schrijfvloer 03 ~ kronieken van 31 jaar vaart, in uitvoering
02-08-2020
303. schip 31 brief 02
1999-09-13 ~ op de Middellandse zee
Van zo-29/08 tot wo-01/09 hebben we in Nigeria gelegen. We hebben aan de boei geladen natuurlijk en Nigeria was een streepke groen op ± 8 mijl van waar we lagen. Het was er warm en mistig, er was niet voldoende zichtbaarheid om streepkes groen te fotograferen.
Waar we wel volop van mogen genieten hebben was de Nigeriaanse nationale bezigheid : smeergeld proberen te krijgen. En 'presents', ook zoveel mogelijk. Op zondag is LM 's namiddags vrij en dan gaat hij siësten, dat is een persoonlijke gewoonte. Ik bleef verder instructieboeken plakken, want er was iets dat 's anderendaags klaar moest zijn om mee terug te nemen naar de control room van het machien. Instructieboeken repareren is hier de afgelopen weken mijn jobke geweest en niet alleen die van het machien.
Rébo, de stuurman die lastig doet over de lay-out van persoonlijke faxen, is nu choff en hij vroeg of ik de instructieboeken van de cargo control room ook eens onder handen wou nemen. Nu gelle! Waarom vertrouwt hij mij dat toe?
Van 's voormiddags waren de agent en de Nigeriaanse autoriteiten aan boord (immigratie, douane, gezondheidsdienst), dat had ik al wel gemerkt. In dit soort landen komen de autoriteiten in aantallen en ze hadden de lift al geblokkeerd door overgewicht. Tom V (3de mecanicien) kon het komen oplossen. Vier van die gasten zaten er in vast + capt PRü. De lift kan 500 kg hebben, maar waarschijnlijk dragen die gasten teveel gouden insignes. De capt is wel groot van gestalte maar heeft geen overgewicht. De vier anderen wel.
De dagen ervoor waren al sterke verhalen verteld geweest over wie wat al meegemaakt had in Nigeria, Angola en soortgelijke contreien & territoriale wateren. Toen zondagnamiddag choff Rébo LM kwam halen omdat capt PRü hem wou spreken, wist ik ongeveer hoe laat het was. Ze zouden LM niet storen op en zondagnamiddag als het niet belangrijk of dringend was, dus was er 'iets' met de autoriteiten. Iets later kwam LM weer naar beneden: hét ging geld kosten. Wat ging er geld kosten? Awel : (zit ge goed? want dit gaat efkes duren). De vertegenwoordigers van het Nigeriaans gezag zoeken in de havendocumenten van het schip tot ze iets vinden waarop ze zouden kunnen muggeziften, niet om de capt te pesten, maar om er smeergeld aan te verdienen. En ze hadden iets gevonden: het schip vaart onder Luxemburgse vlag, ik ben Belgische, mijn paspoort is Belgisch en mijn zeevaartboek is Liberiaans. Ziezo. Ze hadden 'iets'.
Dus moest ik mee naar de wal, naar hun baas in het immigratiekantoor, want zijzelf mochten daar niet over beslissen hoe het nu verder moest. Ze gingen hun carrière daar niet aan 'riskeren'. Telefoneren of faxen naar hun baas op kantoor kon ook niet, maar voor 200 USD zouden ze zien wat ze konden doen. Daarvoor had capt PRü LM efkes laten roepen, om te zeggen dat het wel eens 200 USD zou kunnen kosten.
Wat was de volgende stap? De papieren die ze met gewichtige gezichten hadden zitten opmaken gewoon weer scheuren. Daar kwam het op neer. Uiteindelijk hebben ze de papieren gescheurd voor 50 USD, want deze capt wordt van palavers niet zenuwachtig, in tegendeel, hij doet daar vlotjes aan mee want hij vindt het een sport. Aan hem hadden die Nigerianen een taaie onderhandelaar, denk ik. Er was geen denken aan dat capt PRü me hier zou laten meegaan, met die gasten hier mee naar de wal. Dan zien ze me nooit meer terug aan boord, tenzij total loss of in losse onderdelen.
