‘Du coors di doot’
We weten niet of de historische Gillis uit het leven wegging door zelfdoding, het kan ook een literaire verwoording zijn van zijn sterven. Toch heb ik dat steeds als zelfdoding geïnterpreteerd.
In de tijd van Gillis was zelfdoding maatschappelijk moeilijk aanvaardbaar. Vooreerst was er de kerk: zelfmoordenaars kwamen niet in de hemel, voor hen geen pardon.
Iets meer dan vijftig jaren terug stapte een buurvrouw uit het leven. De kist met haar lichaam mocht niet in de kerk, die bleef in het portaal staan terwijl de rouwdienst zich binnen de gewijde ruimte afspeelde. Toevallig kwam ik daar voorbij en zag de kist. Ik wist dat die buurvrouw daar in lag, want zoiets wordt in een dorp besproken en kinderen hebben de neiging te luisteren naar zo’n verhalen. Ze mocht ook niet in ‘gewijde’ grond begraven worden, dus kreeg ze waarschijnlijk een plaats naast die ene communist die ons dorp telde, want waren er toen ongedoopten in ons dorp. Terwijl die grond gemeentegrond was, waar elke burger belastingen voor betaalde voor aankoop en onderhoud.
Een burger kon ook zo maar niet uit het leven stappen: een mensenleven behoorde toe aan, ja, aan wie eigenlijk? In elk geval diende zo’n lichaam om soldaat te worden en het land (lees eigendom van ) te verdedigen. Wie zijn lichaam die mogelijkheid ontnam werd juridisch gestraft: zijn eigendommen werden in beslag genomen. Vandaar dat men bij zelfdodingen probeerde een doodsoorzaak te formuleren die de harde waarheid uit de weg ging … nu zal men dit nog proberen, vb. omwille van een of andere verzekering, of om de goede naam van de familie niet te besmeuren.
Zelfdoding roept teveel vragen, teveel onrust op. Wat blijft er dan voor de betrokkenen over? Teruggrijpen naar een Middelnederlands lied om tot die realiteit toegelaten te worden?
|