Inhoud blog
  • Agapèliefde ‘
  • De troon van genade
  • Het nieuwe gebod
  • Laat het stromen ...
  • Genade komt met onvergankelijke zegen
  • VOOR WIE HET NODIG HEEFT.
  • Zoeken met Google


    Zoeken in blog

    Opwekking 601

    Deel door ons uw liefde uit
    aan wie honger heeft en pijn.
    Laat ons waar verdeeldheid is
    uw vredestichters zijn.
    Ons verlangen is alleen,
    Heer, maak ons hart bereid,
    dat door heel ons leven heen
    uw liefde wordt verspreid.

    Deel door mij uw liefde uit,
    aan een medemens die lijdt.
    Leer mij meer vervuld te zijn
    met uw bewogenheid.
    Mijn verlangen is alleen,
    Heer, maak mijn hart bereid,
    dat door heel mijn leven heen
    uw liefde wordt verspreid.

    Openbaar uw koninkrijk
    aan wie zoekt, aan arm en rijk.
    Giet een stroom van liefde uit,
    dat in ons en door ons, o Jezus,
    uw liefde wordt verspreid.(2x)

    Deel ons door uw liefde uit
    tot de einden van de aard'.
    Dat zich waar de dood nu heerst
    nieuw leven openbaart.
    Maak ons als uw werkers klaar
    en sterk ons in de strijd,
    tot wij mogen oogsten waar
    uw liefde wordt verspreid.

    Openbaar uw koninkrijk
    aan wie zoekt, aan arm en rijk.
    Giet een stroom van liefde uit,
    dat in ons en door ons, o Jezus,
    uw liefde wordt verspreid.(6x)

    Deel door ons uw liefde uit,)
    maak ons hart bereid. )4x
    Deel door ons uw liefde uit,)
    ja wij zijn bereid. )2x
    Deel door mij uw liefde uit )
    ja ik ben bereid. )2x

    Startpagina !
    Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!

                Uit het hart

      Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen,
      die zoveel van je houdt,
      weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt.
      Hij begrijpt en kent jou volkomen,
      Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken!
      Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou,
      dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen!
      Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig,
      maar dit alles is niet te vergelijken,
      met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen!
      Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'...
      Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten.
      Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet,
      dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op...
      jou !!!
      Filip V. (26-09-04)

    Blog als favoriet !

    De zin van het leven

     

    God heeft ons met een doel geschapen!

    en voor wie Hem als Heer aanvaardt,

    is 't leven weer het leven waard:

    hij wordt met nieuwe kracht bewapend.

    God zond zijn Zoon naar deze aarde,

    om wat kapot was en ontwricht,

    te brengen in zijn helend licht

    en te herstellen in z'n waarde.

    Wie bij Hem komt met diep verlangen

    naar zin en doel van zijn bestaan,

    zal nooit met lege handen gaan,

    maar handenvol geluk ontvangen.

     

     

    Jelly Verwaal

    WAT JE AAN JEZUS GEEFT,BEN JE NIET KWIJT
    IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA
    GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
    27-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God zij ons genadig en zegene ons.

    God zij ons genadig en zegene ons.

     

    Genade en zegen zijn twee begrippen die heel nauw verbonden zijn met het kennen van de Here God. Genade houdt in dat God ons iets schenkt dat wij helemaal niet verdienen, waar wij geen aanspraak op kunnen maken en dat wij uit onszelf nooit zouden kunnen verkrijgen. Zegen is dat wat goed voor ons is. In het begin schiep God alle dingen, uiteindelijk ook de mens. En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed (Gen. 1:31). Alles wat God ooit gemaakt heeft, draagt het stempel van zijn goedheid.

    Maar kort na de schepping moeten wij al vaststellen dat de mens het goede van God verdorven heeft en weggevlucht is voor God. De mens is bang geworden voor God. Nog steeds zien wij om ons heen hoe de mensen proberen in dit leven geluk te vinden. Zolang een mens echter ver van God blijft, is hij verstoken van het goede. Gelukkig mogen wij opmerken dat God nog steeds zijn goedheid blijft bewijzen aan alle mensen, zowel goeden als slechten. Maar het ware geluk zullen wij slechts ontdekken, wanneer wij in geloof terugkeren tot de God die ons geschapen heeft, en erkennen dat Hij de bron is van alle goede gaven (Jak. 1:17). Want de echte zegen van God is Hem te leren kennen in de persoon van Jezus Christus. In Christus zijn wij gezegend met alle geestelijke zegeningen die God heeft. Buiten Hem is geestelijk niets goeds te vinden; in Hem vinden wij alle goede dingen. Hoe kunnen wij daaraan deel krijgen? Niet door eigen inspanning of verdienste, maar door de rijke genade van God. Hij heeft er Zelf voor gezorgd dat deze rijkdom aan zegeningen het deel worden van allen die door het geloof hun toevlucht nemen tot Jezus Christus en in Hem geloven.

    27-11-2008 om 16:06 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    26-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WATER IS LEVEN

    WATER IS LEVEN

    In al haar schoonheid stond ze op mijn vensterbank. Haar minuscule blaadjes spreidend als een stukje kantwerk. Het babyroosje, een klein koninginnetje, met vlammend rode bloemen. 'Ik heb er ook één,'  zei mijn moeder. 'Je moet haar elke dag een scheutje water geven, dan blijft ze bloeien. Maar wel elke dag hoor, anders verdroogt ze. ' Trouw volgde ik haar raad op - een rijke bloei was het resultaat. Totdat er drukke dagen kwamen. Het eerste wat er dan bij inschiet, is het begieten van je planten. Al gauw kwamen er gele blaadjes. Mijn babyroosje was niet meer wat het was. Ze kwijnde weg; langzaam maar zeker. Zo'n kleine gebeurtenis heeft je soms best wel iets te zeggen. Ook mensen hebben het nodig elke dag 'begoten' te worden; elke dag dat scheutje water te ontvangen dat ze nodig hebben om te kunnen bloeien. Gelukkig zijn wij geen plantjes die afhankelijk zijn van de zorg van een ander. Wij zijn in staat zélf Gods Woord ter hand te nemen, te drinken uit die bron van leven. Maar....doen we dat niet, dan zal dat ook aan ons al heel gauw te zien zijn. We zullen verdorren en verdrogen. Mijn moeder zal dat niet overkomen, daarvoor is ze te trouw. Zij weet te goed hoe onontbeerlijk WATER is. Haar babyroosje was daarvan het Levende bewijs.

    26-11-2008 om 07:02 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    25-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mens wordt gerechtvaardigd door geloof.

    De mens wordt gerechtvaardigd door geloof.

     

    Door daden kunnen we niet rechtvaardig worden en God behagen. We kunnen alleen rechtvaardig worden door 'geloof'. God wil dat we geloof hebben in Hem en zijn Zoon. Alleen door geloof kunnen we God behagen. Jezus Christus heeft onze zonden gedragen en daarom zijn we nu rechtvaardig, 'zonder fout' voor God. Dat alleen mag de basis zijn van onze relatie met God, niet onze goede daden, niet onze aanwezigheid in de kerkdienst, niet onze hulp aan anderen. Het is genade van God, een cadeau, niet iets wat wij kunnen verdienen. Dank God dat Hij je rechtvaardig heeft gemaakt!

     

    Rechtvaardig voor God door het geloof in Jezus Christus

    21 Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar: 22 God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid. 23 Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; 24 en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. 25-26 Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee bewijst God dat hij rechtvaardig is, want in zijn verdraagzaamheid gaat hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft. [25–26] 26

    27 Kunnen wij ons dan nog ergens op laten voorstaan? Dat is uitgesloten. En door welke wet komt dat? Door de wet die eist dat u hem naleeft? Nee, door de wet die eist dat u gelooft. 28 Ik heb u er immers op gewezen dat een mens wordt vrijgesproken door te geloven, en niet door de wet na te leven. 29 Is God soms alleen de God van de Joden en niet die van de heidenen? Zeker ook die van de heidenen, 30 want er is maar één God, en hij zal zowel besnedenen als onbesnedenen op grond van hun geloof als rechtvaardigen aannemen. 31 Stellen wij door het geloof de wet buiten werking? Integendeel, wij bevestigen de wet juist.

