Er is een groep mensen over wie weinig of niets wordt gezegd. het zijn de duizenden - vaak ongewild - ongehuwden. We zijn niet tegen hen, we wijzen hen niet af, we vergeten hen gewoon, al maken we vaak gebruik van hun grote beschikbaarheid. 'Al mijn vrienden zijn getrouwd - en ik? De treinen rijden voorbij en ik, ik blijf alleen op het perron achter..." "Ik heb ook een hart dat gemaakt is om lief te hebben en om bemind te worden? Telkens als ik verliefd word, leef ik weer op. Maar na een maand of zes ben ik nog eenzamer dan tevoren..." Het zou een hele stap zijn als we ons hart en onze gedachten zouden zuiveren ten aanzien van deze mensen en hun allerhande indiscrete opmerkingen en vragen zouden besparen. Door anders naar hen te kijken: ook zij zijn volwaardig man en vrouw, ze horen erbij, helemaal. Door hen niet al te gemakkelijk te gebruiken als een welkome hulp: "Ze heeft toch heel veel tijd, ze kan wel op de kinderen passen; hij zal wel instaan voor huis-aan-huis verkoop van onze tombola op de parochie..." Ongehuwde mensen zijn vaak eenzaam zonder dat iemand het merkt. Ze hebben ook recht op een plaats aan tafel, en niet één tussen de kinderen op een familiefeest. Wanneer je hen uitnodigt, nodig hen persoonlijk uit en niet als "Kom je ook MEE?" Ze vragen niet dat je ze met zoveel woorden troost, noch dat je ze valse oplossingen voorspiegelt. Ze vragen alleen beluisterd te worden, volwaardig mogen meegaan in het gesprek en bemind te worden zoals ze zijn. Met grote discretie en vooral met een dankbaarheid voor al de verborgen toewijding van hun hart; hier concreet denkend aan de vele verpleegkundigen en mantelzorgers, maar eigenlijk aan al die "alleen-gaanden". De toewijding van het hart gaat bij deze mensen soms heel ver, tot in het kleinste detail en de geringste attentie voor een ander. Laten wij dan ook evenzeer en wellicht nog meer attent zijn voor hen en vergeten we hen vooral niet uit het oog!
|