Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND
EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
18-04-2006
waar toch de goede weg is...
Ja, vroeger moest je op onbekend terrein vragen naar de goede weg. Tegenwoordig laat je de computer de weg uitstippelen, of je hebt een routeplanner in de auto, die je precies bij het beoogde doel brengt. Maar waar het om gaat, is hetzelfde. Hoe kom ik, waar ik wezen moet? Dat is altijd de vraag. En waar je wezen moet? De Heer zegt: dat je rust vindt voor je ziel. Dat is het doel, waarheen Hij ons wil hebben. En dat heeft niks te maken met rijkdom of gezondheid, met aards geluk of altijd de wind mee of zo. Rust voor de ziel, dat is rust vanbinnen. Vrij van al dat opgejaagde zoeken en dwalen, achter van alles aan draven en dan weer tot de ontdekking komen dat dat het niet is en dan maar weer naar het volgende. Wat een onrust! Nee, er is een goede weg naar dat rustoord voor de ziel. Die weg is Jezus. 'Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.' Hij is de weg. Zoek dus niet langer. Vraag niet overal. Maar ga die weg achter Hem aan. Wat een rust!.
Niemand van Jezus' volgelingen had erop gerekend Hij was in `het graf gelegd; de steen was ervoor gerold, de Romeinen hadden het graf verzegeld, kortom: het was afgelopen: Jezus was er niet meer Zonder Hem.moesten zij verder. Dat deden ze ook, maar met heel veel moeite en met een groot gemis.,Simon Petrus neemt een kloek besluit: `Zoek maar uit wat jullie doen; ik ga vissen!' En de anderen gaan, bij gebrek aan iets zinvollers, met hem mee. Ze hadden kunnen: weten dat ze niet ter visvangst, maar ter mensenvangst moesten uittrekkern. De Heer zal hen verrassend op het goede padbrengen:
Joh, 21:1-14
In de houding van de discipelen, herkennen
wij onszelf. Moet dat stelletje de wereld bekend maken met de goede boodschap? Een onmogelijke onderneming ! Nadat ze geloofd hebben in een levende Heer, die voor hun zonden stierf en uit de dood weer opstond, pakken ze hun oude levenspatroon weer op en
vervolgen ze hun weg, alsof Christus niet in hun leven is gekomen. Ze 'stappen weer aan boord' en varen uit, totdat.:. Ja, totdat ze opeens aan de oever van hun leven iemand ontdekken die hen opwekt zich af te vragen wat de `vangst' van al hun gezwoeg is; en waarvoor en voor wie ze eigenlijk leven. Dat, kan een ommekeer betekenen. De discipelen waren uitgevaren om vis te vangen, maar ze vingen pas vis na de instructie van hun Meester te hebben opgevolgd, en toen ze aan land kwamen stond het warme eten al op tafel: vis, (die zij niet gevangen hadden) én brood Daarna werden ze uitgestuurd om mensen te vangen. Wat een stimulans om vandaag te ontdekken dat Jezus staat te roepen aan de oever van je leven!
Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaus heet en zestig stadie (ongeveer 12 kilometers) van Jeruzalem verwijderd ligt. 14 Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. 15 Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen Mee,
, 16 maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden. '7 Hij vroeg hun: 'Waar loopt u toch over te praten?' Daarop bleven ze somber gestemd staan. 18 Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: 'Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?' 19 Jezus vroeg hun: 'Wat dan?' Ze antwoordden: 'Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazareth, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. 22 Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, 23 vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft. 24 Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.' 25 Toen zei hij tegen hen: `Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben? 26 Moest de Messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?' 27 Daarna verklaarde Hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten.
28 Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus, deed alsof hij verder wilde reizen. 29 Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat
Niet te doen en zeiden: `Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.' Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. 30 Toen hij
met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit brak het en gaf het hun. 31 Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. 32 Daarop zeiden ze tegen elkaar: 'Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?' 33 Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, 34 die tegen hen zeiden: 'De Heer
is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!'
als De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.
36 Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: 'Vrede zij met jullie.' 37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien. 38 Maar hij zei tegen hen: 'Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? 39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.' 40 Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten. 41 Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg hij hun: 'Hebben jullie hier iets te eten?' 42 Ze gaven hem een stuk geroosterde vis. 43 Hij nam het aan en at het voor hun ogen op. 44 Hij zei tegen hen: 'Toen ik nog bij jullie was, heb ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan.' 45 Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. 41 Hij zei tegen hen: 'Er staat geschreven
dat de messias zal lijden en sterven, maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, 47-48 en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem.