    ROM.21-30

    25-11-2008 om 11:08 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    24-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem

     

     

    er komt blijkbaar

    een oordeel

     

    dat is iets

    om rekening mee te houden

     

    het laatste oordeel

    en dan heeft God ons iets te vragen

     

    was je barmhartig

     

    heeft je hart wel eens tranen gehuild

    bij het zien van de ellende van anderen

    heb je wel eens een stervende zieke opgezocht

    heb je wel eens genade voor recht laten gelden

    heb je wel eens iets door de vingers gezien

     

    of was je hart een steen

    zo kil als een ijsklomp

    zo gevoelloos als een stuk ijzer

     

    dan zal Hij ons vragen

     

    heb je ooit geprobeerd een beetje te doen

    zoals Jezus de Barmhartige mijn Zoon

    die een moordenaar aan het kruis

    met Zich meenam naar het paradijs

     

    wat zal dan ons antwoord zijn

    hebben we dan nog wel woorden

    of valt er een alleszeggende stilte

    die ons veroordeelt

     

    omdat ons lege hart

    zo vol was van onszelf

     

     

    onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem

    die geen barmhartigheid heeft bewezen

    Jacobus 2:13

    24-11-2008 om 06:10 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    23-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gij, die niet eens weet, hoe morgen uw leven zijn zal

    volgend jaar

    dan ga ik dat doen

    wie houdt me tegen

     

    volgend jaar

    dan is de zaak geregeld

    dan kan ik flink wat geld verdienen

     

    dat is flinke taal

    maar ook linke taal

     

    want we weten niet eens

    hoe morgen ons leven er uit zal zien

     

    we hebben ons leven niet in eigen hand

    misschien worden we morgen wel ernstig ziek

    en moeten we ons voorbereiden op onze dood

     

    daarom is het wijs om te zeggen

    volgend jaar als God wil dat ik nog leef

    dan zal ik mijn plannen uitvoeren

     

    we zijn zo menselijk klein

    we kunnen niet eens

    over de komende nacht heenkijken

     

    onze toekomst komt naar ons toe

    uit de hand van God

     

    het is goed

    om daar rekening mee te houden

     

    een mens lijkt heel wat

    maar als puntje bij paaltje komt

     

    is een mens

    echt niet veel mans

     

     

    gij, die niet eens weet, hoe morgen uw leven zijn zal

    jacobus 4:14

     

    Uit: Kom maar op

    Theo Coenraads

    23-11-2008 om 11:34 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    22-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Waarde

     

    Een bekende spreker hield aan het begin van zijn seminar een biljet van vijftig omhoog.

    Hij vroeg aan de tweehonderd deelnemers: "Wie wil dit briefje van vijftig hebben?" Verschillende handen gingen omhoog. Hij zei: "Ik geef het aan een van jullie, maar ik wou eerst even dit doen."

    Hij verfrommelde het briefje. Toen vroeg hij: "Wie wil het nog steeds?"

    De handen bleven omhoog.

    "Oké", antwoordde hij, "en als ik dit doe?" Hij liet het op de grond vallen en ging er met zijn voet op staan draaien. Hij raapte het op; het was nu helemaal verkreukeld en vies.

    "Wie wil het nu nog steeds?" De handen gingen weer omhoog.

    "Jullie hebben een heel waardevolle les geleerd, vrienden. Ondanks wat ik deed met het geld, wilden jullie het toch hebben omdat het niet in waarde afnam."

    In ons leven vallen we vaak en worden we verkreukeld en door het vuil gehaald door de keuzes die we maken en door de omstandigheden. Dan voelen we ons waardeloos. maar wat er ook gebeurd is of zal gebeuren, in Gods ogen verliest u nooit uw waarde. Of u nu vuil bent of schoon, verkreukeld of netjes gevouwen, voor Hem blijft u van onschatbare waarde.

    22-11-2008 om 08:29 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    20-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WEES STIL

    WEES STIL

    Wees stil te midden van alle haast. Wees stil te midden van alle onrust. Trek je regelmatig terug om te luisteren. God sprak tot Elia in het fluisteren van de wind. Niet door het natuurgeweld om hem heen. God spreekt ook tot jou niet door de schreeuwerige stemmen om je heen. Probeer tijd in te ruimen om te vasten en te bidden. Om even niet je e-mail te checken. Je post te openen. Je telefoontjes te plegen. Even alleen in de kwetsbare stilte waar je erachter komt dat alleen God jouw onrustige hart weer rustig kan maken!

     

    De Here zal voor u strijden, en gij zult stil zijn.
    Ex odus 14:14 (NBG)

    20-11-2008 om 13:51 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    19-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het volgende vond

    Het volgende vond

    Recentelijk plaats in

    een rechtszaal in

    Zuid-Afrika:

    Een tengere zwarte vrouw staat langzaam op. Ze is ergens in de zeventig. Tegenover haar, aan de andere kant van de zaal, staan verschillende blanke veiligheidsagenten. Een van hen, mijnheer Van der Broek, is net berecht en veroordeeld wegens betrokkenheid bij de moord op zowel de zoon als de man van de vrouw enige jaren geleden. Hij was naar het huis van de vrouw gekomen, had haar zoon gegrepen en van vlakbij neergeschoten; vervolgens had hij de jongen in brand gestoken, terwijl hij en zijn collega's vlak in de buurt aan het feesten waren.

    Een aantal jaren later waren Van der Broek en zijn makkers teruggekeerd om ook haar man mee te voeren. Maandenlang had ze geen idee waar hij was. Twee jaar na de verdwijning van haar man kwam Van der Broek ook de vrouw zelf halen. Ze kan zich nog precies herin­neren hoe ze die avond werd meegenomen naar een plek bij een rivier, waar ze haar man te zien kreeg, die vastgebonden en toegetakeld, maar nog krachtig van geest, op een sta­pel hout lag. De laatste woorden die ze over zijn lippen hoorde komen terwijl de agenten benzine over zijn lichaam goten en in brand staken, waren: 'Vader, vergeef het hun.' Nu staat de vrouw in de rechtszaal naar de bekentenis van Van der Broek te luisteren. Een lid van de Zuid-Afrikaanse Commissie voor Waarheid en Verzoening vraagt aan haar: 'Wat wilt u? Hoe moet deze man die uw gezin zo wreed verwoest heeft, zijn gerechte straf krijgen?'

    'Ik wil drie dingen', zegt de vrouw kalm maar stellig. 'In de eerste plaats wil ik naar de plek gebracht worden waar het lichaam van mijn man verbrand is, zodat ik de as kan verzame­len en zijn resten een fatsoenlijke begrafenis kan geven.'

    Ze zwijgt even en zegt: 'Mijn man en zoon waren mijn enige familie. Daarom wil ik ten tweede dat mijnheer Van der Broek mijn zoon wordt. Ik zou graag willen dat hij twee keer per maand naar het getto komt en de dag met mij doorbrengt, zodat ik alle liefde die ik nog in me heb over hem kan uitstorten.'

    'En tenslotte', zegt ze, 'wil ik nog een derde ding. Dit is ook de wens van mijn man. Ik wil daarom vragen of iemand zo vriendelijk wil zijn om mij naar de andere kant van de rechtszaal te begeleiden, zodat ik mijnheer Van der Broek in mijn armen kan nemen en omhelzen en hem kan laten weten dat ik hem echt alles vergeef.' Terwijl de rechtbankmedewerkers de oude vrouw naar de andere kant van de rechtszaal brengen, valt Van der Broek flauw, overweldigd door wat hij zojuist heeft gehoord. Op dat moment beginnen de mensen in de rechtszaal - familie, vrienden, buren, die allemaal het slachtoffer zijn van decennia van onderdrukking en onrecht - zachtjes maar vol overtui­ging te zingen. 'Genade, zo oneindig groot, dat ik, die 't niet verdien, het leven vond, want ik was dood en blind, maar nu kan 'k zien.'

    19-11-2008 om 06:59 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    18-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mordechais aanzien

    Mordechais aanzien

    10

    1 Koning Ahasveros legde zowel het vasteland als de eilanden voor de kust belasting op. 2 Al zijn machtige daden en krijgsverrichtingen zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Medië en Perzië, evenals alle bijzonderheden over de hoge positie die hij Mordechai had gegeven. 3 Mordechai, de Jood, volgde in rang immers onmiddellijk op koning Ahasveros. Hij stond bij de Joden in aanzien en was bij hen allen geliefd, want hij streefde het geluk van zijn volk na en was een pleitbezorger voor het welzijn van allen die tot dit volk behoorden.