Eerst hadden ze dat geredeknoei (want een redenering kunt ge zoiets niet noemen) proberen toe te passen op de papieren van cheng PH. Hij is Kroaat en vaart met een Grieks zeevaartboek onder deze vlag. Ze wilden hem meenemen. Dat heeft capt PRü onmiddellijk kunnen afblokken met het argument dat een schip geen centimeter mag varen zonder cheng aan boord en dat de heren het dan wel aan de petroleummaatschappij zouden uitleggen en aan onze rederij in Antwerpen waarom hier geen cheng aan boord was en het schip dus niet intijds aan de boei kon liggen om te beginnen laden. Op slag was alles in orde wat de papieren van cheng PH betreft. Zijn papieren zijn al maanden in orde, waarschijnlijk al jaren, voor alle werelddelen, maar de Nigerianen moesten weer eens hun reputatie waar maken. Wat een zielig-doorzichtige komedie, voelen die gasten zelf niet dat ze zich belachelijk maken?
Verder ziften dan maar, want ze moesten toch iéts verdienen aan dit schip hier hè. Ik ben een gelijkaardig administratief geval als cheng PH, en toen hadden ze beet! Dachten ze. 50 USD, hebben ze gekregen van de capt, en meer niet. Wanneer dat achter de rug was schakelden ze met het grootste gemak van de wereld over naar een ander soort gebedel, het meer diplomatieke gedeelte: of de capt geen presentjes had voor hen, omdat de samenwerking toch zo vlot verlopen was en om de relatie tussen schip en wal goed te houden, en dat we toch allemaal onze wereld kenen newaar. Zonder enige vorm van gêne staan bedelen is dus een vorm van 'zijn wereld kennen'?
'k Was er niet bij, toen heel dat gedoe aan de gang was. Maar best ook. Capt PRü heeft ons achteraf in het lang en het breed het hele verhaal verteld. Wouter (de asp.off) heeft ook een en ander verteld: hij moest de heren drinken bezorgen. Voor iedereen een cola. Dat waren dan 10 of 12 cola's. Hij zet die allemaal aan één kant van de grote tafel, in het gedacht dat de heren die cola's zelf wel zouden doorgeven. Begint daar degene die het dichtste bij zit naar die blikjes te graaien en hij stopt ze allemaal in zijn tas. En degenen die gedacht hadden dat hij er enkele zou laten staan voor wie dorst had, die mensen hadden pech want hij stopte ze allemaal weg. Ene, de dokter, probeerde iets in de zin van 'that's not fair', maar dat heeft niet geholpen.
Achteraf bekeken: stel dat ik die blikjes zou gebracht hebben, ik zou ze geserveerd hebben. Hèhè. Niet zomaar 12 blikjes neerpoten op de rand van de tafel. Dat is Wouter misschien gewend van studentenfuifjes, maar dat is niet serveren. Men brengt het nodige aantal glazen mee én men opent de blikjes op voorhand. Dat alles gaat op een plateau. Men plaats de plateau op de tafel en serveert dan persoon per persoon. Nu vraag ik mij af : wat zouden die graaier(s) gedaan hebben als de blikjes al geopend waren? O, wat had ik dat graag gedaan...
Wouter vertelde ook dat ze niet allemaal de zelfde taal spreken. Tussen de verschillende groepjes verliep het gesprek soms in het Engels. Waarschijnlijk verschillende etniën, en er zijn er véél in Nigeria. https://nl.wikipedia.org/wiki/Nigeria#Etnische_groepen De week ervoor had ik dat allemaal nog zeer geïnteresseerd zitten lezen in Encarta, de CD-rom encyclopedie. Nu is mijn belangstelling nogal bekoeld. Feitelijk al toen ik las dat Biafra een Nigeriaanse provincie is en dat '67-'70 een burgeroorlog was. https://nl.wikipedia.org/wiki/Biafraoorlog We waren echt blij en opgelucht dat we uit Nigeria weg waren. En nu snap ik ook waarom ze in deze landen geen bemanningswissel doen: gevaar op gijzeling. Rap weer op zee, naar de rust en de kalmte.