In China bevindt zich een grote rivier die gevaarlijk is vanwege zijn stroomversnellingen, klippen en draaikolken. Op één bepaalde plek is de rivier heel gevaarlijk en veel schippers die onbekend waren met de situatie, zijn hier met hun scheepjes verongelukt. Daarom heeft men een reusachtige steenrots in de rivier gelegd en daarop met grote letters geschreven: 'Kom naar mij toe!' Elke stuurman die in de stroomversnelling komt en recht op de bewuste rots aanstuurt, kan veilig verder varen. Dit voorbeeld kunnen we op ons leven toepassen. Wij bevinden ons in de machtige stroom van de tijd naar de eindeloze zee van eeuwigheid. Ook wij komen in stroomversnellingen, moeten aan veel klippen voorbijgaan, en draaikolken proberen ons levensschip naar de diepte te brengen. Door de verlokkingen van de zonde probeert satan de mensen in het verderf te storten. Maar God wil niet de dood en het verderf van de mensen. Hij heeft een rots in de stroom geplaatst. God gaf Zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, en wie zijn levensschip op Hem aanstuurt, wie zijn toevlucht tot Hem neemt, is veilig voor de tijd en voor de eeuwigheid en komt niet in het oordeel.
Jezus heeft in Getsemané ten volle begrepen wat voor een enorme zware opdracht Hij de komende uren op Zich zou moeten nemen: Hij alleen kon de wereld redden uit de klauwen van de satan. Als Hij zou falen was de wereld jammerlijk verloren. Nu is de lijdensweg bijna ten einde en heeft Jezus de bespottingen, de geselingen, het verraad, de intense pijn en zelfs drie uren duisternis en totale Godverlatenheid gedragen. Hij weet dat Hij alle aanvallen van satan heeft weerstaan. 'Het is volbracht.' Gods doel is bereikt.
Dit is de belangrijkste gebeurtenis uit de geschiedenis van de mensheid. Hier heeft Jezus de verbroken relatie tussen mens en God weer hersteld, de weg geopend naar de eeuwigheid! Hier schittert een nieuwe toekomst!
Wat betekent een naam? Je zult maar 'zoon van de vader' heten. Elke man is toch een zoon van zijn vader? Toch was er iemand met die naam. Maar dan in het Hebreeuws. De naam van een oproerkraaier. Bovendien heeft hij een moord begaan. Bar Abbas heet hij en hij zit in de gevangenis achter slot en grendel. Buiten de muren van de kerker is meer lawaai dan anders. Het straatrumoer dringt naar bin- nen. Een rel soms? Hoort hij zijn naam roepen? Hij Is uiterst gespannen. Elk woord wil hij ver- staan.
Dan zwelt het geluid weer aan. Hij hoort het nu
duidelijk: laat Bar Abbas los, kruist Hem, kruist
Hem. Laat Bar Abbas los.' Daarna verstomt het
rumoer. Het wordt stil. Soldaten rennen af en
aan. Bar Abbas vraagt zich af wat dat allemaal te
betekenen heeft. Dan opeens zwaait de kerker-
deur open. De cipier vcrschijnt in de deurope- 'ning. Ruw verwijdert hij de boeien waaraan Bar
1 Als het nu morgenstond geworden was, hebben al de overpriesters en de ouderlingen des volks, te zamen raad genomen tegen Jezus, dat zij Hem doden zouden.
2 En Hem gebonden hebbende, leidden zij [Hem] weg, en gaven Hem over aan Pontius Pilatus, den stadhouder.
3 Toen heeft Judas, dien Hem verraden had, ziende, dat Hij veroordeeld was, berouw gehad, en heeft de dertig zilveren [penningen] den overpriesters en den ouderlingen wedergebracht,
4 Zeggende: Ik heb gezondigd, verradende het onschuldig bloed! Maar zij zeiden: Wat gaat ons [dat] aan? Gij moogt toezien.
5 En als hij de zilveren [penningen] in den tempel geworpen had, vertrok hij, en heengaande verworgde [zichzelven].
6 En de overpriesters, de zilveren [penningen] nemende, zeiden: Het is niet geoorloofd, dezelve in de offerkist te leggen, dewijl het een prijs des bloeds is.
7 En te zamen raad gehouden hebbende, kochten zij daarmede den akker des pottenbakkers, tot een begrafenis voor de vreemdelingen.
