Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND
EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
05-06-2007
Het ongeveinsd geloof in jou.
Het ongeveinsd geloof in jou.
Gelovigen mogen God danken, omdat ze een bijzondere band met hun broeders en zusters hebben, omdat ze gezien hebben dat ook anderen oprecht geloven in diezelfde God. Sommigen mogen God danken voor ouders en grootouders, in wie hetzelfde geloof heeft gewoond. Dat is best iets om even bij stil te staan. God wil graag dat het geloof en de inhoud ervan, zijn Woord, niet bij een enkeling blijft hangen. Het moet worden doorgegeven. Het is Gods wens voor gelovige ouders, dat zij zijn Woord doorgeven aan hun kinderen. Timoteüs kende van jongs af de heilige geschriften. Daarmee was een belangrijke basis gelegd voor het leren kennen van God. Maar het geloof moet in je wonen, iets van jezelf worden. Het kan niet maar even gekopieerd worden. Uiteindelijk telt alleen waarachtig en echt geloof in God en zijn Woord.
Tijdens een opwekking in Engeland knielde een voorganger naast een jonge vrouw die naar voren was gekomen en nu neergeknield lag. Er was iets wat haar in de weg stond om de Heer Jezus aan te nemen als haar Heer en Heiland. 'Wat is er?' vroeg de voorganger vriendelijk. 'Waarom geeft u uzelf niet helemaal over aan de Heer Jezus?' 'Ik heb het geprobeerd', snikte de vrouw. 'Wat staat u in de weg?' 'Het is de manier waarop christenen me behandelden. Ik ben bang dat ik mijn betrekking bij de familie waar ik nu werk moet opgeven. De meneer is zo wreed en ongeduldig tegenover mij.' De voorganger gaf haar de raad haar betrekking op te zeggen. 'God zal wel zorgen dat u een betere betrekking krijgt. Voor wie werkt u eigenlijk?' De vrouw richtte haar hoofd op, keek de voorganger aan en zei: 'Ik werk voor u, meneer.' Vol verbazing riep de voorganger uit: 'Ben jij dat, Jane?' Tot op dat moment had hij niet gemerkt dat het zijn eigen dienstmeisje was die naast hem neergeknield was. Vol van schaamte beleed hij dat hij haar tot nu toe niet goed behandeld had. Nu was voor het meisje de verhindering weggenomen om tot de Heer Jezus te komen.
Dit is een lied voor de sabbatdag, een lied voor een moment van rust. Het is goed dat een mens rust neemt om de Heer te loven. Er zijn zoveel daden van Hem die ons blij stemmen, zoveel werken van Hem die ons tot eerbiedig nadenken stemmen! Niet dat je overal zo blij van wordt. Als we zien dat het de goddelozen voor de wind gaat, als de bedrijvers van ongerechtigheid bloeien, dan snappen we daar niets van. Maar met grote stelligheid weten we: zo blijft het niet, zij zullen voor immer verdelgd worden. Met vaste zekerheid verkondigt de psalmdichter de toekomst. Wat ook de toestand nú mag zijn, op den duur kan het niet zo blijven. Het is een psalm waarvan we misschien denken dat die alleen aan bejaarden zou moeten worden voorgelezen: 'Zij zullen in de ouderdom nog vrucht dragen.' Niets is minder waar: het is nu juist een bemoediging voor mensen die in het volle leven staan. Ze zullen fris en groen zijn, op ieder moment. Kijk naar een ceder: zó krachtig! Kijk naar een palmboom: zó mooi! Wat zeggen we daarmee eigenlijk? Dat de Heer een bron is in Wie je nooit teleurgesteld raakt, en dat iedereen die er zo goed uitziet, uit die bron heeft geput.
Daar is een sabbatdag goed voor, om blij en eerbiedig Gods daden te overdenken en God te loven. Zeker: er zijn dingen in je leven die je niet begrijpt, maar net zo zeker is dat het beste nog moet komen. Gods kinderen wacht een prachtige toekomst.