Op vr-03/09 valt de laptop hier in panne. Alle tekstprogramma's laten het afweten. Zomaar. Of nee, niet zomaar: er was iets gebeurd in Windows, een beschermingsfout in users.exe en in nog enkele vitale onderdelen van Windows. Op 12/09 heeft LM dat in orde gekregen, bijna per toeval, door een virusscan te doen. En het antivirusprogramma heeft in het voorbijgaan efkes gerepareerd wat kapot was. Tof. Ineens floten de vogeltjes weer. Bij manier van spreken dan, want op zee zijn enkel krijsende meeuwen en nog grotere vliegdieren te zien.
In de 9 tussenliggende dagen had LM de nodige ellende meegemaakt met een cargopomp. De cargopompen staan beneden in de pompkamer. Daarom dacht ik dat ze die daar gingen repareren, maar ze hebben de pomp naar boven getakeld, tot op het achterdek. En daar mag wél ik komen. Had ik dat geweten, dan was ik foto's gaan maken natuurlijk, want een mens krijgt niet elke dag een cargopomp te zien. De eerste dag was het misschien goed dat ik er niet bij was, ongeveer iedereen stond op het achterdek, vier man om te takelen, twee uit belangstelling (Capt PRü & choff Rébo) en dan nog zeven matrozen + een bootsman om in de weg te staan en het manoeuvre te desorganiseren. Acht mensen teveel die kunnen gewond raken wanneer er iets mis loopt. LM was er 's middags nog niet over te spreken.
Waarom heeft hij ze dan niet laten wegsturen door choff Rébo? Hun baas stond erbij! En safety first is het devies, Dus géén publiek tijdens een zwaar manoeuvre. Wáárom heeft hij ze niet laten wegsturen?
's Anderendaags mocht de pomp weer naar beneden getakeld worden, maar ik ben niet gaan fotograferen. Ramptoerisme wordt niet zo geapprecieerd aan boord.
Op za-04/09 hebben we de meest spectaculaire brandoefening van ons leven meegemaakt. Capt PRü houdt de zaterdagse oefening op gelijk welk uur tussen 08h en 17h. Niet om 15h20, zoals al jaren gebruikelijk is. Deze keer ging de bel iets vóór 14h. Ik moet me dan melden op de brug, om te laten zien dat ik gaande en staande ben en dat er naar mij niet moet gezocht worden. Zo heb ik de oefening niet van dichtbij meegemaakt maar ik heb wel alles kunnen volgen over de walkietalkie. Het was verhelderend. Nu heb ik eens het verschil meegemaakt tussen de praktijk & de theorie van de veiligheidsvideo's. In de veiligheidsvideo's kraken de walkietalkies niet, spreekt iedereen hetzelfde Engels en verstaan de mensen elkaar onmiddellijk en direct zonder dat er maar één keer 'please repeat' moet gevraagd worden en kostbare minuten verloren gaan aan communicatieproblemen.
Er zijn enkele particulariteiten geweest : de scheepshoorn gaat niet automatisch af met het brandalarm. De matrozen aan deck wisten dus niet dat er een alarm afgegaan was en ze waren pas een twaalftal minuten later op post, nadat capt PRü ze laten halen had door Wouter. Om het echt te maken had de capt een rookfakkel laten afgaan op level 1, waar de oefening plaatst vond. Zichtbaarheid door de rook = 0, zeer realistisch dus. Alleen was dit rode rook van een fakkel ipv zwarte rook door brand.