8 Daarom is die akker genaamd de akker des bloeds, tot op den huidigen dag.
9 Toen is vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, zeggende: En zij hebben de dertig zilveren [penningen] genomen, de waarde des Gewaardeerden van de kinderen Israels, Denwelken zij gewaardeerd hebben;
10 En hebben dezelve gegeven voor den akker des pottenbakkers; volgens hetgeen mij de Heere bevolen heeft.
11 En Jezus stond voor den stadhouder; en de stadhouder vraagde Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Jezus zeide tot hem: Gij zegt het.
12 En als Hij van de overpriesters en de ouderlingen beschuldigd werd, antwoordde Hij niets.
13 Toen zeide Pilatus tot Hem: Hoort Gij niet, hoevele [zaken] zij tegen U getuigen?
14 Maar Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo dat de stadhouder zich zeer verwonderde.
15 En op het feest was de stadhouder gewoon den volke een gevangene los te laten, welke zij wilden.
16 En zij hadden toen een welbekende gevangene, genaamd Bar-abbas.
17 Als zij dan vergaderd waren, zeide Pilatus tot hen: Welken wilt gij, dat ik u zal loslaten, Bar-abbas, of Jezus, Die genaamd wordt Christus?
18 Want hij wist, dat zij Hem door nijdigheid overgeleverd hadden.
19 En als hij op de rechterstoel zat, zo heeft zijn huisvrouw tot hem gezonden, zeggende: Heb [toch] niet te doen met dien Rechtvaardige; want ik heb heden veel geleden in den droom om Zijnentwil.
20 Maar de overpriesters en de ouderlingen hebben den scharen aangeraden, dat zij zouden Bar-abbas begeren, en Jezus doden.
21 En de stadhouder, antwoordende, zeide tot hen: Welke van deze twee wilt gij, dat ik u zal loslaten? En zij zeiden: Bar-abbas.
22 Pilatus zeide tot hen: Wat zal ik dan doen [met] Jezus, Die genaamd wordt Christus? Zij zeiden allen tot hem: Laat Hem gekruisigd worden.
23 Doch de stadhouder zeide: Wat heeft Hij dan kwaads gedaan? En zij riepen te meer, zeggende: Laat Hem gekruisigd worden!
24 Als nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veelmeer [dat er] oproer werd, nam hij water en wies de handen voor de schare: zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed dezes Rechtvaardigen; gijlieden moogt toezien.
25 En al het volk, antwoordende, zeide: Zijn bloed [kome] over ons, en over onze kinderen!
26 Toen liet hij hun Bar-abbas los, maar Jezus gegeseld hebbende, gaf hij Hem over om gekruisigd te worden.
27 Toen namen de krijgsknechten des stadhouders Jezus met zich in het rechthuis en vergaderden over Hem de ganse bende.
28 En als zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een purperen mantel om;
29 En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten [die] op Zijn hoofd, en een rietstok in Zijn rechter[hand]; en vallende op hun knieen voor Hem, bespotten zij Hem, zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden!
30 En op Hem gespogen hebbende, namen zij de rietstok en sloegen op Zijn hoofd.
31 En toen zij Hem bespot hadden, deden zij Hem den mantel af, en deden Hem Zijn klederen aan, en leidden Hem heen om te kruisigen.
32 En uitgaande, vonden zij een man van Cyrene, met name Simon; deze dwongen zij, dat hij Zijn kruis droeg.
33 En gekomen zijnde tot de plaats, genaamd Golgotha, welke is gezegd Hoofdschedelplaats,
34 Gaven zij Hem te drinken edik met gal gemengd; en als Hij [dien] gesmaakt had, wilde Hij niet drinken.
35 Toen zij nu Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn klederen, het lot werpende; opdat vervuld zou worden, hetgeen gezegd is door den profeet: Zij hebben Mijn klederen onder zich verdeeld, en hebben het lot over Mijn kleding geworpen.
36 En zij, nederzittende, bewaarden Hem aldaar.
37 En zij stelden boven Zijn hoofd Zijn beschuldiging geschreven: DEZE IS JEZUS, DE KONING DER JODEN.
38 Toen werden met Hem twee moordenaars gekruisigd, een ter rechter-, en een ter linker[zijde].
39 En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden,
40 En zeggende: Gij, Die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelven. Indien Gij de Zone Gods zijt, zo kom af van het kruis.
41 En desgelijks ook de overpriesters met de Schriftgeleerden, en ouderlingen, en Farizeen, [Hem] bespottende, zeiden:
42 Anderen heeft Hij verlost, Hij kan Zichzelven niet verlossen, Indien Hij de koning Israels is, dat Hij nu afkome van het kruis, en wij zullen Hem geloven.