    18-11-2008 om 19:03 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    17-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vijanden verslagen

    De vijanden verslagen

    9

    1 De dertiende dag van de twaalfde maand, de maand adar, brak aan, de dag waarop het bevel en de wet van de koning zouden worden uitgevoerd, de dag waarop de vijanden van de Joden hen in hun macht hoopten te krijgen. Maar het omgekeerde gebeurde: het waren juist de Joden die hun belagers in hun macht kregen. 2 Die dag sloten de Joden zich in alle steden aaneen, in alle provincies van koning Ahasveros’ rijk, om hen die op hun ondergang uit waren om te brengen. Niemand hield stand tegen de Joden, want angst voor hen had zich van alle volken meester gemaakt. 3 De hoofden van alle provincies, de satrapen, de gouverneurs en de koninklijke ambtenaren steunden de Joden uit angst voor Mordechai. 4 Mordechai had immers een hoge positie in het paleis en zijn faam verbreidde zich over alle provincies; hij werd hoe langer hoe machtiger. 5 De Joden sloegen met het zwaard op al hun vijanden in en zaaiden dood en verderf, ze deden met hun belagers wat ze wilden. 6 In de burcht van Susa doodden ze niet minder dan vijfhonderd man. 7 Ook doodden ze Parsandata, Dalfon en Aspata, 8 Porata, Adalja en Aridata, 9 Parmasta, Arisai en Aridai en Waizata, 10 de tien zonen van Haman, de zoon van Hammedata, de vijand van de Joden. Maar hun bezittingen raakten ze met geen vinger aan.

    11 Toen de koning die dag vernam hoeveel mensen er in de burcht van Susa gedood waren, 12 zei hij tegen koningin Ester: ‘Alleen al in de burcht van Susa hebben de Joden vijfhonderd man gedood, ook de tien zonen van Haman. Hoeveel tegenstanders zullen ze dan wel niet hebben gedood in de andere provincies van het rijk! Wat wilt u verder nog vragen? Het zal u gegeven worden. Wat is uw wens? Hij zal vervuld worden.’ 13 Ester antwoordde: ‘Als het de koning goeddunkt, laat hij de Joden in Susa dan toestemming geven om ook morgen te handelen volgens de wet die voor vandaag geldt. En laat hij hun toestaan om de lijken van Hamans tien zonen aan een paal te hangen.’ 14 De koning gaf bevel dat het zo zou gebeuren. Er werd in Susa een wet uitgevaardigd, en ook werden de tien zonen van Haman opgehangen. 15 De Joden in Susa sloten zich dus ook op de veertiende dag van de maand adar aaneen en ze doodden in Susa nog eens driehonderd man. Maar hun bezittingen raakten ze met geen vinger aan.

    16-17 Ook de andere Joden, elders in de provincies van het koninkrijk, hadden zich aaneengesloten en hun leven verdedigd. Op de dertiende dag van de maand adar verzekerden zij zich van rust door vijfenzeventigduizend van hun belagers te doden; hun bezittingen echter raakten ze met geen vinger aan. Op de veertiende van die maand hadden ze rust, en ze maakten van die dag een dag van feestmalen en feestvreugde. [16–17] 17  18 (De Joden in Susa daarentegen, die zich op zowel de dertiende als de veertiende van die maand aaneengesloten hadden, hadden rust op de vijftiende en maakten van die dag een feestdag.) 19 Zo komt het dat de Joden van het platteland, die in niet-ommuurde steden wonen, de veertiende dag van de maand adar vieren met feestvreugde en feestmalen en elkaar op die dag lekkernijen sturen.

    Voorschriften voor het poeriemfeest

    20 Mordechai stelde al deze gebeurtenissen op schrift en hij stuurde brieven naar de Joden in alle provincies van koning Ahasveros’ rijk, of ze nu dichtbij woonden of ver weg. 21 Daarin verplichtte hij hen ertoe om elk jaar opnieuw zowel de veertiende als de vijftiende dag van de maand adar te vieren, 22 omdat dit de dagen waren waarop de Joden rust gekregen hadden en niet meer door hun vijanden werden bedreigd, en omdat dit de maand was waarin droefheid was veranderd in vreugde en waarin rouw was veranderd in feest. Ze moesten er dagen van feestmalen en feestvreugde van maken, dagen waarop ze elkaar lekkernijen stuurden en geschenken gaven aan de armen. 23 De Joden gaven gevolg aan wat Mordechai hun schreef, en maakten zo een vast gebruik van iets waarmee ze zelf al een begin hadden gemaakt.

    24 Want zo was het gegaan: Haman, de zoon van Hammedata, een nakomeling van Agag en de vijand van alle Joden, had een plan beraamd om de Joden uit te roeien. Hij had het poer, dat wil zeggen het lot, laten werpen om paniek onder hen te zaaien en hen te kunnen uitroeien. 25 Maar nadat Ester zich tot de koning had gewend, gaf deze niet alleen toestemming om een brief te schrijven, maar besloot hij ook dat het onheil dat Haman met zijn verderfelijke plan tegen de Joden had beraamd, op diens eigen hoofd zou neerkomen. Hij en zijn zonen werden aan de paal gehangen. 26 Het is naar het woord poer dat deze dagen Poeriem worden genoemd.

    Daarom – vanwege de inhoud van het schrijven van Mordechai, en vanwege alles wat ze hadden meegemaakt en wat hun was overkomen – 27 namen de Joden de verplichting op zich om deze beide dagen nooit ongemerkt voorbij te laten gaan, maar ze elk jaar te vieren op de voorgeschreven wijze en op de vastgestelde tijd. Ze wilden dit tot een vast gebruik maken voor zichzelf en voor hun nakomelingen, en voor allen die zich bij hen zouden aansluiten. 28 De herinnering aan deze dagen moest levend gehouden worden: ze moesten worden gevierd door elke generatie en door elke familie, in iedere provincie en in iedere stad. Nooit mocht de viering van deze poeriemdagen bij de Joden in onbruik raken, en ook bij hun nakomelingen mochten ze niet in vergetelheid raken.

    29 Koningin Ester, de dochter van Abichaïl, stelde samen met de Jood Mordechai een tweede schrijven op om Poeriem nadrukkelijk verplicht te stellen. 30 Er werden brieven gestuurd naar alle Joden in alle honderdzevenentwintig provincies van Ahasveros’ koninkrijk, met betuigingen van vriendschap en trouw. 31 Daarin werd de viering van Poeriem op de vastgestelde tijd verplicht gesteld: ze moesten zich houden aan wat de Jood Mordechai hun had opgelegd – ook koningin Ester legde hun dit nu op – en de verplichtingen nakomen die zij voor zichzelf en voor hun nakomelingen waren aangegaan wat betreft vasten en weeklagen. 32 Esters bevelschrift bevatte bindende voorschriften voor de poeriemdagen, en de inhoud ervan werd te boek gesteld.

    17-11-2008 om 06:26 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    16-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Val van Haman

    Val van Haman

    7

    1 Zo waren de koning en Haman weer bij koningin Ester te gast. 2 Ook op deze tweede dag zei de koning, terwijl de wijn geschonken werd, tegen Ester: ‘Wat wilt u vragen, koningin Ester? Het zal u gegeven worden. Wat is uw wens? Al was het de helft van mijn rijk, uw wens zal vervuld worden.’ 3 Koningin Ester antwoordde: ‘Majesteit, als u mij goedgezind bent en als het de koning goeddunkt, schenk mij en ook mijn volk dan het leven; dat is wat ik wil vragen, dat is mijn wens. 4 Want we zijn verkocht, mijn volk en ik, om gedood te worden en volledig te worden uitgeroeid. Als we waren verkocht als slaven en slavinnen, dan zou ik hebben gezwegen, want zo’n ramp zou de belangen van de koning niet schaden.’ 5 ‘Wie is die man, waar is die man die zijn zinnen erop heeft gezet om zoiets te doen?’ vroeg koning Ahasveros aan koningin Ester. 6 En Ester antwoordde: ‘Die meedogenloze vijand, dat is die ellendeling daar, Haman!’