Bij het lezen van deze psalm valt op dat er een parallel is met het 'Onze Vader'. Zo leert de Heer Jezus Zelf in het 'Onze Vader' hoe we kunnen bidden:
'Onze Vader die in de hemelen bent.' God is in de hemel, verheven in zijn majesteit, ver boven ons mensen. In deze psalm staat: 'Stromen verheffen hun stem.' Wat er ook gebeurt op deze aarde, God staat erboven. Niets gebeurt buiten zijn wil om.
Het 'Onze Vader' gaat verder: 'Moge uw naam worden geheiligd.' God is niet zo maar iemand. Hij verdient het dat wij Hem eren. Hij heeft ons immers gemaakt. In de psalm van vandaag staat dat de heiligheid een sieraad van Gods huis is. In zijn nabijheid past eerbied en ontzag, niet alleen op zondag.'Moge uw koninkrijk komen', zo wordt het 'Onze Vader' vervolgd. Dat is de wens van iedere discipel. God regeert straks over iedereen, maar ons hart is nu al zijn troon en ons leven zijn koninkrijksgebied, voor altijd. En wij willen graag dat zijn heerschappij zich uitbreidt.
'Moge uw wil gebeuren, zoals in de hemel, zo ook op aarde.' In de hemel wordt er tenminste naar God geluisterd. De vraag aan ons is of wij dat op aarde ook al doen. Het is niet goed om te wachten tot we in de hemel zijn. Nu al naar God luisteren, wordt rijk beloond. Doen wat je zelf wilt, is voor een kind van God ongezond en schadelijk. Het is niet genoeg God onze Heer en Koning te noemen. Alleen als we de wil van God doen, gaan we Gods koninkrijk binnen (Matteüs 7:21). En wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid. De wil van onze grote Koning is wet. Wat is de wil van God? Dat alle mensen behouden worden en de waarheid erkennen. Welke waarheid? Dat de mens verloren is en alleen door Jezus Christus en zijn werk op het kruis van Golgota verlossing ontvangt.
Jezus vertelt onder andere over de gelijkenis van een zaaier die uitging om te zaaien. Hij zaaide in goede grond, maar er kwam onkruidzaad overheen. En toen het gewas opkwam, groeiden onkruid en tarwe gelijk op.
Als de knechten van de zaaier dat zien, stellen ze gelijk voor om het onkruid uit te rukken. En wat zegt die zaaier dan? 'Het is nog niet de geschikte tijd om het onkruid van de tarwe te scheiden.'
Hoezo nog niet de geschikte tijd?
In dit geval ging het om een grassoort die er in het begin hetzelfde uitziet als de tarwe die in de akker groeit. Zou je nu het onkruid proberen uit te trekken, dan trek je ook veel tarwe uit. Kennelijk kan de zaaier rustig wachten tot het wél de juiste tijd isVoor 'het juiste ogenblik' hebben de Grieken een apart woord, kairos, dat geschikte tijd betekent. Tegenover 'chronos', dat alleen maar de wiskundige tijd aangeeft.
Dit is een heel belangrijk verschil, want een juiste beslissing op een onjuist moment kan een onjuiste beslissing zijn.
De tijd moet ergens rijp voor zijn. Dat is altijd weer een probleem voor ons, ongeduldige mensen, wanneer wij anderen willen helpen met een bepaalde beslissing of met onze wijze raad.
De Heer Jezus groeide dertig jaar naar de vervulling van zijn roeping toe. Hij begon met Zich te laten dopen in de Jordaan en vanaf dat moment brak er een periode van ruim drie jaar aan waarin Hij toegroeide naar de kruisiging en opstanding.
'Mijn ure is nog niet gekomen,' zegt Hij als zijn moeder Hem vraagt in te grijpen bij een bruiloft.
De Heer wacht altijd op de juiste tijd. Laten wij dat ook doen..