De stem van de 2de stuur klonk gejaagd door de walkietalkie. Hij wist niet dat het om een oefening ging en hij miste nogal wat matrozen ... die waren nog aan deck door de defecte scheepshoorn. Een mens zou van minder gejaagd geraken en zich verspreken: Oilspill locker ipv oilskin locker. Slechts vier mensen wisten dat het om een oefening ging.
De geur van de rookfakkel was al tot op de brug geraakt. Het is een zwavelachtige stank. Na enkele minuten was de rook er ook. We hebben de beide deuren open gezet (eerst alle paperassen vast gelegd) maar dat hielp niet veel. Het was een doordringende keelpijn-stank. Zo ruikt de hel, denk ik. Wanneer de oefening eindelijk afgelopen was ga ik naar beneden, naar de laundry. In de lift kon men rieken op welk verdiep men was : stink, stinker, stankst. De lift stopt op level 1, waar de oefening geweest was, en er stapt een Filipino binnen met de stofzuiger van level 3. Tiens, dacht ik, ligt er op level tapijt in de cabines? En wat een vreemd uur om cabines te kuisen ... 's Avonds vertelde LM dat door die rookfakkel op level 1 een laag oranje poeier lag van een millimeter dik die alles, maar dan ook alles bedekte. De matrozen waren het ganse verdiep aan het uitwassen en Leo (onze enig Belgische matroos) kon er niet mee lachen, vertelde LM. We hebben later op de avond de scheepspantoffels van choff Rébo gezien. AMAAI ! Als alles op level 1 er zo uitgezien heeft, wat een schade. Vandaar de stofzuiger zo vlak na de oefening! En ik snapte gelijk ook waarom Leo er niet kon mee lachen. Dit was niet gewoon een laagje stof, dit was 'goe poeier', van dat vettig spul dat men met krachtig zeer heet sop moet wegschrobben. Een rookfakkel is gemaakt voor open lucht, PRü!
Op een safety oefening volgt een safety-meeting. Na de meeting wist capt PRü bij wijze van verontschuldiging te zeggen ivm met level 1 dat de oefening een beetje té goed gelukt is. Leo zit ook in het safety committee en hij neemt geen blad voor de mond. Vandaar de excuses. Een beetje vaag en lauw van capt PRü, niet?
Eindelijk was het bootje er. Het was niet groot, maar het had wel een krachtige motor, dat hoorden we zo. Het was een klein bevoorradingsschip voor op volle zee. Na een half uurke waren we aan boord. Dat laatste half uurke was het mooiste stuk van de travel, bagage of geen bagage. Achteraan hadden we een fantastisch krachtig kielzog, ge zaagt en voelde het vooruit gaan en vooraan kwam dat verre logge schip dichter & dichter en werd groter en groter. Toen stopte het schipke want we waren aan de gangway van schip 31.
Ik ging als eerste de gangway op. Te gretig natuurlijk, ik was vergeten dat ik hoogtevrees heb en dat ik beter iemand anders zou laten voorgaan. Dan kijk ik op diens broekspijpen en dat breekt zo'n beetje de doorkijk tussen de treden van de gangway. Een andere manier om niet te verkrampen. van de hoogtevrees is omhoog kijken, naar de top van de gangway en inwendig een liedje zingen waarvan men de tekst maar half kent. Terwijl men zich de resterende woorden tracht te herinneren, verschuift door de concentratie de schrik een beetje naar de achtergrond. Dit zijn allemaal lapmiddeltjes, ik weet het, maar soms werken ze. Wie stond er bovenaan de gangway? Juist ja. En bij wijze van aanmoediging telde hij luidop het aantal treden dat ik nog te klimmen had. Daar ging mijn concentratie.