43 Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu verlosse, indien Hij Hem [wel] wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon.
44 En hetzelfde verweten Hem ook de moordenaars, die met Hem gekruisigd waren.
45 En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe.
46 En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem, zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTANI! dat is: Mijn God! Mijn God! waarom hebt Gij Mij verlaten!
47 En sommigen van die daar stonden, [zulks] horende, zeiden: Deze roept Elias.
48 En terstond een van hen [toe]lopende, nam een spons, en [die] met edik gevuld hebbende, stak ze op een rietstok, en gaf Hem te drinken.
49 Doch de anderen zeiden: Houd op, laat ons zien, of Elias komt, om Hem te verlossen.
50 En Jezus, wederom met een grote stem roepende, gaf den geest.
51 En ziet, het voorhangsel des tempels scheurde in tweeen, van boven tot beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsen scheurden;
52 En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt;
53 En uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.
54 En de hoofdman over honderd en die met hem Jezus bewaarden, ziende de aardbeving, en de dingen, die geschied waren, werden zeer bevreesd, zeggende: Waarlijk, Deze was Gods Zoon!
55 En aldaar waren vele vrouwen, van verre aanschouwende, die Jezus gevolgd waren van Galilea, om Hem te dienen.
56 Onder dewelke was Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus en Joses, en de moeder der zonen van Zebedeus.
57 En als het avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathea, met name Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was.
58 Deze kwam tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus, dat [hem] het lichaam gegeven zou worden.
59 En Jozef, het lichaam nemende, wond hetzelve in een zuiver fijn lijnwaad;
60 En legde dat in zijn nieuw graf, hetwelk hij in een steenrots uitgehouwen had; en een grote steen [tegen] de deur des grafs gewenteld hebbende, ging hij weg.
Oorsprong van Pasen Het ontstaan van Pasen heeft weinig met hazen en eieren te maken maar des te meer met de oude Egyptenaren. Of liever gezegd: met een joodse baby die als volwassen man voor een keerpunt in de geschiedenis zou zorgen. Mozes, want over die man gaat het, wordt als baby gevonden door de dochter van de Egyptische farao. Hij wordt grootgebracht binnen de koninklijke familie, maar moet vluchten wanneer hij bij het verdedigen van een (joodse) slaaf een Egyptenaar doodt.
BEVRIJDING UIT DE SLAVERNIJ Mozes krijgt vervolgens van God de opdracht zijn volk, de joden, te bevrijden van de eeuwenlange onderdrukking door de Egyptenaren. Met hulp van God, die als waarschuwing vele rampen en plagen laat plaatsvinden, laten de Egyptenaren tenslotte het joodse volk gaan. De Israëlieten vieren deze bevrijding uit de slavernij nog elk jaar met het vieren van het paasfeest. Hierbij worden lammetjes geslacht en speciale broden gegeten.
GOEDE VRIJDAG De joodse geschiedenis blijft zijn stempel op Pasen drukken. Enkele eeuwen later, in dezelfde tijd van het jaar, wordt Jezus namelijk gearresteerd. Judas, één van zijn leerlingen heeft hem aangewezen als de Koning der Joden. Op de vrijdag voor het paasfeest wordt Jezus voorgeleid voor de hogepriesters. Zij veroordelen hem tot de kruisdood. Deze vrijdag is bekend als Goede Vrijdag en staat, ondanks de misleidende naam, in het teken van droefheid. Het lijden van Jezus en zijn opoffering voor de mensheid worden herdacht.
WEDEROPSTANDING Gelukkig heeft dit verhaal een feestelijker vervolg. Wanneer de volgelingen van Christus enige dagen na de kruisiging het lichaam van Jezus willen balsemen, treffen zij zijn graf leeg aan. Hij is uit de dood opgestaan. Met Pasen wordt sindsdien door Christenen de wederopstanding van Jezus gevierd.