De evangelist Filippus ging naar Samaria om er het evangelie van Jezus Christus te verkondigen. Zijn werk werd gezegend en Petrus en Johannes zorgden voor verdere consolidatie. Zij waren daar al eerder geweest. Toen Jezus nog bij hen was, verbleef Hij er namelijk twee dagen met zijn discipelen, na een merkwaardig gesprek met een vrouw bij een bron.
De vrouw, die op zo'n ongewoon uur kwam om water te putten, waarschijnlijk omdat ze liever alleen ging dan samen met de andere vrouwen, die haar met een scheef oog aankeken.
Jezus was er toen op verzoek van de Samaritanen gebleven en had hun veel verteld. Inderdaad: de beide mannen waren toen ook bij Hem. Dit moeten zij zich vast hebben herinnerd. Een jongeman vertelde: 'Hij keek mij aan, en heeft iets tegen mij gezegd dat ik nooit meer zal vergeten.'
Een moeder zei: 'Hij heeft toen mijn kindje beter gemaakt.'
Alle herinneringen gingen weer leven.
En ze vertelden het elkaar: Toen en toen hadden ze Hem Zelf gezien en gesproken. Weet je nog bij wie Hij toen onderdak had? Jammer dat die en die er niet meer is; die wist zoveel van Hem te vertellen!
Eén vrouw zat stil in een hoekje. Ze fluisterde alleen wat tot haar naaste omgeving: 'Weet je dat ik toen zo verbouwereerd was, dat ik helemaal mijn kruik bij de bron vergat?'
Wat zullen we in de hemel elkaar straks veel wonderlijke dingen te vertellen hebben! Herinneringen aan Hem die zulke wonderlijke dingen in ons leven deed... alle eer aan Hem!
Het is aan de ene kant niet eenvoudig om een discipel, een volgeling van Christus te zijn. Het vereist een onbevreesde belijdenis tegenover de mensen, misschien zelfs tegenover vervolgers. Onze belijdenis moet ook oprecht zijn, niet vermengd met huichelarij - die hier vergeleken wordt met zuurdesem. Aan de andere kant is het gelukkig toch niet moeilijk de Here Jezus na te volgen, want als christenen beschikken wij over geweldige hulpbronnen. God Zelf zorgt voor ons tot in de kleinste details van het leven, en de Heilige Geest helpt ons bij wat wij moeten spreken.
Dit is een belangrijke mededeling. De Here van hemel en aarde is er wel, maar voorlopig is Hij aan het oog onttrokken. Dat is slechts een kwestie van tijd. Spoedig komt Hij weer en zal ieders oog Hem zien. Vanaf dat ogenblik trok Hij Zich terug in de hemel om van daaruit Zijn werk op aarde voort te zetten in allen die Hem als Heiland en Here hebben erkend. Dit werk begon te Jeruzalem op de eerste Pinksterdag toen de Heilige Geest werd uitgestort, en duurt nog steeds voort. De achtentwintig hoofdstukken van de Handelingen vormen slechts de aanzet van dit grote werk.
Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen.
TWEEDE PINKSTERDAG
De kracht van de Heilige Geest bleef niet opgesloten in de honderdtwintig mensen die ermee vervuld waren, maar kwam over de rand en bracht anderen in beweging: drieduizend mensen werden diep in hun hart geraakt. Wat was het beslissende moment dat hen raakte? Dat was toen Petrus sprak over Jezus, die door God gemaakt was tot Heer en tot Christus, terwijl zíj Hem gekruisigd hadden. 'Wij willen Hem niet!' hadden ze geschreeuwd, en Hem op een staak omhoog gestoken, terugverwezen naar de hemel. 'Ik wil Hem wel!' zei God.
Wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid.
Wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid.
Na het heengaan van de Here Jezus naar de hemel komt de Heilige Geest in de discipelen wonen. Hij zal hun de kracht geven om te getuigen, hen in al de waarheid leiden en Christus verheerlijken. De Geest leidt ons in de waarheid van Gods Woord. Menselijk denken helpt ons niet om de dingen te begrijpen die ons door God in Christus geschonken zijn. Ook de toekomst zal de Heilige Geest ons bekendmaken. We zullen eenmaal met de opgewekte ontslapenen op de wolken worden weggevoerd, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen we altijd met de Here zijn. Blij vooruitzicht!