Probeer maar eens enkele meters te klimmen zonder u te willen realiseren dat ge aan het klimmen zijt omdat ge niet wilt bang worden. Ondertussen moet ge toch u toch voldoende bewust blijven van die klim om dat tot een goed einde te brengen, terwijl ge eigenlijk niet echt wilt weten dat ge aan het klimmen zijt, omdat ge niet bang wilt worden. Volgt ge nog? Ik wel. Het is een wankel mentaal evenwicht want elke spier vertelt u wat ge aan het doen zijt, klimmen, maar goed, met een liedje is dat wankel mentaal evenwicht efkes vol te houden. Heel het lijf (spieren, adem, zweet) laat weten dat ge de gangway op gaat. Hoe gaat een mens daar tegenin? Met een liedje. En dan komt daar een slimme op het bovenste platform staan supporteren en in de vreugde van het weerzien telt hij luidop hoeveel treden ge nog 'maar' te doen hebt. Boven gekomen heb ik hem bevend een kusje gegeven. Een kleintje maar, want eigenlijk was ik heel boos op hem. Luidop staan tellen ... wat een dom idee.
1999-08-17 ~ op zee , gaan laden naar Nigeria
Amai, heb ik 10 dagen niet geschreven? Hier is nogal veel te doen ook, nu we de Compaq Pressario bijhebben en een station D in gebruik kunnen nemen. Nu moeten er CD-roms gelezen en gespeeld worden natuurlijk. Encarta voorop, in de Engelstalige versie 103.000 artikelen. https://nl.wikipedia.org/wiki/Microsoft_Encarta Vermits we in Nigeria weeral aan de boei zullen liggen en er amper een streepje land zal te zien zijn (of helemaal geen) pik ik uit Encarta alles wat daar over Nigeria te lezen valt. Met de aanverwante artikelen erbij is dat nogal wat.
Tien dagen geleden in Philadelphia zijn op za-07/08 zijn 4 stuks bagage aan boord gebracht. Mijn grote valies ontbrak nog. 'k Zag me al het contract uitdoen met enkel die kleine valies. In de kleine valies zat enkel wat klein spul. De belangrijkste dingen zaten in de grote valies. Kledij bvb. Wat had ik zonder die grote voor de rest van het contract moeten doen? Vodden van het machien omzomen en borduren. Maar ze is intussen aan boord gekomen, de grote valies en ik heb weer voldoende kledij en badkamergerei.
Sinds enkele maanden vraagt de rederij in Antwerpen aan de schepen een algehele inventaris. De machinerylist van de bouwwerf is niet meer up to date op een schip dat al wat jaren in de vaart is, er werd al eens een machinerij vervangen door een nieuwe. Dus moet er een inventaris gemaakt worden, van alles, mét alle onderdelen die ooit vervangen werden. Te midden van dat werkje van lange adem kwam LM aan boord en dat kon hij er dus nog bij nemen. Gegevens verzamelen is niet zo ingewikkeld, alleen soms vree lastig. Maar 's die gegevens 's avonds dan nog moeten intikken, dan worden het lange dagen natuurlijk. Hij had best zijn typiste kunnen gebruiken. En wanneer komt bibi dan aan boord? Wanneer het grootste deel ingetikt is en het zwaarste achter de rug is. Alsof er nog niet genoeg werk is beneden. Arme LM. Ik had bij hem aan boord moeten zijn, dát is mijn plaats.
Dat allemaal door die stomme inventaris van père, die hij niet gemaakt had. Wat nochtans de afspraak was. Met zijn gepreek over 'methode en organisatie' ... Het jobke heeft me vijf, misschien zes dagen in beslag genomen, meer niet. De resterende weken was wachten tot in naar LM kon. In de dagen na het ontruimen van de winkel ben ik de ruimtes daar nog gaan poetsen (wat père weer eens vanzelfsprekend vond) en terwijl hij me nog maar eens voor de voeten liep heeft hij iets héél lelijk gezegd over Laura en D. 'k Had hem met al zijn vergif van de trappen willen duwen. Maar wat lost dat op. Dat soort mentaliteit wordt nog elke dag geboren of gevormd. En het was niet de eerste keer dat hij ons tegen mekaar probeerde op te zetten.
