susannaen nog tal van anderen, die uit hun eigen middelen voor hen zorgden.
we mogen gerust ook zeggen dat het een soort
lofzang is op een al te vaak vergeten groep. Vaak hebben we de indruk dat het
evangelie een zaak van mannen is. Vrouwen komen er nauwelijks of slechts
terloops aan te pas. Een zieke vrouw wordt wel eens genezen. Een vrouw wast de
voeten van Jezus. Vrouwen volgen Hem en zijn vrienden en zorgen voor hen uit
eigen middelen. Vrouwen staan onder het kruis. Ze staan overal achter of onder,
maar zelden of nooit op het voorplan.
Grote
rollen worden door mannen bezet. Apostelen en schriftgeleerden, een honderdman,
een barmhartige Samaritaan of een goede herder. Dat Annas en Kàjafas, Herodes,
Judas of Pilatus ook mannen waren, is hier helemaal geen troost. Maar zo ziet
Jezus het niet. Op geen enkel moment. Want het evangelie is geen 'Guiness-book
of records', waarin het om de grootste, de sterkste of de beste gaat, waarbij
alleen prestatie of kwantiteit telt. Het is een levensboek waar geloof en
vertrouwen, waar geduld en liefde, inzet en overgave, de echte kwaliteit en de
ware talenten vormen.
En
daar spelen vrouwen onvervreemd en onvervangbaar een glansrol. Een rol, waarbij
veel mannen tot debutanten verbleken. Lucas begint er zijn evangelie al mee. De
eerste persoon die we ontmoeten is Zacharias, een man, een priester. Stomweg
valt hij al meteen door zijn rol. "Ge zult zwijgen en niet in staat
zijn te spreken, omdat ge mijn woorden niet geloofd hebt."
Meteen
daarop treden twee vrouwen op, Maria en Elisabet. In een feilloos duet, in een magnificat
van puur geloof en zuivere overgave, brengen ze onze heilsgeschiedenis
daadwerkelijk en definitief op gang. Ook wanneer het doek over het openbaar
leven van Jezus opengaat en Hij nog even in de coulissen wilt blijven, opdat
Hij zijn uur nog niet gekomen acht, is het weer een vrouw, die, onweerstaanbaar
zoals alleen moeders dat kunnen, Jezus tot handelen aanzet. "Doe maar
wat Hij u zeggen zal." Zo maakte Jezus een begin met zijn tekenen.
Van
het penninkje van de weduwe tot de kostelijke nadusbalsem van Maria te Betanië,
van die onbevangen eerlijkheid van de vrouw aan de put van Jakob in Samaria tot
het vindingrijk geloof van de Kananese met de kruimels die van tafel vallen, het is een rode draad doorheen het leven van Jezus
van vrouwelijke gebaren en gaven van geloof, liefde en toewijding.
En
toen zijn uur echt gekomen was, een uur waarop ontrouw en verraad, waarop
verloochening en vaandelvlucht ineens puur mannelijke begrippen werden, stond
er ook weer die krans van vrouwelijke trouw, van meevoelen en meegaan ten einde
toe. Een krans van vrouwen die Jezus vanaf Galilea waren gevolgd en Hem hadden
gediend. Echte, levende en zuivere godsdienst van een al te vaak vergeten
groep.
Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen - had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.
Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon.
En hoe vaak struikelen we niet allemaal! Wie nooit struikelt in het spreken kan zich een volmaakt mens noemen, die in staat is om zelfs het hele lichaam in toom te houden.
'Er is nooit
iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald:
de Mensenzoon.
Deze moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang
omhooggeheven heeft, opdat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven heeft.
Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat
iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te
vellen, maar om de wereld door Hem te redden.'
Vandaag mogen we naar het
kruis kijken. En God weet welke gedachten er dan door ons hoofd gaan, welke
gevoelens er dan in ons hart spelen, welke vraagtekens we misschien plaatsen
bij dit grote teken waarover de Bijbel vier maar verhaalt.
Laten we rustig het kruis
aanschouwen; het kruis, én de gekruisigde. En laat ons bidden om genade dat
alles rustig mag worden in ons hart, opdat we de genade van deze liefde tot
het uiterste mogen welkom heten.
Het schouwen van het kruis, in de liefde van Gods Geest, draagt de genade in
zich, te mogen groeien in die liefde. Meer: te mogen delen in die liefde.
Christus geeft van op het
kruis. Hij geeft geloof en kracht, moed en vertrouwen. Bovenal schenkt Hij de
genade ons door Hem te laten leiden, en wel op de weg van het liefhebben tot
het uiterste.
Laat ons knielen voor dit
groot mysterie van leven.
'Tot
jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie
jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht
behandelen. Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang
aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt niet ook je onderkleed. Geef
aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je
afneemt. Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen.
Is het een verdienste als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de
zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben. En is het een verdienste als
je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars
handelen zo. En is het een verdienste als je geld leent aan degenen van wie
jullie iets terug verwachten? Ook zondaars lenen geld aan zondaars in de
verwachting alles terug te krijgen.
Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug
te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie
kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook Hij is goed voor wie ondankbaar en
kwaadwillig is. Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.
Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan
zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. Geef, dan
zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en
overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen
gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.
'Heb
je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken,
bid voor wie jullie slecht behandelen. Als iemand je op de wang slaat, bied hem
dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt niet
ook je onderkleed. Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet
terug als iemand het je afneemt.'
Jezus heeft het
hier niet over beter, groter of mooier voor te doen dan anderen. Het gaat zelfs
eerder de andere kant op, de richting van Jezus uit. Zich gedragen, optreden op
de manier van Jezus, op de wijze van Hem, die eerste was en zich niet schaamde
om laatste en minste te worden, op de manier van Hem, die Heer was en toch
dienaar wou zijn, die God was en ook mens werd.
Het gaat hier niet
over een prestige-kwestie. We bouwen er geen status mee op. Het zal eerder puin
ruimen worden. Want we moeten door muren heen die we anders spontaan laten
staan of omzeilen. Het vraagt heel wat verbouwingswerk en het vergt een hele
verhuis binnen in ons. We moeten met onze liefde en genegenheid verder dan onze
vriendenkring. Het lijstje van onze 'personae non gratae' moet van de
koelruimte naar de warmte van ons hart. De deuren naar de bergkamers van ons
bezit, ons vermogen of onze tijd moeten we groter en toegankelijker maken. De
spreekkamer van onze talenten moet vergroot en de gerechtszaal van ons oordeel
verkleind worden.
In onze bibliotheek
mag het wetboek van 'oog om oog, tand om tand', vervangen worden door de wet en
het woord van Jezus. En laat ons dan meteen ook onze ramen vergroten om de zon
van God door te laten. Zij laat het licht van zijn goedheid schijnen over
'ondankbaren en slechten'. Het zal ons huis en ons leven lichter en warmer
maken. Want de zon van onze liefde is vaak een winterzon. Gewoonlijk staat ze
heel laat op en gaat heel vroeg onder.
Met andere woorden:
'Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.
Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei. De geest van de HEER zal op hem rusten: een geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest van kennis en ontzag voor de HEER. -- Jesaja 11:1-1
Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.
Waarheid en recht zijn het werk van zijn handen, uit al zijn regels blijkt zijn trouw, ze zijn onwrikbaar, voor altijd en eeuwig, gemaakt volgens waarheid en recht. -- Psalmen 111:7-8
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….