De dag begon als iedere andere dag. Al negen dagen waren ze met z'n honderdtwintigen bijeen, biddend, zoekend naar Gods wil, Gods macht, Gods daden. Voor de tiende dag gingen ze bidden.
En toen, plotseling, uit de hemel: de wind uit de hoge, geweldig, voortgedreven, het hele huis was er vol van! Als een lopend vuurtje verspreidde het zich over hen allemaal: verdeelde tongen als van vuur, klanktaal, de grote daden van God die ze in allerlei talen uitspraken. Aanbidding, lofprijzing. En verbazing bij allen die hen horen.
Een meisje in Afrika gaf haar onderwijzeres een kerstcadeau. Het was een prachtige schelp. 'Waar heb je die vandaan?' vroeg de onderwijzeres verrast. Het kind vertelde haar dat je zulke schelpen alleen kon vinden op een strand ergens ver weg. De onderwijzeres was diep ontroerd omdat ze wist dat het meisje heel veel kilometers had moeten lopen om de schelp te vinden. 'Je had niet zo'n eind moeten lopen om een cadeau voor mij te zoeken,' zei ze. Het meisje glimlachte en antwoordde: 'Die lange wandeling is een deel van het geschenk.'
De Here Jezus geeft de geweldige gave van het eeuwige leven aan allen die in Hem geloven (Rom. 6:23). Het is een schat die ook inhoudt de vergeving van al onze zonden en Gods nooit falende liefde (Rom. 8:28-39).
Christus' gift begon ook met een reis. Hij verliet de heerlijkheid van de hemel om te komen naar onze door zonde bedorven aarde. Hij werd mens en legde de lange weg naar het kruis af. Daar droeg Hij onze zonden en onderging de straf ervoor. En als ik met diepe dankbaarheid tegen Hem zeg: 'Dat is te veel, Here Jezus! Hoe hebt U dat voor mij kunnen doen?', kan ik me voorstellen dat Hij mij aanziet met Zijn liefdevolle ogen en teder zegt: 'Die reis is een deel van de gift!'
Zo is het voortaan: Jezus is in de hemel, gezeten aan de rechterhand van God in de hoge. Zijn volgelingen zijn op aarde, in Jeruzalem, in Judea en Samaria, tot aan het einde der aarde. Daar zullen ze zijn getuigen zijn.
Een beetje bedremmeld lopen ze terug. Met z'n elven - of waren het er toen ook al honderdtwintig, zoals het even later beschreven staat? Waar ze vandaan komen, weten we niet, maar ze waren er ineens, meer dan tien keer zoveel als voorheen, in de bovenzaal. Er waren ook een aantal vrouwen bij, en Maria, de moeder van Jezus, en warempel, daar heb je zijn broers die vroeger niet in Hem geloofden! Wat gaan ze doen? Bidden. Want wat ze straks moeten doen, dat kunnen ze niet. En er is hun iets (of Iemand!) beloofd, maar Hij is er nog niet. En zonder Hem weten ze niet hoe ze het doen moeten.
Is dat niet een duidelijk beeld van wat ons te doen staat? Enerzijds: vol zijn van de Geest, zoals Hij op de Pinksterdag is gekomen. Anderzijds: wachten en bidden, zoals de discipelen vanaf Hemelvaartsdag doen. Want ook wij kunnen het niet best alleen.
Wist u niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen van Mijn Vader?
Wist u niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen van Mijn Vader?