    Haman kromp ineen van angst voor de koning en de koningin. 7 Woedend stond de koning van tafel op en ging de paleistuin in. Maar Haman bleef, om koningin Ester om zijn leven te smeken, want hij besefte dat hij van de koning niets goeds te verwachten had. 8 Toen de koning uit de paleistuin terugkwam in het vertrek waar de maaltijd werd gehouden, had Haman zich juist laten neervallen op de bank waarop Ester lag. ‘Ook nog de koningin aanranden in mijn aanwezigheid?!’ riep de koning uit. Nauwelijks had hij deze beschuldiging geuit of men bedekte Hamans gezicht. 9 Charbona, een van de eunuchen die de koning dienden, zei: ‘Staat er bij Hamans eigen huis niet al een paal van vijftig el hoog, die Haman heeft neergezet voor Mordechai, dezelfde Mordechai die de koning ooit zo’n grote dienst heeft bewezen?’ ‘Hang hem daaraan,’ zei de koning. 10 Zo werd Haman aan de paal gehangen die hij had laten klaarzetten voor Mordechai. Toen bedaarde de woede van de koning.

    8

    1 Diezelfde dag nog schonk koning Ahasveros de bezittingen van Haman, de vijand van de Joden, aan koningin Ester. En Mordechai kreeg vrij toegang tot de koning, want Ester had verteld in welke relatie hij tot haar stond. 2 De koning deed de zegelring af die hij Haman had afgenomen en gaf die aan Mordechai. En Ester gaf Mordechai het beheer over Hamans bezittingen.

    Bevelschrift ten gunste van de Joden

    3 Opnieuw wendde Ester zich tot de koning. Huilend viel ze aan zijn voeten en smeekte hem het verderfelijke plan te verijdelen dat Haman, de nakomeling van Agag, tegen de Joden had beraamd. 4 De koning stak Ester de gouden scepter toe, waarna ze opstond, voor de koning ging staan 5 en zei: ‘Als het de koning goeddunkt en hij mij goedgezind is, als het de koning juist lijkt en hij op mij gesteld is, laat er dan een schrijven uitgaan dat de brieven herroept die geschreven zijn door Haman, de zoon van Hammedata, de nakomeling van Agag, waarin zijn plan staat om in alle provincies van het rijk de Joden uit te roeien. 6 Want hoe zou ik het onheil dat mijn volk treft kunnen aanzien? Hoe zou ik het uitroeien van mijn familie kunnen aanzien?’ 7 Koning Ahasveros zei tegen koningin Ester en tegen de Jood Mordechai: ‘Hamans bezittingen heb ik al aan Ester gegeven en hijzelf is aan de paal gehangen omdat hij de Joden om het leven wilde brengen. 8 Stel nu zelf, in naam van de koning, een verordening op schrift die volgens u in het belang van de Joden is, en verzegel die met de Koninklijke zegelring. Want wat geschreven is in naam van de koning en verzegeld met de zegelring van de koning kan niet worden herroepen.’

    9 Meteen daarna, op de drieëntwintigste dag van de derde maand, de maand siwan, werden de schrijvers van de koning ontboden. Er werd een bevel op schrift gesteld dat precies zo luidde als Mordechai het wilde en dat gericht was aan de Joden, aan de satrapen en de gouverneurs, en aan de hoofden van alle provincies, van India tot Nubië, honderdzevenentwintig provincies. Voor elke provincie was er een bevel in haar eigen schrift en voor elk volk in zijn eigen taal, ook voor de Joden in hun eigen schrift en hun eigen taal. 10 Mordechai liet dit bevel schrijven in naam van koning Ahasveros en verzegelde het met de zegelring van de koning. Door boden die snelle paarden bereden, gefokt in de Koninklijke stoeterij, liet hij brieven verspreiden 11 waarin stond dat de koning de Joden in alle steden het recht gaf om zich aaneen te sluiten en hun leven te verdedigen; iedere groep gewapende van welk volk of uit welke provincie ook die hen en hun vrouwen en kinderen zou willen aanvallen, mochten ze tot de laatste man doden, en hun bezittingen mochten ze buitmaken. 12 In alle provincies van koning Ahasveros zou dit recht gelden voor één bepaalde dag, en wel de dertiende dag van de twaalfde maand, de maand adar. 13 In alle provincies moesten afschriften van de brief worden verspreid; de inhoud ervan moest overal als wet worden uitgevaardigd en aan alle volken bekendgemaakt worden, zodat de Joden zich tegen de genoemde dag gereed konden houden om zich op hun vijanden te wreken. 14 Op bevel van de koning vertrokken de boden op hun snelle, Koninklijke paarden met de grootste spoed. Ook in de burcht van Susa werd de wet uitgevaardigd.

    15 Mordechai verliet de koning in een koninklijk gewaad van fijn linnen, blauwpurper en wit van kleur, en hij droeg een grote gouden kroon en een roodpurperen mantel van byssus. De stad Susa juichte en was opgetogen. 16 Voor de Joden brak er een tijd aan van licht en vreugde, blijdschap en eer. 17 In alle provincies en in alle steden heerste onder de Joden vreugde en blijdschap zodra het bevel en de wet van de koning er bekend werden; er werden maaltijden aangericht en er werd feest gevierd. En uit alle volken van het land sloten zich velen bij de Joden aan, want angst voor de Joden had zich van hen meester gemaakt.

    16-11-2008 om 08:55 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    15-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mordechai geëerd

    Mordechai geëerd

    6

    1 Die nacht kon de koning niet in slaap komen. Daarom gaf hij bevel de kronieken te brengen, het boek met de gedenkwaardige gebeurtenissen van het rijk. Daaruit liet hij zich voorlezen. 2 Op zeker moment kwam men bij het gedeelte waarin stond dat Mordechai iets had onthuld over Bigtan en Teres, twee eunuchen die de koning als lijfwacht dienden, en wel dat zij een plan hadden beraamd om koning Ahasveros om het leven te brengen. 3 ‘Welk eerbewijs of welke onderscheiding is daarvoor aan Mordechai gegeven?’ vroeg de koning. ‘Er is hem niets gegeven,’ antwoordden zijn kamerdienaars. 4 Daarop vroeg de koning: ‘Is er iemand in de hof?’ Nu was Haman zojuist in de buitenhof van het paleis gekomen om de koning te zeggen dat hij Mordechai aan de paal moest hangen die Haman voor hem had laten klaarzetten. 5 De kamerdienaars antwoordden dus: ‘Ja, Haman staat in de hof te wachten.’ ‘Laat hem binnen,’ zei de koning. 6 Toen Haman binnengekomen was, vroeg de koning hem: ‘Wat moet er gedaan worden als de koning iemand eer wil bewijzen?’ Haman dacht bij zichzelf: Aan wie zou de koning meer eer willen bewijzen dan aan mij? 7 En hij antwoordde de koning: ‘Als de koning iemand eer wil bewijzen ... 8 Er zou een koninklijk gewaad moeten worden gehaald dat de koning zelf heeft gedragen en een paard waarop de koning zelf heeft gereden en dat een koninklijke kroon op het hoofd heeft. 9 Dat gewaad en dat paard moeten worden toevertrouwd aan een van de rijksgroten van de koning, aan iemand die tot de adel behoort. En die moet dan degene aan wie de koning eer wil bewijzen het gewaad omhangen, hem op het paard over het stadsplein laten rijden en, voor hem uit gaand, roepen: “Dit valt eenieder ten deel aan wie de koning eer wil bewijzen!”’ 10 Daarop zei de koning tegen Haman: ‘Haal snel het gewaad en het paard waarover u hebt gesproken en handel op de voorgestelde manier met de Jood Mordechai, die dienstdoet in de Koningspoort. Laat niets van wat u hebt voorgesteld achterwege.’ 11 Haman haalde het gewaad en het paard, hing Mordechai het gewaad om en liet hem over het stadsplein rijden. En terwijl hij voor hem uit ging, riep hij: ‘Dit valt eenieder ten deel aan wie de koning eer wil bewijzen!’

    12 Mordechai ging hierna terug naar de Koningspoort. Maar Haman haastte zich naar huis, treurend, het hoofd bedekt. 13 Aan zijn vrouw Zeres en aan al zijn vrienden vertelde hij wat hem was overkomen. Zijn raadgevers en zijn vrouw zeiden daarop tegen hem: ‘Als die Mordechai, van wie je nu voor het eerst hebt verloren, tot het Joodse volk behoort, kun je niet tegen hem op; je zult het volledig van hem verliezen.’