Dit klinkt misschien hard, maar het is wel gebeurd, en relazen zijn niet altijd even mooi, het zijn geen afgeronde verhaaltjes of lichtelijk opgesmukte vertelsels.
Gisteren is iemand van de Filipijnen met zijn hand klem geraakt aan een luik of een luikdeksel. Dit schip is een OBO: Oil, Bulk & Ore. Aardolie, stortgoed en ertsen. Daarom heeft dit schip luiken ipv tanks. Bij de Filipijn is één vingertop er af en een andere vinger is verbrijzeld. Toen LM het vertelde kenden we nog geen details. Toen Toho (nu 3de stuur) het 's avond begon te vertellen waren er ineens wat veel details voor mij, bot bloot en overal bloed en zo ... De dichtstbijzijnde haven is op Cabo Verde, nog drie dagen varen. Een wee gevoel krijg ik daarvan. Capt PRü had de nodige medische instantie al gebeld voor advies. "Geef hem een infuus" zeiden ze. Dat hebben we niet aan boord natuurlijk, en wie van ons mag of kan intraveneus iets inbrengen? "Het dichtstbijzijnde passagiersschip oproepen, die hebben een arts aan boord". Capt PRü belt de internationale instantie die de posities van alle schepen bijhoudt : géén passagiersschepen in deze wateren. Natuurlijk niet. Die varen allemaal in de Caraïben of tussen de Griekse Eilanden of in de Zee van Marmara ... Wie komt er wat cruisen op volle oceaan, niemand. -die adviezen van de wal brachten niet veel bij hè Gisterenavond is het bloeden gestopt en de man is geeneens in coma geraakt. Er was hoogstens één graag temperatuurverhoging. Waarschijnlijk is hij een kleine taaie.
Capt PRü vertelde dat de Filipijn nu nog enkel lijdt aan 'schrik voor het onbekende': Cabo Verde? Hospitaal? Helemaal alleen? Zo zonder landgenoten erbij? Vanmiddag vond Toho (3de stuur) hem al niet meer in zijn cabine. De 'taaie' was gewoon mee aan tafel gegaan. Misschien wil hij zo snel mogelijk gewoon doen om niet in een vreemd land naar een onbekend hospitaal te moeten. (Dan maar liever geen medische hulp, dan maar liever taai. Gangreen? Nooit van gehoord.)
Wouter (asp.off) is van wacht veranderd. Eerst liep hij 4-8 (= 04h-08h & 16h-20h) En nu loopt hij de wacht 12-4, maar dan 00h-04h en ... 13h-17h. Eigenaardig hè, dat laatste zou 12h-16h moeten zijn. 's Nachts lopen de stuurlieden hier in hun eentje wacht, er is op volle zee 's nachts geen ene matroos als uitkijk mee op de brug. Misschien komt dat binnen een dag of wat wel, in drukker bevaren water. Maar voorlopig staan ze dus in hun eentje boven.
Waarom Wouter van wacht moest veranderen: de 2de stuur heeft 'teveel werk'. Nu moet ge weten, een 2de stuur doet zijn werk op de brug tussen 12h & 16h, bij daglicht. Tussen 00h & 04h, het andere deel van zijn werkdag, is het donker en dan is het puur wacht lopen, dan is er geen papierwerk. Enkel het absolute minimum van het wacht lopen zelf. En dat is al genoeg : hou het schip drijvende en liefst nog varende ook. Hoe kan er tussen 00h & 04h dan teveel werk zijn? Tussen 00h & 04h is het donker. Vervang 'teveel werk' door 'donker' en we zijn er. En als die mens misschien uit een streek komt waar de medicijnmannen meer gezag hebben dan de missiezusters, dan spoken er in het donker geesten rond natuurlijk. Alleen kunt ge dat als 2de stuur en volwassen man van 39 zo niet aanbrengen bij capt PRü hè. Vandaar 'teveel werk'. Alsof iemand daar in trapt.