TE DRUK! (SLOT) 'Zorg dat in de tijdschriften en op de tv slanke fotomodellen te zien zijn, zodat de mannen zul- len gaan geloven dat uiterlijke schoonheid het belangrijkste is en ze niet langer tevreden zullen zijn met hun eigen vrouw. Zorg dat vrouwen te moe zijn om hun mannen lief te hebben. Maak mannen veeleisend. Zo zal er al snel niet veel van hun gezinnen overblijven. Zorg ervoor dat ze zo druk zijn dat ze geen tijd meer hebben om de natuur in te gaan en over Gods schepping na te denken. Stuur ze inplaats daarvan maar naar pretparken, sportwedstrijden, speeltuinen, concerten en flms. Hou ze bezig, bezig, bezig, bezig, bezig! En als ze dan toch nog
`Overtuig hun vrouwen ervan dat ze vele uren moeten gaan werken de mannen om zes tot zeven dagen per week te werken; liefst tien tot twaalf uur per dag, zodat ze zich' hun lege ' levensstijl' kunnen blijven veroorloven.
Houd ze af om tijd met hun kinderen door te brengen: En als hun gezinnen dan scheuren beginnen te vertonen, zullen ze spoedig niet meer kunnen-ontsnappen aan het vele werk en de zorgen. , Vul hun gedachten met honderduizenden dingen, zodat ze die stille stem van binnen niet meer zullen horen. - -
Zorg dat ze altijd en overal hun radio of CD-speler aanzetten en dat ze thuis altijd hun tv, video, DVD of computer zullen hebben aanstaan: Zorg ervoor dat in ieder restaurant en in iedere winkel onophoudelijk muziek te horen 'is: : Dat zal
hun denkvermogen vermoeien en uitschakelen, zodat hun contact met God verbroken, wordt. Zorg dat er op iedere tafel altijd tijdschriften en kranten liggen, en, plaats overal Langs de weg reclameborden. Vul ook hun mailboxen met junkmail, reclames, koopjes en aanbiedingen, - gratis producten, diensten en allerlei onnodige en bedriegelijke zaken.'
JEZUS LEEFT! Het grote verschil In de loop der eeuwen hebben in de grote wereldgodsdiensten velen zich opgeworpen als weldoener, als messias of zelfs als een god. Ze hebben allemaal één ding gemeen: ze zijn gestorven en daarna heeft nooit meer iemand iets van hen gehoord of gezien. De vraag dringt zich dan op: Wat mag je nu van een dode god verwachten? In het christelijke geloof is dat heel anders. De Bijbel zegt: "Als Jezus Christus niet is opgewekt uit de dood, dan is dat verkondiging van het geloof zonder inhoud." Met andere woorden, dan kun je net zo goed stoppen met de Bijbel en de kerk. Het centrale thema van het evangelie is echter juist dat Jezus Christus uit de dood is opgestaan. Dat is onomstotelijk bewezen! De levende Heer wil ook uw hulp en steun zijn. Maar dan moet u Hem daartoe wel zelf uitnodigen. Geef u daarom aan Hem over. U kunt dit doen door een eenvoudig gebed: Heer ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart. Ik geef mijzelf aan U over, ja, kom in mijn leven Here. Wil mij voortaan helpen en leiden. ln Jezus' naam. Amen. Tekstverwijziingen 1 Korintiërs 15:5-8, 14 Romeinen 1:4 Johannes 14:6 Hij is na zijn sterven en begrafenis aan velen verschenen. Zelfs werd Hij op één dag door meer dan 500 mensen tegelijk gezien. En omdat Christus is opgestaan uit de dood, zullen ook allen die op Hem hun hoop hebben gesteld, bij de grote opstandingdag weer levend gemaakt worden. Dat maakt nu het christelijke geloof uniek, JEZUS LEEFT en Hij is ook vandaag nog aan het werk om allen die in Hem geloven te helpen en te steunen. Dood waar is uw overwinning? Voor allen klinkt dus nog die blijde boodschap: "Niet de dood heeft het laatste woord, maar het leven." Jezus zegt: "lk ben de weg, de waarheid en het leven." Hij is de enige echte weg tot het eeuwige leven. Daarom jaagt de dood voor de gelovige geen angst meer aan! Door zijn sterven aan het kruis heeft Jezus voor de zonden van de mensen betaald en door zijn opstanding uit de dood heeft Hij bewezen werkelijk Gods Zoon te zijn.
Eens riep satan een wereldwijde vergadering bij elkaar, waarbij alle demonen aanwezig waren: In zijn openingsspeech zei hij: `We kunnen de christenen helaas niet weghouden. van hun kerken: We kunnen ze niet weghouden 'van het lezen van de Bijbel. We kunnen ze 'zelfs niet weghouden van hun persoonlijke relatie met hun God en zijn Zoon Jezus. En zodra ze die verbinding met God beginnen te gebruiken, dan is onze macht over hen heIernaal gebroken. Dus laten ze maar, naar hun kerken gaan en laat ze maar bidden, maar beroof hen van hun tijd; zodat ze geen enkele gelegenheid meer vinden om hun relatie met God en Jezus te ontwikkelen.