    14 Ze waren nog niet uitgesproken, of daar waren de eunuchen van de koning al, die Haman zo snel mogelijk naar het feestmaal brachten dat Ester had bereid.

    15-11-2008 om 06:54 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    14-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mordechais beroep op Ester

    Mordechais beroep op Ester

    4

    1 Toen Mordechai vernam wat er was gebeurd, scheurde hij zijn kleren, hulde zich in een rouwkleed en wierp stof over zijn hoofd. Zo ging hij de stad door, terwijl hij luid en bitter klaagde. 2 Voor de Koningspoort bleef hij staan, want het was niet toegestaan deze in rouwkleding binnen te gaan. 3 In alle provincies heerste onder de Joden diepe rouw zodra het bevel en de wet van de koning er bekend werden: ze vastten, huilden en weeklaagden, en velen hulden zich in een rouwkleed en legden zich neer in het stof.

    4 Esters dienaressen en de eunuchen die haar dienden, brachten Ester op de hoogte. De koningin was hevig geschokt en liet Mordechai kleren brengen, opdat hij die zou dragen in plaats van zijn rouwkleed. Maar hij wilde ze niet aannemen.

    5 Toen ontbood Ester Hatach, een van de eunuchen die de koning haar als persoonlijke dienaar had gegeven. Ze droeg hem op uit te zoeken wat de reden was van Mordechais gedrag. 6 Dus ging Hatach naar Mordechai, die op het stadsplein voor de Koningspoort stond. 7 Mordechai vertelde hem alles wat hem was overkomen. Ook wist hij hem precies mee te delen hoeveel zilver Haman beloofd had te zullen afdragen aan de Koninklijke schatkist als hij de Joden mocht uitroeien. 8 Bovendien gaf hij hem een afschrift van de wet die in Susa was uitgevaardigd, waarin stond dat ze moesten worden omgebracht. Dat moest Hatach aan Ester laten zien om haar op de hoogte te brengen. ‘En,’ zei hij, ‘verzoek haar met klem naar de koning te gaan. Ze moet hem om genade smeken en bij hem voor haar volk pleiten.’ 9 Hatach ging naar Ester terug en bracht haar Mordechais woorden over. 10 Ester droeg Hatach op om Mordechai het volgende te antwoorden: 11 ‘Alle dienaren van de koning en de inwoners van alle provincies van het koninkrijk weten dat er maar één wet geldt voor iedere man of vrouw die zonder ontboden te zijn naar de koning gaat en in de binnenhof komt: die persoon wordt ter dood gebracht. Alleen degene wie de koning zijn gouden scepter toesteekt, brengt het er levend af. Wat mijzelf betreft, ik ben nu al in geen dertig dagen bij de koning ontboden.’ 12 Esters woorden werden aan Mordechai overgebracht. 13 Toen liet Mordechai het volgende antwoord aan Ester geven: ‘Beeld je maar niet in dat jij, omdat je in het koninklijk paleis woont, als enige van alle Joden zult ontkomen. 14 Als jij nu je mond niet opendoet, nu het moment daar is, komt er van een andere kant wel uitkomst en redding voor de Joden. Maar jij en je vaders familie komen dan om. Wie weet ben je juist koningin geworden met het oog op een tijd als deze.’ 15 Toen liet Ester het volgende antwoord aan Mordechai geven: 16 ‘Roep alle Joden die in Susa wonen bij elkaar en vast voor mij: eet niet en drink niet, overdag niet en ’s nachts niet, drie dagen lang. Ook ik zal op die manier vasten met mijn dienaressen. En na die voorbereiding zal ik naar de koning gaan, al is dat tegen de wet. Moet ik omkomen, goed, dan zal ik omkomen.’ 17 Mordechai ging weg en deed wat Ester hem had opgedragen.

    Feestmaal bij Ester

    5

    1 Toen de derde dag aangebroken was, hulde Ester zich in een koninklijk gewaad en ging naar de binnenhof van het koninklijk paleis. Daar bleef ze staan, tegenover de troonzaal. In de zaal zat de koning op zijn koninklijke troon, tegenover de ingang. 2 Zodra hij koningin Ester in de hof zag staan, voelde hij zo veel genegenheid voor haar dat hij haar de gouden scepter toestak die hij in zijn hand hield. Ester ging naar voren en raakte het uiteinde van de scepter aan. 3 Toen vroeg de koning haar: ‘Wat is er, koningin Ester? Wat is uw wens? Al was het de helft van mijn rijk, het zal u gegeven worden.’ 4 En Ester antwoordde: ‘Als het de koning goeddunkt, laat hij dan vandaag nog samen met Haman bij mij komen en deelnemen aan de feestelijke maaltijd die ik voor hem heb bereid.’ 5 Daarop gaf de koning bevel om Haman zo snel mogelijk te halen. ‘We zullen doen,’ zei hij, ‘wat Ester verzoekt.’

    Zo kwamen de koning en Haman om deel te nemen aan de maaltijd die Ester had bereid. 6 Toen de wijn geschonken werd, zei de koning tegen Ester: ‘Wat wilt u vragen? Het zal u gegeven worden. Wat is uw wens? Al was het de helft van mijn rijk, uw wens zal vervuld worden.’ 7 ‘Wat ik wil vragen, wat ik wens ...’ antwoordde Ester, 8 ‘als de koning mij goedgezind is en als de koning genegen is mij te geven wat ik wil vragen en mijn wens te vervullen, laat de koning dan nogmaals met Haman bij mij komen en deelnemen aan een feestmaal dat ik voor hen zal bereiden. Morgen zal ik op de vraag van de koning antwoord geven.’

    9 Haman verliet het paleis die dag vrolijk en goedgehumeurd. Maar zodra hij in de Koningspoort Mordechai zag, die niet opstond en niet van ontzag voor hem beefde, werd hij woedend. 10 Hij beheerste zich echter en ging naar huis. Daarop liet hij zijn vrienden bij zich komen en Zeres, zijn vrouw. 11 Hij wees hun op zijn geweldige rijkdom, het grote aantal zonen dat hij had en de eervolle positie die de koning hem had gegeven door hem boven alle rijksgroten en hoge functionarissen te plaatsen. 12 ‘En daar komt nog bij,’ zei Haman, ‘dat koningin Ester een feestmaal heeft bereid waarvoor ze behalve de koning niemand anders dan mij heeft uitgenodigd. En ook voor morgen ben ik door haar gevraagd, samen met de koning. 13 Maar dit betekent allemaal niets voor mij zolang ik Mordechai, die Jood, in de Koningspoort zie zitten.’ 14 Zijn vrouw Zeres en al zijn vrienden zeiden toen tegen hem: ‘Laat een paal neerzetten van vijftig el hoog en zeg morgenochtend tegen de koning dat Mordechai daaraan moet worden gehangen. Dan kun je daarna vrolijk met de koning aan tafel gaan.’ Dat voorstel beviel Haman, en hij liet de paal klaarzetten.

    14-11-2008 om 18:25 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    12-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mordechai verijdelt een aanslag

    Mordechai verijdelt een aanslag

    19 Eens, toen er opnieuw jonge meisjes bij elkaar werden gebracht, deed Mordechai dienst in de Koningspoort. 20 Ester had nog steeds niet verteld uit welke familie of welk volk ze stamde, zoals Mordechai haar op het hart had gedrukt; ze gehoorzaamde Mordechai zoals voorheen, toen hij als pleegvader voor haar zorgde. 21 Toen Mordechai dus in de Koningspoort zat, gebeurde het dat twee eunuchen die de koning als lijfwacht dienden, Bigtan en Teres, uit verbittering een plan beraamden om koning Ahasveros om het leven te brengen. 22 Dit voornemen kwam Mordechai ter ore en hij bracht koningin Ester ervan op de hoogte, en Ester vertelde namens Mordechai alles aan de koning. 23 De zaak werd onderzocht en de beschuldiging bleek gegrond. De beide mannen werden aan een paal gehangen. En in aanwezigheid van de koning werd dit alles opgetekend in de kronieken.