Maria was heel verbaasd dat ze zo lang naar Jezus had moeten zoeken. Dat was niets voor Hem, want Hij was niet zoals andere kinderen. En van Zijn antwoord begreep ze ook al niets. Maar laten we het eens van Zijn kant bekijken. Het moet voor Hem zeker niet makkelijk geweest zijn, want werkelijk niemand begreep Hem. Maria en Jozef waren godvrezend, maar ze waren ook zondaars. Aan hen moest Hij onderdanig zijn en dat was de keus die Hij in de hemel gemaakt had. 'Zie, Ik kom om Uw wil te doen', had Hij tegen de Vader gezegd. En dat betekende onder andere dat Hij net als ieder ander mensenkind moest opgroeien. 'En Jezus nam toe in wijsheid...'
Twee heren staken in een roeibootje de rivier over. Onderweg hadden ze een hevige discussie over wat belangrijker was: geloof of werken. Ze konden het niet eens worden. Voor de een was geloof het belangrijkste, voor de ander waren werken het belangrijkste. De man die de boot roeide, was een christen. Hij luisterde een tijdje naar hun discussie en zei toen: 'Ik geloof dat ik jullie probleem kan oplossen. Kijk, ik heb hier twee roeiriemen. De ene riem noem ik "geloof" en de andere noem ik "werken". Als ik alleen de riem van "geloof" gebruik, dan draaien we in een kringetje rond en we komen niet vooruit. Als ik alleen de riem van "werken" gebruik, draaien we ook in een kringetje rond, precies in de andere richting, maar we komen niet vooruit. Maar als ik de riemen van "geloof" en van "werken" tegelijk gebruik, dan komen we vooruit en we komen veilig aan de overkant.'
Geloof en werken horen dus bij elkaar. Als iemand echt een gelovige is, dan doet hij ook goede werken. Jakobus leert ons dat het geloof zonder werken dood is (Jak. 2:26). En volgens de Bijbel zijn werken zonder geloof dode werken.
Op een mooie zomerdag was ik met mijn dochter op bezoek in een soort pretpark. Toen we in de rij stonden voor een van de attracties, hoorde ik een man vragen: 'Weet iemand waar deze rij naartoe gaat?' De man naast hem zei: 'Ik heb geen flauw idee.' Ik grinnikte om hun kennelijke onwetendheid, maar toen realiseerde ik me dat ik zelf ook niet wist waar de rij voor was.
Het maakte me trouwens niets uit. Het was een 'vader-en-dochterdag' en we hadden het samen gezellig. Het was niet belangrijk waar we naartoe gingen, het ging er om dat we samen uit waren.
Ik moest denken aan wat we noemen 'wandelen met de Here'. Zijn we zo in beslag genomen door wat we meemaken in het leven dat we vergeten om blij te zijn dat we elke dag met Hem samen zijn?
Henoch, een gelovige uit het Oude Testament, 'wandelde met God, driehonderd jaar' (Gen. 5:22). En toen wandelde hij weg van de aarde in Gods tegenwoordigheid zonder de dood te zien (Hebr. 11:5).
Een zakenman hoeft zich niet speciaal in te spannen om failliet te gaan. Hij hoeft alleen maar zijn zaak te verwaarlozen, zijn klanten slecht te bedienen: het faillissement komt vanzelf.
Een boer hoeft geen onkruid op zijn akker te zaaien om die te bederven. De akker brengt vanzelf onkruid voort. De boer hoeft alleen maar met de armen over elkaar toe te zien en het gaat vanzelf mis.
Een boekhouder hoeft geen grote onregelmatigheden te plegen om zijn baan te verliezen.
Zo kan ik wel door gaan. Een mens hoeft er namelijk niet bijzonder veel moeite voor te doen om verloren te gaan. Het is niet nodig daarvoor een misdaad te begaan. Het gaat vanzelf, ook als je helemaal niets doet. Als je niet wilt geloven dat de mens een eeuwige bestemming heeft, als je de Bijbel links laat liggen, als je denkt dat je God niet nodig hebt, als je het verzoeningswerk van de Heer Jezus niet wilt aanvaarden, dan is dat voldoende om voor eeuwig verloren te gaan!