'Dit is wat ik wil dat jullie; doen', zei de duivel: `Leid ze af, zodat ze gedurende de dag geen tijd meer hebben om die levensbrengende verhouding met God te gebruiken.'
'Hoe moeten we dat doen?', vroegen de demonen.
'Houd ze maar bezig ° met de niet-belangrijke dingen van het leven en vind ontelbare zaken uit die hen voortdurend zullen bezighouden. Verleid ze-om veel geld uit te geven en te lenen, te lenen; en nog meer te lenen.'
Wat er in het leven van palingen gebeurt, is zo merkwaardig dat we van een wonder kunnen spreken. Als palingen volwassen zijn geworden, verlaten ze het gebied waar ze leven en gaan naar de oceaan. De palingen uit Europa bij- voorbeeld reizen duizenden kilometers. Overal komen ze vandaan en samen trekken ze naar de bermuda's. Daar, in de diepte van de zeebodem, vermenigvuldigen zij zich. Daarna sterven ze. Hun nakomelingen, die dus alle bij| de Bermu- da's zijn geboren, trekken terug naar het land waar hun ouders vandaan kwamen. En dat niet alleen, zij vinden precies die stroom, die rivier, of dat meer terug waar hun ouders geleefd heb- ben. Als de rivier zich splitst, weten ze precies welke arm ze moeten kiezen en eventueel welke zijrivier ze moeten inslaan. Worden ze gevangen en in een andere rivier weer uitgezet, dan reizen ze net zo lang tot ze weer terug zijn op de plaats waar ze 'thuis' horen. Wie gaf deze dieren dit zeldzame vermogen zo
hun weg te vinden? Op deze vraag is maar één bevredigend antwoord te geven: Dit is het werk van God! 'Hoe talrijk zijn uw werken, o Here, U
Dit bijbelgedeelte vertelt ons dat het leven van Iemand die in Christus gelooft, eindigt in een glorieuze overwinning. We kunnen de dood dus moedig onder ogen zien. Het enige dat de dood vermag, Is ons brengen in het huis van de Vader. Hl] is dus eerder onze dienstknecht dan onze vij- and, omdat Christus door zijn verlossingswerk de dood heeft vernietigd. De dood Is dood, hij Is verzwolgen in de overwinning. De dood ontdoet ons slechts van ons verouderd en vergankelijk kleed en direct daarna bekleedt de Heer ons met een onvergankelijk kleed. Dat Is pure winst!
_ Dit is geen sprookje. Het gaat over een eeuwige, schitterende Koning: Een die boven alles en iedereen verheven, en voor Gods eigen hart een bron:.van vreugde is. Omdat gedeelde vreugde dubbele vreugde; is, wil God zijn blijdschap over deze Koning, met ons delen.
Van deze koning zegt de-.Bijbel: Hij heeft gerechtigheid lief en. haat goddeloosheid. Psalm 45 beschrijft zijn heerlijkheid en de eer die Hem in de toekomst gebracht za1 worden. Het is dezelfde boven wiens kruis geschreven: stond: Jezus, de koning der Joden: Maar na zijn opstanding en hemelvaart is Hij aan Gods rechterhand gaan zitten.
Wie had dat ooit kunnen bedenken: de verachte man,van Nazareth, de met doornen gekroonde ; 'koning' zal straks zitten op de troon in Jeruzalem, de stad die Hem tot op het diepst heeft; : vernederd, die < Hem verwierp, omdat zij niet wilden dat hij hun koning zou zijn. De man die voor zijn vijanden bad: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat ze doen:' Maar ook de man die het verlossingswerk volbracht, opdat zijn vijanden gered zouden kunnen , worden en vergeving van zonden zouden ontvangen.
, Diezelfde man zal eens zijn zwaard aangorden en als overwinnaar ten strijde trekken tegen alle onrecht. Maar wie in Hem geloofd.en Hem heeft leren kennen als de man die Zichzelf heeft gegeven omdat Hij ons liefhad, diens hart wordt geraakt en begint te trillen van blijdschap, dankbaarheid en wederliefde. Denkende aan de liefde ,van onze Heiland zeggen wij het de Korachieten. na: 'Heer Jezus, U bent schoner dan de mensenkinderen. Uw woorden zijn woorden van genade. Niemand`is met U te vergelijken.'
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….