    Bevelschrift tegen de Joden

    3

    1 Na verloop van tijd gaf koning Ahasveros een hoge positie aan Haman, de zoon van Hammedata, een nakomeling van Agag: hij plaatste hem boven alle rijksgroten aan zijn hof. 2 Alle hoge functionarissen van de koning die in de Koningspoort waren, vielen telkens voor Haman op de knieën en bogen zich voor hem neer, want zo had de koning het geboden. Alleen Mordechai knielde of boog nooit voor hem. 3 De functionarissen van de koning in de Koningspoort spraken Mordechai daarover aan: ‘Waarom overtreedt u steeds het gebod van de koning?’ 4 Dit vroegen ze hem elke dag weer, zonder dat hij zich iets van hun woorden aantrok. Toen lichtten ze Haman erover in, om te zien of Mordechai in zijn houding zou kunnen volharden; hij had hun namelijk verteld dat hij een Jood was. 5 Toen Haman te weten kwam dat Mordechai niet voor hem knielde of boog, werd hij woedend, 6 en hij besloot Mordechai uit de weg te ruimen. Maar nadat men hem had verteld uit welk volk Mordechai stamde, was de dood van Mordechai alleen hem niet genoeg: vanaf dat moment zon Haman op middelen om alle Joden in Ahasveros’ rijk om te brengen, heel Mordechais volk.

    7 In de eerste maand van het twaalfde regeringsjaar van koning Ahasveros, de maand nisan, liet Haman in zijn persoonlijke aanwezigheid het poer werpen, dat wil zeggen het lot, over alle dagen en over alle maanden, een voor een, tot en met de twaalfde maand, de maand adar. 8 Daarna zei Haman tegen koning Ahasveros: ‘Er is een bepaald volk dat over alle provincies van uw rijk verspreid leeft en te midden van de andere volken zijn eigen leven leidt. Hun wetten verschillen van die van alle andere volken en aan de wetten van de koning houden ze zich niet. De koning is er niet bij gebaat hen maar rustig hun gang te laten gaan. 9 Als het de koning goeddunkt, laat er dan een bevel op schrift worden gesteld dat ze moeten worden uitgeroeid. Dan zal ik tienduizend talent zilver afdragen aan de ambtenaren die de koninklijke schatkist beheren.’ 10 De koning deed zijn zegelring af en gaf die aan Haman, de zoon van Hammedata, de nakomeling van Agag, de vijand van de Joden. 11 ‘Over uw zilver kunt u vrij beschikken,’ zei hij tegen Haman, ‘en ook over dat volk: doe ermee wat u het beste lijkt.’

    12 Zo werden op de dertiende dag van de eerste maand de schrijvers van de koning ontboden. Er werd een bevel op schrift gesteld dat precies zo luidde als Haman het wilde en dat gericht was aan de satrapen die de koning vertegenwoordigden, aan de gouverneurs van alle provincies en aan de vorsten van alle volken. Voor elke provincie was er een bevel in haar eigen schrift en voor elk volk in zijn eigen taal. Het werd geschreven in naam van koning Ahasveros en met de zegelring van de koning verzegeld. 13 En er werden door boden in alle provincies van het koninkrijk brieven verspreid waarin stond dat op één bepaalde dag, en wel op de dertiende dag van de twaalfde maand, de maand adar, alle Joden moesten worden gedood en volledig uitgeroeid, jong en oud, vrouwen en kinderen inbegrepen, en dat hun bezittingen mochten worden buitgemaakt. 14 In elke provincie moesten afschriften van de brief worden verspreid; de inhoud ervan moest overal als wet worden uitgevaardigd en aan alle volken bekendgemaakt, zodat ze zich tegen de genoemde dag gereed konden houden. 15 Op bevel van de koning vertrokken de boden met spoed. Ook in de burcht van Susa werd de wet uitgevaardigd. En terwijl de koning en Haman rustig zaten te drinken, raakte de stad Susa in rep en roer.

    12-11-2008 om 18:19 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    11-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ester als koningin gekozen

    Ester als koningin gekozen

    2

    1 Na verloop van tijd, toen de woede van koning Ahasveros bedaard was, gingen zijn gedachten weer uit naar Wasti; hij overdacht wat ze had gedaan en wat er over haar besloten was. 2 Daarom opperden zijn kamerdienaars: ‘Er zouden voor de koning mooie jonge meisjes gezocht moeten worden, meisjes die nog maagd zijn. 3 De koning zou in alle provincies van zijn rijk gevolmachtigden moeten aanstellen met de opdracht op zoek te gaan naar de mooiste meisjes en die bij elkaar te brengen in de burcht van Susa, in het vrouwenverblijf. Daar zouden ze onder toezicht van Hegai moeten worden gesteld, de eunuch die de koning als haremwachter dient, en een schoonheidsbehandeling moeten krijgen. 4 En het meisje dat de koning het meest bevalt, zou dan koningin moeten worden in de plaats van Wasti.’ Dit voorstel vond instemming bij de koning en hij voerde het uit.

    5 Nu woonde er in de burcht van Susa een zekere Mordechai, een Jood. Hij was een zoon van Jaïr, de zoon van Simi, de zoon van Kis, uit de stam Benjamin. 6 Hij was een van de mensen die samen met Jechonja, de koning van Juda, door koning Nebukadnessar van Babylonië als ballingen uit Jeruzalem waren weggevoerd. 7 Deze Mordechai was de pleegvader van Hadassa, ook Ester genoemd, die een nicht van hem was en geen vader of moeder meer had. Na de dood van haar ouders had Mordechai haar als dochter aangenomen. Het meisje was lieftallig en mooi. 8 Toen nu het besluit van de koning in een verordening bekend was gemaakt en er veel meisjes bij elkaar werden gebracht in de burcht van Susa, waar ze onder toezicht van Hegai kwamen te staan, werd ook Ester naar het koninklijk paleis overgebracht en onder toezicht van deze haremwachter gesteld. 9 Het meisje stond hem aan en won zijn genegenheid. Daarom liet hij haar zonder uitstel de schoonheidsbehandeling en het voorgeschreven voedsel geven en stelde hij zeven voortreffelijke dienaressen uit het koninklijk paleis tot haar beschikking. Bovendien bracht hij haar samen met deze dienaressen over naar het mooiste gedeelte van het vrouwenverblijf. 10 Ester had niet verteld uit welk volk of welke familie ze stamde; Mordechai had haar namelijk op het hart gedrukt dit niet bekend te maken. 11 En iedere dag wandelde Mordechai langs de voorhof van het vrouwenverblijf om te weten te komen hoe het met Ester ging en wat er met haar zou gebeuren.

    12 Een meisje was aan de beurt om de nacht met koning Ahasveros door te brengen wanneer na twaalf maanden haar schoonheidsbehandeling overeenkomstig de voorschriften voor de vrouwen voltooid was: zes maanden werd ze behandeld met mirreolie, zes maanden met balsem en andere schoonheidsmiddelen. 13 En telkens als er een meisje na deze voorbereiding naar de koning ging, werd haar uit het vrouwenverblijf alles wat ze wenste meegegeven naar het koninklijk paleis. 14 ’s Avonds ging ze daar naar binnen, ’s morgens keerde ze terug; ze kwam dan in een ander deel van het vrouwenverblijf, dat onder toezicht stond van Saäsgaz, de eunuch die de koning diende als bewaker van de bijvrouwen. Ze ging niet opnieuw naar de koning, tenzij hij haar begeerde en zij persoonlijk bij hem werd ontboden.

    15 Toen het de beurt was van Ester – de dochter van Abichaïl, die een oom was van haar pleegvader Mordechai – verlangde zij niets anders mee te nemen dan wat haar werd aangeraden door Hegai, de eunuch die de koning als haremwachter diende. En allen die Ester zagen, keken vol bewondering naar haar. 16 Zo werd Ester bij koning Ahasveros gebracht, in het koninklijk paleis, in het zevende jaar van zijn regering, in de tiende maand, de maand tebet. 17 En de koning voelde voor Ester meer liefde dan voor alle andere vrouwen, meer dan alle andere meisjes verwierf zij zijn bewondering en genegenheid. Daarom deed hij haar de koninklijke hoofdband om en maakte haar koningin in de plaats van Wasti. 18 De koning richtte een groot feestmaal aan voor al zijn rijksgroten en hoge functionarissen, het Feestmaal van Ester. Ook kondigde hij voor alle provincies een rustdag

    (2:18) een rustdag – Ook mogelijk is de vertaling: ‘vrijstelling van belasting’, of: ‘amnestie’.

    af, en met een vrijgevigheid die men van een koning mag verwachten deelde hij geschenken uit.