Hudson Taylor, de bekende vroegere zendeling in China, vulde tijdens een van zijn preken een glas met water en zette het vóór zich op tafel. Onder het spreken sloeg hij zo hard met zijn vuist dat het water erover spatte op de tafel. Hij legde toen uit: 'U zult met allerlei problemen in aanraking komen. Maar denk eraan: alleen wat er ín u is, zal naar buiten komen.' Dat is wel iets om over na te denken. Als we verkeerd begrepen of verkeerd behandeld worden, hoe reageren we daar dan op? Met vriendelijke woorden, geduld en zachtmoedigheid? Of hebben we de neiging om ons te wreken? In Ef. 4:17-32 zien we het verschil tussen iemand vóór hij bekeerd is en daarna. Als we leven onder de leiding van de Heilige Geest, zullen we dat laten zien door de manier waarop we reageren op de beproevingen in ons leven. Hoe onze houding is in moeilijke omstandigheden die plotseling over ons komen, is een goede test in hoeverre we gegroeid zijn in genade. Als ons hart vol is van de liefde van de Heer, zullen we reageren met geduld, zoals bij een vol glas water 'eruit komt wat erin zit'.
Ik ben geboren in 1725 en ik stierf in 1807. De enige geloofsinvloed in mijn leven, voor zover ik mij herinner, kwam van mijn moeder, die ik maar tot mijn zevende jaar heb gekend. Toen zij stierf, was ik in feite een weeskind. Mijn vader hertrouwde en stuurde mij naar een strenge militaire school, waar ik door de zware training bijna een keer mijn rug heb gebroken. Ik kon het daar niet volhouden en ben op tienjarige leeftijd zeer opstandig weggelopen. Een jaar later, nadat ik had besloten me aan geen enkel onderwijs meer te onderwerpen, ging ik naar zee, erop hopend dat ik in mijn vaders voetsporen zou treden. Ik leerde in ieder geval hoe ik een schip moest navigeren. Meer en meer gaf ik mezelf over aan de duivel. Ik had besloten te zondigen zonder enige terughoudendheid, want het licht in mijn leven was uitgegaan. De dagen van mijn militaire dienstplicht brachten mij tot een nog grotere rebellie tegen alles wat met wet en regel te maken had. Ik deserteerde uit het leger, werd later gearresteerd als een misdadiger en heb verschillende keren publiekelijk een aframmeling van de politie gehad.
Na mijn gevangenisstraf ben ik op de vlucht gegaan naar Afrika. Ik had telkens gedachten aan zelfmoord. In Afrika zou ik in ieder geval ver weg zijn van ieder die mij kende. Ik sloot opnieuw een verdrag met de duivel om voor hem te leven. Ik kwam in aanraking met een Portugese slavenhandelaar, bij wie ik werkte tegen kost en inwoning. Zijn vrouw gaf mij te eten zoals aan een hond. Ik moest van de vloer eten en als ik weigerde sloeg ze me met een zweep. Ook daar vluchtte ik weer weg zonder een cent op zak. Aan de kust maakte ik een vuur in de hoop dat een schip mij zou opmerken. Dat gebeurde. Men dacht dat er goud, ivoor of slaven aangeboden zouden worden. Men nam mij desondanks aan boord. Men stond er van versteld dat ik in staat was het schip te besturen. Ik werkte een vrij lange periode op dit schip. Het vervoerde slaven. Vele malen was ik in doodsgevaar. Eens opende ik vaten rum en voerde de hele bemanning dronken. De kapitein liet mij zwaar geselen en smeet me voor lange tijd in het scheepsruim.
Op mijn grafsteen staat: 'Geboren in 1725, gestorven in 1807. Een loopjongen, eens een ongelovige en een losbol, een verzorger van slaven in Afrika, werd door de rijke genade van onze Here en Heiland, Jezus Christus, bewaard, hersteld, vergeven en aangesteld om het geloof te prediken, dat hij lange tijd had bestreden.' Ik wilde voordat ik zou sterven mijn levensverhaal in een lied vertellen. Dat lied werd wereldwijd een lofzang: 'AMAZING GRACE.' Mijn naam? John Newton.
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….