De ch.kok is eindelijk nog eens een Belg. En deze keer ene die kan koken. Niet zoals die nazi uit Paraguay op schip 28. Hij was ook een Belgische kok, maar hij kon niet koken, amper scheepskeuken. Deze kan het wel. Hij is een ancien uit de stal van vader Prado, en dat is aan het eten te merken. Het is de gewone Belgische burgerkeuken: de klassieke gerechten, even afgewerkt als toen met chefke RD ze hier kon gereed maken. Letterlijk alles is hier lekker, zelfs de dingen die we in feite niet echt lusten. Knoop dát aaneen. Gisterenavond deed de computer iets raars. Ineens had hij van de 735 lettertypes ±730 buiten gebruik gezet. Zomaar ineens. Onmogelijk ze opnieuw te activeren of er enkele honderd van te verwijderen. In C:windowsfonts was geen beweging te krijgen. Vanmorgen was de laptop genezen, maar voor alle zekerheid heb ik het aantal lettertypen herleid naar 223. Dat is nog keuze genoeg voor wenskaartjes en menu's. Want stel u voor dat de laptop weer zo'n kuren krijgt wanneer dringend iets moet klaar zijn om af te geven ... 'k mag er niet aan denken.
Gisteren heb ik enkele bestanden open gedaan, en de lay-out was een regelrechte ramp. Eén bladzijde uit LM zijn werkboek benam nu drie bladzijdes en marges aanpassen was er niet meer bij. Het lettertype op het scherm was wel leesbaar, maar in het afdrukvoorbeeld was Windings te zien. En op print ook. Windings is een tekenschrift. Een werkboek in Windings? Mechaniek jargon lijkt mij soms geheimtaal of code, maar dit sloeg alles. En vanmorgen was dat dus allemaal voorbij, over, genezen, gedaan en vergeten, alsof er nooit iets aan de hand geweest was. Om een paar details na, maar daarvoor vinden we ooit misschien wel een oplossing.
Sinds we de Pressario in gebruik hebben verscheen bij het openen van MS Works wel telkens een bericht in deze trant: 'Dit programma bevat meer dan 500 lettertypes Indien u dit aantal niet vermindert kunnen mogelijk fouten optreden.' Dat bericht verscheen énkel in MS Works, niet in Word, Excel of PowerPoint. Nu heeft het verschijnsel van gisteren zich in Excel voorgedaan, niet in MS Works. Mysterie. Maar 't is nu oké, we kunnen verder, met Umlaut en al.
Op weekdagen krijgen we een printje van de elektroniche krant. Vandaag stond er in dat na de zonsverduistering nog geen enkele Belg melding maakte van pijnlijke ogen. Zijn de Belgen nu de slimsten onder de Galliërs of de traagsten met melden, werd onderaan het artikel gevraagd. En Daewoo doet enkel nog auto's, andere afdelingen hebben ze verkocht. Ze bouwen dus geen schepen meer. Na de constructiefout (?) bij de Lubu en de Picar is dat misschien maar beter ook. -die stop in scheepsbouw was tijdelijk :https://nl.wikipedia.org/wiki/Daewoo_Shipbuilding_%26_Marine_Engineering
Capt PRü heeft er geen moeite mee dat de e-mail bij hem in de cabine staat. Hij verzendt wanneer we een diskette afgeven. Over de vorige capt (MR) doen er andere verhalen de ronde. Maar capt PRü is dus van het communicatieve soort. En stuurman Rébo moeit zich nog altijd met de lay-out van een te verzenden fax, hebben Toho en Tom V me al verteld. Hij verwart nog steeds de afzender met de verzender. Het verschil is toch niet zó subtiel? Sinds schip 27 & 28 (vier en drie jaar geleden) is wat dat betreft nog geen evolutie merkbaar.