    11-11-2008 om 13:21 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    10-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ester

    Ester

    Een missverkiezing in de bijbel, zo zou je het begin van het boek Ester wel kunnen noemen. De Perzische koning Ahasveros is op zoek naar een nieuwe vrouw en laat zijn personeel de mooiste meisjes selecteren. Ze krijgen eerst een langdurige schoonheidsbehandeling en vervolgens bepaalt de koning welk meisje hem het meeste bevalt. Uiteindelijk valt de schoonheid van Ester hem zo op, dat hij haar tot nieuwe koningin kroont.
     
    De bekroning van een schoonheidverkiezing. Is dat nou het enige wat de bijbel over vrouwen te melden heeft? Als het aan de mannen ligt misschien wel. Want één ding is wel duidelijk: mannen hebben een groot stempel gedrukt op de bijbelse geschiedenis. Dat zie je vaak aan de manier waarop over vrouwen wordt gesproken: ze worden vaak voorgesteld als 'de vrouw van' en niet als onafhankelijk, vrij, mens. Maar toch betekent dat niet dat vrouwen in de bijbel altijd een ondergeschikte en onbelangrijke rol spelen. Juist niet eigenlijk! Als je goed leest, gaan je ogen open. Dan zie je dat het juist vrouwen waren die op alle cruciale momenten in het Oude en Nieuwe Testament opduiken.

    Moeders

    De vrouwen in de bijbelverhalen zorgen steeds voor nageslacht. 'Ja, hè hè', zul je zeggen. 'Wie anders?' Maar waar het in deze verhalen om gaat, is niet dat ze kinderen op de wereld zetten. De verhalen willen vaak zeggen: God brengt de vastgelopen geschiedenis weer op gang. Een weg die doodlopend lijkt te zijn, wordt via vrouwen weer geopend.
     
    Dat lees je ook in het bijzondere verhaal van Ester. In de loop van het verhaal wordt Ester steeds zekerder van zichzelf en van de rol die ze mag spelen in de geschiedenis. Ze ziet dat de weg van het volk doodloopt, omdat alle Joden in het Perzische Rijk vermoord dreigen te worden. Het lijkt een hopeloze situatie. Maar dan staat Ester op en doet het onmogelijke: de koning aanspreken en vragen om het volk te sparen ... De geschiedenis van God met mensen gaat weer door! En weer dankzij het optreden van een moedige vrouw.

     

    Koningin Wasti verstoten

    1

    1 Het was in de tijd van Ahasveros,

    (1:1) Ahasveros – Ahasveros is de Hebreeuwse vorm van de naam van de Perzische koning Xerxes.

    de Ahasveros die regeerde over een rijk dat zich uitstrekte van India tot Nubië en dat honderdzevenentwintig provincies telde. 2-3 In het derde jaar van zijn regering, toen hij in de burcht van Susa zetelde, richtte deze koning Ahasveros een feestmaal aan voor al zijn rijksgroten en hoge functionarissen; alle bevelhebbers van het leger van Perzië en Medië, de adel en de hoofden van de provincies waren aanwezig. [2–3] 3  4 Vele dagen spreidde hij de rijkdom en luister van zijn koningschap tentoon en de pracht en praal van zijn majesteit – honderdtachtig dagen lang.

    5 Toen deze dagen voorbij waren, richtte de koning een feestmaal aan voor alle bewoners van de burcht van Susa, van hoog tot laag. Dit duurde zeven dagen, en het werd gehouden in de binnenhof van de tuin van het koninklijk paleis. 6 Draperieën van fijn linnen, wit en blauwpurper van kleur, waren aan albasten zuilen bevestigd met roodpurperen koorden van byssus en zilveren ringen; op een mozaïekvloer van porfier, albast, parelmoer en gekleurde stenen stonden rustbanken van goud en zilver. 7 Er werd wijn geschonken in gouden bekers, de ene nog fraaier dan de andere, en er was koninklijke wijn in overvloed, zoals men dat bij een koning mag verwachten. 8 En bij het drinken gold de regel: geen beperkingen;

    (1:8) geen beperkingen – Ook mogelijk is de vertaling: ‘geen dwang’.

    de koning had alle hofmeesters opgedragen aan ieders wensen tegemoet te komen. 9 Ook Wasti, de koningin, richtte een feestmaal aan, voor de vrouwen in het paleis van koning Ahasveros.

    10 Op de zevende dag, toen de koning door de wijn in een vrolijke stemming was, beval hij Mehuman, Bizzeta, Charbona, Bigta, Abagta, Zetar en Karkas – de zeven eunuchen die zijn persoonlijke dienaren waren – 11 om koningin Wasti, getooid met de koninklijke hoofdband, bij hem te brengen; hij wilde de rijksgroten van de volken haar schoonheid laten zien, want zij was mooi. 12 Maar toen haar het bevel van de koning door de eunuchen werd overgebracht, weigerde koningin Wasti te komen. Dit ergerde de koning zeer en hij ontstak in woede.

    13 Hij wendde zich tot de wijzen, die kennis bezaten van het verleden. De koning was namelijk gewoon zijn zaken voor te leggen aan al zijn wet- en rechtsgeleerden. 14 Zijn meest vertrouwde raadsheren waren Karsena, Setar, Admata, Tarsis, Meres, Marsena en Memuchan, de zeven rijksgroten van Perzië en Medië; zij hadden vrij toegang tot de koning en bekleedden de hoogste posten in het rijk. 15 ‘Wat zegt de wet?’ vroeg de koning. ‘Wat moet er gebeuren met koningin Wasti, nu ze geen gehoor heeft gegeven aan het koninklijk bevel dat haar door de eunuchen is overgebracht?’ 16 Daarop verklaarde Memuchan ten overstaan van de koning en de rijksgroten: ‘Niet alleen tegenover de koning heeft koningin Wasti zich misdragen, maar ook tegenover alle rijksgroten en alle volken in de provincies van koning Ahasveros. 17 Immers, wat de koningin heeft gedaan, zal alle vrouwen ter ore komen en hen ertoe aanzetten hun echtgenoten te minachten. Ze zullen zeggen: “Koning Ahasveros gaf bevel om koningin Wasti bij hem te brengen, maar ze kwam niet.” 18 Nog vandaag zullen de vrouwen van alle rijksgroten van Perzië en Medië, zodra ze hebben gehoord wat de koningin heeft gedaan, zich hierop beroepen tegenover hun echtgenoten, en dat zal leiden tot veel minachting en ergernis. 19 Als het de koning goeddunkt, laat hij dan een koninklijk besluit uitvaardigen dat schriftelijk in de wetten van Perzië en Medië wordt vastgelegd, zodat het niet kan worden herroepen. Hierin moet bepaald worden dat Wasti koning Ahasveros niet meer onder ogen mag komen en dat de koning haar koninklijke waardigheid aan een ander zal geven, die beter is dan zij. 20 Als in het hele rijk – en dat is groot! – bekend wordt dat de koning een dergelijke verordening heeft uitgevaardigd, dan zullen alle vrouwen, van de hoogste tot de laagste, hun echtgenoten met respect bejegenen.’

    21 Het voorstel van Memuchan vond instemming bij de koning en de rijksgroten, en de koning volgde het op. 22 Hij stuurde brieven naar alle provincies van zijn rijk, naar elke

    provincie in haar eigen schrift en naar elk volk in zijn eigen taal. Daarin stond dat iedere man thuis heer en meester moest zijn, en ook dat hij de taal van zijn eigen volk moest spreken.

     

    Deel 1

    10-11-2008 om 16:58 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    09-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zij hadden erover gesproken wie de meeste was.

    Zij hadden erover gesproken wie de meeste was.

     

    Deze tekst gaat over discipelen van de Here Jezus. Wat hadden ze nog weinig geleerd van Hem die had gezegd: 'Ik ben zachtmoedig en nederig van hart.' De Meester had kort tevoren gesproken over Zijn dood. Zij hadden er niets van begrepen. Geen wonder, want ze waren met zichzelf bezig. Ze dachten er niet aan zich op te offeren, ze wilden de meeste zijn. Hun Meester wilde de laatste zijn, en ieder van hen de eerste. Hoe groot is onze Heiland dat Hij voor zulke discipelen als zij waren - en als wij zijn - Zijn leven wilde geven! Mochten wij allen toch meer naar Hem zien en naar Hem luisteren. We zouden meer op Hem gaan lijken!

     

     

    30 Ze vertrokken uit die streek en reisden door Galilea, maar hij wilde niet dat iemand dat te weten kwam, 31 want hij was bezig zijn leerlingen onderricht te geven. Hij zei tegen hen: ‘De Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de mensen. Die zullen hem doden, maar na drie dagen zal hij uit de dood opstaan.’ 32 Ze begrepen deze uitspraak niet, maar durfden hem geen vragen te stellen.

    33 Ze kwamen in Kafarnaüm. Toen ze in huis waren, vroeg hij hun: ‘Waarover waren jullie onderweg aan het redetwisten?’ 34 Ze zwegen, want ze hadden onderweg met elkaar getwist over de vraag wie van hen de belangrijkste was. 35 Hij ging zitten en riep de twaalf bij zich. Hij zei tegen hen: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar.’ 36 Hij pakte een kind op en zette het in hun midden neer; hij sloeg zijn arm eromheen en zei tegen hen: 37 ‘Wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op; en wie mij opneemt, neemt niet mij op, maar hem die mij gezonden heeft.’

                                        Mark.9:30-37

     

    09-11-2008 om 15:00 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    08-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie zijn leven zal willen behouden, zal het verliezen.

     

     

    Je kunt je leven behouden of verliezen. De keus is niet moeilijk: iedereen wil toch leven! De Zoon van God, die Zelf het leven is, heeft gezegd dat we ons leven kunnen behouden door het te verliezen. Dat gebeurt als we ons leven niet voor onszelf willen houden, maar ons leven, onszelf, overgeven aan Hem, de Here en Behouder. In Hem is het ware leven, het eeuwig behoud. Hij wilde lijden en sterven om ons de rijkdom van het eeuwige leven te schenken. U wilt toch leven? Kies dan voor Christus! Anders bent u de eeuwige verliezer.

     

    27 Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg hij aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ 28 Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat u een van de profeten bent.’ 29 Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘U bent de Messias.’

    30 Hij verbood hun op strenge toon om met iemand hierover te spreken.

    31 Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten van het volk, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen zou worden, en dat hij gedood zou worden, maar drie dagen later zou opstaan; 32 hij sprak hierover in alle openheid. Toen nam Petrus hem apart en begon hem fel terecht te wijzen. 33 Maar hij draaide zich om, keek zijn leerlingen aan en wees Petrus streng terecht met de woorden: ‘Ga terug, achter mij, Satan! Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.’

    34 Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich en zei: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aan komen. 35 Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij en het evangelie, zal het behouden. 36 Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar er het leven bij inschiet? 37 Wat zou een mens niet overhebben voor zijn leven? 38 Wie zich tegenover de trouweloze en zondige mensen van deze tijd schaamt voor mij en mijn woorden, zal merken dat de Mensenzoon zich ook voor hem schaamt, wanneer hij komt in het gezelschap van de heilige engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader.’

    08-11-2008 om 15:49 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    » Reageer (0)
    15-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God zij ons genadig en zegene ons.

    God zij ons genadig en zegene ons.

     

    Genade en zegen zijn twee begrippen die heel nauw verbonden zijn met het kennen van de Here God. Genade houdt in dat God ons iets schenkt dat wij helemaal niet verdienen, waar wij geen aanspraak op kunnen maken en dat wij uit onszelf nooit zouden kunnen verkrijgen. Zegen is dat wat goed voor ons is. In het begin schiep God alle dingen, uiteindelijk ook de mens. En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed (Gen. 1:31). Alles wat God ooit gemaakt heeft, draagt het stempel van zijn goedheid.

    Maar kort na de schepping moeten wij al vaststellen dat de mens het goede van God verdorven heeft en weggevlucht is voor God. De mens is bang geworden voor God. Nog steeds zien wij om ons heen hoe de mensen proberen in dit leven geluk te vinden. Zolang een mens echter ver van God blijft, is hij verstoken van het goede. Gelukkig mogen wij opmerken dat God nog steeds zijn goedheid blijft bewijzen aan alle mensen, zowel goeden als slechten. Maar het ware geluk zullen wij slechts ontdekken, wanneer wij in geloof terugkeren tot de God die ons geschapen heeft, en erkennen dat Hij de bron is van alle goede gaven (Jak. 1:17). Want de echte zegen van God is Hem te leren kennen in de persoon van Jezus Christus. In Christus zijn wij gezegend met alle geestelijke zegeningen die God heeft. Buiten Hem is geestelijk niets goeds te vinden; in Hem vinden wij alle goede dingen. Hoe kunnen wij daaraan deel krijgen? Niet door eigen inspanning of verdienste, maar door de rijke genade van God. Hij heeft er Zelf voor gezorgd dat deze rijkdom aan zegeningen het deel worden van allen die door het geloof hun toevlucht nemen tot Jezus Christus en in Hem geloven.

    15-05-2008 om 18:17 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    » Reageer (0)
    09-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.moeders
    Mieke Mantel

    09-05-2008 om 23:18 geschreven door lucky  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    » Reageer (0)


    Archief per jaar
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006

    Over mijzelf
    Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
    Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
    Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
    ben gehuwd met fabienne
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Dag Luc
  • Wens u nog een fijne dag
  • Goedemiddag
  • Een aangename donderdag toegewenst
  • Goedemorgen

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Dit zijn Christelijke linken bekijk ze eens
  • HRTLINK
  • VRIJ ZIJN
  • Rivers of Live Ministries
  • LEVEL CHURCH
  • Zijn genade... Zijn genade...een naam...Jezus

  • Blog als favoriet !

    De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.


    Mijn favorieten
  • SeniorenNet.be
  • Zijn...liefde...Zijn genade...Een naam... Jezus
  • merelfavorieten.nl
  • geloven en begrijpen jouwpagina
  • christen. startpagina..be
  • christen.startpagina.nl
  • Rivers of Live Ministries

  • Een interessant adres?

    Afscheid nemen

    Afscheid nemen is verdrietig,
    afscheid nemen is niet fijn
    afscheid nemen is iemand verlaten
    bij wie je graag zou willen zijn.

    Afscheid nemen is die blik vol liefde
    en die aai over je bol
    afscheid nemen zijn die tranen
    je schiet er helemaal van vol.

    Afscheid nemen zijn die woorden
    "Ik hou van jou, dag lieve schat.
    Je bent altijd bij me,
    want jij zit hier, diep in m'n hart."

    Soms is het afscheid maar voor even
    soms voorgoed of voor een lange tijd
    maar wat je samen hebt mogen beleven
    dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.


    Parel


    Je bent een parel, die zeer kostbaar is
    je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven.
    Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven
    je bent een parel, die zeer kostbaar is.

    En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij
    Mijn kind die roeping is zo hoog verheven.
    Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven,
    ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.

    Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht,
    houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem.
    Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem,
    daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.

    Je bent een parel, die zeer kostbaar is.


    Dit gedicht is voor jou!
    Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….


    Download het gratis Online Bijbel Startpakket met Statenvertaling en Kanttekeningen
    Download Online Bijbel met Statenvertaling en Kanttekeningen
    (10,32 MB)

    Citaten

    Verlossing

    Verlossing is niet

    met een nieuwe bladzijde beginnen,

    maar een nieuw leven ontvangen.

     

     

    Problemen

    Als het leven je handen

    vult met problemen

    leg je problemen

    dan in Gods handen.

     

    Gebed

    Gekerm van wanhoop,

    waar geen woorden voor zijn,

    is vaak een gebed

    dat niet geweigerd kan worden.

     (Charles H. Spurgeon)

     

    Licht

      Als wij het licht van Christus

    niet om ons heen verspreiden,    

    zal de ervaring van de duisternis,

    die in de wereld de overhand heeft,

    toenemen.

     (Moeder Theresa)

     

    God kennen

    Een kind van God zijn betekent ook:

    accepteren dat Hij weet wat goed is

    en dat Hij ons in ons leven

    het beste zal geven.

    (Charles Paul Conn)



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!